Voce ?tllen's Volksuniversileii
SOCIALE STELSELS
AfRC
DE ALKOHOL EN DE MUSE
het privaat leven van
groote Fransche schilders
ik
HET DECIMAAL STELSEL
VAN MATEN EN
GEWICHTEN
DE FASCISTISCHE
LEERSTELLING
Boekhandel
DE VLAM
HULLEBROECK EN
ZIJN BETEEKENIS
Wal een mooie reis
naar de U.S.S.R.
romans
CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING
6 fr.
iMliii!!ipiitgi
ij hebben het aan de Fransche
Revolutie te danken
BOEKBESPREKING
door PIET NUTEN
Voor socialistische kadervorming
VIJF EN TWINTIGSTE LES
Besluit
pe r
e e
BIBLIOGRAFIE
Vragen
J§ I
:v K - -■Cy
VAKANTIE 1939
--
L
'4 - Voor Allen - 2 Juli 1939
DAAR deze lessen bestemd zijn
zoowel voor syndicalistische als
politieke militanten, moeten
wij volledigheidshalve een les
wijden aan het fascisme dat veeleer
een ekonomisch en sociaal verschijn
sel is d n een doctrine. Zoo vertoon
de zich in den beginne het fascisme
In Italië als een verwarde beweging;
eens aan de macht werd door de
leiders een meer of min samenhan
gend systeem uitgebouwd. Mussolini
zelf heeft in zijn boek Het Fascisme
verklaard, dat het fascisme niet de
vrucht was van een in een studeer
vertrek reeds bewerkt leerstelsel.
Uit het kapitalisme in verval kun
nen drie maatsch appijvormen voort
komen: een socialistische, een kom-
munistische en een fascistische.
Tegenover het kapitalisme hebben
deze drie systemen één kenmerk ge
meen, n.l. een vergroote planmatig
heid, althans in nationaal verhand.
Het is geen toeval dat er in Rusland
het vijfjarenplan is, in Duitschland
Görings vierjarenplan, en dat in de
West-Europeesche arbeidersbeweging
de Man's idee van het «Plan van
den Arbeid» zoo onmiddellijk navol
ging vond.
Terwijl de socialistische planmatig
heid een internationaal arbeidsveld
heeft, blijft de fascistische beperkt
tot de ekonomisch en politiek be
perkte natie. Dit brengt met zich
dat de fascistische staatsmacht zich
uitermate moet verstevigen in het
binnenland en gericht zijn naar het
buitenland. Want, al is het fascisme
ven aard nationaal en geen «export
artikel» zcoals eerst Mussolini en
daarna Hitler hebben verklaard,
toch blijken de autarchische maat
regelen, waarmede de fascistische
ekonomie zich wil in stand houden,
ontoereikend, en wordt naar buiten-
waartsche expansie getracht. Zoo
kan men zegt en dat het fascisme
niet zoozeer de macht als doei stelt,
maar de macht gebruikt om zich
politiek in het binnenland staande
te houden en zich ekonomisch naar
buiten te ontplooien.
Hot is een karakteristiek van het
fascisme dat de macht, welke in
handen is van bet regeeringsappa-
raat, een partijmacht is, de macht
van een partij die al de andere heeft
overwonnen en uitgeschakeld. Het
is de brutale macht van een minder
heid. die berust op overweldiging van
de rest van het volk. Deze overweldi
ging is volkomen, in dezen zin dat
zij zich zoowel uit op geestelijk en
zedelijk als op politiek en ekonomisch
gebied. De overmacht van een partij,
die tot kliek verwordt, zoodra de
openbare kritiek haar niet meer kan
bereiken, schept kornuptie en ook
uitbuiting in den normalen zin van
het woerd.
Dat er niet kan gesproken worden
van één fascisme, msar van ver
scheidene fascismen, spruit voort uit
het feit dat ider totalitair land zün
specifiieik-nationale macktsorgansa-
,tie en ideologie bezit, met dezen ge-
meenschappelijken karaktertrek al
thans dat in alle fascistische landen
een gelijkaardige racdstiseh-nationa-
listisehe geesteisstrociming door de
partümacht opgedrenren wordt acn
de massa. Door het nationaal karak
ter van ieder fascisme, kan er geen
sprake zijn van een internationale
geestetsistrcomtng zooals het socia
lisme er van bij zijn ontstaan eene
geworden is.
Het fascisme is essentieel de ver
heerlijking van den Staat. Zoo staat
het rechtstreeks tegenover het libe
ralisme, het socialisme en de demo.
kratie, volgens dewelke de ideale
Staat het minst mogelijk moet regee-
ren, slechts handelen voor bet wel
zijn der individuen waaruit hij is
samen; esteld en tenslotte zich met
hen vereenzelvigen. Het fascisme
reageert met geweld tegen deze prin-
cipes; zun leuze is vervat in het ge
zegde van Mussolini: Alles in den
Staat, niets tegen den Staat, niets
ouiten den Staat*; het verwerpt het
liberaal begrip van den Staat ais
beschermend organisme, en de socia
listische opvatting van de beheerende
K>1 die aan den Staat moet worden
"toet ekend. Zoo slorpt het fascisme
alle machten op, die zijn activiteit
kunnen beperken of beletten, of ver
nietigt ze: politieke partijen, vak
bonden, vereenigingen, parlementa
risme; voor het fascisme is de Staat
een hoogstaand doel op zichzelf, met
Sf1 fT", ,moraaJ. een eigen gods
dienst, hu heeft een politieke, scciale
en ekoiromisohe zendirg in de wereld
te vervullen, waarbij het individu
slechts een middel is; voor de Natie
en in de geschiedenis is oe mensch
niets.
Het begrip van den Staat, zooals
hierboven in enkele lijnen geschetst,
was voor Hitier niet nieuw, want
men vindt het reeds in de vroegere
Duitsche filosofie: Hegel, het Staats
socialisme, in een zekeren zin Bis
marck. Voor het nationaal-soci 3 lisme
was de vergodelijiking van den Staat
niet voldoende om het doel te recht
vaardigen: de Staat moest zijn prin
cipe en wezen baseeren op het
racisme, dat dc karakteristiek is van
ihet Dultsch fascisme. Tot voor
anderhalf jaar is het Italóaansch
fascisme daarvan verschoond geble
ven. Onder den invloed der as Rome-
Be rlijn, heeft nu ook Mussolini zijn
toevlucht tot de racistische leerstel
ling genomen.
Een ander uitzicht van het fas
cisme is het z.g. corporatisme, dat
men niet moet gaan vereenzelvigen
met dat der middeleeuwen of verge
lijken met zekere vormen van ver
eenigingen die aan de hedendaagsche
georganiseerde arbeidersbeweging
haar macht geschonken hebben. «Het
is te danken aan de corporaties of
gilden, dat de imiddeleeuiwsche
ambachtslieden een einde hebben
kunnen maken aan het minderheids-
regime van de heeren en de patri
ciërs door de verovering van de poli
tieke macht in de stedelijke republie
ken.
Zoo ook heeft het socialisme van
de 19e eeuw, na de arbeiders op
corporatieven grondslag georgani
seerd te hebben, hiervan zijn uit
gangspunt gemaakt voor de verove
ring van het algemeen stemrecht en
de politieke gelijkheid. Het fascis
tisch corporatisme integendeel tracht
de arbeidende massa's de politieke
rechten te ontzeggen, die hun corpo
ratieve organisatie zelve hun toege
laten heeft te veroveren. Op dit
punt is de tegenstelling tusschen
socialisme en fascisme, en in meer
algemeenen zin, tusschen demokratie
en fascisme, onverbrugibaar»(H. de
Mian)Het fascisme bedient zich van
de corporatieve inrichting van de
e.g. «wetgevende» macht om de
demokratie te vernietigen. In den fas-
cistischen Staat vervangt de corpora
tieve wetgeving het algemeen stem
recht. De stemming, geschiedt per
corporatie. Zoo komen duizenden
arbeiders in een bepaalde nijverheid
in mindeiiheid te staan tegen enkele
werkgevers of aandeelhouders der
zelfde nijverheid. In feite is dus het
fascistisch corporatisme slechts een
dekmantel van de kapitalistische
reaktie 'tegen de demokratie.
St-Pietersnleuwstraat 64,
GENT Postcheekn. A
Engels 43.45.62
DE NIEUWE
DE KLEINE PARADE
door Henriëtte VAN EYK
OPROER DER KINDEREN
door ARNOLD ULIT2
JODEN ZONDER GELD
door MICHAEL GOLD
DE GROOTE SCHULD
door VICKY BAUM
EN EEN VROUW VERDWIJNT
door E. D BIGGERS
DE BEWAARSCHOOL
(herdruk) door LEON FRAPIE
Elk 288 pag. druks, in welverzorgde
uitvoering met smaakvol gekleurd
omslag.
Niettegenstaande zijn ronkende
verklaringen en zijn uitwendige blijf-
rnethedes vertoont het fascisme niets
nieuws. Inderdaad, de oveiheer-
schimg van een partij' in den Staat,
de leiding der ekonomie in handen
van corporaties, de uitschakeling van
het individu, het waaniznnig natio
nalisme, het brutale machtsvertoon,
en andere fascistische uitingen, kun
nen tot een zeer oud verschijnsel wor
den herleid: de persoonlijke dictatuur
van een eriked man, die het ekono
misch levien onder de voogdij van
den Staat ptaetst, de partij onder
kontrole van den Staat stelt en
omgekeerd, waardoor het gansche
stelsel een zoo onzekere toekomst
heeft als de dictator zelf.
Het fascisme ontstond uit de
ekonomische wereldfcrisis, uit de
ontgoocheling en de onrust der
massa's. Het is ook het gevolg der
fouten en der verdeeling van de arbei
dersbeweging. Het mag niet worden
beschouwd als fataal en van Wijven-
den duur. Het kan in de demokrati-
sche landen afgeweerd worden door
een politiek van durf en realisme, van
socialisatie en werkJooishelidsopsiLor-
ping; in de fascistische landen zal
het bezwijken onder den last der
tegenstrijdigheden en der ekonomi
sche machteloosheid.
Wat de fascistische strekkingen in
ons land betreft, daartegen heeft de
B.W.P. de volgende houding bepaald
(kongres 1937): De partij stelt, zoo
wel op het politieke plan als aan
den kant van het financiekapitaal
van partijen, klieken en personen, de
aanhoudende «fctiviteit vast, die,
zonder daarom een eigenlijk fascis
tisch blak te vormen toch een ge
meenschappelijk doel nastreeft, n.l.
in het land een voor-fascistisch kli
maat te scheppen. Anderzijds stelt
zü vast dat het land tot nog toe met
sufcses heeft gereageerd tegen de fas
cistische drijverijen, door het voeren
van een gel ijkloopende afotie van alle
demckratische richtingen, die ieder
in volle onafhankelijkheid handelen,
en ten voordeele van een regeerings-
beleid, dat op de ekonomische en
tnoreele opbeuring van het land ge
richt is. De partij doet nochtans be
roep op de verdubbelde waakzaam
heid van het land over het alge
meen, van de socialistische arbei
dende klasse in het bijzonder, om
elk nieuw maneuver, van het finan
ciekapitaal namelijk, te voorkomen.
Wat haarzelf betreft, zal zij alle
noodige beslissingen nemen om:
ervoor te zorgen, dat de openbare
meening op haar hoede blijft, onop
houdende de fascistische propaganda
te bestrijden, door haar voorbeeld
alle demokratische krachten uit het
land in een gelijkloopende aktie mee
te nemen; daadwerkelijk een opbou
wende regeeringa'ktde te steunen,
die de groote massa der bevolkin
voor de demokratie wint; zonder op
houden een socialistische aktie te
ontplooien, die het krachtigste wapen
in den strijd tegen het fascisme is.
FR. H. VOS: «De maatschappij
verandert».
H. D(E MAN: «Corporatisme en
Socialisme».
MAX BUSET: Verslag over de hou
ding der B. W. P. ten opzichte van
de andere partijen (kongres 1937).
JEF RENS: «Het fascisme in
Vlaanderen».
JEN RENS: «Fascisme en Corpo
ratisme».
1) Welke zijn de hoofdkenmerken
van het fascisme?
2) Weflke zijn in België de poli
tieke groepeeringen die als fascistisch
gezind mogen worden beschouwd
Geef voor ieder de reden op.
Antwoorden, rgezeld van een
postzegel van 0,75 fr., sturen aan
G. De Vos, Zrwijnaairdsche steenweg,
78, Gent.
Onlangs herinnerden de Fransche
bladen aan een proces, dat de groo;e
P-rijsche kunstschilder Utrlllo tegen
de Amerikaansche douane inzet.
Naar de meening van de tolbedien
den gaat het over een groot aantal
beelden die Utrillo naar New-York
had gestuurd. Volgens de douaniers
het opvatten ging het hier niet om
eigenlijke kunstwerken, die mogen
genieten van begunstigde toltarieven,
maar om mechanisch vervaardigde
werken, iets als een vergrooting van
gekende postkaartmotieven.
Dat een dusdanige beoordeeling
van zijn kust het scherpste protest
moest uitlokken vanwege den gevier-
den Franschen meester kan men
licht begrijpen. In samenhang daar
mee herinneren de bladen dan ook
aan een proces, dat Utrillo reeds
eens had ingespannen tegen een En-
gelsche kunstgalerij en dat hij zege
rijk won. De eigenaar van de galerij
had toen een portret van Utrillo te
koop gesteld en in zjjn katalogus
daarnaast volgende opmerking ge
plaatst Schilderij van Utrillo,
dronkaard, gestorven in 1934». De
zoo vroegtijdig doodverklaarde schil
der leverde naast een snel ingedien
de aanklacht voor beleediging in zijn
eer ook een bewijs van... zijn nuch
terheid.
Desondanks zal er niemand in de
Parijsche kunstmiddens durven be
weren, dat Utrillo een vijand zijn zou
van den alkohol. Integendeel een
glas en ook twee van de heerlijke
Bourgogne, voor en na het werk, be-
hooren omzeggens tot de traditie van
de Fransche schilderkunst. Het is
tamelijk zonder belang of de kunste
naar zich zoodoende houdt aan een
uitspraak van Victor Hugo, dat de
muse sneller nadert onder den vorm
van wijn of aan het bon mot
van een modernen kunstschilder, die
den alkohol eens bestempelde als de
onontbeerlijke grondstof van de
kunst
Een Duitsche kunsthandelaar, die
voor den wereldoorlog in Parijs de
portretten aankocht van de toen nog
onbekende of bespotte schilders Pi
casso, Henri Rousseau, Braque, De-
rain, Friesz, Vlaminck, en dit voor
een spotprijs, vertelt hoe hij voer
den ingang van een kleinen Parij-
schen winkel, waarin men bedden en
beddegoed verkocht, op zekeren dag
een vrouwelijk portretschilderij met
gouden haren bemerkte, en hij het,
zonder te weten wie de schilder was,
voor tien frank verwierf. Een toeval
voerde hem den avond van denzelf
den dag in een kleine kroeg, de
I-apin Agile op Montmartre, en daar
leerde hij Pablo Picasso kennen die
het beeld had gekonterfeit, schilders,
dichter en letterkundigen, meest nog
jonge, onbekende lieden, die rond een
groote tafel zaten en het eene glas
wijn na het andere ledigden. Toen
de jonge Picasro vernam dat hij een
liefhebber had gevonden voor zijn
schilderij geraakte hij letterlijk be
dwelmd en schoot hij uit een pistool,
dat hü altijd bij zich droeg, een
vreugdeschotin de lucht. Den
volgenden dag leerde de handelaar
het atelier kennen van het onbeken
de, jonge heethoofd Picasso, wiens
wieg in Spanje had gestaan. Het lag
in een «'barak- en spookachtig» huis
op de place Ravignan, waar de schil
der met een jong, bloeiend model,
en een grooten, gelen schapershond
leefde. In het huis van de armoede
woonde men gewoonlijk zoolang, tot
aan een vensterraam een bungelende
gestalte aantoonde dat er weer een
woning was vrijgekomen.
De tweede, groote onbekende, dien
de kunsthandelaar in de wijk der
armoede v:n Parijs aantrof was Hen
ri Rousseau. Ook hü dronk graag
wün, en vond om zoo te zeggen daar
in den troost voor de bittere ont
goochelingen van zijn loopbaan als
kunstenaar. Een half menschenleven
lang was hü tolbediende geweest,
maar dan werd hü aangegrepen door
een reeds vroeg gevoelde hartstocht
hü trok zün bediendenplunje uit en
werd schilder. Toen in een klein lo
kaal van de wijk Monbparnasse de
eerste tentoonstelling plaatsgreep
van werken van Rousseau, kwam de
schilder met een handkar asngedra-
ven waarop hü de schilderü'en zeif
geladen had, en die hü zelf achter
zich trok.
Alhoewel hü maar 40 of 50 fr. per
werk vroeg, had niemand lust iets te
koopen. Men hield den schilder
Rousseau, wiens werken nu in de
grootste galerüen hangen, voor een
gek, en als Rousseau als zestigjarige
nogmaals trouwen wilde, moest hij
eerst bü zün vrienden en bekenden
attestatiesverzamelen, die aan
den toekomstigen schoonvader moes
ten bewüzen dat hü volkomen nor
maal was van geest. Rousseau's lie
velingsdrank was een gele Bordeaux-
wün, dien hü opeenvolgens op de
■gezondheid van den vrede, van zün
eerste vrouw, die hü verafgoodde, jf
van zün fluit, die hü schitterend be-
Vincent Van Gogh 18331890
Beeld van een jongen man (1888)
Eduard Manet 1832-
De fluitspeler
-1883
speelde, de gewoonte had te drinken.
Van denzelfden schilder Rousseau
komt het heerlü-ke vredesgezinde
woord Als een koning oorlog voe
ren wil moet een moeder naar hem
toegaan en het hem verbieden!
Ook van Henri Toulouse-Lautrec,
die afstamt uit een oud Frsnseh
adellük geslacht en klein, misvormd
en kortzichtig was, weet men dat nu
een büzonder aanbidder was van den
alkohol. Men kon hem bijna iederen
avond ontmoeten op een van de
hooge barstoelen van den Moulin
Rouge waar hü volledig beschon
ken voor zich heen in doffe müme-
ring verzonken lag. Hetzelfde geldt
ook voor Jules Pascin, die eindigde
met zich te zelfmoorden, en voor den
te v.ocig overleden veel'belovenien
Modigliani, een genialen schilder
van Italiaanschen oorsprong die in
het putje van de winter op een bank
in een Parüsch park doodvroor.
De groote Cesanne gold voor een
matige drinker maar in de plaats
was hü een des te Zonderlinger
mensch Hü verdroeg niet, dat men
hem toekeek als hü schilderde, alle
hondgeblaf bracht hem uit zijn lood,
ieder tweede van zün schilderüen
vernielde hüaelf. Het water, waarin
hü zün penseelen waschte, moest
kristalhelder zün; ieder stofje, dat
ongevraagd op zün doek terecht
kwam bestempelde hü als «vuilig
heid» en hü geraakte erover in ver-
twüfeling.
In het kleine plaatsje Aix en Pro-
venve leefde hü in een monnikken-
afzondering, en met het palet in.de
hand eindigde hij een leven dat d-oor
innerlüke onrust was vergiftigd ge
worden.
De stamvader in deze vochtige en
vroolijke tafelronde van de Fransche
schilderkunst was echter Eduard
Manet, die als voorvechter voor een
nieuwe richting hetzelfde lot deelde
van, na hem, Cezanne en Rousseau;
hü wordt als alle profeten, die een
nieuwe waarheid verkondigen, een
martelaar van zün werk. Een woe
dende menigte werpt zich met regen
schermen op zün beelden, die men
als onkiesch bestempelt; de kritiek
breekt zijn werk zoo af dat er niets
van overblijft; men is erover veront
waardigd dat hier een nieuweling
het aandurft juist het alledaagsche
leven te conterfeiten, het aliedaagsch
gedoe van de straat, de kroeg, de
familie, de huizen der vrienden. Wat
heden sinds langs als het klassieke
in Manet's kunst wordt aangezien
was toen revolutionnair.
De liefde voor den wün, die men
in zooveel tafereelen verheerlijkt
ziet vooral in zün beroemd werk
van latere jaren «De bar in de Fo
lies-Bergère» heeft de meester,
die met zün tüd een tweegevecht
had aangegaan, vaak alles doen ver
geten, en hem een wereld van on
vermengde vreugde voorgetooverd.
Hier in de kleine of in de groote re
koffiehuizen, bars en wijnhuizen
van Montmartre ziet hij, hoe het
leven werkélijk is, in welken «eeuwi
gen roes» de menschheid leeft en
zichzelf bedriegt, en hij zou een
slechte waarheidszoeker of een slech
te verdediger van de waarheid zijn
geiweest, als hij ook tevens niet den
moed had bezeten, het leven en het
bemerkte onmiddellijk op zün papier
met potlood en penseel uit te druk
ken.
Tot de vrienden van een goed glas
behooren dan ook de, uit Neder
land afkomstige, groote Van Goch,
die het drinken van wün zeker voor
het eerst zoo perfekt in Parijs leerde
kennen, en zijn beste vriend, de
vroegere bankier Gaugin, die op
zekeren dag zaken, vrouw Mi kinde
ren verliet om te schilderen en steeds
maar te schilderen. Zün schllderü
«Goeien dag, mijnheer Gaugin» dat
de moderne galerij te Praag twee
jaar geleden verwierf, toont een
zelfportret van den avonturier der
schilderkunst aan den ingang van
de hel. Van de landschappen van
Van Gogh waarin züch, zooals men
weet, alles, van het kleinste gras
halmpje tot aan de typische Cypres-
sen, als slangen omhoog slingert
heeft men vaak al schertsend ge
zegd. dat ze in «den roes geboren»
werden.
We wilden hier inderdaad niet de
kwestie beslechten, welken invloed
een matig of steriker gebruik van
alcohol op de kunstschepping even
tueel helbben kan. Het volstaat ons,
met enkele voorbeelden uit de ge
schiedenis van de Fransche schilder
kunst, de nauwe verwantschap tus
schen alcohol en inspiratie te heb
ben aangetoond. Een verwantschap,
dat, naar het ons lijkt, even oud
en onverstoorbaar lükt als de kunst
zelf.
Henri Rousseau, bijgenaamd «De doeanierLijnvisschers
H
V>;:
HOOITIJD IR VLAANDEREN
DS honderdvüftigste verjaring
van de Groote Fransche Revo
lutie van 1789 biedt ons de
gelegenheid heel wat zaken in
herinnering te brengen, die in nauw
verband staan met de omwenteling
die het «sangezdcht der wereld» ge-
wüzigd heeft. De menschen van
heden zün zoo gewoon geraakt aan
tradities en toestanden die voor
anderhalve eeuw gesc apen werden,
dat zij doonj'sans niet meer besef
fen hoe diepgaande de gevolgen der
Revolutie zich hebben doen gevoe
len. Wij, die leven in de twintigste
eeuw, vinden het natuurlük dat wü,
althans in de demokratisch gebleven
landen, vrij onze meening kunnen
uiten, dat iedereen naar de stem
bus gaat om de vertegenwoordigers
van het volk in de wetgevende macht
aan te duiden, dat de arbeid wettelijk
bescharmd is, dat sociale wetten den
toestand der werklieden hebben ver
beterd; wij vinden het ook heel ge
woon dat zoowel een kind van een
proletariër als dat van een kapita
list genieten kan van hei openbaar
onderwijs en opklimmen tot de hoog
ste posten in het Staatsbeheer. Nog
vele andere dingen verwonderen ons
geenszins. Ook de hedendaagsche
produktiewijae, met haar ingewik
kelde machines en vernuftge pro
cédés, de reuzensnelle uitbreiding der
industrie, de kolossale fabrieken, de
reusachtige elektrische centrales, het
snelverkeer, de vliegtuigen, en wat
weet ik al meer, komen ons als dood
gewoon voor, al staan wij wel in
bewondering voor het genie van den
modernen technikus.
Wü hebben echter meestal de
oorzaken vergeten, die dat alles heb
ben mogehjk gemaakt, oorzaken die
wü moeten gaan zoeken in de geeste-
lüke bezieling der Fransche Revo
lutie. Eenvoudige, doch zeer belang
rijke hervormingen hebben aan 1789
haar ontstaan te danken. Tot die
hervormingen behoort het decimaal
stelsel van maten en gewichten.
Een meter, een liter, een kilogram;
wie vindt daarin iets ongewoons? Dat
een meter dezelfde lengte heeft bij
ons als bij onze naburen en in het
andere wereldlbilfrond, dat schünt
maar billijk. Wie zou er ooit aan
durven denken dat dit anders zün
kon? Natuurlük niet; wü zijn gewoon
ee_. meter voer een meter te houden,
en dat doet iedereen... uitgenomen de
Anglo-Satosische en zekere Slavische
volkeren, die de oude maten en
gewichten hebben bewaard. «Maar
dat is een andere geschiedenis.»
Welnu, die meter is er zoo maar
niet toevallig gekomen, en het heeft
acht jaar geduurd vooraleer zün
lengte definitief kon worden bepaald,
en dan nog eens zeventig jaar
voorleer hij in de landen, die hem
nu gebruiken, kon worden ingevoerd
als eenheid van maten en gewichten.
Vroeger had ieder gewest, Ja zelfs
bijna iedere groote gemeente, een
eigen stelsel van maten en een ander
van gewichten. Een Gentsch timmer
man kon met zijn «voet» niets ver
richten te Brugge, waar de «voet»
een andere lengte had; een «roede»
van het Land van Waas was niet
dezelfde als een «roede» van het
Kortrijksche, enz.
De Fransche Revolutie moest er
komen om met dien warboel op te
scheppen, zooals met zoovele andere
wantoestanden op geestelijk, sociaal,
wettelük en politiek gebied.
In 1790 werd door de Nationale
Vergadering asn de Fransche Afcade-
mie voor Wetenschappen de opdracht
gegeven een rationeele stelsel van
maten en gewichten te zoeken. Dat
dit stelsel rationeel zijn moest, zal
ons niet verwonderen, als wij weten
dat de geesten voor de Revolutie rijp
werden gemaakt door de filosofen en
natuurkundigen der 17e en 18e
eeuwen, wa. rover wij hier enkele
weken geleden iets hebben verteld,
en dat die voorloopers de «ratio»,
de rede, boven het dogtma hadden
gesteld.
Eén jaar later, in 1791 dus, was
de bijzondere kommissie der Akade-
mie gereed met een eerste rapport:
het begrip van den meterals een
heid van maat en basis van de be
paling van gewichten en munten,
was vastgesteld.
In 1793, voL de een tweede rapport,
dat het metrisch stelsel, berustend
op de decimale indeeling, verder uit
werkte, en dat opgemaakt werd door
de beroemdgeworden wis- en natuur
kundigen Borda, Lagrange en Monge.
Naderhand werden in de daarin ver
vatte voordeelen veranderingen ge
bracht, zoodat in 1799 het stelsel,
zoosls wij het nu nog bezigen, defini
tief aanvaard werd en door een
dekreet verplichtend gemaakt.
Vóór ons ligt een vergeelde orlgi-
neette afdruk van het rapport van
1793, stuk dist verscheen volop in
de periode van het Schrikbewind.
Het is niet zonder aandoening dat
wij het betasten en doorbladeren. Wij
zün gewoon die periode van uit een
eenzijdig standpunt te beküken: wü
zien ze als een der bloedigste passa
ges der geschiedenis; wij zien de
guillotien werken; wij zien hevige
politieke tiwiisten, korruptie, intri
gues. Waarom hebben wü geen oog
voor' het andere, het goede dat wij
van de Revolutie hebben geërfd? Het
■waren heldere koppen die mannen
van de Nationale Vergadering, die,
geholpen door de knapste geleerden
van dien tü'd, de technische omwen
teling hebben doen zegevieren naast
die van de rechten van den Mensch.
Getuige dat stuk uit het jaar 1793.
In al zijn strengen wetenschappe-
lijlken eenvoud bevat 'bet zoovele
geniale merkwaardigheden, dat wü,
bü het lezen ervan, aan heel wat
anders gsan denken dan aan de drie
duizend hoofden die in de bloedige
mand op het schavot vielen.
Wij denlken aan het nut dat d«
Fransche Akadamie voor wetenschap
pen in dien tijd geleverd heeft en
aan de verdienstelijke hervormingen
waaruit het hedendaagsch maat
schappij al het voordeel trekt.
(Vervolgt)
Het schitterend bilan van
een rükgevuld kunstenaars
leven
Men heeft van Conscience gezegd
dat hü zijn volk heeft leeren lezen
en van Peter Benoit dat hü het
leerde zingen Daarmee heelt men
met een kernachtig gezegde de bui
tengewone verdiensten van beide
kunstenaars willen doen uitkomen.
Hullebroeck, dien we «den meester
van de fcledn-kunst noemen, heeft
de Vlamingen niet alleen zingen ge
leerd, maar heeft hun een overda-
dig-gevulden liederenschat geschon
ken.
Wij noemen hem den meester van
de klein-kunst, omdat vooral het
genre van het volks- en ambachts
lied en dat der operette de voor-
na;mste plaats bekleeden in zün
scheppingen.
Het was een uitstekende gedachte
den Vlaamschen zanger bü zün
huldiging te vereeren met een boek
dat uitgegroeid is tot een ryk ge-
dokumenteerd Ievensbila-n
Het zou volkomen onbegonnen en
onrechtvaardig tegenover den ge
vierde zün, in het kader van deze
bespreking te trachten een opsra
ming daarvan te geven, want die
moet noodzakelükerwüze onvolledig
zün.
Temeer, wie kent de liederen van
Hulebroecik niet Vooral nadat het
N. X. R. er zün programma's mee
vult en soms overlaadt. Teveel van
het g:ede schaadt
Hullebroeck is nog wat meer dan
een nationaal figuur. De wereld
was feitelijk zün terrein. Hij trok
immers den aardbol rond. Zoowel
in het prachtige Insulinde, in Trans
vaal als in Amerika juichte men hem
toe.
Hullebroeck reisde Europa af met
zün vermaard Genteche a-capella-
ko;r, waarmee hij vooral te Parijs
lauweren ging oogsten.
Internationaal had hü betrekking
met Lehar en Strauss.
De kunstenaar is vooral opvoe
dend opgetreden. Zijn werken over
Notenleen do:r het Lied dat
over De Betaardkunst e.a. von
den in alle kunstmiddens een ver
diende wiaardeering.
Het spijt ons nochtans enkele
schaduwzijden van het boek te moe
ten aanwijzen. Maar wij zijn het
verschuldigd tegenover den kunste
naar en tegenover allen die het met
hem goed meenen. De samenstel
ler van het boek schijnt er opvat
tingen op na te houden die hier en
daar wrevel opwekken.
Waarom vond hij het noodig een
foto in te lasschen waarop Hulle
broeck naast kuituurbarbaren als
G(ribbels v'orkomt
Het proza van den samensteller
geeft verder uiting van een al te
enggeest'g nationalistisch streven,
dat stellig niet in overeenstemming
te brengen is met de universeele be-
teekenis van den gevierde.
Ondanks dat alles raden wü al
len, die een Vlaming als Hullebroeck
willen eer bewüzen, aan, het boek
te koopen Het is een onschatbare
getuigenis van de Vlaamsche op
standing, opstanding die er brood-
noodig was omdat ons volk eeuwen
lang verdrukt en onmondig is ge
houden door den binnenlandschen
dwingeland die godsdienst en kerk
aangewend heeft als verdnikking'S-
middel. Dat als antwoord aan
den samensteller die de verant-
•woordelükheid verlegt op den rug
van het buitenland en de binnen-
landsche schuldigen wil laten ont
snappen. Als dergelü'ke regelen bij
deze recensie mueten verschünen,
mag de schrijver van deze hulde
die op zijn rekening nemen
Het boek werd door «De Sikkel»
in de beste voorwaarden uitgegeven.
Zü. die willen gedokumenteerd zijn
over de Vlaamsche kunstgeschiede
nis, kunnen het niet missen.
TUUR DE SWEEMER.
HULLEBROECK EN ZIJN BE
TEEKENIS door Piet Nuten. Uit
gave De Sikkel Antwerpen.
Verkrügbaar bij De Vlam», Soc.
Boekhandel, 64, St-Pietersnieuw-
straat, Gent.
Ing. 35 fr. en geb. 48 fr.
Ziehier voor de vakantie 1939 een gan
sche reeks rondreizen aan verminderden
prijs, Ingericht door de Vereeniging der
Vrienden van de U.S.S.R. en die
voorzeker onze lezers zullen interes
seeren.
Verscheidene afreizen zijn voorzien
15 Juli 1, 4 en 25 Oogst, die toelaten
de verschillende streken der Sovjet-Unie
te bezoeken rondreizen voorafgegaan
en gevolgd door kruisvaarten In de Bal-
tische Zee of de Noordzea. Het pro
gramma der bezoeken stel* u in staat
tot volledige studie van het leven ln de
U.S.S.R.
Wij wijzen erop dat de afigizen ln
Oogst het bezoek voorzien van de
Landbouwtentoonstelling
der U.S.S.R. te Moskou
De forfaitaire prijzen dezer rondreizen
zijn zeer voordeellg (alles inbegrepen)
van 2.400 Belg. fr.af.
Voor de goede organisatie der reis
raden wij onze lezers aan zich van heden
af te laten Inschrijven. Voor alle inlich
tingen en programma's A. U. S.
VOYAGES 6-10, Duquesnoystraat, te
Brussel. 8135