Voce ?tllen's Volksuniversileii SOCIALE STELSELS AfRC DE ALKOHOL EN DE MUSE het privaat leven van groote Fransche schilders ik HET DECIMAAL STELSEL VAN MATEN EN GEWICHTEN DE FASCISTISCHE LEERSTELLING Boekhandel DE VLAM HULLEBROECK EN ZIJN BETEEKENIS Wal een mooie reis naar de U.S.S.R. romans CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING 6 fr. iMliii!!ipiitgi ij hebben het aan de Fransche Revolutie te danken BOEKBESPREKING door PIET NUTEN Voor socialistische kadervorming VIJF EN TWINTIGSTE LES Besluit pe r e e BIBLIOGRAFIE Vragen J§ I :v K - -■Cy VAKANTIE 1939 -- L '4 - Voor Allen - 2 Juli 1939 DAAR deze lessen bestemd zijn zoowel voor syndicalistische als politieke militanten, moeten wij volledigheidshalve een les wijden aan het fascisme dat veeleer een ekonomisch en sociaal verschijn sel is d n een doctrine. Zoo vertoon de zich in den beginne het fascisme In Italië als een verwarde beweging; eens aan de macht werd door de leiders een meer of min samenhan gend systeem uitgebouwd. Mussolini zelf heeft in zijn boek Het Fascisme verklaard, dat het fascisme niet de vrucht was van een in een studeer vertrek reeds bewerkt leerstelsel. Uit het kapitalisme in verval kun nen drie maatsch appijvormen voort komen: een socialistische, een kom- munistische en een fascistische. Tegenover het kapitalisme hebben deze drie systemen één kenmerk ge meen, n.l. een vergroote planmatig heid, althans in nationaal verhand. Het is geen toeval dat er in Rusland het vijfjarenplan is, in Duitschland Görings vierjarenplan, en dat in de West-Europeesche arbeidersbeweging de Man's idee van het «Plan van den Arbeid» zoo onmiddellijk navol ging vond. Terwijl de socialistische planmatig heid een internationaal arbeidsveld heeft, blijft de fascistische beperkt tot de ekonomisch en politiek be perkte natie. Dit brengt met zich dat de fascistische staatsmacht zich uitermate moet verstevigen in het binnenland en gericht zijn naar het buitenland. Want, al is het fascisme ven aard nationaal en geen «export artikel» zcoals eerst Mussolini en daarna Hitler hebben verklaard, toch blijken de autarchische maat regelen, waarmede de fascistische ekonomie zich wil in stand houden, ontoereikend, en wordt naar buiten- waartsche expansie getracht. Zoo kan men zegt en dat het fascisme niet zoozeer de macht als doei stelt, maar de macht gebruikt om zich politiek in het binnenland staande te houden en zich ekonomisch naar buiten te ontplooien. Hot is een karakteristiek van het fascisme dat de macht, welke in handen is van bet regeeringsappa- raat, een partijmacht is, de macht van een partij die al de andere heeft overwonnen en uitgeschakeld. Het is de brutale macht van een minder heid. die berust op overweldiging van de rest van het volk. Deze overweldi ging is volkomen, in dezen zin dat zij zich zoowel uit op geestelijk en zedelijk als op politiek en ekonomisch gebied. De overmacht van een partij, die tot kliek verwordt, zoodra de openbare kritiek haar niet meer kan bereiken, schept kornuptie en ook uitbuiting in den normalen zin van het woerd. Dat er niet kan gesproken worden van één fascisme, msar van ver scheidene fascismen, spruit voort uit het feit dat ider totalitair land zün specifiieik-nationale macktsorgansa- ,tie en ideologie bezit, met dezen ge- meenschappelijken karaktertrek al thans dat in alle fascistische landen een gelijkaardige racdstiseh-nationa- listisehe geesteisstrociming door de partümacht opgedrenren wordt acn de massa. Door het nationaal karak ter van ieder fascisme, kan er geen sprake zijn van een internationale geestetsistrcomtng zooals het socia lisme er van bij zijn ontstaan eene geworden is. Het fascisme is essentieel de ver heerlijking van den Staat. Zoo staat het rechtstreeks tegenover het libe ralisme, het socialisme en de demo. kratie, volgens dewelke de ideale Staat het minst mogelijk moet regee- ren, slechts handelen voor bet wel zijn der individuen waaruit hij is samen; esteld en tenslotte zich met hen vereenzelvigen. Het fascisme reageert met geweld tegen deze prin- cipes; zun leuze is vervat in het ge zegde van Mussolini: Alles in den Staat, niets tegen den Staat, niets ouiten den Staat*; het verwerpt het liberaal begrip van den Staat ais beschermend organisme, en de socia listische opvatting van de beheerende K>1 die aan den Staat moet worden "toet ekend. Zoo slorpt het fascisme alle machten op, die zijn activiteit kunnen beperken of beletten, of ver nietigt ze: politieke partijen, vak bonden, vereenigingen, parlementa risme; voor het fascisme is de Staat een hoogstaand doel op zichzelf, met Sf1 fT", ,moraaJ. een eigen gods dienst, hu heeft een politieke, scciale en ekoiromisohe zendirg in de wereld te vervullen, waarbij het individu slechts een middel is; voor de Natie en in de geschiedenis is oe mensch niets. Het begrip van den Staat, zooals hierboven in enkele lijnen geschetst, was voor Hitier niet nieuw, want men vindt het reeds in de vroegere Duitsche filosofie: Hegel, het Staats socialisme, in een zekeren zin Bis marck. Voor het nationaal-soci 3 lisme was de vergodelijiking van den Staat niet voldoende om het doel te recht vaardigen: de Staat moest zijn prin cipe en wezen baseeren op het racisme, dat dc karakteristiek is van ihet Dultsch fascisme. Tot voor anderhalf jaar is het Italóaansch fascisme daarvan verschoond geble ven. Onder den invloed der as Rome- Be rlijn, heeft nu ook Mussolini zijn toevlucht tot de racistische leerstel ling genomen. Een ander uitzicht van het fas cisme is het z.g. corporatisme, dat men niet moet gaan vereenzelvigen met dat der middeleeuwen of verge lijken met zekere vormen van ver eenigingen die aan de hedendaagsche georganiseerde arbeidersbeweging haar macht geschonken hebben. «Het is te danken aan de corporaties of gilden, dat de imiddeleeuiwsche ambachtslieden een einde hebben kunnen maken aan het minderheids- regime van de heeren en de patri ciërs door de verovering van de poli tieke macht in de stedelijke republie ken. Zoo ook heeft het socialisme van de 19e eeuw, na de arbeiders op corporatieven grondslag georgani seerd te hebben, hiervan zijn uit gangspunt gemaakt voor de verove ring van het algemeen stemrecht en de politieke gelijkheid. Het fascis tisch corporatisme integendeel tracht de arbeidende massa's de politieke rechten te ontzeggen, die hun corpo ratieve organisatie zelve hun toege laten heeft te veroveren. Op dit punt is de tegenstelling tusschen socialisme en fascisme, en in meer algemeenen zin, tusschen demokratie en fascisme, onverbrugibaar»(H. de Mian)Het fascisme bedient zich van de corporatieve inrichting van de e.g. «wetgevende» macht om de demokratie te vernietigen. In den fas- cistischen Staat vervangt de corpora tieve wetgeving het algemeen stem recht. De stemming, geschiedt per corporatie. Zoo komen duizenden arbeiders in een bepaalde nijverheid in mindeiiheid te staan tegen enkele werkgevers of aandeelhouders der zelfde nijverheid. In feite is dus het fascistisch corporatisme slechts een dekmantel van de kapitalistische reaktie 'tegen de demokratie. St-Pietersnleuwstraat 64, GENT Postcheekn. A Engels 43.45.62 DE NIEUWE DE KLEINE PARADE door Henriëtte VAN EYK OPROER DER KINDEREN door ARNOLD ULIT2 JODEN ZONDER GELD door MICHAEL GOLD DE GROOTE SCHULD door VICKY BAUM EN EEN VROUW VERDWIJNT door E. D BIGGERS DE BEWAARSCHOOL (herdruk) door LEON FRAPIE Elk 288 pag. druks, in welverzorgde uitvoering met smaakvol gekleurd omslag. Niettegenstaande zijn ronkende verklaringen en zijn uitwendige blijf- rnethedes vertoont het fascisme niets nieuws. Inderdaad, de oveiheer- schimg van een partij' in den Staat, de leiding der ekonomie in handen van corporaties, de uitschakeling van het individu, het waaniznnig natio nalisme, het brutale machtsvertoon, en andere fascistische uitingen, kun nen tot een zeer oud verschijnsel wor den herleid: de persoonlijke dictatuur van een eriked man, die het ekono misch levien onder de voogdij van den Staat ptaetst, de partij onder kontrole van den Staat stelt en omgekeerd, waardoor het gansche stelsel een zoo onzekere toekomst heeft als de dictator zelf. Het fascisme ontstond uit de ekonomische wereldfcrisis, uit de ontgoocheling en de onrust der massa's. Het is ook het gevolg der fouten en der verdeeling van de arbei dersbeweging. Het mag niet worden beschouwd als fataal en van Wijven- den duur. Het kan in de demokrati- sche landen afgeweerd worden door een politiek van durf en realisme, van socialisatie en werkJooishelidsopsiLor- ping; in de fascistische landen zal het bezwijken onder den last der tegenstrijdigheden en der ekonomi sche machteloosheid. Wat de fascistische strekkingen in ons land betreft, daartegen heeft de B.W.P. de volgende houding bepaald (kongres 1937): De partij stelt, zoo wel op het politieke plan als aan den kant van het financiekapitaal van partijen, klieken en personen, de aanhoudende «fctiviteit vast, die, zonder daarom een eigenlijk fascis tisch blak te vormen toch een ge meenschappelijk doel nastreeft, n.l. in het land een voor-fascistisch kli maat te scheppen. Anderzijds stelt zü vast dat het land tot nog toe met sufcses heeft gereageerd tegen de fas cistische drijverijen, door het voeren van een gel ijkloopende afotie van alle demckratische richtingen, die ieder in volle onafhankelijkheid handelen, en ten voordeele van een regeerings- beleid, dat op de ekonomische en tnoreele opbeuring van het land ge richt is. De partij doet nochtans be roep op de verdubbelde waakzaam heid van het land over het alge meen, van de socialistische arbei dende klasse in het bijzonder, om elk nieuw maneuver, van het finan ciekapitaal namelijk, te voorkomen. Wat haarzelf betreft, zal zij alle noodige beslissingen nemen om: ervoor te zorgen, dat de openbare meening op haar hoede blijft, onop houdende de fascistische propaganda te bestrijden, door haar voorbeeld alle demokratische krachten uit het land in een gelijkloopende aktie mee te nemen; daadwerkelijk een opbou wende regeeringa'ktde te steunen, die de groote massa der bevolkin voor de demokratie wint; zonder op houden een socialistische aktie te ontplooien, die het krachtigste wapen in den strijd tegen het fascisme is. FR. H. VOS: «De maatschappij verandert». H. D(E MAN: «Corporatisme en Socialisme». MAX BUSET: Verslag over de hou ding der B. W. P. ten opzichte van de andere partijen (kongres 1937). JEF RENS: «Het fascisme in Vlaanderen». JEN RENS: «Fascisme en Corpo ratisme». 1) Welke zijn de hoofdkenmerken van het fascisme? 2) Weflke zijn in België de poli tieke groepeeringen die als fascistisch gezind mogen worden beschouwd Geef voor ieder de reden op. Antwoorden, rgezeld van een postzegel van 0,75 fr., sturen aan G. De Vos, Zrwijnaairdsche steenweg, 78, Gent. Onlangs herinnerden de Fransche bladen aan een proces, dat de groo;e P-rijsche kunstschilder Utrlllo tegen de Amerikaansche douane inzet. Naar de meening van de tolbedien den gaat het over een groot aantal beelden die Utrillo naar New-York had gestuurd. Volgens de douaniers het opvatten ging het hier niet om eigenlijke kunstwerken, die mogen genieten van begunstigde toltarieven, maar om mechanisch vervaardigde werken, iets als een vergrooting van gekende postkaartmotieven. Dat een dusdanige beoordeeling van zijn kust het scherpste protest moest uitlokken vanwege den gevier- den Franschen meester kan men licht begrijpen. In samenhang daar mee herinneren de bladen dan ook aan een proces, dat Utrillo reeds eens had ingespannen tegen een En- gelsche kunstgalerij en dat hij zege rijk won. De eigenaar van de galerij had toen een portret van Utrillo te koop gesteld en in zjjn katalogus daarnaast volgende opmerking ge plaatst Schilderij van Utrillo, dronkaard, gestorven in 1934». De zoo vroegtijdig doodverklaarde schil der leverde naast een snel ingedien de aanklacht voor beleediging in zijn eer ook een bewijs van... zijn nuch terheid. Desondanks zal er niemand in de Parijsche kunstmiddens durven be weren, dat Utrillo een vijand zijn zou van den alkohol. Integendeel een glas en ook twee van de heerlijke Bourgogne, voor en na het werk, be- hooren omzeggens tot de traditie van de Fransche schilderkunst. Het is tamelijk zonder belang of de kunste naar zich zoodoende houdt aan een uitspraak van Victor Hugo, dat de muse sneller nadert onder den vorm van wijn of aan het bon mot van een modernen kunstschilder, die den alkohol eens bestempelde als de onontbeerlijke grondstof van de kunst Een Duitsche kunsthandelaar, die voor den wereldoorlog in Parijs de portretten aankocht van de toen nog onbekende of bespotte schilders Pi casso, Henri Rousseau, Braque, De- rain, Friesz, Vlaminck, en dit voor een spotprijs, vertelt hoe hij voer den ingang van een kleinen Parij- schen winkel, waarin men bedden en beddegoed verkocht, op zekeren dag een vrouwelijk portretschilderij met gouden haren bemerkte, en hij het, zonder te weten wie de schilder was, voor tien frank verwierf. Een toeval voerde hem den avond van denzelf den dag in een kleine kroeg, de I-apin Agile op Montmartre, en daar leerde hij Pablo Picasso kennen die het beeld had gekonterfeit, schilders, dichter en letterkundigen, meest nog jonge, onbekende lieden, die rond een groote tafel zaten en het eene glas wijn na het andere ledigden. Toen de jonge Picasro vernam dat hij een liefhebber had gevonden voor zijn schilderij geraakte hij letterlijk be dwelmd en schoot hij uit een pistool, dat hü altijd bij zich droeg, een vreugdeschotin de lucht. Den volgenden dag leerde de handelaar het atelier kennen van het onbeken de, jonge heethoofd Picasso, wiens wieg in Spanje had gestaan. Het lag in een «'barak- en spookachtig» huis op de place Ravignan, waar de schil der met een jong, bloeiend model, en een grooten, gelen schapershond leefde. In het huis van de armoede woonde men gewoonlijk zoolang, tot aan een vensterraam een bungelende gestalte aantoonde dat er weer een woning was vrijgekomen. De tweede, groote onbekende, dien de kunsthandelaar in de wijk der armoede v:n Parijs aantrof was Hen ri Rousseau. Ook hü dronk graag wün, en vond om zoo te zeggen daar in den troost voor de bittere ont goochelingen van zijn loopbaan als kunstenaar. Een half menschenleven lang was hü tolbediende geweest, maar dan werd hü aangegrepen door een reeds vroeg gevoelde hartstocht hü trok zün bediendenplunje uit en werd schilder. Toen in een klein lo kaal van de wijk Monbparnasse de eerste tentoonstelling plaatsgreep van werken van Rousseau, kwam de schilder met een handkar asngedra- ven waarop hü de schilderü'en zeif geladen had, en die hü zelf achter zich trok. Alhoewel hü maar 40 of 50 fr. per werk vroeg, had niemand lust iets te koopen. Men hield den schilder Rousseau, wiens werken nu in de grootste galerüen hangen, voor een gek, en als Rousseau als zestigjarige nogmaals trouwen wilde, moest hij eerst bü zün vrienden en bekenden attestatiesverzamelen, die aan den toekomstigen schoonvader moes ten bewüzen dat hü volkomen nor maal was van geest. Rousseau's lie velingsdrank was een gele Bordeaux- wün, dien hü opeenvolgens op de ■gezondheid van den vrede, van zün eerste vrouw, die hü verafgoodde, jf van zün fluit, die hü schitterend be- Vincent Van Gogh 18331890 Beeld van een jongen man (1888) Eduard Manet 1832- De fluitspeler -1883 speelde, de gewoonte had te drinken. Van denzelfden schilder Rousseau komt het heerlü-ke vredesgezinde woord Als een koning oorlog voe ren wil moet een moeder naar hem toegaan en het hem verbieden! Ook van Henri Toulouse-Lautrec, die afstamt uit een oud Frsnseh adellük geslacht en klein, misvormd en kortzichtig was, weet men dat nu een büzonder aanbidder was van den alkohol. Men kon hem bijna iederen avond ontmoeten op een van de hooge barstoelen van den Moulin Rouge waar hü volledig beschon ken voor zich heen in doffe müme- ring verzonken lag. Hetzelfde geldt ook voor Jules Pascin, die eindigde met zich te zelfmoorden, en voor den te v.ocig overleden veel'belovenien Modigliani, een genialen schilder van Italiaanschen oorsprong die in het putje van de winter op een bank in een Parüsch park doodvroor. De groote Cesanne gold voor een matige drinker maar in de plaats was hü een des te Zonderlinger mensch Hü verdroeg niet, dat men hem toekeek als hü schilderde, alle hondgeblaf bracht hem uit zijn lood, ieder tweede van zün schilderüen vernielde hüaelf. Het water, waarin hü zün penseelen waschte, moest kristalhelder zün; ieder stofje, dat ongevraagd op zün doek terecht kwam bestempelde hü als «vuilig heid» en hü geraakte erover in ver- twüfeling. In het kleine plaatsje Aix en Pro- venve leefde hü in een monnikken- afzondering, en met het palet in.de hand eindigde hij een leven dat d-oor innerlüke onrust was vergiftigd ge worden. De stamvader in deze vochtige en vroolijke tafelronde van de Fransche schilderkunst was echter Eduard Manet, die als voorvechter voor een nieuwe richting hetzelfde lot deelde van, na hem, Cezanne en Rousseau; hü wordt als alle profeten, die een nieuwe waarheid verkondigen, een martelaar van zün werk. Een woe dende menigte werpt zich met regen schermen op zün beelden, die men als onkiesch bestempelt; de kritiek breekt zijn werk zoo af dat er niets van overblijft; men is erover veront waardigd dat hier een nieuweling het aandurft juist het alledaagsche leven te conterfeiten, het aliedaagsch gedoe van de straat, de kroeg, de familie, de huizen der vrienden. Wat heden sinds langs als het klassieke in Manet's kunst wordt aangezien was toen revolutionnair. De liefde voor den wün, die men in zooveel tafereelen verheerlijkt ziet vooral in zün beroemd werk van latere jaren «De bar in de Fo lies-Bergère» heeft de meester, die met zün tüd een tweegevecht had aangegaan, vaak alles doen ver geten, en hem een wereld van on vermengde vreugde voorgetooverd. Hier in de kleine of in de groote re koffiehuizen, bars en wijnhuizen van Montmartre ziet hij, hoe het leven werkélijk is, in welken «eeuwi gen roes» de menschheid leeft en zichzelf bedriegt, en hij zou een slechte waarheidszoeker of een slech te verdediger van de waarheid zijn geiweest, als hij ook tevens niet den moed had bezeten, het leven en het bemerkte onmiddellijk op zün papier met potlood en penseel uit te druk ken. Tot de vrienden van een goed glas behooren dan ook de, uit Neder land afkomstige, groote Van Goch, die het drinken van wün zeker voor het eerst zoo perfekt in Parijs leerde kennen, en zijn beste vriend, de vroegere bankier Gaugin, die op zekeren dag zaken, vrouw Mi kinde ren verliet om te schilderen en steeds maar te schilderen. Zün schllderü «Goeien dag, mijnheer Gaugin» dat de moderne galerij te Praag twee jaar geleden verwierf, toont een zelfportret van den avonturier der schilderkunst aan den ingang van de hel. Van de landschappen van Van Gogh waarin züch, zooals men weet, alles, van het kleinste gras halmpje tot aan de typische Cypres- sen, als slangen omhoog slingert heeft men vaak al schertsend ge zegd. dat ze in «den roes geboren» werden. We wilden hier inderdaad niet de kwestie beslechten, welken invloed een matig of steriker gebruik van alcohol op de kunstschepping even tueel helbben kan. Het volstaat ons, met enkele voorbeelden uit de ge schiedenis van de Fransche schilder kunst, de nauwe verwantschap tus schen alcohol en inspiratie te heb ben aangetoond. Een verwantschap, dat, naar het ons lijkt, even oud en onverstoorbaar lükt als de kunst zelf. Henri Rousseau, bijgenaamd «De doeanierLijnvisschers H V>;: HOOITIJD IR VLAANDEREN DS honderdvüftigste verjaring van de Groote Fransche Revo lutie van 1789 biedt ons de gelegenheid heel wat zaken in herinnering te brengen, die in nauw verband staan met de omwenteling die het «sangezdcht der wereld» ge- wüzigd heeft. De menschen van heden zün zoo gewoon geraakt aan tradities en toestanden die voor anderhalve eeuw gesc apen werden, dat zij doonj'sans niet meer besef fen hoe diepgaande de gevolgen der Revolutie zich hebben doen gevoe len. Wij, die leven in de twintigste eeuw, vinden het natuurlük dat wü, althans in de demokratisch gebleven landen, vrij onze meening kunnen uiten, dat iedereen naar de stem bus gaat om de vertegenwoordigers van het volk in de wetgevende macht aan te duiden, dat de arbeid wettelijk bescharmd is, dat sociale wetten den toestand der werklieden hebben ver beterd; wij vinden het ook heel ge woon dat zoowel een kind van een proletariër als dat van een kapita list genieten kan van hei openbaar onderwijs en opklimmen tot de hoog ste posten in het Staatsbeheer. Nog vele andere dingen verwonderen ons geenszins. Ook de hedendaagsche produktiewijae, met haar ingewik kelde machines en vernuftge pro cédés, de reuzensnelle uitbreiding der industrie, de kolossale fabrieken, de reusachtige elektrische centrales, het snelverkeer, de vliegtuigen, en wat weet ik al meer, komen ons als dood gewoon voor, al staan wij wel in bewondering voor het genie van den modernen technikus. Wü hebben echter meestal de oorzaken vergeten, die dat alles heb ben mogehjk gemaakt, oorzaken die wü moeten gaan zoeken in de geeste- lüke bezieling der Fransche Revo lutie. Eenvoudige, doch zeer belang rijke hervormingen hebben aan 1789 haar ontstaan te danken. Tot die hervormingen behoort het decimaal stelsel van maten en gewichten. Een meter, een liter, een kilogram; wie vindt daarin iets ongewoons? Dat een meter dezelfde lengte heeft bij ons als bij onze naburen en in het andere wereldlbilfrond, dat schünt maar billijk. Wie zou er ooit aan durven denken dat dit anders zün kon? Natuurlük niet; wü zijn gewoon ee_. meter voer een meter te houden, en dat doet iedereen... uitgenomen de Anglo-Satosische en zekere Slavische volkeren, die de oude maten en gewichten hebben bewaard. «Maar dat is een andere geschiedenis.» Welnu, die meter is er zoo maar niet toevallig gekomen, en het heeft acht jaar geduurd vooraleer zün lengte definitief kon worden bepaald, en dan nog eens zeventig jaar voorleer hij in de landen, die hem nu gebruiken, kon worden ingevoerd als eenheid van maten en gewichten. Vroeger had ieder gewest, Ja zelfs bijna iedere groote gemeente, een eigen stelsel van maten en een ander van gewichten. Een Gentsch timmer man kon met zijn «voet» niets ver richten te Brugge, waar de «voet» een andere lengte had; een «roede» van het Land van Waas was niet dezelfde als een «roede» van het Kortrijksche, enz. De Fransche Revolutie moest er komen om met dien warboel op te scheppen, zooals met zoovele andere wantoestanden op geestelijk, sociaal, wettelük en politiek gebied. In 1790 werd door de Nationale Vergadering asn de Fransche Afcade- mie voor Wetenschappen de opdracht gegeven een rationeele stelsel van maten en gewichten te zoeken. Dat dit stelsel rationeel zijn moest, zal ons niet verwonderen, als wij weten dat de geesten voor de Revolutie rijp werden gemaakt door de filosofen en natuurkundigen der 17e en 18e eeuwen, wa. rover wij hier enkele weken geleden iets hebben verteld, en dat die voorloopers de «ratio», de rede, boven het dogtma hadden gesteld. Eén jaar later, in 1791 dus, was de bijzondere kommissie der Akade- mie gereed met een eerste rapport: het begrip van den meterals een heid van maat en basis van de be paling van gewichten en munten, was vastgesteld. In 1793, voL de een tweede rapport, dat het metrisch stelsel, berustend op de decimale indeeling, verder uit werkte, en dat opgemaakt werd door de beroemdgeworden wis- en natuur kundigen Borda, Lagrange en Monge. Naderhand werden in de daarin ver vatte voordeelen veranderingen ge bracht, zoodat in 1799 het stelsel, zoosls wij het nu nog bezigen, defini tief aanvaard werd en door een dekreet verplichtend gemaakt. Vóór ons ligt een vergeelde orlgi- neette afdruk van het rapport van 1793, stuk dist verscheen volop in de periode van het Schrikbewind. Het is niet zonder aandoening dat wij het betasten en doorbladeren. Wij zün gewoon die periode van uit een eenzijdig standpunt te beküken: wü zien ze als een der bloedigste passa ges der geschiedenis; wij zien de guillotien werken; wij zien hevige politieke tiwiisten, korruptie, intri gues. Waarom hebben wü geen oog voor' het andere, het goede dat wij van de Revolutie hebben geërfd? Het ■waren heldere koppen die mannen van de Nationale Vergadering, die, geholpen door de knapste geleerden van dien tü'd, de technische omwen teling hebben doen zegevieren naast die van de rechten van den Mensch. Getuige dat stuk uit het jaar 1793. In al zijn strengen wetenschappe- lijlken eenvoud bevat 'bet zoovele geniale merkwaardigheden, dat wü, bü het lezen ervan, aan heel wat anders gsan denken dan aan de drie duizend hoofden die in de bloedige mand op het schavot vielen. Wij denlken aan het nut dat d« Fransche Akadamie voor wetenschap pen in dien tijd geleverd heeft en aan de verdienstelijke hervormingen waaruit het hedendaagsch maat schappij al het voordeel trekt. (Vervolgt) Het schitterend bilan van een rükgevuld kunstenaars leven Men heeft van Conscience gezegd dat hü zijn volk heeft leeren lezen en van Peter Benoit dat hü het leerde zingen Daarmee heelt men met een kernachtig gezegde de bui tengewone verdiensten van beide kunstenaars willen doen uitkomen. Hullebroeck, dien we «den meester van de fcledn-kunst noemen, heeft de Vlamingen niet alleen zingen ge leerd, maar heeft hun een overda- dig-gevulden liederenschat geschon ken. Wij noemen hem den meester van de klein-kunst, omdat vooral het genre van het volks- en ambachts lied en dat der operette de voor- na;mste plaats bekleeden in zün scheppingen. Het was een uitstekende gedachte den Vlaamschen zanger bü zün huldiging te vereeren met een boek dat uitgegroeid is tot een ryk ge- dokumenteerd Ievensbila-n Het zou volkomen onbegonnen en onrechtvaardig tegenover den ge vierde zün, in het kader van deze bespreking te trachten een opsra ming daarvan te geven, want die moet noodzakelükerwüze onvolledig zün. Temeer, wie kent de liederen van Hulebroecik niet Vooral nadat het N. X. R. er zün programma's mee vult en soms overlaadt. Teveel van het g:ede schaadt Hullebroeck is nog wat meer dan een nationaal figuur. De wereld was feitelijk zün terrein. Hij trok immers den aardbol rond. Zoowel in het prachtige Insulinde, in Trans vaal als in Amerika juichte men hem toe. Hullebroeck reisde Europa af met zün vermaard Genteche a-capella- ko;r, waarmee hij vooral te Parijs lauweren ging oogsten. Internationaal had hü betrekking met Lehar en Strauss. De kunstenaar is vooral opvoe dend opgetreden. Zijn werken over Notenleen do:r het Lied dat over De Betaardkunst e.a. von den in alle kunstmiddens een ver diende wiaardeering. Het spijt ons nochtans enkele schaduwzijden van het boek te moe ten aanwijzen. Maar wij zijn het verschuldigd tegenover den kunste naar en tegenover allen die het met hem goed meenen. De samenstel ler van het boek schijnt er opvat tingen op na te houden die hier en daar wrevel opwekken. Waarom vond hij het noodig een foto in te lasschen waarop Hulle broeck naast kuituurbarbaren als G(ribbels v'orkomt Het proza van den samensteller geeft verder uiting van een al te enggeest'g nationalistisch streven, dat stellig niet in overeenstemming te brengen is met de universeele be- teekenis van den gevierde. Ondanks dat alles raden wü al len, die een Vlaming als Hullebroeck willen eer bewüzen, aan, het boek te koopen Het is een onschatbare getuigenis van de Vlaamsche op standing, opstanding die er brood- noodig was omdat ons volk eeuwen lang verdrukt en onmondig is ge houden door den binnenlandschen dwingeland die godsdienst en kerk aangewend heeft als verdnikking'S- middel. Dat als antwoord aan den samensteller die de verant- •woordelükheid verlegt op den rug van het buitenland en de binnen- landsche schuldigen wil laten ont snappen. Als dergelü'ke regelen bij deze recensie mueten verschünen, mag de schrijver van deze hulde die op zijn rekening nemen Het boek werd door «De Sikkel» in de beste voorwaarden uitgegeven. Zü. die willen gedokumenteerd zijn over de Vlaamsche kunstgeschiede nis, kunnen het niet missen. TUUR DE SWEEMER. HULLEBROECK EN ZIJN BE TEEKENIS door Piet Nuten. Uit gave De Sikkel Antwerpen. Verkrügbaar bij De Vlam», Soc. Boekhandel, 64, St-Pietersnieuw- straat, Gent. Ing. 35 fr. en geb. 48 fr. Ziehier voor de vakantie 1939 een gan sche reeks rondreizen aan verminderden prijs, Ingericht door de Vereeniging der Vrienden van de U.S.S.R. en die voorzeker onze lezers zullen interes seeren. Verscheidene afreizen zijn voorzien 15 Juli 1, 4 en 25 Oogst, die toelaten de verschillende streken der Sovjet-Unie te bezoeken rondreizen voorafgegaan en gevolgd door kruisvaarten In de Bal- tische Zee of de Noordzea. Het pro gramma der bezoeken stel* u in staat tot volledige studie van het leven ln de U.S.S.R. Wij wijzen erop dat de afigizen ln Oogst het bezoek voorzien van de Landbouwtentoonstelling der U.S.S.R. te Moskou De forfaitaire prijzen dezer rondreizen zijn zeer voordeellg (alles inbegrepen) van 2.400 Belg. fr.af. Voor de goede organisatie der reis raden wij onze lezers aan zich van heden af te laten Inschrijven. Voor alle inlich tingen en programma's A. U. S. VOYAGES 6-10, Duquesnoystraat, te Brussel. 8135

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 4