Voop 3J/cn's Volksuniversiteit ALGEMEENE GESCHIEDENIS De Fransche omwenteling van 1789 A%C WIELRIJDERS! A - DE OUDHEID DE MODERNE TECHNIEK EN HET BEHOUD VAN NATUUR- EN STEDENSCHOON Boekhandel DE VLAM romans B. - GRIEKENLAND Ook fabaieken kunnen mooi zijn BOEKENNIEUWS V !4 - Vo?or Allen - 6 Oogst 1939! CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING Voor socialistische kadervorming VIERDE LES VRAGEN n. Boek en bibliotheek. Handleiding voor de bibliotheekpraktij k door Ger. Schmook. fr. per deel LA PREVOYANCE SOCIALE V V DE Grieksche beschaving ver dient een speciale attentie. Zij heeft aan verscheidene vol ken, die leefden rond de Mid- dellandsche zee toegelaten lang vóór het Christen tijdperk tot een hoog levenspeil, zoowel materieel als in- tellektueel, op te klimmen. Het Griekenland van de Homeri sche periode, waarvan de geschiede nis zich afrolt tusschen de 9e en de 7e eeuw vóór onze jaartelling, heeft enkele trekken der primitieve tijd perken bewaard afgesloten familie- ekonomie, aartsvaderlijk of patriar chaal gezag, bijna uitsluitend beoefe ning van landbouw en veeteelt. Voor het werk op den akker en de zuivelbereiding waren de familiele den niet voldoende. Want de vrou wen moesten zich ook bezighouden met spinnen en weven, de mannen met het smeden van wapens en de verdediging der gemeenschap. Wel dra werd gebruik gemaakt van sla- 1 ven en ook van vrije huurlingen, die gewoonlijk vreemde bannelingen wa ren; hun bestaan was buitengewoon ellendig. Uit de familiemaatschappij zal zich later de stedenekonomie ontwik kelen, en als gevolg hiervan de demokratische politieke inrichting, in Grieksehen zin. Men verwarre in derdaad dit stelsel niet met wat wij tegenwoordig als demokratie be schouwen. Door hun karakter waren de oude Grieken minder geschikt tot willooze onderwerping; dit onder scheidde hen van de oostersche vol ken. Daarom waren zij geroepen om nieuwe maatschappelijke vormen te scheppen. De omstandigheden kwa- men hen daarbij te hulp, zooals wij verder zullen zien. a) Aardrijkskundig uitzicht van het land. Schiereiland, met uit gesneden kusten, vele diepe en vei lige baaien, en talrijke eilanden, door bergketens doorsneden; slechts vruchtbaar in de dalen. Het land bestond uit vier onderdeelen Pele- ponnesus (zuidelijk deel), Hellas (middendeel), Noord Griekenland (Epirus en Thessalië), en de eilan- in de Aegeïsche Zee en de Ionische Zee. Ais belangrijke steden noemen we; Sparta en Olympia in den Peie- ponnesus, Atnene en Thabe in Hel las, Dodona in N. Griekenland. D) Beschaving. ln het oude Atnene werden de grondslagen van de geheele moderne kuituur gelegd. Daaraan had, naast ae mgeooren zin voor wijsgeerige beschouwingen en een buitengewoon mild klimaat waarvan ae invloed zich op de kunst uecu gevoeien, ae aeniokratiscne staatsvorm een niet gering deel. De regeering van Aiexanaer ae Groote was voor de verspreiding der Griek- sci«e kuituur van net grootste be lang. De handelsvloot en de stich- tmg van een groot koloniaal gebied rond de Middeiiandsche zee vestig den die kuituur over de oude we reld. Groote filosofen, zooais Plato (die het eerste utopisch-communis- tisch werk De Staatschreef. Zie leergang Sociale Stelsels), en Aristo- teies, kunstenaars als Phidias, be roemd geworden staatslieden als Pericles, mogen de vaders onzer be schaving genoemd worden. Nergens werd aan de wetenschappelijke on derzoeken en wijsgeerige aiskussie grooter vrijheid gelaten dan in Athene. Naast de wijsbegeerte, geschied kunde, dichtkunst, welsprekendheid, schilder- en beeldhouwkunst, be oefenden de Grieken met groot ta lent en grondige kennis ae bouw kunde; hiervan getuigen o. a. de overblijfselen van het Parthenon. c) Staatkundige vorm. Het land, door bergketens en baaien in talloaze kleine iandscnappen, die on derling slechts moeilijk xontakt kon den nouden, verdeeld, bemoeilijkte het optreden van almachtige konin gen ten zeerste. In de vroegste tijden vinden we, naast het patriarcnale familiebeheer, wel een soort ko ningschap over alle Grieken. Maar later werd de macht verdeeld in af zonderlijke kleine koningschappen. Tenslotte werd de stadstaat de karakteristiek-Grieksche politieke organisatievorm van het land. Reeds kenden de Oostersche rijken enkele zelf bes tuurde steden; in Griekenland ontstonden ze in groot aantal. De stadstaat vormde, met de omring de landstreek, een autonome een heid. Deze werd bestuurd door een grootgrondbezitterskaste, de adel, overblijfsel van de vroegere militaire leidersgroep. Deze regeering van weinigen, de oligarchie (oligos weinig talrijk; archë bevel), ook wel de regeering der besten of aristocratie (aristos uitnemend; kratos macht), genoemd, werd echter met het opkomen van han del en nijverheid langzaam verdron gen door de rijke handelaars, en de adel bleef, dan niet meer wegens zijn grondbezit op zichzelf, maar we gens zijn rijkdom aan handelsproduk- ten, schepen en goudgeld. Het bleef aldus een regeering van weinigen, de ploutocratie (ploutos rijkdom). Volgens de Grieken was de staats vorm niet een goddelijke instelling, maar mensohenwerk. Het vrij volk, de dêmos, bestaande uit amoachts- lieden, boeren en zeevaarders, die reeds toen bewust waren dat zij de scheppers der rijkdommen waren, eischte meer aandeel in de politieke organisatie; de gedachte van de de mokratie ontstond, en werd ook hier en daar werkelijkheid Een overgangs vorm is de tyran, wat aanvankelijk niet anders beteekende dan de volks leider of diktator, die een einde maakte aan de oligarchie en ploeto- krfitift Hij heerschte alleen, maar het ver schil met de vroegere monarchie (monos alleen; archê heer schappij) was dat deze steunde op den adel, en de tyrannie op de bur gerij. Van voortreffelijk dat de ty rannie in het begin was, werd zij op den duur ondragelijk, en zij werd afgeschaft, zoodat we geneigd zou den zijn aan te nemen, dat de Grie ken over het algemeen de vrijheid boven de rust en de orde hebben gesteld. De massa der vrije burgers bezat de mogelijkheid kontrole uit te oefe nen over de politieke machten of om haar ekonomische situatie te verbeteren. Te Athene waren de burgers, die recht hadden op het medezeggen schap in de openbare zaken, in min derheid, misschien slechts 40.000 tegen 200.000 niet-stemgerechtigden. Dit waren de slaven en de kleine handarbeiders, die te weinig beza ten en niet genoeg belastingen kon den betalen om een publiek-rechter- lijke positie te bekleeden. Het was het cijnsstelsel. De Grieksche demo kratie verschilde dus zeer van de onze. dj Sociale verhoudingen. In het Homerisch tijdperk had de be schaving een landelijk en patriar chaal karakter. Toch was de in dustrie niet afwezig. De bezitters der groote domeinen lieten de ver bruiksvoorwerpen verwaardigen door gespecialiseerde arbeiders, die sla ven noch huurlingen waren. Men noemde hen demiurgen. Het waren de eerste ambachtslieden; zij sticht ten de verplaatsbare rijkdommen, en hiermede een handelsekonomie. An derzijds zien we dat later de Spar tanen, die een krijgshaftig volk wa ren en in Laconië heerschten, hun overwonnen tegenstanders tot sla ven maakten; deze moesten het land bebouwen. De eigenlijke Spartanen werden van jongsaf streng opgevoed en voor den krijgsdienst gehard. Terwijl de Spartanen nogal bekrom pen waren, zonder veel kuituur, maar uitstekende soldaten, was Athene daarentegen als sinds 510 v. Chr. een demokratie. Wel kwa men ook hier slaven voor, die het voorwerp waren van een specialen handel. De behandeling der slaven in Griekenland was echter niet zoo onmenschelijk als elders. e) Ekonomie. De produktiever- houdingen bij de Grieken waren heel anders dan bij de andere oud-Ooster- sche volken. Wel waren de oudste Grieken boeren; maar al spoedig neemt de handel, en daardoor ook weer het handwerk, een belangrijke plaats in. De baaien waren ten zeer ste geschikt om havens aan te leg gen. Zoo ontwikkelden zich zeevaart en handel, en werden de Grieken, na de Phoeniciërs de vrachtvaar ders der Oostersche volkeren; Cre- sus, de rijke koning van Lydië, Grieksche kolonie in Klein-Azië, sloeg voor het eerst geld, en de steden van het moederland volgden spoedig dit voorbeeld. Het hand werk bloeide op de smid, de tim merman, de wagenmaker, de scheepsbouwer, enz. De werkplaat sen werden talrijker. De machine echter ontbrak, en groote geldbeleg gingen in de nog primitieve nijver heid werden niet gedaan. Het kapi talisme in dien tijd was dus niet industrieel. De handel, die op groote schaal gevoerd werd, bracht met zich het ontstaan van banken en wisselkantoren. f) Godsdienst. In het oude Griekenland waren Staat en eere- dienst nauw verbonden, omdat elke stadstaat, naast de groote goden Zeus (oppergod, hemel en aarde), Poseidon (de zee), Hades (de onder wereld), Hera (moeder-goden). Her mes (handel), Aphrodite (liefde), Apollo (kunst en licht) enz. ook nog een eigen god bezat, die als stads- beschermer gold. Elke handeling en vergadering, die van den staat uit ging, werd met een offer en gebed begonnen, waarbij een staatsambte naar als leider dienst deed. De dienst der eigenlijke priesters was tot de tempels beperkt. De kosten van den eeredienst werden door den Staat betaald. De burgers die tegen de voorschriften van den godsdienst zondigden stonden voor een staats- rechtbank terecht. Van oorlogsbuit en belastingen werd gewoonlijk één tiende aan de godheid afgedragen. De priestercolleges stonden in groote eere en hebben vaak een beslissen- den invloed uitgeoefend op de poli tiek. Belangrijke beslissingen van staatswege werden niet zelden door de raadpleging van een «orakel, voorafgegaan. De Grieksche mytho logie, die de verhalen bevat der han delingen van de talrijke goden, on dergeschikte goden, allegorische godheden, lagere goden en helden, is zeer ingewikkeld, en getuigt van de groote fantasie der Grieken. Oorspronkelijk waren de goden ver persoonlijkte natuurkrachten; daar om is de Grieksche godsdienst een polytheïsme of veelgodendom. Het Noodlot lag aan de basis van het geloof. g) Geschiedenis. Onder de be langrijkste punten van Grieken- land's politieke geschiedenis, moe ten wij den strijd tusschen het reus achtige Perzische rijk en de Griek sche staatjes vermelden. Ongeveer 500 jaar v. Chr. kwamen een aantal Grieksche Koloniën aan de Klein- aziatische kust in opstand tegen de Perzische macht, die hen onderwor pen had. In den strijd speelde de kleine, maar machtige staat Athene een voorname rol. Dit had voor ge volg dat de Perzen die stad gingen aanvallen. Zij werden echter bij Ma rathon in 490 v. Chr. verslagen; tien jaar later werd de Perzische vloot voor goed onschadelijk gemaakt. Een tweede belangrijk punt is de twist tusschen Athene en Sparta, die door oligarchie geregeerd werd. Aan hun onderlingen strijd, die bu na twee eeuwen duurde, is het te wijten dat Griekenland, als onaf hankelijke statengroep tengronde «in» zoowel Soarta en'Athene, die beide niet in staat waren een.blij vende hegemonie overheersching te voeren, werden door een van de Noordelijke staten, Macedonië, on derworpen. Alexander van Macedo nië. bekend als «de Groote., stichtte wederom een wereldrijk naar oud model waarvan de Grieken deel uitmaak-en (ongeveer 30» jaar voor Chr.). Het rijk van Alexander viel echter na dezes dood uiteen; zun opvolgers bestreden elkaar onophou delijk. Aan dezen onderlingen strud zou Rome een einde stellen. 1. Toon het verschil aan tusschen de oude Grieksciie demokratie en de (Zie vervolg onderaan volg. kolom) •- i Panorama van de wereldstad MONTREAL, een der grootste nijverheidscentra van Kanada. Wolkenkrabbers en fabriekschoorsteenen wedijveren er om het hoogste punt. Wie een algemeen overzicht wil hebben van de opvolging der gebeur tenissen, die zich van 1789 tót aan het Eerste Konsulaat van Bonapar te ontrolden, raadplege, als hu niet over veel tijd beso ikt, de geschiede nisboeken die gangbaar zijn in ons middelbaar onderwijs. Wie echter de mannen van de revolutie nader ken nen wil, zal hedentendage uitgebrei de levensbeschrijvingen vinden, zoo- als *Mon ami Robespierrevan Bé- raud (geschreven in den tijd dat hij nog niet naar de reaktie was over- geloopen)of om het even welke der biographieën, zelfs deze van Napo leon, van Emil Ludwig, die gewijd zijn aan een van de voormannen van de omwenteling of aan diegenen die er baat hebben uitgetrokken Danton, Marat, Saint-Just, Camille Desmoulrns, l Abbé Syès; ook die werken, die handelen over Lode- wijk XVI, Charlotte Corday en cs. Er is zooveel over geschreven ge worden, dat de bronnenmijn onuit puttelijk is. Het voornaamste werk evenwel, dat hoog boven de andere uitsteekt, omdat de schrijver tevens een socioloog, een hisborikus en een humanist was, is het standaardwerk van den in 1914 laffelijk vermoorden socialistisch en voorman Jean Jaurès, werk dat voor de niet Fransch-ken- nenden in een Nederlandsche verta ling te vinden is: Geschiedenis der Fransche Revolutie, waarvan ieder deel langvoerig onder al zijn aspek- ten wordt ontleed. (S. L. Van Looy. 1906, Amsterdam.) Ons lijkt het overbodig, den lezer de achtereenvolgende feiten een na een voor te houden, die iedereen in mindere of meerdere mate kent. Bij een enkel ervan, het voornaamste moeten we blijven stilstaan, namelijk bij den val der Bastille, op een Dins dag, den 14den Juli 1789. dien men als uitgangspunt kan aanzien van de moderne tijden, als een grenspaal tusschen de middeleeuwen en onze hedendaagsche beschaving. Ik vind daarover in Messidor (van 14 Juli 1939), onder de hand- teekening van Pierre Seize, een bon dig maar scherp belichtend verhaal. Laat ons zijn betoog samenvatten. Het was een f;eerlijke dag. De rij ken, de adel, de geestelijkheid, met een woord al diegenen die er warm pjes inzaten en niets hadden te ma ken met het gepeupel, vierden dien prachtigen zomer. Er werd gedans, gedronken en gefeest. Maar het volk was vol kommer. Het volk leed honger. Boeren en hande laars deden aan ongehoorde speku- latie. Men dronk Inderdaad, omdat men scmiber gezind was: het heden was benauwend en de toekomst was dreigend! Men had tevens gehoopt in de goe dertierenheid van den koning, in de Statengeneraal die hij eindelijk had samengeroepen, in de heropleving van den Tiers Etat (letterlijk: Derde Staat)die zooveel verwachtingen bad verwekt in de harten: eindelijk zouden de arbeider, de boer, de klei ne ondernemer deel uitmaken van een soort door den koning voorgeze ten parlement, en omzeggens cp gelijken voet zetelen met de edellie den en de bisschoppen! Het was, helaas, slechts een mooie droom! En wat het volk het meest ergerde, was die bende vreemdelin gen, edelen en verraders, die <t de Oostenrijksche(de koningin) in haar vaarwater meesleepte, al die menschen met daarbij de Folignacs, de Vaudreuils en al de verrotte edel lieden, die den koning belogen en be drogen en het volk onderdrukten. Een op het eerste zicht nietig feit zou het vuur aan de lont steiken: het afschepen van den minister van financiën Necker. Het hongerende volk, dat uitgezo gen werd door belastingen en taksen, had al zijn hoop in hem gesteld. Den twaalfden Juli een Zondag wil de men een proteststoet inrichten tegen het wegzenden van minister hedendaagsche opvatting hierover. 2. Welke waren de faktoren die een invloed hebben gehad op de Grieksche ekonomie, staatsinrichting en kui tuur Antwoorden, vergezeld van een postzegel van 0.75 fr., sturen aan G. De Vos, Zwijnaardeche steenweg 78, Gent. Necker. Het kwam tot een botsing met de gewapende macht en er vie len twee dcoden, onder wie een ouder ling. Zoo werd het Parijsche volk dus ontvangen? Er waren geen il lusies meer te koesteren. Dan: zege vieren of sterven Wat een reuzenstrijd tegen een gewapend leger, geharnaste Duitsche, Zwitsersche en Kroatische huursol daten, die blindelings op bevel van een onderofficier hun eigen moeder en vader zouden gedood hebben! De legerleiding van den koning, die slechts misprijzen koesterde voor die proletariërs, zei smalend: We zullen Parijs platbranden, met al die «kikvorschen» er bij!» Wat een psychologische dwaling! Wat een overmoed, dien ze zoo duur zouden betalen! Die «kikversdhen» hadden, terwijl de koning afwezig was, den raad der kiezers samengeroepen op het stad huis te Parijs, onder voorzitterschap van de Flesselles, die aarzelde zich aan het hoofd te stellen van de be weging. Hij voelde, dat de ware lei ders uit de massa zouden opstaan, en, gisteren onbekend, een eeuwigen roem zouden verwerven Aan al de smeden, slotenmakers, werd bevel gegeven 50.990 pieken te vervaardigen. In winkelachterkamers werden kogels gesmolten en geheel den nacht door werd onverpoosd ge werkt. Kogels hebben is goed. maar waar zijn de geweren? E-e wordt ver teld, dat er in de «Invalides» voor handen zijn. Een uur later staan 30.000 man paraat om ze in te ne men. de goeverneur, Sombreuil, denkt er niet aap zich te verdedi gen, maar tracht tijd te winnen. Hij verklaart, dat bij op bevelen wadht van Versailles en dat zijn eer hem verbiedt iets af te leveren dat hem is toevertrouwd geworden. Het scheelde geen haar of tfie list lukte. Het volk hecht betéekenis aan de woorden eer en plicht. Het volk is eerlijk tot de naïefheid toe. Gelukkig heeft er één de list door zien. Hij roept het volk toe, dat men het bedriegt en dat weldra verwittig de troepen het in den rug zullen komen aanvallen. Dit is een eerste mirakel in dien glorievollen dag een onbekende leider is uit die mas sa opgestaan en heeft haar den weg gewezen. Men loopt naar de wijnvaten en de kanonnen. Maar de kanonniers hebben niet eens hun geschut voor bereid. Het zijn Fransóhen en ze walgen ervan, op broeders te schie ten. Nu is het volk gewapend. Waar naartoe? Naar de BASTILLE! Maar op den weg die er heen leidt ligt het stadhuis. Vooruit! De Bastille moet worden vernield ze is de sleutelposi tie van 's konings macht, van waar uit hij het volk in den rug kan aan vallen. De Bastille heerscht over Parijs en zij moet eerst vallenMoest men haar bemachtigen, dan kan men van daaruit tegen den koning een langen en bloedigen weerstand bieden: zij symboliseert het onrecht en de dwingelandijDan maar (het stadhuis momenteel verwaarloosd! Roemrijke dag De goeverneur, onthutst, kijkt van op den hoogen torenmuur naar die eindelooze, be lachelijk huilende massa! Wat! Veer tig duizend blaffende hondjes wate ren tegen zijn muur? Wat doet het er toe! Hij is gewapend, hij is sterk, zijn fort is on-in-neem-baar! Hij voelt zich gerust. Maar er is iets dat hem aan 't hart knaagt, merkt Pierre Seize op: hij gelooft niet meer in de rechtvaar digheid van zijn taak. Hij begrijpt, dat het volk terecht ontketend is van woede. De zaak van het volk is te beider', te juist. En daarom ontvangt hij de afgezanten van het verachte «plebs», belooft hij hun zijn kanon nen terug te trekken, en noodigt hen zelfs aan tafel uit, hij, die hen had moeten doen neerkogelen. Maar de massa is moedig. Ze weet wat ze wil. De helden in haar mid den zijn niet te tellen en ze zullen het gaan bewijzen. Een smid, Tour- nay Louis, kruipt te midden van een kogelregen tegen een klein muurtje op en lukt er in. de groote valbrug los te maken, die in een donderend geratel neerstort. Het eerste bloed vloeit, want de Zwitsers hebben ge schoten. De woede van de massa stijgt nog. De Fransche garden zijn naar het volk overgeloopen met wapens en mu nitie. Nu hebben de opstandelingen ook kanonnen. Ze worden door de Zwitsers neergekogeld, maar hun ka nonnen laten op hun beurt Ibun stem hooren en een bres wordt geschoten in de oninneembare vesting. In de Bastille zelf is het gedaan met het spottend en misprijzend ge lach. De «Invaliden» willen zich over geven. Ze hebben de Launay met hun zwaard bedreigd, toen hij geheel de wijk in de lucht wilde laten vlie gen. Men geeft zich over. Stroomen menschen stormen de gehate Bastil- le-gevangenis binnen. Een nieuwe wereld is in het bloed geboren. «En zegt Seize zelfs de zon heeft vlekken, ook een bevalling gaat met bloed gepaard. Heel dien dag was de koning, Bo dewijk XVI, op de jacht geweest, wat hem ten zeerste vermoeid had. In zijn dagbeek had hij dan dood eenvoudig opgeteekend 14 JULI 1789... NIETS! Hij wist niets Zeker niet dat reeds de datum van zijn dood op het scha vot. evengoed als van dien zijner vrouw, door het noodlot was be paald. Uit dien dag, den grootsten histo- rischen datum wellicht, niet alleen van de Fransohe revolutie maar te vens van de heele wereldgeschiede nis, is het moderne tijdperk geboren, en heeft het begrip van vrijheid en gelijkheid de wereld veroverd. Wat is echter een anderhalve eeuw in de evolutie der wereldgeschiedenis? Was niet enkele jaren nadien Napoleon de machtige autokraat, hij. de gene raal van de republiek? Maar het principe van 1789 heeft toch gezege vierd: ondanks het eerste keizerrijk, de herstelling der monarchie en het tweede keizerrijk, kort na de revolu tie van 1848. Sinds 1871dus sedert reeds 68 jaar, is de derde republiek, die met zoo veel luister elk jaar den veertienden Juli 1789 viert, sterk, onaangetast en solide gebleven, ondanks de po gingen van haar vijanden, ondanks de zaken Dreyfus. Boulanger, Pana ma, den wereldoorlog en nu de Csar en de reaktionnaire woelmakers. Verwondert het iemand, dat die dag van den val van de Bastille voor eiken demokraat een dag is van verheugde stemming en van vertrou wen in de eindzegepraal? Die dag heeft omzeggens voor de heele lij dende wereld dezelfde beteekenis als voor den Franschen proletariër. - Maar komen we nu even terug tot het Cathéchisme des droit de l'homme Verleden week hebben we u de eerste tien artikelen vertaald. Ze vormen als het ware een uitgangs punt. Degenen die volgen, en er zijn er vijfendertig, bespreken de wets bepalingen inzake gebruik van ge weld en willekeurig handelen (art. 11 en 12); of het feit, dat zoolang een aanklacht niet bewezen is, de be schuldigde als onschuldig moet wer den beschouwd (art. 13); de modali teiten van het verdedigingsrecht (art. 14)de verhouding tusschen misdaad en straf (art. 15); het eigendoms recht (art. 16); arbeidsvriji'-eid (art. 17); afschaffing van de afhankelijk heid of knechtschap onder welken vorm ook (art. 18); bezittingsrecht (art. 19); belastingen (art. 20); open bare hulp (art. 21); verplichtend onderwijs (art. 22)sociale waarborg (art. 23) haar voorwaarden van bestaan (art. 24) de soevereine macht van het volk (art. 25); de vrij heid van meening voor den natio- nalen raad (art. 26); de doodstraf voor wie zich de soevereiniteit we derrechtelijk zou toeëigenen (art. 27) het recht wijzigingen te brengen aan de grondwet (art. 28) de gelijke politieke ree': ten van den burger (art. 29); de openbare ambten (art. 30); de straffen voor de volksman datarissen (art. 31); het recht smeek schriften aan de overheid over te maken (art. 32); het recht aan on derdrukking weerstand te bieden (art. 33); wat is onderdrukking? (art. 34); het recht tot opstand als de regeering de rechten van het volk met voeten treedt (art. 35). Ziedaar beknopt den inhoud van de «Rechten van den Mensch», uit vloeisel van de Fransche omwente ling en de basis waarop dat zal den lezer terstond zijn opgevallen nog hedentendage onze wetten, wet boeken en demokratische instellingen steeds zijn gegrondvest. PAUL PEE. IN de techsische ontwikkeling wordt steeds gestreefd naar beter en goedkooper benuttiging der verschillende vormen van het arbeidsvermogen dat in de natuur voorradig is. Dit komt neer op een zoo groot mogelijke uitschakeling der menschelijke spierkracht. Het kapi talisme doet dit in de eerste plaats met de bedoeling de meerwaarde der gefabriceerde produkten op te voeren, waardoor een grooter pro fijt verwezenlijkt wordt. Van bij den aanvang der ontwik keling van het modern kapitalisme, dat was in het begin der 19e eeuw, heeft de tendens om de produktie op intensieve wijze te mechaniseeren voor gevolg gehad, dat elk gevoelen voor natuurschoon en stedeiuke es thetiek over het hoofd werd gezien. Hoe kon het ook anders, ais wij weten dat het stelsel gebaseerd is op de uitbuiting van aen mensch door den mensch, op de volledige ver loochening van de'humane en zede lijke opvattingen. Als het kapitalis- de den mensch niet eerbiedigde, waar om zou het zin gehad heDoen voor het behoud van natuur- en steden schoon? Wangedrochten van som mige fabrieksgebouwen pasten naast stijilooze armtierige krotwoningen, afschuwelijke vuilnishoopen en stin kende waterloopjes naast verbrokkel de armzalige en magere moestuinen. In de buurten waar de werkmenschen geen toegang hadden, ontwikkelde zich een burgerlijke architektuur, waarvan de smaaklooze overbelaste weelderigheid het rinnebeeld was van de snel opeengehoopte rijkdommen der kapitaalbezitters. Die toestand heeft lang geduurd. Onderworpen als zij waren aan de loonslavernij, hadden onze groot ouders niet het minste begrip van wat er aan het uitzicht der dingen en der natuur kon worden veranderd om het leven toch iets aantrekke lijker te maken. Van de fabriek naar hun nest ln het steegje; van het steegje naar de fabriek, 's Zaterdags hun loon, de geneverflesch, ruzie; 's Zondags naar de kerk, daarna weer zuipen, en ruzie, 's Maandags terug naar de verpestende atmosieer der fabriek. Zoo n heel leven. Van aangename werkerskolonies, groene speelpleinen, uitstapjes naar buiten, kampeeren, geen sprake. Een halve eeuw arbeidersstrijd heeft daar verandering aangebracht. Het is niet teveel ge:egd als wij ver klaren dat de zin voor natuur- en stedenschoon, naast den wil voor een aangenamer bestaan, tot uiting kwam onder den invloed der arbei dersbeweging, toen deze den ge- schikten weg gevonden had om vele harer eisohen door het groote patro naat te doen inwilligen. Wel hebben de invloeden der hedendaagsche tech nische mogelijkheden en de na-oor- loogsohe tendens naar eenvoudiger lijnen en vormen in hooge mate een smaakvoller uitzicht aan nieuwe wijken gegeven. Ook op het platteland is de kon- struktie van buitenhuizen heel wat mooier geworden. Als het waar is dat de burgerij tot een beteren smaak gekomen is in de archi'.ekturale op vattingen, niet min prijzenswaardig is de evolutie der arbeiders op het gebied van natuur- en stedenschoon. Niemand zal ontkennen dat op aan dringen der toeristenbonden, die grootendeeis samengesteld zijn uit aibeiders, bedienaen en kleine mid denstanders, de openoare aiensien reeas nuttige maan e^eien neooen ge- tronen, waardoor de scnoonheid van iandscnappen bewaard is geo.even, en dat in zake stedenbouw de ge meenten, waar de socialisten iets te zien heuben in het openoaar beneer, stoute en voonreiielijne plannen heb ben verwezenlijkt. Het is eenter ook waar dat er nog veei te aoen is, vooral in ae ïn- dustrieele steden en ook in aie streken van het piatte «and waar ae nijverheid binnengedrongen is. het vraagstuk aer eotneueik steit zich niet aneen voor de woonnuizen; het wordt van buitengewoon groot beiang wanneer het gaat om inas- sa,e niaustrieeie gebouwen. rnaien net gemaxkenjx is b.v. de natuui-scno^niheiü aoor woningen niet in gevaar te brengen, is au niet a.tijd het geval wanneer het laorie- ken betreft, die op den buiten wor- aen opgetrokken, dok in ae stau is Oit een neel probleem. De tijd is voorou dat men niet meer ai te rekenen heeft met de publieke opinie. Kommissies voor natuur- en stedenschoon heboen er naar te luisteren. Langen tUd ston den deze organismen onmachtig te genover de willekeur d'er inausiriee- len. Nu aoen de liefhebbers van het schoone hun invioea geiden, zoodat zelden nog mooie landschappen of wijken door onnchtenjke laorieken en werkhuizen worden ontsierd. De ontwikkeling der techniek brengt met zich aat die "konstrukties gTootere vormen aannemen, en üat niet vaak ver buiten ae stad geregen piaatsen gezocht worden om die op te richten. Dit is vooral waar voor de elektrische centrales. Men zal zeggen dat een fabriek een fabriek is, en dat het moeilijk is er een anderen vorm aan te geven dan dien waaraan inwoners van oude nuver- heidsteaen steeds gewoon geweest zun. Niets is minder waar. De mo derne bouwkundige esthetiek kan zien doen geiuen voor ae inaus- trieele als voor de openbare- en de woninggebouwen. Daaroij komt nog de mogelijkheid met weinig; onkosten vele ui Luchten van fabriexskonstrukties te kamou- fleeren, de verdeeling van het net eener erektriscne cenuale kan onaer den grond gebeuren; enz. Met een beetje goeden wil kan de oprichting van een nüverheidsgeoouw op har monische wijze ten overstaan der omgeving geschieden. Maar dn eisent de samenwerking tusschen ingenieur en bouwkundige; beiden moeten zin hebben voor esthetiek; beiden moe ten weten dat de moderne mensch, houdt van natuur- en stedenschoon. Wat voor klinieken, kerken, post- kantooren, spoorwegstations» enz., mogelijk is, kan het ook zun voor*. Het is niet omdat deze laatste in wendig een techniek karakter heD- ben, üat het uitwendige den stempel daarvan moet dragen. Juist de mo derne technische kennissen van den ingenieur verschaffen aan den ar- chitekt het middel ook mooie fa brieken te bouwen, al klinkt dit voor velen van ons nog wat vreemd. Van dit werk, dat op een zeer zorgvuldige wijze door De Sikkel, Antwerpen, wordt uitgegeven, ver scheen zoo pas de tweede aflevering. Een drietal maanden geleden werd hier het verschijnen der eerste af levering gemeld. Hiermede is het eerste deel (hoofdstukken I tot Hl) volledig, met 288 blz., van de 768 in het geheel. In de tweede aflevering wordt de bibliotheek als kuituur- historisch element behandeld: oor sprong, beteekenis en inhoud, ge schiedenis, hedendaagsche opvat tingen en inrichting; daarna volgt een beschouwing over het lezen: funktie, wezen, methodes, enz. Wij kunnen niet anders dan onze vroe gere beoordeeling bevestigen. Het werk van Schmook, dat het eerste van dien aard in ons land is, vol doet niet alleen aan alle vereisch- ten van een degelijk studie- en hand boek voor de bibliofchekarissen. Door zijn vorm en presentatie, waaraan De Sikkel, zooals altijd, zijn beste zorgen heeft besteed, en door zijn inhoud, illustreering en methodisch- duidelijke indeeling, waardoor Schmook en zijn medewerkers, V. Van den Berghe en P. Jans, en lang verwacht meesterlijk dokument hebben geschapen, zal Boek en Bi bliotheek ook voor alle boekenlief hebbers en op kennis beluste stu deerenden welkom zijn. Want het werk heeft het zeldzame voordeel een aangename lektuur aan te bie den die doorgaans aan methodisch opgevatte studieboeken ontbreekt. Boek en Bibliotheek bevat inderdaad een vrij groote hoeveelheid interes sante gegevens, waarvan iedereen graag kennis zal willen nemen. Wij herinneren de belangstellen den eraan, dat Boek en Bibliotheek uitgegeven wordt in zes afleverin gen, verdeeld over twee banden. De prijs van het handboek werd be paald op 189 fr.; of 30 per afleve ring, die om de twee maand ver schijnt. Bestellen bij De Sikkel, Kruishofstraat 223, Antwerpen. St-Pietersnleuws»!raat 64, GENT Postcheckn. A. Engels 43.45.6S DE NIEUWE DE KLEINE PARADE door Henriëtte VAN EY5 OPROER DER KINDEREN door ARNOLD ÜLITZ JODEN ZONDER GELD door MICHAEL GOLD DE GROOTE SCHULD door VICKY BAUM EN EEN VROUW VERDWIJNT door E. D. BIGGERS DE BEWAARSCHOOL (herdruk) door LEON FRAPI8 Elk 288 pag. druks, ln welverzorgde uitvoering met smaakvol gekleurd omslag. IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII1III1lllllllll VERGEET NIET dat elk oogenbllk. aan een gevaarlijken draal, aan een kruisweg, op de baan, u een ongeval kan overkomen voor hetwelk gij verantwooraelijk kunS worden gesteld. DENKT GIJ aan de geldelijke gevolgen, aan het verlies van dagloon, aan de oneindige bekommeringen die tl te wachten staan, moest gij persoonlijk slachtofler worden van een ongeval LUCHTVAARTSQUARE. 31, BRUSSEL mit;S een jaarlijksche premie van 55 frank, biedt u eenverzekering aan die uw burgerlijke veisntwoorde- Ujkheld tegenover derden waarborgt en de ongevallen die u persoonlijk kunnen overkomen dekt. in de volgende voorwaarden BURGERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID Premie van 25 fr. 50.000 fr. voor lichamelijke schade. 10.000 fr. voor stoffelijke schade. PERSOONLIJKE VERZEKERING Premie van 30 fr. 20.000 fr. bU doodelljk ongeval. 20.000 fr. bij gebrekkelijkhetd. 10 fr. per dag bij tijdelijke onbekwaamheid tot werktn. KOOPT DEZE GERUSTSTELLING Beschermt u tegen de gevaren die n bedreigen en onder schrijft aanstonds een volledige wielrijdersverzekering.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 4