Voop 3J/cn's Volksuniversiteit
ALGEMEENE
GESCHIEDENIS
De Fransche
omwenteling van 1789
A%C
WIELRIJDERS!
A
- DE OUDHEID
DE MODERNE TECHNIEK EN
HET BEHOUD VAN NATUUR-
EN STEDENSCHOON
Boekhandel
DE VLAM
romans
B. - GRIEKENLAND
Ook fabaieken kunnen mooi zijn
BOEKENNIEUWS
V
!4 - Vo?or Allen - 6 Oogst 1939!
CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING
Voor socialistische kadervorming
VIERDE LES
VRAGEN
n.
Boek en bibliotheek.
Handleiding voor de
bibliotheekpraktij k
door Ger. Schmook.
fr. per deel
LA PREVOYANCE SOCIALE
V
V
DE Grieksche beschaving ver
dient een speciale attentie. Zij
heeft aan verscheidene vol
ken, die leefden rond de Mid-
dellandsche zee toegelaten lang vóór
het Christen tijdperk tot een hoog
levenspeil, zoowel materieel als in-
tellektueel, op te klimmen.
Het Griekenland van de Homeri
sche periode, waarvan de geschiede
nis zich afrolt tusschen de 9e en de
7e eeuw vóór onze jaartelling, heeft
enkele trekken der primitieve tijd
perken bewaard afgesloten familie-
ekonomie, aartsvaderlijk of patriar
chaal gezag, bijna uitsluitend beoefe
ning van landbouw en veeteelt.
Voor het werk op den akker en de
zuivelbereiding waren de familiele
den niet voldoende. Want de vrou
wen moesten zich ook bezighouden
met spinnen en weven, de mannen
met het smeden van wapens en de
verdediging der gemeenschap. Wel
dra werd gebruik gemaakt van sla-
1 ven en ook van vrije huurlingen, die
gewoonlijk vreemde bannelingen wa
ren; hun bestaan was buitengewoon
ellendig.
Uit de familiemaatschappij zal
zich later de stedenekonomie ontwik
kelen, en als gevolg hiervan de
demokratische politieke inrichting,
in Grieksehen zin. Men verwarre in
derdaad dit stelsel niet met wat wij
tegenwoordig als demokratie be
schouwen. Door hun karakter waren
de oude Grieken minder geschikt tot
willooze onderwerping; dit onder
scheidde hen van de oostersche vol
ken. Daarom waren zij geroepen om
nieuwe maatschappelijke vormen te
scheppen. De omstandigheden kwa-
men hen daarbij te hulp, zooals wij
verder zullen zien.
a) Aardrijkskundig uitzicht van
het land. Schiereiland, met uit
gesneden kusten, vele diepe en vei
lige baaien, en talrijke eilanden,
door bergketens doorsneden; slechts
vruchtbaar in de dalen. Het land
bestond uit vier onderdeelen Pele-
ponnesus (zuidelijk deel), Hellas
(middendeel), Noord Griekenland
(Epirus en Thessalië), en de eilan-
in de Aegeïsche Zee en de Ionische
Zee.
Ais belangrijke steden noemen
we; Sparta en Olympia in den Peie-
ponnesus, Atnene en Thabe in Hel
las, Dodona in N. Griekenland.
D) Beschaving. ln het oude
Atnene werden de grondslagen van
de geheele moderne kuituur gelegd.
Daaraan had, naast ae mgeooren
zin voor wijsgeerige beschouwingen
en een buitengewoon mild klimaat
waarvan ae invloed zich op de kunst
uecu gevoeien, ae aeniokratiscne
staatsvorm een niet gering deel. De
regeering van Aiexanaer ae Groote
was voor de verspreiding der Griek-
sci«e kuituur van net grootste be
lang. De handelsvloot en de stich-
tmg van een groot koloniaal gebied
rond de Middeiiandsche zee vestig
den die kuituur over de oude we
reld. Groote filosofen, zooais Plato
(die het eerste utopisch-communis-
tisch werk De Staatschreef. Zie
leergang Sociale Stelsels), en Aristo-
teies, kunstenaars als Phidias, be
roemd geworden staatslieden als
Pericles, mogen de vaders onzer be
schaving genoemd worden. Nergens
werd aan de wetenschappelijke on
derzoeken en wijsgeerige aiskussie
grooter vrijheid gelaten dan in
Athene.
Naast de wijsbegeerte, geschied
kunde, dichtkunst, welsprekendheid,
schilder- en beeldhouwkunst, be
oefenden de Grieken met groot ta
lent en grondige kennis ae bouw
kunde; hiervan getuigen o. a. de
overblijfselen van het Parthenon.
c) Staatkundige vorm. Het
land, door bergketens en baaien in
talloaze kleine iandscnappen, die on
derling slechts moeilijk xontakt kon
den nouden, verdeeld, bemoeilijkte
het optreden van almachtige konin
gen ten zeerste. In de vroegste tijden
vinden we, naast het patriarcnale
familiebeheer, wel een soort ko
ningschap over alle Grieken. Maar
later werd de macht verdeeld in af
zonderlijke kleine koningschappen.
Tenslotte werd de stadstaat de
karakteristiek-Grieksche politieke
organisatievorm van het land. Reeds
kenden de Oostersche rijken enkele
zelf bes tuurde steden; in Griekenland
ontstonden ze in groot aantal. De
stadstaat vormde, met de omring
de landstreek, een autonome een
heid. Deze werd bestuurd door een
grootgrondbezitterskaste, de adel,
overblijfsel van de vroegere militaire
leidersgroep. Deze regeering van
weinigen, de oligarchie (oligos
weinig talrijk; archë bevel), ook
wel de regeering der besten of
aristocratie (aristos uitnemend;
kratos macht), genoemd, werd
echter met het opkomen van han
del en nijverheid langzaam verdron
gen door de rijke handelaars, en
de adel bleef, dan niet meer wegens
zijn grondbezit op zichzelf, maar we
gens zijn rijkdom aan handelsproduk-
ten, schepen en goudgeld. Het bleef
aldus een regeering van weinigen, de
ploutocratie (ploutos rijkdom).
Volgens de Grieken was de staats
vorm niet een goddelijke instelling,
maar mensohenwerk. Het vrij volk,
de dêmos, bestaande uit amoachts-
lieden, boeren en zeevaarders, die
reeds toen bewust waren dat zij de
scheppers der rijkdommen waren,
eischte meer aandeel in de politieke
organisatie; de gedachte van de de
mokratie ontstond, en werd ook hier
en daar werkelijkheid Een overgangs
vorm is de tyran, wat aanvankelijk
niet anders beteekende dan de volks
leider of diktator, die een einde
maakte aan de oligarchie en ploeto-
krfitift
Hij heerschte alleen, maar het ver
schil met de vroegere monarchie
(monos alleen; archê heer
schappij) was dat deze steunde op
den adel, en de tyrannie op de bur
gerij. Van voortreffelijk dat de ty
rannie in het begin was, werd zij op
den duur ondragelijk, en zij werd
afgeschaft, zoodat we geneigd zou
den zijn aan te nemen, dat de Grie
ken over het algemeen de vrijheid
boven de rust en de orde hebben
gesteld.
De massa der vrije burgers bezat
de mogelijkheid kontrole uit te oefe
nen over de politieke machten of
om haar ekonomische situatie te
verbeteren.
Te Athene waren de burgers, die
recht hadden op het medezeggen
schap in de openbare zaken, in min
derheid, misschien slechts 40.000
tegen 200.000 niet-stemgerechtigden.
Dit waren de slaven en de kleine
handarbeiders, die te weinig beza
ten en niet genoeg belastingen kon
den betalen om een publiek-rechter-
lijke positie te bekleeden. Het was
het cijnsstelsel. De Grieksche demo
kratie verschilde dus zeer van de
onze.
dj Sociale verhoudingen. In
het Homerisch tijdperk had de be
schaving een landelijk en patriar
chaal karakter. Toch was de in
dustrie niet afwezig. De bezitters
der groote domeinen lieten de ver
bruiksvoorwerpen verwaardigen door
gespecialiseerde arbeiders, die sla
ven noch huurlingen waren. Men
noemde hen demiurgen. Het waren
de eerste ambachtslieden; zij sticht
ten de verplaatsbare rijkdommen, en
hiermede een handelsekonomie. An
derzijds zien we dat later de Spar
tanen, die een krijgshaftig volk wa
ren en in Laconië heerschten, hun
overwonnen tegenstanders tot sla
ven maakten; deze moesten het land
bebouwen. De eigenlijke Spartanen
werden van jongsaf streng opgevoed
en voor den krijgsdienst gehard.
Terwijl de Spartanen nogal bekrom
pen waren, zonder veel kuituur,
maar uitstekende soldaten, was
Athene daarentegen als sinds 510
v. Chr. een demokratie. Wel kwa
men ook hier slaven voor, die het
voorwerp waren van een specialen
handel. De behandeling der slaven
in Griekenland was echter niet zoo
onmenschelijk als elders.
e) Ekonomie. De produktiever-
houdingen bij de Grieken waren heel
anders dan bij de andere oud-Ooster-
sche volken. Wel waren de oudste
Grieken boeren; maar al spoedig
neemt de handel, en daardoor ook
weer het handwerk, een belangrijke
plaats in. De baaien waren ten zeer
ste geschikt om havens aan te leg
gen. Zoo ontwikkelden zich zeevaart
en handel, en werden de Grieken,
na de Phoeniciërs de vrachtvaar
ders der Oostersche volkeren; Cre-
sus, de rijke koning van Lydië,
Grieksche kolonie in Klein-Azië,
sloeg voor het eerst geld, en de
steden van het moederland volgden
spoedig dit voorbeeld. Het hand
werk bloeide op de smid, de tim
merman, de wagenmaker, de
scheepsbouwer, enz. De werkplaat
sen werden talrijker. De machine
echter ontbrak, en groote geldbeleg
gingen in de nog primitieve nijver
heid werden niet gedaan. Het kapi
talisme in dien tijd was dus niet
industrieel. De handel, die op groote
schaal gevoerd werd, bracht met
zich het ontstaan van banken en
wisselkantoren.
f) Godsdienst. In het oude
Griekenland waren Staat en eere-
dienst nauw verbonden, omdat elke
stadstaat, naast de groote goden
Zeus (oppergod, hemel en aarde),
Poseidon (de zee), Hades (de onder
wereld), Hera (moeder-goden). Her
mes (handel), Aphrodite (liefde),
Apollo (kunst en licht) enz. ook nog
een eigen god bezat, die als stads-
beschermer gold. Elke handeling en
vergadering, die van den staat uit
ging, werd met een offer en gebed
begonnen, waarbij een staatsambte
naar als leider dienst deed. De
dienst der eigenlijke priesters was
tot de tempels beperkt. De kosten
van den eeredienst werden door den
Staat betaald. De burgers die tegen
de voorschriften van den godsdienst
zondigden stonden voor een staats-
rechtbank terecht. Van oorlogsbuit
en belastingen werd gewoonlijk één
tiende aan de godheid afgedragen.
De priestercolleges stonden in groote
eere en hebben vaak een beslissen-
den invloed uitgeoefend op de poli
tiek. Belangrijke beslissingen van
staatswege werden niet zelden door
de raadpleging van een «orakel,
voorafgegaan. De Grieksche mytho
logie, die de verhalen bevat der han
delingen van de talrijke goden, on
dergeschikte goden, allegorische
godheden, lagere goden en helden,
is zeer ingewikkeld, en getuigt van
de groote fantasie der Grieken.
Oorspronkelijk waren de goden ver
persoonlijkte natuurkrachten; daar
om is de Grieksche godsdienst een
polytheïsme of veelgodendom. Het
Noodlot lag aan de basis van het
geloof.
g) Geschiedenis. Onder de be
langrijkste punten van Grieken-
land's politieke geschiedenis, moe
ten wij den strijd tusschen het reus
achtige Perzische rijk en de Griek
sche staatjes vermelden. Ongeveer
500 jaar v. Chr. kwamen een aantal
Grieksche Koloniën aan de Klein-
aziatische kust in opstand tegen de
Perzische macht, die hen onderwor
pen had. In den strijd speelde de
kleine, maar machtige staat Athene
een voorname rol. Dit had voor ge
volg dat de Perzen die stad gingen
aanvallen. Zij werden echter bij Ma
rathon in 490 v. Chr. verslagen; tien
jaar later werd de Perzische vloot
voor goed onschadelijk gemaakt.
Een tweede belangrijk punt is de
twist tusschen Athene en Sparta,
die door oligarchie geregeerd werd.
Aan hun onderlingen strijd, die bu
na twee eeuwen duurde, is het te
wijten dat Griekenland, als onaf
hankelijke statengroep tengronde
«in» zoowel Soarta en'Athene, die
beide niet in staat waren een.blij
vende hegemonie overheersching
te voeren, werden door een van de
Noordelijke staten, Macedonië, on
derworpen. Alexander van Macedo
nië. bekend als «de Groote., stichtte
wederom een wereldrijk naar oud
model waarvan de Grieken deel
uitmaak-en (ongeveer 30» jaar voor
Chr.). Het rijk van Alexander viel
echter na dezes dood uiteen; zun
opvolgers bestreden elkaar onophou
delijk. Aan dezen onderlingen strud
zou Rome een einde stellen.
1. Toon het verschil aan tusschen
de oude Grieksciie demokratie en de
(Zie vervolg onderaan volg. kolom)
•- i
Panorama van de wereldstad MONTREAL, een der grootste nijverheidscentra van Kanada. Wolkenkrabbers en
fabriekschoorsteenen wedijveren er om het hoogste punt.
Wie een algemeen overzicht wil
hebben van de opvolging der gebeur
tenissen, die zich van 1789 tót aan
het Eerste Konsulaat van Bonapar
te ontrolden, raadplege, als hu niet
over veel tijd beso ikt, de geschiede
nisboeken die gangbaar zijn in ons
middelbaar onderwijs. Wie echter de
mannen van de revolutie nader ken
nen wil, zal hedentendage uitgebrei
de levensbeschrijvingen vinden, zoo-
als *Mon ami Robespierrevan Bé-
raud (geschreven in den tijd dat hij
nog niet naar de reaktie was over-
geloopen)of om het even welke der
biographieën, zelfs deze van Napo
leon, van Emil Ludwig, die gewijd
zijn aan een van de voormannen
van de omwenteling of aan diegenen
die er baat hebben uitgetrokken
Danton, Marat, Saint-Just, Camille
Desmoulrns, l Abbé Syès; ook die
werken, die handelen over Lode-
wijk XVI, Charlotte Corday en cs.
Er is zooveel over geschreven ge
worden, dat de bronnenmijn onuit
puttelijk is. Het voornaamste werk
evenwel, dat hoog boven de andere
uitsteekt, omdat de schrijver tevens
een socioloog, een hisborikus en een
humanist was, is het standaardwerk
van den in 1914 laffelijk vermoorden
socialistisch en voorman Jean Jaurès,
werk dat voor de niet Fransch-ken-
nenden in een Nederlandsche verta
ling te vinden is: Geschiedenis der
Fransche Revolutie, waarvan ieder
deel langvoerig onder al zijn aspek-
ten wordt ontleed. (S. L. Van Looy.
1906, Amsterdam.)
Ons lijkt het overbodig, den lezer
de achtereenvolgende feiten een na
een voor te houden, die iedereen in
mindere of meerdere mate kent. Bij
een enkel ervan, het voornaamste
moeten we blijven stilstaan, namelijk
bij den val der Bastille, op een Dins
dag, den 14den Juli 1789. dien men
als uitgangspunt kan aanzien van de
moderne tijden, als een grenspaal
tusschen de middeleeuwen en onze
hedendaagsche beschaving.
Ik vind daarover in Messidor
(van 14 Juli 1939), onder de hand-
teekening van Pierre Seize, een bon
dig maar scherp belichtend verhaal.
Laat ons zijn betoog samenvatten.
Het was een f;eerlijke dag. De rij
ken, de adel, de geestelijkheid, met
een woord al diegenen die er warm
pjes inzaten en niets hadden te ma
ken met het gepeupel, vierden dien
prachtigen zomer. Er werd gedans,
gedronken en gefeest.
Maar het volk was vol kommer. Het
volk leed honger. Boeren en hande
laars deden aan ongehoorde speku-
latie. Men dronk Inderdaad, omdat
men scmiber gezind was: het heden
was benauwend en de toekomst was
dreigend!
Men had tevens gehoopt in de goe
dertierenheid van den koning, in de
Statengeneraal die hij eindelijk had
samengeroepen, in de heropleving
van den Tiers Etat (letterlijk: Derde
Staat)die zooveel verwachtingen
bad verwekt in de harten: eindelijk
zouden de arbeider, de boer, de klei
ne ondernemer deel uitmaken van
een soort door den koning voorgeze
ten parlement, en omzeggens cp
gelijken voet zetelen met de edellie
den en de bisschoppen!
Het was, helaas, slechts een mooie
droom! En wat het volk het meest
ergerde, was die bende vreemdelin
gen, edelen en verraders, die <t de
Oostenrijksche(de koningin) in
haar vaarwater meesleepte, al die
menschen met daarbij de Folignacs,
de Vaudreuils en al de verrotte edel
lieden, die den koning belogen en be
drogen en het volk onderdrukten.
Een op het eerste zicht nietig feit
zou het vuur aan de lont steiken:
het afschepen van den minister van
financiën Necker.
Het hongerende volk, dat uitgezo
gen werd door belastingen en taksen,
had al zijn hoop in hem gesteld. Den
twaalfden Juli een Zondag wil
de men een proteststoet inrichten
tegen het wegzenden van minister
hedendaagsche opvatting hierover.
2. Welke waren de faktoren die een
invloed hebben gehad op de Grieksche
ekonomie, staatsinrichting en kui
tuur
Antwoorden, vergezeld van een
postzegel van 0.75 fr., sturen aan
G. De Vos, Zwijnaardeche steenweg
78, Gent.
Necker. Het kwam tot een botsing
met de gewapende macht en er vie
len twee dcoden, onder wie een ouder
ling. Zoo werd het Parijsche volk
dus ontvangen? Er waren geen il
lusies meer te koesteren. Dan: zege
vieren of sterven
Wat een reuzenstrijd tegen een
gewapend leger, geharnaste Duitsche,
Zwitsersche en Kroatische huursol
daten, die blindelings op bevel van
een onderofficier hun eigen moeder
en vader zouden gedood hebben!
De legerleiding van den koning,
die slechts misprijzen koesterde voor
die proletariërs, zei smalend: We
zullen Parijs platbranden, met al die
«kikvorschen» er bij!»
Wat een psychologische dwaling!
Wat een overmoed, dien ze zoo duur
zouden betalen!
Die «kikversdhen» hadden, terwijl
de koning afwezig was, den raad der
kiezers samengeroepen op het stad
huis te Parijs, onder voorzitterschap
van de Flesselles, die aarzelde zich
aan het hoofd te stellen van de be
weging. Hij voelde, dat de ware lei
ders uit de massa zouden opstaan,
en, gisteren onbekend, een eeuwigen
roem zouden verwerven
Aan al de smeden, slotenmakers,
werd bevel gegeven 50.990 pieken te
vervaardigen. In winkelachterkamers
werden kogels gesmolten en geheel
den nacht door werd onverpoosd ge
werkt.
Kogels hebben is goed. maar
waar zijn de geweren? E-e wordt ver
teld, dat er in de «Invalides» voor
handen zijn. Een uur later staan
30.000 man paraat om ze in te ne
men. de goeverneur, Sombreuil,
denkt er niet aap zich te verdedi
gen, maar tracht tijd te winnen.
Hij verklaart, dat bij op bevelen
wadht van Versailles en dat zijn eer
hem verbiedt iets af te leveren dat
hem is toevertrouwd geworden.
Het scheelde geen haar of tfie list
lukte. Het volk hecht betéekenis
aan de woorden eer en plicht. Het
volk is eerlijk tot de naïefheid toe.
Gelukkig heeft er één de list door
zien. Hij roept het volk toe, dat men
het bedriegt en dat weldra verwittig
de troepen het in den rug zullen
komen aanvallen. Dit is een eerste
mirakel in dien glorievollen dag
een onbekende leider is uit die mas
sa opgestaan en heeft haar den weg
gewezen.
Men loopt naar de wijnvaten en
de kanonnen. Maar de kanonniers
hebben niet eens hun geschut voor
bereid. Het zijn Fransóhen en ze
walgen ervan, op broeders te schie
ten.
Nu is het volk gewapend. Waar
naartoe? Naar de BASTILLE! Maar
op den weg die er heen leidt ligt het
stadhuis. Vooruit! De Bastille moet
worden vernield ze is de sleutelposi
tie van 's konings macht, van waar
uit hij het volk in den rug kan aan
vallen. De Bastille heerscht over
Parijs en zij moet eerst vallenMoest
men haar bemachtigen, dan kan
men van daaruit tegen den koning
een langen en bloedigen weerstand
bieden: zij symboliseert het onrecht
en de dwingelandijDan maar (het
stadhuis momenteel verwaarloosd!
Roemrijke dag De goeverneur,
onthutst, kijkt van op den hoogen
torenmuur naar die eindelooze, be
lachelijk huilende massa! Wat! Veer
tig duizend blaffende hondjes wate
ren tegen zijn muur? Wat doet het
er toe! Hij is gewapend, hij is sterk,
zijn fort is on-in-neem-baar! Hij voelt
zich gerust.
Maar er is iets dat hem aan 't
hart knaagt, merkt Pierre Seize op:
hij gelooft niet meer in de rechtvaar
digheid van zijn taak. Hij begrijpt,
dat het volk terecht ontketend is van
woede. De zaak van het volk is te
beider', te juist. En daarom ontvangt
hij de afgezanten van het verachte
«plebs», belooft hij hun zijn kanon
nen terug te trekken, en noodigt hen
zelfs aan tafel uit, hij, die hen had
moeten doen neerkogelen.
Maar de massa is moedig. Ze weet
wat ze wil. De helden in haar mid
den zijn niet te tellen en ze zullen
het gaan bewijzen. Een smid, Tour-
nay Louis, kruipt te midden van een
kogelregen tegen een klein muurtje
op en lukt er in. de groote valbrug
los te maken, die in een donderend
geratel neerstort. Het eerste bloed
vloeit, want de Zwitsers hebben ge
schoten.
De woede van de massa stijgt nog.
De Fransche garden zijn naar het
volk overgeloopen met wapens en mu
nitie. Nu hebben de opstandelingen
ook kanonnen. Ze worden door de
Zwitsers neergekogeld, maar hun ka
nonnen laten op hun beurt Ibun stem
hooren en een bres wordt geschoten
in de oninneembare vesting.
In de Bastille zelf is het gedaan
met het spottend en misprijzend ge
lach. De «Invaliden» willen zich over
geven. Ze hebben de Launay met
hun zwaard bedreigd, toen hij geheel
de wijk in de lucht wilde laten vlie
gen. Men geeft zich over. Stroomen
menschen stormen de gehate Bastil-
le-gevangenis binnen.
Een nieuwe wereld is in het bloed
geboren.
«En zegt Seize zelfs de zon
heeft vlekken, ook een bevalling gaat
met bloed gepaard.
Heel dien dag was de koning, Bo
dewijk XVI, op de jacht geweest,
wat hem ten zeerste vermoeid had.
In zijn dagbeek had hij dan dood
eenvoudig opgeteekend 14 JULI
1789... NIETS!
Hij wist niets Zeker niet dat reeds
de datum van zijn dood op het scha
vot. evengoed als van dien zijner
vrouw, door het noodlot was be
paald.
Uit dien dag, den grootsten histo-
rischen datum wellicht, niet alleen
van de Fransohe revolutie maar te
vens van de heele wereldgeschiede
nis, is het moderne tijdperk geboren,
en heeft het begrip van vrijheid en
gelijkheid de wereld veroverd. Wat
is echter een anderhalve eeuw in de
evolutie der wereldgeschiedenis? Was
niet enkele jaren nadien Napoleon
de machtige autokraat, hij. de gene
raal van de republiek? Maar het
principe van 1789 heeft toch gezege
vierd: ondanks het eerste keizerrijk,
de herstelling der monarchie en het
tweede keizerrijk, kort na de revolu
tie van 1848.
Sinds 1871dus sedert reeds 68 jaar,
is de derde republiek, die met zoo
veel luister elk jaar den veertienden
Juli 1789 viert, sterk, onaangetast
en solide gebleven, ondanks de po
gingen van haar vijanden, ondanks
de zaken Dreyfus. Boulanger, Pana
ma, den wereldoorlog en nu de Csar
en de reaktionnaire woelmakers.
Verwondert het iemand, dat die
dag van den val van de Bastille voor
eiken demokraat een dag is van
verheugde stemming en van vertrou
wen in de eindzegepraal? Die dag
heeft omzeggens voor de heele lij
dende wereld dezelfde beteekenis als
voor den Franschen proletariër. -
Maar komen we nu even terug tot
het Cathéchisme des droit de
l'homme
Verleden week hebben we u de
eerste tien artikelen vertaald. Ze
vormen als het ware een uitgangs
punt. Degenen die volgen, en er zijn
er vijfendertig, bespreken de wets
bepalingen inzake gebruik van ge
weld en willekeurig handelen (art. 11
en 12); of het feit, dat zoolang een
aanklacht niet bewezen is, de be
schuldigde als onschuldig moet wer
den beschouwd (art. 13); de modali
teiten van het verdedigingsrecht (art.
14)de verhouding tusschen misdaad
en straf (art. 15); het eigendoms
recht (art. 16); arbeidsvriji'-eid (art.
17); afschaffing van de afhankelijk
heid of knechtschap onder welken
vorm ook (art. 18); bezittingsrecht
(art. 19); belastingen (art. 20); open
bare hulp (art. 21); verplichtend
onderwijs (art. 22)sociale waarborg
(art. 23) haar voorwaarden van
bestaan (art. 24) de soevereine
macht van het volk (art. 25); de vrij
heid van meening voor den natio-
nalen raad (art. 26); de doodstraf
voor wie zich de soevereiniteit we
derrechtelijk zou toeëigenen (art. 27)
het recht wijzigingen te brengen aan
de grondwet (art. 28) de gelijke
politieke ree': ten van den burger
(art. 29); de openbare ambten (art.
30); de straffen voor de volksman
datarissen (art. 31); het recht smeek
schriften aan de overheid over te
maken (art. 32); het recht aan on
derdrukking weerstand te bieden
(art. 33); wat is onderdrukking? (art.
34); het recht tot opstand als de
regeering de rechten van het volk
met voeten treedt (art. 35).
Ziedaar beknopt den inhoud van
de «Rechten van den Mensch», uit
vloeisel van de Fransche omwente
ling en de basis waarop dat zal
den lezer terstond zijn opgevallen
nog hedentendage onze wetten, wet
boeken en demokratische instellingen
steeds zijn gegrondvest.
PAUL PEE.
IN de techsische ontwikkeling
wordt steeds gestreefd naar beter
en goedkooper benuttiging der
verschillende vormen van het
arbeidsvermogen dat in de natuur
voorradig is. Dit komt neer op een
zoo groot mogelijke uitschakeling der
menschelijke spierkracht. Het kapi
talisme doet dit in de eerste plaats
met de bedoeling de meerwaarde
der gefabriceerde produkten op te
voeren, waardoor een grooter pro
fijt verwezenlijkt wordt.
Van bij den aanvang der ontwik
keling van het modern kapitalisme,
dat was in het begin der 19e eeuw,
heeft de tendens om de produktie op
intensieve wijze te mechaniseeren
voor gevolg gehad, dat elk gevoelen
voor natuurschoon en stedeiuke es
thetiek over het hoofd werd gezien.
Hoe kon het ook anders, ais wij
weten dat het stelsel gebaseerd is op
de uitbuiting van aen mensch door
den mensch, op de volledige ver
loochening van de'humane en zede
lijke opvattingen. Als het kapitalis-
de den mensch niet eerbiedigde, waar
om zou het zin gehad heDoen voor
het behoud van natuur- en steden
schoon? Wangedrochten van som
mige fabrieksgebouwen pasten naast
stijilooze armtierige krotwoningen,
afschuwelijke vuilnishoopen en stin
kende waterloopjes naast verbrokkel
de armzalige en magere moestuinen.
In de buurten waar de werkmenschen
geen toegang hadden, ontwikkelde
zich een burgerlijke architektuur,
waarvan de smaaklooze overbelaste
weelderigheid het rinnebeeld was van
de snel opeengehoopte rijkdommen
der kapitaalbezitters.
Die toestand heeft lang geduurd.
Onderworpen als zij waren aan de
loonslavernij, hadden onze groot
ouders niet het minste begrip van
wat er aan het uitzicht der dingen
en der natuur kon worden veranderd
om het leven toch iets aantrekke
lijker te maken.
Van de fabriek naar hun nest
ln het steegje; van het steegje naar
de fabriek, 's Zaterdags hun loon,
de geneverflesch, ruzie; 's Zondags
naar de kerk, daarna weer zuipen,
en ruzie, 's Maandags terug naar de
verpestende atmosieer der fabriek.
Zoo n heel leven. Van aangename
werkerskolonies, groene speelpleinen,
uitstapjes naar buiten, kampeeren,
geen sprake.
Een halve eeuw arbeidersstrijd
heeft daar verandering aangebracht.
Het is niet teveel ge:egd als wij ver
klaren dat de zin voor natuur- en
stedenschoon, naast den wil voor
een aangenamer bestaan, tot uiting
kwam onder den invloed der arbei
dersbeweging, toen deze den ge-
schikten weg gevonden had om vele
harer eisohen door het groote patro
naat te doen inwilligen. Wel hebben
de invloeden der hedendaagsche tech
nische mogelijkheden en de na-oor-
loogsohe tendens naar eenvoudiger
lijnen en vormen in hooge mate een
smaakvoller uitzicht aan nieuwe
wijken gegeven.
Ook op het platteland is de kon-
struktie van buitenhuizen heel wat
mooier geworden. Als het waar is
dat de burgerij tot een beteren smaak
gekomen is in de archi'.ekturale op
vattingen, niet min prijzenswaardig
is de evolutie der arbeiders op het
gebied van natuur- en stedenschoon.
Niemand zal ontkennen dat op aan
dringen der toeristenbonden, die
grootendeeis samengesteld zijn uit
aibeiders, bedienaen en kleine mid
denstanders, de openoare aiensien
reeas nuttige maan e^eien neooen ge-
tronen, waardoor de scnoonheid van
iandscnappen bewaard is geo.even,
en dat in zake stedenbouw de ge
meenten, waar de socialisten iets te
zien heuben in het openoaar beneer,
stoute en voonreiielijne plannen heb
ben verwezenlijkt.
Het is eenter ook waar dat er nog
veei te aoen is, vooral in ae ïn-
dustrieele steden en ook in aie
streken van het piatte «and waar
ae nijverheid binnengedrongen is.
het vraagstuk aer eotneueik steit
zich niet aneen voor de woonnuizen;
het wordt van buitengewoon groot
beiang wanneer het gaat om inas-
sa,e niaustrieeie gebouwen.
rnaien net gemaxkenjx is b.v. de
natuui-scno^niheiü aoor woningen
niet in gevaar te brengen, is au niet
a.tijd het geval wanneer het laorie-
ken betreft, die op den buiten wor-
aen opgetrokken, dok in ae stau is
Oit een neel probleem.
De tijd is voorou dat men niet
meer ai te rekenen heeft met de
publieke opinie. Kommissies voor
natuur- en stedenschoon heboen er
naar te luisteren. Langen tUd ston
den deze organismen onmachtig te
genover de willekeur d'er inausiriee-
len.
Nu aoen de liefhebbers van het
schoone hun invioea geiden, zoodat
zelden nog mooie landschappen of
wijken door onnchtenjke laorieken
en werkhuizen worden ontsierd.
De ontwikkeling der techniek
brengt met zich aat die "konstrukties
gTootere vormen aannemen, en üat
niet vaak ver buiten ae stad geregen
piaatsen gezocht worden om die op
te richten. Dit is vooral waar voor
de elektrische centrales. Men zal
zeggen dat een fabriek een fabriek
is, en dat het moeilijk is er een
anderen vorm aan te geven dan dien
waaraan inwoners van oude nuver-
heidsteaen steeds gewoon geweest
zun. Niets is minder waar. De mo
derne bouwkundige esthetiek kan
zien doen geiuen voor ae inaus-
trieele als voor de openbare- en de
woninggebouwen.
Daaroij komt nog de mogelijkheid
met weinig; onkosten vele ui Luchten
van fabriexskonstrukties te kamou-
fleeren, de verdeeling van het net
eener erektriscne cenuale kan onaer
den grond gebeuren; enz. Met een
beetje goeden wil kan de oprichting
van een nüverheidsgeoouw op har
monische wijze ten overstaan der
omgeving geschieden. Maar dn eisent
de samenwerking tusschen ingenieur
en bouwkundige; beiden moeten zin
hebben voor esthetiek; beiden moe
ten weten dat de moderne mensch,
houdt van natuur- en stedenschoon.
Wat voor klinieken, kerken, post-
kantooren, spoorwegstations» enz.,
mogelijk is, kan het ook zun voor*.
Het is niet omdat deze laatste in
wendig een techniek karakter heD-
ben, üat het uitwendige den stempel
daarvan moet dragen. Juist de mo
derne technische kennissen van den
ingenieur verschaffen aan den ar-
chitekt het middel ook mooie fa
brieken te bouwen, al klinkt dit voor
velen van ons nog wat vreemd.
Van dit werk, dat op een zeer
zorgvuldige wijze door De Sikkel,
Antwerpen, wordt uitgegeven, ver
scheen zoo pas de tweede aflevering.
Een drietal maanden geleden werd
hier het verschijnen der eerste af
levering gemeld. Hiermede is het
eerste deel (hoofdstukken I tot Hl)
volledig, met 288 blz., van de 768 in
het geheel. In de tweede aflevering
wordt de bibliotheek als kuituur-
historisch element behandeld: oor
sprong, beteekenis en inhoud, ge
schiedenis, hedendaagsche opvat
tingen en inrichting; daarna volgt
een beschouwing over het lezen:
funktie, wezen, methodes, enz. Wij
kunnen niet anders dan onze vroe
gere beoordeeling bevestigen. Het
werk van Schmook, dat het eerste
van dien aard in ons land is, vol
doet niet alleen aan alle vereisch-
ten van een degelijk studie- en hand
boek voor de bibliofchekarissen. Door
zijn vorm en presentatie, waaraan
De Sikkel, zooals altijd, zijn beste
zorgen heeft besteed, en door zijn
inhoud, illustreering en methodisch-
duidelijke indeeling, waardoor
Schmook en zijn medewerkers, V.
Van den Berghe en P. Jans, en
lang verwacht meesterlijk dokument
hebben geschapen, zal Boek en Bi
bliotheek ook voor alle boekenlief
hebbers en op kennis beluste stu
deerenden welkom zijn. Want het
werk heeft het zeldzame voordeel
een aangename lektuur aan te bie
den die doorgaans aan methodisch
opgevatte studieboeken ontbreekt.
Boek en Bibliotheek bevat inderdaad
een vrij groote hoeveelheid interes
sante gegevens, waarvan iedereen
graag kennis zal willen nemen.
Wij herinneren de belangstellen
den eraan, dat Boek en Bibliotheek
uitgegeven wordt in zes afleverin
gen, verdeeld over twee banden. De
prijs van het handboek werd be
paald op 189 fr.; of 30 per afleve
ring, die om de twee maand ver
schijnt. Bestellen bij De Sikkel,
Kruishofstraat 223, Antwerpen.
St-Pietersnleuws»!raat 64,
GENT Postcheckn. A.
Engels 43.45.6S
DE NIEUWE
DE KLEINE PARADE
door Henriëtte VAN EY5
OPROER DER KINDEREN
door ARNOLD ÜLITZ
JODEN ZONDER GELD
door MICHAEL GOLD
DE GROOTE SCHULD
door VICKY BAUM
EN EEN VROUW VERDWIJNT
door E. D. BIGGERS
DE BEWAARSCHOOL
(herdruk) door LEON FRAPI8
Elk 288 pag. druks, ln welverzorgde
uitvoering met smaakvol gekleurd
omslag.
IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII1III1lllllllll
VERGEET NIET dat elk oogenbllk. aan een gevaarlijken
draal, aan een kruisweg, op de baan, u een ongeval
kan overkomen voor hetwelk gij verantwooraelijk kunS
worden gesteld.
DENKT GIJ aan de geldelijke gevolgen, aan het verlies
van dagloon, aan de oneindige bekommeringen die tl
te wachten staan, moest gij persoonlijk slachtofler
worden van een ongeval
LUCHTVAARTSQUARE. 31, BRUSSEL
mit;S een jaarlijksche premie van 55 frank, biedt u
eenverzekering aan die uw burgerlijke veisntwoorde-
Ujkheld tegenover derden waarborgt en de ongevallen
die u persoonlijk kunnen overkomen dekt. in de
volgende voorwaarden
BURGERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
Premie van 25 fr.
50.000 fr. voor lichamelijke schade.
10.000 fr. voor stoffelijke schade.
PERSOONLIJKE VERZEKERING Premie van 30 fr.
20.000 fr. bU doodelljk ongeval.
20.000 fr. bij gebrekkelijkhetd.
10 fr. per dag bij tijdelijke onbekwaamheid tot werktn.
KOOPT DEZE GERUSTSTELLING
Beschermt u tegen de gevaren die n bedreigen en onder
schrijft aanstonds een volledige wielrijdersverzekering.