ALGEMEENE GESCHIEDENIS LEIDING WAAROM NIET WILLEN TERUGKEEREN De stoommachine E STE i De door de turbine onttroonde ingin der nijverheid II. - De Middeleeuwen 1 -4 A CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING Voor socialistische kadervorming ZEVENDE LES DKAREL DE GROOTE EN HET WESTERSCHE RIJK SOCIALE EN EKONOMISCHE TOESTANDEN E. ONTBINDING VAN HET WESTERSCHE RIJK F. NIEUWE INVALLEN G. STRIJD TUSSCHEN KEIZER EN PAUS H. DE KRUISTOCHTEN VRAGEN VISCHVANGST IN MEXICO 't ROOS KRUIS ONTVANGEN TIJDSCHRIFTEN Juli en Oogstnummer A jr? 4 - Voor Allen - 27 Oogst 1939™ Voor Oillen's Volksuniversiteit OP het einde der VlIIe eeuw was het Frankische rijk een groote, machtige staat ge worden, die zich over bijna gansch Europa uitstrekte, met Akan als hoofdstad. Een nakomeling van den Karolingischen hofmeier Pepijn van Landen. Karei De Groote, voer de er het gezag over. Met hem be gint de dynastie der Karolingische vorsten. In 800 werd hij door den Paus tot keizer van het Westen ge kroond, wat hem niet belette te trachten zich later van de pauselijke afhankelijkheid los te maken. Karei de Groote is het die de orga nisatie van het Frankische rijk heeft voltooid. Al worden hem zekere kwa liteiten van een verstandig staats hoofd toegeschreven, toch blijken zijn beteekenis en invloed eenigszins overschat te zijn. Alleen kan merk waardig worden genoemd, het feit dat hij aan ieder volk, deel uitma kende van zijn rijk, zijn eigen wetten liet, terwijl hij aan het geheel alge- meene wetten, de kapitulariën, toe kende, dat hij het rijk in provinciën indeelde, rechtbanken stichtte en als beschermer van onderwijs, kunst en wetenschap optrad wat met zeggen wil, dat de beschaving er erg op vooruit was gegaan. Zoo was de rechtspleging nog vrij barbaarsch en onderwijs en wetenschap waren eng beperkt tot de kloosters. Terwijl het aantal vrijen van de 6e eeuw af geregeld verminderde, nam het grootgrondbezit geregeld toe. Toch waren er nog steeds vele vrijen, die met hun gezin den grond bewerkten en verder alles In hand werk voortbrachten wat ze noodig hadden (gesloten eigenbedrijf)Op de groote domeinen bestond dezelfde produktiewijze. De grootgrondbezit ting bestond meestal uit een groot aantal kleinere stukken, over allerlei dorpen en gehuchten verspreid het is de vroonhoeve. De grond werd door lijfeigenen bebouwd. Alle Drodukten van het domein kwamen aan den heer, die van zijn kant de lijfeigenen onderhield. Hier bestond ook, anders dan in het vrije familiebedrijf, de mogelijkheid om de werkzaamheden zóó te verdoelen, dat bepaalde lijf eigenen zich konden specialiseeren op een bepaald handwerk. Zoo ontstond er een zekere vakbekwaamheid en een langzame technische vooruit gang. Anderzijds bestonden er ook hoori- gen, die jaarlijks een vast deel van den oogst aan den heer moesten af staan. (Zie vorige les). Omgekeerd genoten ze de bescherming van den grootheer. Hier zien wij een systeem van wederzijdsche diensten ontstaan, dat voor de rechtsopvattingen in de middeleeuwen hoogst belangrijk is geworden. OP zijn beurt was immers de heer weer verplicht aan den ko ning een deel der produktie af te dragen en hem by te staan, terwijl de koning hem weer beschermde. Tusschen koning, vroonheer en hoo- rigen onstonden zelfs ook tusschen- trappen. Door den koning werden bewezen diensten beloond met een stuk land. soms alleen met het tijde lijk gebruik ervan, zoo treedt de ko ning op als leenheer; de leenman is hem trouw en bijstand verschuldigd. Dat is het leen- of feodaal stelsel. berustend op het principe van dienst en wederdienst, wat voor een tijd met weinig of geen geld de eenige wijze van bezoldiging beteekende. De inschakeling van het leenstelsel in de organisatie van het rijk wordt aan Karei den Grooten toegeschre ven. In de verscheidene deelen van het rijk werden door hem funktion- narissen als vertegenwoordigers van zijn centraal ge ag. de graven, en mi litaire bevelhebbers, de hertogen, wier bezoldiging bestond uit een leen, aangesteld. Maar weldra trachtten graven en hertogen hun ambt erfelijk te maken en daarna min of meer on afhankelijk van hun leenheer te wor den. Dit moest later de ontbinding van het machtige rijk tot gevolg heb ben. Nog te onthouden is, dat in dien tijd kleine steden ontstonden langs de waterloopen en de heir banen. De handel ontwikkelde zich in de richting der hoofdstad langs die banen. Middellandsche zeehan- IN het zooeven verschenen Septem bernummer van LEIDING staat een belangrijke bijdrage van H. de Man, handelend over het onderwerp Van Klasseparty tot Volksparty H. Vos verdedigt verder zijn stand punt inzake hervorming van den Staat. Julien Kuypers publiceert een gedeelte uit een brief van Augusta De Wit, de fijnzinnige overleden Hollandsche letterkundige, in welke brief zij haar socialistiscne overtui ging nader omschrijft. Tenslotte gaat A. Spinoy in op het artikel, eenigen tijd geleden verschenen van de hand van E. Delvo over de demo- kratische methode en haar toepas sing in de B.W.P. Naast de graaggelezen Film van de maand bevat Leiding deze keer een groot aantal kronieken. Wij vestigen in het bijzonder de aan dacht op de nieuwe kroniek, geti teld Weerklank op Leiding waar uit de belangstelling blijkt, welke van katholiek-demokratische zijde voor het maandschrift wordt ge toond. Leiding is onmisbaar voor ieder die in de socialistische bewe ging eenige verantwoordelijkheid draagt. Men kan zich abonneeren voor een jaar door op postcheck- rekening 4525.24 van A. De Block, Brussel, het bedrag van fr. 60.te storten. del langs Marseille; invoer van Oos- tersche produkten dadels, amande len, papyrus, enz. Als handelscentra in het Noorden had men Valencien nes, Maestricht. Wat den landbouw betreft, deze was ver van rendee- rend, zoodat by het begin der 9e eeuw groote hongersnooden voorkwa men, die fataal aanleiding moesten geven tot misnoegdheid en onlusten (840-843) In 814 stierf Karei de Groote en er brak een tijd aan van verwarring en verval, voortspruitende uit een weinig beteekenenden handel en een primitieven landbouw. Het groote rijk valt snel uiteen. De oorzaak hiervan is ook wel het gebrek aan geld, dat een stevige organisatie onmogelijk Tn fl.fl.ktft In 843 werd, door het Verdrag van Verdun, het rijk ingedeeld in drie koninkrijken 1) Frankrijk, ten westen van de Schelde tot in t Zuiden (Karei de Kale); 2) Germanië, in 't Oosten (Lode- wyk de Duitscher); 3) Tusschenrijk, met Rome en Aken het deel ervan, gelegen in het Noorden, tusschen de Jura en de Noordzee, wordt in 855 Lotharingen genoemd en zal een gedurige twist veroorzaken tusschen de Karolingi sche vorsten van Frankrijk en die van Germanië. In 925 wordt het bij Germanië gevoegd en in twee ge deeld Boven-Lotharingen en Neder- LotharingenRijnland, België en Nederlanden. Onze streken behoor den dus ten Westen van de Schelde (Vlaanderen) aan Frankrijk, en het overige aan Duitschland. Wfeldra had het verdeelde rijk van de invallen van primitieve volken te lijden in het Oosten de Slaven, in het Noorden en Westen de Denen, Noren en Zweden, gemeenschappelijk Noormannen genoemd, en waarvan de oude geschiedschrijvers zeggen, dat zy ontvettende plunderingen uit voerden. Vergeten we echter niet, dat die geschiedschrijvers monniken waren, die als christenen en bezitters het meest van de plunderende heide nen te lijden hadden en dus nauwe lijks objektief konden zijn. De be volking zelf zag in hen vaak meer bevrijders dan plunderaars. Trou wens het onderscheid tusschen plun deraars en handel bvb. was in die tijden nog niet zoo scherp. Na het terugtrekken der Noorman nen, rond het jaar 1000, bleven vele van de door hen beheerschte gebie den zelfstandig Vlaanderen en Bra bant, Holland en Utrecht, waarvan de bisschop als leenman van den keizer, bestuurder der kerk, aanvan kelijk wel de machtigste figuur werd. De eerste eeurwen na den dood van Karei den Grooten waren voor de kerk een tijd van diep verval. De geestelijken bekommerden zich vaak meer om wereldlijke dan om kerke lijke zaken, de tucht verslapte, ker kelijke ambten werden met winst ver kocht. In Duitschland en ook in de gebieden van het Middenrijk waar over zich de macht van den keizer later ook uitstrekte, werd de keizer eigenlijk oppermachtig over de kerk. Hij had de benoeming van de kerke lijke ambten in zijn bevoegdheid. Dit noemde men de investituurHet spreekt vanzelf dat de kerk steeds getracht heeft zich tegen dergelijke toestanden te verzetten. Het gelukte haar slechts in de 11e eeuw, door een algeheele reorganisatie, zich met goed gevolg tegen de wereldlijke in vestituur te richten. Hierdoor brak een konflikt tusschen keizer en paus uit om de oppermacht. Weldra bleek de keizer de zwakste de Italiaansche landen en de Duitsche adel hadden partij voor den Paus gekozen. By het Concordaat van 1122 werd den Keizer dan ook de beslissende invloed in kerkelijke zaken ontnomen. De kei zerlijke macht had ontzettend gele den op den duur ging met haar de Duitsche eenheid en de Duitsche macht ten gronde. De Paus had nog een anderen vijand te bestrijden: den Islam, den nog jon gen godsdienst der Mohammedanen waarvan de Turken de hevigste ver dedigers waren. Deze waren uit Sici lië door de Noormannen verdreven en namen zelf in 1071 Jeruzalem in, waardoor zij een bedreiging bleven voor Europa. De Paus riep de chris tenen op tot een heiligen oorlog te gen hen de kruistochten van 1096 tot 1291 begonnen. Dezes ondergrond moet eerder worden gezocht in staat kundige en ekonomische redenen, dan wel in godsdienstige verovering van nieuwe gebieden, verzekering te gen aanvallen uit het Oosten, lust op het overmeesteren van rijkdom men. Het mag gezegd worden, dat de kruistochten, waardoor het heilige land gedeeltelijk opnieuw veroverd werd, een groote beteekenis hebben gehad uitbreiding van den handel en de nijverheid, toeneming der kennis op alle gebied. Een nieuwe ontwikkelingsfase in het Westen was er het gevolg van. De opkomst der steden zal deze ontwikkeling voort zetten. 1 Welke was de indeelina van het Westersche Rijk na den dood van Ka- rel den Groote? Tot welk deel be hoorden de Nederlanden7 2 Welke waren de gevolgen van de invallen der .Noormannen in onze ste den? 3. Hoe ontstond de strijd tusschen Paus en Keizer Antwoorden, vergezeld van een postzegel van 0,75 fr. sturen aan G. De Vos, Zwynaardscüe steenweg 78, Cient. Zij! De Spanjaarden, die over de grens werden gedreven, de republikeinen, die in Frankrijk een nieuw vaderland vonden van vrijheid en van onafhan kelijke kultuurontwikkeling, willen niet terug naar het vaderland dat onder den hiel van den beul wordt vertrapt, wiens bondgenooten Mus solini en Hitier hebben meegehol pen, met vreemde soldeniers, hun huizen te vernielen, hun vrouwen en kinderen te vermoorden! En of we ze begrijpen! Dit kwam duidelijk tot uiting ver telt ons Madeleine Jacob, toen Fran co, nadat hij het naar Frankrijk ge vluchte staatsgoud had teruggekre gen, zich van zijn kant bereid toon de 50.000 in Frankrijk geïnterneerde soldaten op Spaansch grondgebied te willen opnemen. Daar was het de Fransche regeering mee eens. Men had echter een kleinigheid vergetAi: de instemming van de soldaten zelf. Zooals ge ziet een kleinigheid. En dit schijnt wel voor goed de juist heid te bewijzen van het oude la- tijnsche spreektwoord Ubi bene, ibi patria.' (Waar men goed is, daar is het vaderland!) Inderdaad, de naar Frankrijk uit geweken Spanjaarden voelen er niet veel voor, soldaatje te gaan spelen in hun vaderland, of er toekomstig ka- nonnenvleesch te gaan verwekken in dienst van de dwingelandij. Noch veel minder smaak hebben ze voor koncentratiekampen en folteringen allerhande, vooral sinds ze weten u>at Franco's beloften van vergiffenis waard zijn. Vele Spanjaarden verkiezen hun geluk te gaan beproeven in Zuid- Amerika waar men hun taal spreekt. Naar Mexico en ook naar Chili va ren ze, een nieuw leven tegemoet En ze loopen liever het risico van ellende en onzekerheid voor hun verder bestaan dan naar Spanje terug te keern, wijl hun daar andere gevaren beloeren en vaak aoodelijke! Welke gevaren? Zult ge vragen. Om djt te begrijpen volstaat het uit de persoonlijke fiches van een vluchtelingencentrum eenige aandui dingen te vertalen, waarvan Made leine Jacob ons na een grondig in- kwest de copj levert (Messidor van 4-8-'39). JUAN (S. R.) 21 jaar, van de AS- TURIEN (maakte deel uit van niet een politieke party) Voor den oorlog was ik trom pet-leerling in een regiment. Ik werd gespecialiseerde luchtvaart- piloot voor nachtelijke tochten. Ben zonder ouders. Ze waren daar gebleven. Ze werden neer geschoten omdat ik er van door was gegaan. MERCEDES (C. T.), 27 jaar, van MADRID, (socialiste) Ik ben alleen in Frankrijk Waarom lijden aan HOOFDPIJN MIGRAINE TANDPIJN GRIEP RHEUMATIEK ZENUWKOORTSEN PIJN DER MAANDSTONDEN als de WONPERBARE BRUINE POEDERS van der Apotheek DE POORTERE. te ST-NIKLAAS-WAAS, U oogenbltk- kelljk zonder schadelijke gevolgen van deze pijnen zullen bevrijden. De doos van 8 poeders 4 frank. De drledubb doos 23, poeders 10 fr. Te verkrijg ln alle goede apotheken of vrachtvrij tegen postmandaat Gebruikt ze eens. U zult nooit geen andere meer gebruiken. 17 met een kind van zeven maand. Mijn dochter is bij mijn ouden vader die elf kleine kinderen bij zich aan huis heeft moeten ne men. We zijn een familie van oude socialisten. Om die enkele reden, zitten al mijn broers in de gevangenis. VICTORIA (R. de B.) 30 jaar, van LEON (U. G. T.) ln 1934 hebben de legionnai- ren mijn tante gefusilleerd. Tij dens den burgeroorlog ondergin gen negen leden van mijn fami lie hetzelfde lot. Ik kan dus niet naar Spanje terugkeeren. JAUME (R. B.) 28 jaar, van ALBA- CETE (C. N. T.) Omdat ik sederte 1931 ge- syndikeerd was en vakbondsekre- laris vms geweest hebben de fascisten mijn achttienjarig en broeder gefusiljeerd. Ik kan dus maar naar Spanje terugkeeren als er daar weer een republikein- sche zon zal schitteren JUAN (R. G.), 35 jaar, van GRE NADA (M. G. T.) Ik ben uit de Frankistische zone gevlucht om te vechten in het republikeinsch leger. Om my te straffen hebben de fascisten mijn vrouw en mijn kinderen vermoord. 1 JOSE (L. E.) 50 jaar, van NAVAR RE (Linker republikein) De fascisten hebben mij wil len dooden omdat ik republikein was. Ik ben gevlucht. Dan heb ben ze een van mijn zoons gedood wijl hij niet verraden wilde waar ik mij verborgen hield! MIGUEL (A. S.) van LERIDA (M. G. T.) Ik was onderwijzer. Binst den oorlog was ik artillerielui tenant. Sedert ze in Catalonië zijn teruggekeerd, hebben de fas cisten mijn vader gefusiljeerddie slechts een opgeroepen soldaat ivas. Wat zouden ze met mij doen, luitenant en vrijwilliger PABLO (C. R-), 28 jaar, van SAN TANDER (socialist) In Mei 1936 hebben, na den triomf van het Volksfront, bij de verkiezingen de geburen, opge hitst door de fascistische leiders mijn dood geëischt omdat ik socialist was, en mijn huis over rompeld. Toen ze mij niet von den hebben ze mijn vader van zeventig jaar vermoord en een van mijn broeders. Tijdens den oorlog hebben ze mijn drie an dere broeders vermoord, het fas cistisch teeken getatoeëerd op het voorhoofd mijner zusters, en mijn moeder van 72 jaar opge sloten in de gevangenis. PEDRO (P. R.), 24 jaar, van CIU- DAD REAL (socialist) Mijn vader was gemeente raadslid vóór en na den oorlog. Aangehouden na de zegepraal van Franco, is een nieuwe ge meenteraad op zekeren dag samengekomen op de groote markt. Die heeren hebben mijn vader en de andere raadsleden van de stad terdood veroordeeld. Ze werden gefusiljeerd en hun lijken bleven daar tot voorbeeld 48 uren liggen. Mijn heele fami lie zit in de gevangenis. S. C. van SARAGOeSE, ketel lapper, sekretaris van het Syndikaat der Metaalnijverheid, verklaart Ik ben uit Saragossa gevlucht den 28n Juni 1936. Dan hebben ze mijn twee broeders terecht gesteld. C. M., van BARCELONA, was tijdens den oorlog vrijwilliger. Ik kreeg van mijn familie een brief uit Spanje, mij in bedekte woorden meldende dat ik zou terechtgesteld worden, moest ik naar Spanje terugkeeren. Ze schreven als ge komt, zult ge uw vader gezelschap houden dien ge zoo lief hebt. MIJN VADER IS 23 JAAR GELEDEN OVER LEDEN. De geschiedschrijvers van morgen zal het geheel zeker niet aan stich tend materiaal ontbreken, noch over wat zich in Spanje afspeelde, noch over wat we in Duitschland en Italië hebben beleefd en bleven. Het dierlijke in den mensch schijnt momentaan te zegevieren boven de gezonde rede. Maar zooals alle dwingelandij in het verleden is ver gaan (men denke aan den akeligen, tragikomischen dood van Nero of aan de zes jaren langen doodstrijd van Napoleon op Sint Helena) en heden ook ten dood staat opgeschre ven, omdat ze in zich de kiemen van zelfmoord draagt, zoo ook zal er eens vergelding komen in Spanje, in Duitschland en in Italië, omdat er de leiders niet een gedachte dienen, maar alleen en uitsluitend zichzelf, en omdat vroeg of laat, zelfs de meest onderdrukte en ge folterde massa in een heldhaftige beweging van den getergden leeuw, het juk van haar schouders weet te werpen, te verbrijzelen en haar vijanden weet te vergruizelen. Net als in 1789, maar wellicht nog bloe diger, zal zich eens, naar de logi sche evolutie der gebeurtenissen, een nieuwe ommekeer voltrekken, waar uit de arbeidersmassa, gelouterd en gesterkt door haar lang lijden en de zware beproevingen die ze heeft doorstaan, alleen als overwinnaar opstaan om een nieuwe, recht vaardige, en, ja, laat ik het zoo vaak versjacherde woord gebruiken, kristelijke samenleving te scheppen van gelijkheid, rechtvaardigheid en broederliefde. PAUL PEE. TOEN in het midden der I8e eeuw de Kngelschman James Watt, gebruis masenü van oen stoom druk en van de stoomconden- satie, deze laatste veel vroeger door Papin aangewend om een lucntledige motor te maken, de eerste stoom machine bouwde, werd deze door het publiek als het wonder der wonde ren beschouwd, en weldra werd de uitvinding het vertreksein van een nieuwe produktiewijze de huidige maatschappij heeft haar ontwikke ling aan het stoomwerktuig te dan ken. In den beginne overtrof de druk der stoomketels geen anderhalve kilo gram per vierkante centimeter, door het feit dat men in dien tijd nog groote moeilijkheden ondervond bij de konstruktie. Toch had Watt ge dacht aan grootere drukkingen; hy slaagde er niet in zijn voornemen om den druk merkelijk te verhoogen, te verwezenlijken. Het was slechts in 1823 dat de Franschman Mare Séguin den eersten multitubulairen stoom ketel bouwde, waardoor het moge lijk werd den druk op te voeren, met het gevolg dat Stephenson de eerste lokomotief kon bouwen. Van af dit oogenblik volgde de eene verbetering na de andere, om te eindigen met de stoomturbine. Bijna gedurende één eeuw pronkte de stoommachine als koningin in iedere fabriek van eenig belang. Nu is die periode voorbij de elektrici teit heeft die koningin der nijver heid verdrongen; alleen haar jonge, maar machtige nicht, de stoom turbine, houdt nog den troon bezet in de groote elektrische krachtcen trales, en bezielt het mechanisch leven eener gansche streek met haar in kracht omgezet arbeidsvermogen, gen. De ontwikkeling van het gebruik van elektriciteit als drijfkracht, met haar veelvuldige transformaties, heeft de technici ertoe gebracht de stoommachine met de elektrische dy namo te kombineeren. Dit was ech ter een moeilijke zaak, eenervijds door de al te groote plaats die door het stoomwerktuig werd ingenomen, anderzijds en vooral door de geringe snelheid dezer machine. De gewone snelheid hiervan kan slechts 350 om wentelingen in één minuut bereiken, terwijl de elektrische generatrices met een snelheid van 1500 tot 3000 omwentelingen in 1 minuut werken. De relatieve traagheid der stoom machine wordt veroorzaakt door het feit dat de beweging van den zuiger alternatief is onder den druk van den stoom gaat deze heen en weer in den cylinder. Daarom werd de gewone stoommachine met zuiger tenslotte vervangen door de stoom turbine. Deze werd ongeveer vijftig jaar geleden uitgevonden door den Engelschman Parsons en den Franschman Laval. Zoo'n machine bestaat uit een cyllndervormig vast omhulsel en een draaibaren trommel, beide voorzien van talrijke kleine schoepen. De in een stoomketel ge vormde stoom stroomt met groote snelheid, dus dynamisch, in de tur- J. bine, botst op een reeks schoepen, wordt op een andere teruggekaatst, waardoor een tracht ontstaat die den beweegbaren trommelaan hes draaien brengt. Bij de zuigerstoom machine oefent de stoom periodiek een staanden druk uit op den heen en weer gaanden zuiger. Hierin ligt dus het verschil met de turbine. By deze is het niet de druk, maar wel de snelheid van den stoom die benut tigd wordt, met het gevolg dat met de turbine een draaiende beweging van 10.000 omwentelingen in één mi nuut kan worden bereikt. Gelijk alle andere machines heb ben ook de stoomturbines belang- ryke verbeteringen ondergaan, zoo dat haar kracht en rendeering in hooge mate tyn toegenomen. Daar waar er een halve eeuw geleden een machine een kracht van enkele hon derden kilowatt kon ontwikkelen, waarbij de stoom aangewend werd op een temperatuur van 180 gr., en met een druk van 10 kilogram, worden tegenwoordig stoomturoines in dienst gesteld, die 50.000 en zelfs veel meer kilowatt kunnen ontwikkelen, waar voor stoom gebruikt wordt op een temperatuur van 450 graden, en met een druk van 120 kilogram. In de laatste jaren is men zelfs tot 475 graden en 200 kilogram geraakt. Het is vanzelfsprekend dat deze verwezenlijkingen niet mogelijk ge weest zijn zonder den vooruitgang in de andere takker. i&chniat. Het was inderdaad niet mogelijk op de gewone metallische bouwmateria len drukkingen van 200 kgr. op een temperatuur van 475 gr. uit te oefenen. Daarom moesten nieuwe legeeringen worden bestudeerd; en men zocht speciale molybdeen- en chroomhoudende staalsoorten, die de eigenschap bezitten zich weinig of niet te misvormen in de hierboven vermelde voorwaarden. De rendeering werd gevoelig ver hoogd, teneinde al de beschikbare energie van den stoom te bezigen en brandstof uit te sparen men stel de verscheidene turbines, met afne mend volume, achter elkander, in serie dus, in dienst. Op die manier wordt het stoomoverschot, dat by den uitgang der vorige turbine nog niet te veel van zijn snelheid verlo ren heeft, in de volgende turbine ge bruikt, enz. Men kan ook een serie turbines met afnemenden diameter in één enkel omhulsel vereenigen; dit eyn de Parsons- en Rateauturbines. Zoo komt men tot buitengewone ren deeringen een bepaald Ameri- kaansch type heeft de reusachtige krachtsontwikkeling van 208 duizend kilowatt Zooals men ziet is sedert twee en een halve eeuw, toen Papin zijn be ruchte «marmite» bouwde, die hij in 1682 beschreef, heel wat vooruitgang gemaakt. En in de laatste vijf en twintig jaar is die vooruitgang zoo snel gegaan, dat de eens zoo prach tige zuigerstoommachine door een aan een eenvoudig uitziende turbine gekoppelden elektrischen motor voor goed uit de techniek verdrongen werd. Montage van een turbine van 12000 kilowatt in een elektrische krachtcentrale Uitdeeling van vleeschrantsoenen in een primitief ingerichte keuken in het Spaansche vluchtelingenkamp van Argeles (Zuid-Frankrijk) DE inhoud van dat uitstekend tijdschrift blijft steeds meer dan degelyk. Het is en blijft levendig, aktueel en alzijdig. Elk nummer overtreft de vorigen in diepte en breedheid van gedachten. Het mag immers steunen op de ver knochte medewerking van het puik der linksche intellektueelen. Ziehier den inhoud van bedoeld nummer Anthonie DonkerOp de Bres Bittere honig Albrecht Helman Hellas in Ame rika Albrecht HelmanDe zoon Siegfried E. van PraagPlicht ontvluchtende hartstochten W. P. G. Louw: Verzen; Dr. M. van BlankensteinEen Oost-Aziatisch en Oost-Europeesch probleem R. F. BeerlingDuitschland, vreemdeling in Europa Elisabeth Augustin De Gelofte Anthonie DonkerDe jongste ge neratie en de werkelijkheid Theun de VriesParade der Jeugd Joh. Molenaar Aan den schrijver der Marginalia Madeleine BöhtlinckIngezonden: Getuigenis. Daarop volgt zooals gewoonte het KRITISCH BULLETIN waarin cri tici van de bovenste plank een rijke serie boeken onder het ontleedmes nemen. Daarvan een opsomming geven zou ons te ver leiden. Zoowel oude als nieuwere werken worden erin vakkundig besproken. Het is waar lijk een schat van kennis en schoon heid welke die maand aan de lezers van «De Stem» wordt geboden. Het nummer begint dus met het hekelgedicht van Anthonie Donker opgedragen aan den jongen dichter E. Hoornik. Een strenge maar toch niet kwaadwillige les in kunstmo- raal. Van Helman volgen dan frag menten uit zyn werk «Het vergeten gezicht», een fel gekleurden Mexi- kaanschen roman. De bijdrage van Siegfried van Praag is een kloek stuk psychoana lyse, dat ons inwijdt in de diepste roerselen van de menschelijke ziel. Van W. E. G. Louw volgen dan enkele heerlijke transvaalsche ge dichten. De gekende publicist Dr. van Blan kenstein levert ons een duidelijke ontleding van de diplomatieke posi tie der Europeesche machten. R. F. Beerling leverde een studie waarin hij vooral de «Duitsche ziel» bloot legt. Van Elisabeth Augustin werd een sterk dramatisch en roerend verhaal, «De Gelofte», opgenomen. Het is een ware Joodsche «Twee koningskinde ren-roman». Maar zonder feeks erin, want de vader die de vereeniging van twee geliefden door zijn heb zucht in den weg staat behaalt ten slotte een schitterende overwinning op zichzelf. Het stuk kritiek van Anthonie Donker De jongste generatie en de werkelijkheid alsook Theun de Vries in zijn Parade der Jeugd, hebben het over de jonge dichters. Zy doen dat, bewust van hun ver antwoordelijkheid, als geestelijke leiders», streng maar tegemoetko mend eerlijk. Madeleine Böhtlinck stuurde een stuk in als antwoord op een voor gaand «Klein Journaal» waarin zij zegt troost en genezing te hebben gevonden in haar geloof. De Nederlanders kunnen veel vrijer dan ons over het geloof deba teeren omdat daar het geloof niet is verlaagd tot een «politieke wip plank». Kortom een prachtnummer Tuur d. Sweemer

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 4