ALGEMEENE
GESCHIEDENIS
LEIDING
WAAROM NIET
WILLEN TERUGKEEREN
De stoommachine
E STE
i
De door de turbine onttroonde
ingin der nijverheid
II. - De Middeleeuwen
1
-4
A
CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING
Voor socialistische kadervorming
ZEVENDE LES
DKAREL DE GROOTE
EN HET WESTERSCHE
RIJK
SOCIALE
EN EKONOMISCHE
TOESTANDEN
E. ONTBINDING VAN
HET WESTERSCHE
RIJK
F. NIEUWE INVALLEN
G. STRIJD TUSSCHEN
KEIZER EN PAUS
H. DE KRUISTOCHTEN
VRAGEN
VISCHVANGST IN MEXICO
't ROOS KRUIS
ONTVANGEN TIJDSCHRIFTEN
Juli en Oogstnummer
A
jr?
4 - Voor Allen - 27 Oogst 1939™
Voor Oillen's Volksuniversiteit
OP het einde der VlIIe eeuw
was het Frankische rijk een
groote, machtige staat ge
worden, die zich over bijna
gansch Europa uitstrekte, met Akan
als hoofdstad. Een nakomeling van
den Karolingischen hofmeier Pepijn
van Landen. Karei De Groote, voer
de er het gezag over. Met hem be
gint de dynastie der Karolingische
vorsten. In 800 werd hij door den
Paus tot keizer van het Westen ge
kroond, wat hem niet belette te
trachten zich later van de pauselijke
afhankelijkheid los te maken.
Karei de Groote is het die de orga
nisatie van het Frankische rijk heeft
voltooid. Al worden hem zekere kwa
liteiten van een verstandig staats
hoofd toegeschreven, toch blijken
zijn beteekenis en invloed eenigszins
overschat te zijn. Alleen kan merk
waardig worden genoemd, het feit
dat hij aan ieder volk, deel uitma
kende van zijn rijk, zijn eigen wetten
liet, terwijl hij aan het geheel alge-
meene wetten, de kapitulariën, toe
kende, dat hij het rijk in provinciën
indeelde, rechtbanken stichtte en als
beschermer van onderwijs, kunst en
wetenschap optrad wat met zeggen
wil, dat de beschaving er erg op
vooruit was gegaan. Zoo was de
rechtspleging nog vrij barbaarsch en
onderwijs en wetenschap waren eng
beperkt tot de kloosters.
Terwijl het aantal vrijen van de
6e eeuw af geregeld verminderde,
nam het grootgrondbezit geregeld
toe. Toch waren er nog steeds vele
vrijen, die met hun gezin den grond
bewerkten en verder alles In hand
werk voortbrachten wat ze noodig
hadden (gesloten eigenbedrijf)Op
de groote domeinen bestond dezelfde
produktiewijze. De grootgrondbezit
ting bestond meestal uit een groot
aantal kleinere stukken, over allerlei
dorpen en gehuchten verspreid het
is de vroonhoeve. De grond werd door
lijfeigenen bebouwd. Alle Drodukten
van het domein kwamen aan den
heer, die van zijn kant de lijfeigenen
onderhield. Hier bestond ook, anders
dan in het vrije familiebedrijf, de
mogelijkheid om de werkzaamheden
zóó te verdoelen, dat bepaalde lijf
eigenen zich konden specialiseeren op
een bepaald handwerk. Zoo ontstond
er een zekere vakbekwaamheid en
een langzame technische vooruit
gang.
Anderzijds bestonden er ook hoori-
gen, die jaarlijks een vast deel van
den oogst aan den heer moesten af
staan. (Zie vorige les). Omgekeerd
genoten ze de bescherming van den
grootheer. Hier zien wij een systeem
van wederzijdsche diensten ontstaan,
dat voor de rechtsopvattingen in de
middeleeuwen hoogst belangrijk is
geworden. OP zijn beurt was immers
de heer weer verplicht aan den ko
ning een deel der produktie af te
dragen en hem by te staan, terwijl
de koning hem weer beschermde.
Tusschen koning, vroonheer en hoo-
rigen onstonden zelfs ook tusschen-
trappen. Door den koning werden
bewezen diensten beloond met een
stuk land. soms alleen met het tijde
lijk gebruik ervan, zoo treedt de ko
ning op als leenheer; de leenman is
hem trouw en bijstand verschuldigd.
Dat is het leen- of feodaal stelsel.
berustend op het principe van dienst
en wederdienst, wat voor een tijd
met weinig of geen geld de eenige
wijze van bezoldiging beteekende.
De inschakeling van het leenstelsel
in de organisatie van het rijk wordt
aan Karei den Grooten toegeschre
ven. In de verscheidene deelen van
het rijk werden door hem funktion-
narissen als vertegenwoordigers van
zijn centraal ge ag. de graven, en mi
litaire bevelhebbers, de hertogen,
wier bezoldiging bestond uit een leen,
aangesteld. Maar weldra trachtten
graven en hertogen hun ambt erfelijk
te maken en daarna min of meer on
afhankelijk van hun leenheer te wor
den. Dit moest later de ontbinding
van het machtige rijk tot gevolg heb
ben.
Nog te onthouden is, dat in
dien tijd kleine steden ontstonden
langs de waterloopen en de heir
banen. De handel ontwikkelde zich
in de richting der hoofdstad langs
die banen. Middellandsche zeehan-
IN het zooeven verschenen Septem
bernummer van LEIDING
staat een belangrijke bijdrage
van H. de Man, handelend over
het onderwerp Van Klasseparty tot
Volksparty
H. Vos verdedigt verder zijn stand
punt inzake hervorming van den
Staat. Julien Kuypers publiceert een
gedeelte uit een brief van Augusta
De Wit, de fijnzinnige overleden
Hollandsche letterkundige, in welke
brief zij haar socialistiscne overtui
ging nader omschrijft. Tenslotte
gaat A. Spinoy in op het artikel,
eenigen tijd geleden verschenen van
de hand van E. Delvo over de demo-
kratische methode en haar toepas
sing in de B.W.P.
Naast de graaggelezen Film van
de maand bevat Leiding deze
keer een groot aantal kronieken. Wij
vestigen in het bijzonder de aan
dacht op de nieuwe kroniek, geti
teld Weerklank op Leiding waar
uit de belangstelling blijkt, welke
van katholiek-demokratische zijde
voor het maandschrift wordt ge
toond.
Leiding is onmisbaar voor
ieder die in de socialistische bewe
ging eenige verantwoordelijkheid
draagt. Men kan zich abonneeren
voor een jaar door op postcheck-
rekening 4525.24 van A. De Block,
Brussel, het bedrag van fr. 60.te
storten.
del langs Marseille; invoer van Oos-
tersche produkten dadels, amande
len, papyrus, enz. Als handelscentra
in het Noorden had men Valencien
nes, Maestricht. Wat den landbouw
betreft, deze was ver van rendee-
rend, zoodat by het begin der 9e
eeuw groote hongersnooden voorkwa
men, die fataal aanleiding moesten
geven tot misnoegdheid en onlusten
(840-843)
In 814 stierf Karei de Groote en
er brak een tijd aan van verwarring
en verval, voortspruitende uit een
weinig beteekenenden handel en een
primitieven landbouw. Het groote rijk
valt snel uiteen. De oorzaak hiervan
is ook wel het gebrek aan geld, dat
een stevige organisatie onmogelijk
Tn fl.fl.ktft
In 843 werd, door het Verdrag van
Verdun, het rijk ingedeeld in drie
koninkrijken
1) Frankrijk, ten westen van de
Schelde tot in t Zuiden (Karei de
Kale);
2) Germanië, in 't Oosten (Lode-
wyk de Duitscher);
3) Tusschenrijk, met Rome en
Aken het deel ervan, gelegen in het
Noorden, tusschen de Jura en de
Noordzee, wordt in 855 Lotharingen
genoemd en zal een gedurige twist
veroorzaken tusschen de Karolingi
sche vorsten van Frankrijk en die
van Germanië. In 925 wordt het bij
Germanië gevoegd en in twee ge
deeld Boven-Lotharingen en Neder-
LotharingenRijnland, België en
Nederlanden. Onze streken behoor
den dus ten Westen van de Schelde
(Vlaanderen) aan Frankrijk, en het
overige aan Duitschland.
Wfeldra had het verdeelde rijk van
de invallen van primitieve volken te
lijden in het Oosten de Slaven, in
het Noorden en Westen de Denen,
Noren en Zweden, gemeenschappelijk
Noormannen genoemd, en waarvan
de oude geschiedschrijvers zeggen,
dat zy ontvettende plunderingen uit
voerden. Vergeten we echter niet,
dat die geschiedschrijvers monniken
waren, die als christenen en bezitters
het meest van de plunderende heide
nen te lijden hadden en dus nauwe
lijks objektief konden zijn. De be
volking zelf zag in hen vaak meer
bevrijders dan plunderaars. Trou
wens het onderscheid tusschen plun
deraars en handel bvb. was in die
tijden nog niet zoo scherp.
Na het terugtrekken der Noorman
nen, rond het jaar 1000, bleven vele
van de door hen beheerschte gebie
den zelfstandig Vlaanderen en Bra
bant, Holland en Utrecht, waarvan
de bisschop als leenman van den
keizer, bestuurder der kerk, aanvan
kelijk wel de machtigste figuur werd.
De eerste eeurwen na den dood van
Karei den Grooten waren voor de
kerk een tijd van diep verval. De
geestelijken bekommerden zich vaak
meer om wereldlijke dan om kerke
lijke zaken, de tucht verslapte, ker
kelijke ambten werden met winst ver
kocht. In Duitschland en ook in de
gebieden van het Middenrijk waar
over zich de macht van den keizer
later ook uitstrekte, werd de keizer
eigenlijk oppermachtig over de kerk.
Hij had de benoeming van de kerke
lijke ambten in zijn bevoegdheid.
Dit noemde men de investituurHet
spreekt vanzelf dat de kerk steeds
getracht heeft zich tegen dergelijke
toestanden te verzetten. Het gelukte
haar slechts in de 11e eeuw, door een
algeheele reorganisatie, zich met
goed gevolg tegen de wereldlijke in
vestituur te richten. Hierdoor brak
een konflikt tusschen keizer en paus
uit om de oppermacht. Weldra bleek
de keizer de zwakste de Italiaansche
landen en de Duitsche adel hadden
partij voor den Paus gekozen. By het
Concordaat van 1122 werd den Keizer
dan ook de beslissende invloed in
kerkelijke zaken ontnomen. De kei
zerlijke macht had ontzettend gele
den op den duur ging met haar de
Duitsche eenheid en de Duitsche
macht ten gronde.
De Paus had nog een anderen vijand
te bestrijden: den Islam, den nog jon
gen godsdienst der Mohammedanen
waarvan de Turken de hevigste ver
dedigers waren. Deze waren uit Sici
lië door de Noormannen verdreven
en namen zelf in 1071 Jeruzalem in,
waardoor zij een bedreiging bleven
voor Europa. De Paus riep de chris
tenen op tot een heiligen oorlog te
gen hen de kruistochten van 1096
tot 1291 begonnen. Dezes ondergrond
moet eerder worden gezocht in staat
kundige en ekonomische redenen,
dan wel in godsdienstige verovering
van nieuwe gebieden, verzekering te
gen aanvallen uit het Oosten, lust
op het overmeesteren van rijkdom
men.
Het mag gezegd worden, dat de
kruistochten, waardoor het heilige
land gedeeltelijk opnieuw veroverd
werd, een groote beteekenis hebben
gehad uitbreiding van den handel
en de nijverheid, toeneming der
kennis op alle gebied. Een nieuwe
ontwikkelingsfase in het Westen was
er het gevolg van. De opkomst der
steden zal deze ontwikkeling voort
zetten.
1 Welke was de indeelina van het
Westersche Rijk na den dood van Ka-
rel den Groote? Tot welk deel be
hoorden de Nederlanden7
2 Welke waren de gevolgen van de
invallen der .Noormannen in onze ste
den?
3. Hoe ontstond de strijd tusschen
Paus en Keizer
Antwoorden, vergezeld van een
postzegel van 0,75 fr. sturen aan G.
De Vos, Zwynaardscüe steenweg 78,
Cient.
Zij!
De Spanjaarden, die over de grens
werden gedreven, de republikeinen,
die in Frankrijk een nieuw vaderland
vonden van vrijheid en van onafhan
kelijke kultuurontwikkeling, willen
niet terug naar het vaderland dat
onder den hiel van den beul wordt
vertrapt, wiens bondgenooten Mus
solini en Hitier hebben meegehol
pen, met vreemde soldeniers, hun
huizen te vernielen, hun vrouwen
en kinderen te vermoorden!
En of we ze begrijpen!
Dit kwam duidelijk tot uiting ver
telt ons Madeleine Jacob, toen Fran
co, nadat hij het naar Frankrijk ge
vluchte staatsgoud had teruggekre
gen, zich van zijn kant bereid toon
de 50.000 in Frankrijk geïnterneerde
soldaten op Spaansch grondgebied
te willen opnemen. Daar was het
de Fransche regeering mee eens. Men
had echter een kleinigheid vergetAi:
de instemming van de soldaten zelf.
Zooals ge ziet een kleinigheid. En
dit schijnt wel voor goed de juist
heid te bewijzen van het oude la-
tijnsche spreektwoord Ubi bene,
ibi patria.' (Waar men goed is, daar
is het vaderland!)
Inderdaad, de naar Frankrijk uit
geweken Spanjaarden voelen er niet
veel voor, soldaatje te gaan spelen in
hun vaderland, of er toekomstig ka-
nonnenvleesch te gaan verwekken in
dienst van de dwingelandij. Noch
veel minder smaak hebben ze voor
koncentratiekampen en folteringen
allerhande, vooral sinds ze weten u>at
Franco's beloften van vergiffenis
waard zijn.
Vele Spanjaarden verkiezen hun
geluk te gaan beproeven in Zuid-
Amerika waar men hun taal spreekt.
Naar Mexico en ook naar Chili va
ren ze, een nieuw leven tegemoet
En ze loopen liever het risico van
ellende en onzekerheid voor hun
verder bestaan dan naar Spanje
terug te keern, wijl hun daar andere
gevaren beloeren en vaak aoodelijke!
Welke gevaren? Zult ge vragen.
Om djt te begrijpen volstaat het
uit de persoonlijke fiches van een
vluchtelingencentrum eenige aandui
dingen te vertalen, waarvan Made
leine Jacob ons na een grondig in-
kwest de copj levert (Messidor van
4-8-'39).
JUAN (S. R.) 21 jaar, van de AS-
TURIEN (maakte deel uit van niet
een politieke party)
Voor den oorlog was ik trom
pet-leerling in een regiment. Ik
werd gespecialiseerde luchtvaart-
piloot voor nachtelijke tochten.
Ben zonder ouders. Ze waren
daar gebleven. Ze werden neer
geschoten omdat ik er van door
was gegaan.
MERCEDES (C. T.), 27 jaar, van
MADRID, (socialiste)
Ik ben alleen in Frankrijk
Waarom lijden aan
HOOFDPIJN
MIGRAINE
TANDPIJN
GRIEP
RHEUMATIEK
ZENUWKOORTSEN
PIJN DER
MAANDSTONDEN
als de
WONPERBARE BRUINE POEDERS
van
der Apotheek DE POORTERE. te
ST-NIKLAAS-WAAS, U oogenbltk-
kelljk zonder schadelijke gevolgen
van deze pijnen zullen bevrijden.
De doos van 8 poeders 4 frank.
De drledubb doos 23, poeders 10 fr.
Te verkrijg ln alle
goede apotheken of
vrachtvrij tegen
postmandaat
Gebruikt ze eens.
U zult nooit geen
andere meer
gebruiken.
17
met een kind van zeven maand.
Mijn dochter is bij mijn ouden
vader die elf kleine kinderen bij
zich aan huis heeft moeten ne
men. We zijn een familie van
oude socialisten. Om die enkele
reden, zitten al mijn broers in de
gevangenis.
VICTORIA (R. de B.) 30 jaar, van
LEON (U. G. T.)
ln 1934 hebben de legionnai-
ren mijn tante gefusilleerd. Tij
dens den burgeroorlog ondergin
gen negen leden van mijn fami
lie hetzelfde lot. Ik kan dus niet
naar Spanje terugkeeren.
JAUME (R. B.) 28 jaar, van ALBA-
CETE (C. N. T.)
Omdat ik sederte 1931 ge-
syndikeerd was en vakbondsekre-
laris vms geweest hebben de
fascisten mijn achttienjarig en
broeder gefusiljeerd. Ik kan dus
maar naar Spanje terugkeeren
als er daar weer een republikein-
sche zon zal schitteren
JUAN (R. G.), 35 jaar, van GRE
NADA (M. G. T.)
Ik ben uit de Frankistische
zone gevlucht om te vechten in
het republikeinsch leger. Om my
te straffen hebben de fascisten
mijn vrouw en mijn kinderen
vermoord. 1
JOSE (L. E.) 50 jaar, van NAVAR
RE (Linker republikein)
De fascisten hebben mij wil
len dooden omdat ik republikein
was. Ik ben gevlucht. Dan heb
ben ze een van mijn zoons gedood
wijl hij niet verraden wilde waar
ik mij verborgen hield!
MIGUEL (A. S.) van LERIDA (M.
G. T.)
Ik was onderwijzer. Binst
den oorlog was ik artillerielui
tenant. Sedert ze in Catalonië
zijn teruggekeerd, hebben de fas
cisten mijn vader gefusiljeerddie
slechts een opgeroepen soldaat
ivas. Wat zouden ze met mij
doen, luitenant en vrijwilliger
PABLO (C. R-), 28 jaar, van SAN
TANDER (socialist)
In Mei 1936 hebben, na den
triomf van het Volksfront, bij de
verkiezingen de geburen, opge
hitst door de fascistische leiders
mijn dood geëischt omdat ik
socialist was, en mijn huis over
rompeld. Toen ze mij niet von
den hebben ze mijn vader van
zeventig jaar vermoord en een
van mijn broeders. Tijdens den
oorlog hebben ze mijn drie an
dere broeders vermoord, het fas
cistisch teeken getatoeëerd op
het voorhoofd mijner zusters, en
mijn moeder van 72 jaar opge
sloten in de gevangenis.
PEDRO (P. R.), 24 jaar, van CIU-
DAD REAL (socialist)
Mijn vader was gemeente
raadslid vóór en na den oorlog.
Aangehouden na de zegepraal
van Franco, is een nieuwe ge
meenteraad op zekeren dag
samengekomen op de groote
markt. Die heeren hebben mijn
vader en de andere raadsleden
van de stad terdood veroordeeld.
Ze werden gefusiljeerd en hun
lijken bleven daar tot voorbeeld
48 uren liggen. Mijn heele fami
lie zit in de gevangenis.
S. C. van SARAGOeSE, ketel
lapper, sekretaris van het Syndikaat
der Metaalnijverheid, verklaart
Ik ben uit Saragossa gevlucht
den 28n Juni 1936. Dan hebben
ze mijn twee broeders terecht
gesteld.
C. M., van BARCELONA, was
tijdens den oorlog vrijwilliger.
Ik kreeg van mijn familie een
brief uit Spanje, mij in bedekte
woorden meldende dat ik zou
terechtgesteld worden, moest ik
naar Spanje terugkeeren. Ze
schreven als ge komt, zult ge
uw vader gezelschap houden dien
ge zoo lief hebt. MIJN VADER
IS 23 JAAR GELEDEN OVER
LEDEN.
De geschiedschrijvers van morgen
zal het geheel zeker niet aan stich
tend materiaal ontbreken, noch over
wat zich in Spanje afspeelde, noch
over wat we in Duitschland en
Italië hebben beleefd en bleven.
Het dierlijke in den mensch schijnt
momentaan te zegevieren boven de
gezonde rede. Maar zooals alle
dwingelandij in het verleden is ver
gaan (men denke aan den akeligen,
tragikomischen dood van Nero of
aan de zes jaren langen doodstrijd
van Napoleon op Sint Helena) en
heden ook ten dood staat opgeschre
ven, omdat ze in zich de kiemen
van zelfmoord draagt, zoo ook zal
er eens vergelding komen in Spanje,
in Duitschland en in Italië, omdat
er de leiders niet een gedachte
dienen, maar alleen en uitsluitend
zichzelf, en omdat vroeg of laat,
zelfs de meest onderdrukte en ge
folterde massa in een heldhaftige
beweging van den getergden leeuw,
het juk van haar schouders weet
te werpen, te verbrijzelen en haar
vijanden weet te vergruizelen. Net
als in 1789, maar wellicht nog bloe
diger, zal zich eens, naar de logi
sche evolutie der gebeurtenissen, een
nieuwe ommekeer voltrekken, waar
uit de arbeidersmassa, gelouterd en
gesterkt door haar lang lijden en
de zware beproevingen die ze heeft
doorstaan, alleen als overwinnaar
opstaan om een nieuwe, recht
vaardige, en, ja, laat ik het zoo
vaak versjacherde woord gebruiken,
kristelijke samenleving te scheppen
van gelijkheid, rechtvaardigheid en
broederliefde.
PAUL PEE.
TOEN in het midden der I8e eeuw
de Kngelschman James Watt,
gebruis masenü van oen stoom
druk en van de stoomconden-
satie, deze laatste veel vroeger door
Papin aangewend om een lucntledige
motor te maken, de eerste stoom
machine bouwde, werd deze door het
publiek als het wonder der wonde
ren beschouwd, en weldra werd de
uitvinding het vertreksein van een
nieuwe produktiewijze de huidige
maatschappij heeft haar ontwikke
ling aan het stoomwerktuig te dan
ken.
In den beginne overtrof de druk
der stoomketels geen anderhalve kilo
gram per vierkante centimeter, door
het feit dat men in dien tijd nog
groote moeilijkheden ondervond bij
de konstruktie. Toch had Watt ge
dacht aan grootere drukkingen; hy
slaagde er niet in zijn voornemen
om den druk merkelijk te verhoogen,
te verwezenlijken. Het was slechts in
1823 dat de Franschman Mare Séguin
den eersten multitubulairen stoom
ketel bouwde, waardoor het moge
lijk werd den druk op te voeren, met
het gevolg dat Stephenson de eerste
lokomotief kon bouwen. Van af dit
oogenblik volgde de eene verbetering
na de andere, om te eindigen met de
stoomturbine.
Bijna gedurende één eeuw pronkte
de stoommachine als koningin in
iedere fabriek van eenig belang. Nu
is die periode voorbij de elektrici
teit heeft die koningin der nijver
heid verdrongen; alleen haar jonge,
maar machtige nicht, de stoom
turbine, houdt nog den troon bezet
in de groote elektrische krachtcen
trales, en bezielt het mechanisch
leven eener gansche streek met haar
in kracht omgezet arbeidsvermogen,
gen.
De ontwikkeling van het gebruik
van elektriciteit als drijfkracht, met
haar veelvuldige transformaties,
heeft de technici ertoe gebracht de
stoommachine met de elektrische dy
namo te kombineeren. Dit was ech
ter een moeilijke zaak, eenervijds
door de al te groote plaats die door
het stoomwerktuig werd ingenomen,
anderzijds en vooral door de geringe
snelheid dezer machine. De gewone
snelheid hiervan kan slechts 350 om
wentelingen in één minuut bereiken,
terwijl de elektrische generatrices
met een snelheid van 1500 tot 3000
omwentelingen in 1 minuut werken.
De relatieve traagheid der stoom
machine wordt veroorzaakt door het
feit dat de beweging van den zuiger
alternatief is onder den druk van
den stoom gaat deze heen en weer
in den cylinder. Daarom werd de
gewone stoommachine met zuiger
tenslotte vervangen door de stoom
turbine. Deze werd ongeveer vijftig
jaar geleden uitgevonden door den
Engelschman Parsons en den
Franschman Laval. Zoo'n machine
bestaat uit een cyllndervormig vast
omhulsel en een draaibaren trommel,
beide voorzien van talrijke kleine
schoepen. De in een stoomketel ge
vormde stoom stroomt met groote
snelheid, dus dynamisch, in de tur-
J.
bine, botst op een reeks schoepen,
wordt op een andere teruggekaatst,
waardoor een tracht ontstaat die den
beweegbaren trommelaan hes
draaien brengt. Bij de zuigerstoom
machine oefent de stoom periodiek
een staanden druk uit op den heen
en weer gaanden zuiger. Hierin ligt
dus het verschil met de turbine. By
deze is het niet de druk, maar wel
de snelheid van den stoom die benut
tigd wordt, met het gevolg dat met
de turbine een draaiende beweging
van 10.000 omwentelingen in één mi
nuut kan worden bereikt.
Gelijk alle andere machines heb
ben ook de stoomturbines belang-
ryke verbeteringen ondergaan, zoo
dat haar kracht en rendeering in
hooge mate tyn toegenomen. Daar
waar er een halve eeuw geleden een
machine een kracht van enkele hon
derden kilowatt kon ontwikkelen,
waarbij de stoom aangewend werd op
een temperatuur van 180 gr., en met
een druk van 10 kilogram, worden
tegenwoordig stoomturoines in dienst
gesteld, die 50.000 en zelfs veel meer
kilowatt kunnen ontwikkelen, waar
voor stoom gebruikt wordt op een
temperatuur van 450 graden, en met
een druk van 120 kilogram. In de
laatste jaren is men zelfs tot 475
graden en 200 kilogram geraakt.
Het is vanzelfsprekend dat deze
verwezenlijkingen niet mogelijk ge
weest zijn zonder den vooruitgang
in de andere takker. i&chniat.
Het was inderdaad niet mogelijk op
de gewone metallische bouwmateria
len drukkingen van 200 kgr. op een
temperatuur van 475 gr. uit te
oefenen. Daarom moesten nieuwe
legeeringen worden bestudeerd; en
men zocht speciale molybdeen- en
chroomhoudende staalsoorten, die de
eigenschap bezitten zich weinig of
niet te misvormen in de hierboven
vermelde voorwaarden.
De rendeering werd gevoelig ver
hoogd, teneinde al de beschikbare
energie van den stoom te bezigen
en brandstof uit te sparen men stel
de verscheidene turbines, met afne
mend volume, achter elkander, in
serie dus, in dienst. Op die manier
wordt het stoomoverschot, dat by
den uitgang der vorige turbine nog
niet te veel van zijn snelheid verlo
ren heeft, in de volgende turbine ge
bruikt, enz. Men kan ook een serie
turbines met afnemenden diameter
in één enkel omhulsel vereenigen; dit
eyn de Parsons- en Rateauturbines.
Zoo komt men tot buitengewone ren
deeringen een bepaald Ameri-
kaansch type heeft de reusachtige
krachtsontwikkeling van 208 duizend
kilowatt
Zooals men ziet is sedert twee en
een halve eeuw, toen Papin zijn be
ruchte «marmite» bouwde, die hij in
1682 beschreef, heel wat vooruitgang
gemaakt. En in de laatste vijf en
twintig jaar is die vooruitgang zoo
snel gegaan, dat de eens zoo prach
tige zuigerstoommachine door een
aan een eenvoudig uitziende turbine
gekoppelden elektrischen motor voor
goed uit de techniek verdrongen
werd.
Montage van een turbine van 12000 kilowatt in een elektrische krachtcentrale
Uitdeeling van vleeschrantsoenen in een primitief ingerichte keuken in het
Spaansche vluchtelingenkamp van Argeles (Zuid-Frankrijk)
DE inhoud van dat uitstekend
tijdschrift blijft steeds meer
dan degelyk. Het is en blijft
levendig, aktueel en alzijdig.
Elk nummer overtreft de vorigen in
diepte en breedheid van gedachten.
Het mag immers steunen op de ver
knochte medewerking van het puik
der linksche intellektueelen.
Ziehier den inhoud van bedoeld
nummer
Anthonie DonkerOp de Bres
Bittere honig
Albrecht Helman Hellas in Ame
rika
Albrecht HelmanDe zoon
Siegfried E. van PraagPlicht
ontvluchtende hartstochten
W. P. G. Louw: Verzen;
Dr. M. van BlankensteinEen
Oost-Aziatisch en Oost-Europeesch
probleem
R. F. BeerlingDuitschland,
vreemdeling in Europa
Elisabeth Augustin De Gelofte
Anthonie DonkerDe jongste ge
neratie en de werkelijkheid
Theun de VriesParade der
Jeugd
Joh. Molenaar Aan den schrijver
der Marginalia
Madeleine BöhtlinckIngezonden:
Getuigenis.
Daarop volgt zooals gewoonte het
KRITISCH BULLETIN waarin cri
tici van de bovenste plank een rijke
serie boeken onder het ontleedmes
nemen.
Daarvan een opsomming geven
zou ons te ver leiden. Zoowel oude
als nieuwere werken worden erin
vakkundig besproken. Het is waar
lijk een schat van kennis en schoon
heid welke die maand aan de lezers
van «De Stem» wordt geboden.
Het nummer begint dus met het
hekelgedicht van Anthonie Donker
opgedragen aan den jongen dichter
E. Hoornik. Een strenge maar toch
niet kwaadwillige les in kunstmo-
raal. Van Helman volgen dan frag
menten uit zyn werk «Het vergeten
gezicht», een fel gekleurden Mexi-
kaanschen roman.
De bijdrage van Siegfried van
Praag is een kloek stuk psychoana
lyse, dat ons inwijdt in de diepste
roerselen van de menschelijke ziel.
Van W. E. G. Louw volgen dan
enkele heerlijke transvaalsche ge
dichten.
De gekende publicist Dr. van Blan
kenstein levert ons een duidelijke
ontleding van de diplomatieke posi
tie der Europeesche machten. R. F.
Beerling leverde een studie waarin
hij vooral de «Duitsche ziel» bloot
legt.
Van Elisabeth Augustin werd een
sterk dramatisch en roerend verhaal,
«De Gelofte», opgenomen. Het is een
ware Joodsche «Twee koningskinde
ren-roman». Maar zonder feeks erin,
want de vader die de vereeniging
van twee geliefden door zijn heb
zucht in den weg staat behaalt ten
slotte een schitterende overwinning
op zichzelf.
Het stuk kritiek van Anthonie
Donker De jongste generatie en
de werkelijkheid alsook Theun
de Vries in zijn Parade der Jeugd,
hebben het over de jonge dichters.
Zy doen dat, bewust van hun ver
antwoordelijkheid, als geestelijke
leiders», streng maar tegemoetko
mend eerlijk.
Madeleine Böhtlinck stuurde een
stuk in als antwoord op een voor
gaand «Klein Journaal» waarin zij
zegt troost en genezing te hebben
gevonden in haar geloof.
De Nederlanders kunnen veel
vrijer dan ons over het geloof deba
teeren omdat daar het geloof niet is
verlaagd tot een «politieke wip
plank».
Kortom een prachtnummer
Tuur d. Sweemer