ALGEMEENE GESCHIEDENIS i i Gasmaskers met baarden DE MOEILIJKE GRENZEN DER NEUTRALITEIT Een verraderlijke wetten mededoogen kent WIELRIJDERS! - DE MIDDELEEUWEN WIJ VROUWEN U Kt LA Aft CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING Voor socialistische kadervorming TIENDE LES L. - Frankrijk en Engeland VRAGEN Onze taak in de huidige omstandigheden —tackt >vra xuerf eutaLeMÜ RECHTSKUNDIGE KRONIEK HET HOEKJE VAN DEN DETEKTIEF De onbeperkte duikbootenoorlog LA PREVOYANCE SOCIALE 4 r3 - Voor Allen - 17 Sept. 1939: Steeds socialistisch ageeven DE 13e eeuw is gekenmerkt door het uiteenvallen van het Duitsche Keizerrijk. Het werd een tijd van verwar ring. Groote en kleine vorsten, gra ven en hertogen gingen zich steeds zelfstandiger voelen. Op den duur werd hun trouwens formeel een ze kere zelfstandigheid toegestaan. Zoo wisten zich b.v. de hertogen van Brabant meester te maken van een zich steeds uitbreidend gebied, en zich te handhaven tegenover de Duitsche en Geldersche machten, ook in Limburg. Reeds in 1237 vond te Cortenberg een vergadering plaats, waar naast den hertog de adel en steden mee beslisten over vragen van de troonopvolging. Weldra werd een permanente raad ingesteld, bestaande uit vier edelen en tien vertegenwoordigers van de steden. Zoo werd de grond slag gelegd voor een staatsorganisa tie, die voor de toekomst der Neder landen van het grootste belang zou blijken, de standenstaat. Daar Frankrijk en Engeland van de 13e eeuw af de geschiedenis van onze streken sterk beïnvloed heb ben, is het noodig hier een wijl te blijven bij stilstaan. In tegenstelling met Duitschland nam in Frankrijk het centrale gezag in den loop der 12e en 13e eeuwen zeer snel toe. Het was gebaseerd op de sterk huismacht (dat is partiku- lier regeeringsgebied) van het ko ningshuis, iets waarnaar de Duit sche keizers in dien tijd vergeefs ge streefd hebben. De Fransche konin gen wisten hun gebied af te ronden en tenslotte Frankrijk geheel onder hun invloed te krijgen. Daarbij stuitten zij echter op een groote hin dernis het gebied van de Engelsche koningen in Normandië. In 1068 was de toenmalige vorst van het oude Ncormannengebied in Frankrijk, Willem de Veroveraar, naar Engeland overgestoken, ver sloeg te Hastings den laatsten ko ning der Anglo-Saksen en wist zich de macht over Engeland te verzeke ren. Die macht bleef niet onbeperkt: in 1215 moest koning Jan zonder land, nazaat van Willem, die ook heerschte over de gansche West kust van Frankrijk (Normandië), aan den Engelschen adel zekere rechten toestaan, die neergelegd waren in het -beroemde stuk, dat den naam draagt van Magna Char ta (groote keure). Deze was niet al leen naar Middeleeuwschen trant een voprrecht voor een bepaalde groep, den adel, maar, wat belangrijker is, zij -beknotte voor het eerst formeel de koninklijke macht op het gebied van rechtspraak en belastingshef fing. Maar pas door de eeuwen heen zou het geheele Engelsche volk daar van de vruchten plukken. De Magna Charta was de oorsprong der oudste demokratie, de Engelsche. Hieruit blijkt duidelijk, dat Frank rijk zoowel tegenover den Paus (zie zevende les )als tegenover Engeland moest komen te staan. In 1302 kwam het tot een treffen. De Fransche koning besloot een einde te maken aan den invloed en de bemoeiingen van den Paus en den Engelschen in vloed in Vlaanderen te breken. En geland was n.l. de groote wolleve rancier van dit gewest en had zoo doende dus de bronnen van Vlaan- deren's welvaart in zijn macht. Thans echter slaagde de Fransche koning er in, zoowel den graaf van Holland als den graaf en de aristo- kratie van Vlaanderen aan zijn kant terug te krijgen. Het Vlaamsehe volk uit de steden, dat zijn welvaart bedreigd zag, maakte echter deze zwenking niet mee en kwam in op stand. De Fransche koning trachte zich den steun van de grooten te verzekeren. In 13-02 was een Fransch ridderleger den Vlaamschen graaf te hulp gekomen tegen zijn opstan dige steden. Het Vlaamsehe volksle ger versloeg op 11 Juli de Franschen in den Gulden-Sporenslag bij Kort- rijk. Toch duurde het nog tot het eind der eeuw eer alle verzet gebro ken was. Het was de hertog van Bourgondië. die Vlaanderen onder wierp, en llierover de heerschappij verkreeg. iritusschen was het tusschen Frankrijk en Engeland tot een reeks oorlogen gekomen, die men gezamenlijk den naam van Hon derdjarigenoorlog geeft (1337-1453). Er werd nut afwisselend sukses ge streden; aanvankelijk in de z.g. Vlaamsehe faze van den strijd (En geland stemde n.l. de Vlaamsehe steden) was Frankrijk de zwakste, later herstelde het zich weer en kreeg Engeland o.a. te kampen met den gevaarlijken boerenstand van 1381. Nogmaals echter werd Engeland meester ii bijna geheel Frankrijk, maar tegea 't einde van den oorlog waren de pngelschen opnieuw haast overal lit Frankrijk verdreven (Jeanne c'Arc) en hadden de beide naties on|eveer hun tegenwoordigen vorm aaigenomen. Deze langdurige strijd werkte de vorming /an beide nationale staten in de hiïid en was de oorzaak der ontplooiifg van een nationaal be wustzijn, dat we voor het eerst zoo bewust antreffen. De ontwikkeling was int-uschen in beide landen ver- schillenc; In Engeland woedden in de tweeie helft van de 15e eeuw verderfeijke adeltwisten, de z.g. Rozenóclogen, waarbij een groot deel vai den adel teniet ging, ter wijl de opkomende burgerij profijt trok vai de materiëele en moreele verzwaking van den ridderstand. In Fnn-krijk daarentegen was het koninkljk gezag ten zeerste ver sterkt, m slechts de Bourgondische macht ledreigde het meer en meer absoluu wordende koningschap. Dit hertogeihuis had zich namelijk sinds cigeveer 1350 door aankoop, huwelii, oorlog en intrige van een steeds grooter gebied meester ge maakt m het had, gebruik makende van d- woelingen in de Nederlan den, ii die gewesten vaster voet ge kregen Sinds 1350 was er een voort duren® strijd aan den gang tus schen de stedelijke patriciërs, de onderiemers en handelaars, die zich uit dn handwerkersstand hadden afgesoeiden, en den adel van het land. De eersten kabeljauwen zochtn en vonden aansluiting bij den virst; immers de steden wensch- ten en sterk gezag, orde en veilig heid voor den handel, de vorst wensihte een zwakken adel en wel varende, dus flink belastbare ste den. Je edelen boeken wensch- ten caarentegen een zwakken vorst en vmden soms ook aansluiting bij het stadsproletariaat, dat weer vijarüig tegenover de patriciërs stom ïn den strijd tusschen beiden warn de grenzen niet scherp te treklen. Pditieke, ekonomische en dynas tiek! belangen liepen er op de inge- wikleldste wijze dooreen. Onder de inmjnging van de Bourgondische vorsten zegevierden de patriciërs, handelaars en ondernemers. Met de ove'winning der Kabeljauwsche partij begon in wezen een nieuwe periode. (J. P. van Praag Wor dende wereld blz. 41-45). 1) Welks was de beteekenls van de Maana Charta 2) Welke was de oorzaak van den strijd tusschen Frankrijk en Enge land ten overstaan van Vlaanderen in de 14e eeuw 3) Welke waren de gevolgen van den honderdjarigen oorlog voor het koninklijk gezag a) in Frankrijk; b) in Engeland Antwoorden, vergezeld: van een postzegel van 0,75 Jr., sturen aan G. De Vos, 78, Zwijnaardsche steenweg, Gent. De korte ondervinding van de laatste dagen heeft ons reeds geleerd dat het bijna overbodig is er op te wijzen dat onze voornaamste taak is er voor te zorgen dat iedereen zijn gemoedsrust bewaart. Er wordt wel wat veel gepa- laberd en «gestrategeerd» over alles wat verband houdt met den oorlog, maar wat wilt ge. waar het hart van vol is, loopt den mond van over. Ge lukkig' behouden de meeste menschen hun gewoon gezond verstand waarmee ten slotte op degelijke wijze de maat>- regelen zullen kunnen getroffen worden die noodig blijken. De socialistische vrouwen hebben onmiddellijk in alle gewesten him be sturen bijeen geroepen. Iedereen is akkoord dat in tijden van nood alle vrouwen him krachten moe ten vereenigen om dien nood zooveel mogelijk te lenigen. Ons land is nog niet in den oorlog betrokken. Wij ho pen dat het gespaard zal blijven. Maar zelfs dan zullen de soldaten gemobili- 781 seerd blijven en zullen de bijzondere omstandigheden bijzondere hulpver leening blijven eischen van diegenen die daartoe in staat zijn, hetzij voor 4c bevoorrading, hetzij voor de hulp aan geïnterneerden, hetzij om alleenstaan de vrouwen met raad en daad bij te staan, hetzij voor nog andere zaken die we nu nog niet kunnen voorzien. De socialistische vrouwen zullen daarom overal paraat staan. Zij zul len tevens bijzondere bureelen inrich ten eenerzijds om de vi ouwen te no- teeren die hun arbeid aanbieden, het zij vrijwillig, hetzij mits vergoeding; anderzijds aan de vrouwen alle moge lijke raad en hulp verschaffen in ver band met den huidigen toestand. Volgende week hopen wij daarover de noodige inlichtingen te kunnen ver schaffen wat dag, uur en plaats be treft. Intusschen kunnen de vrouwen die eer. of meer uren vrij hebben per dag of per week hun diensten reeds aan bieden aan de bestuursleden. Er zal op tijd en stond gaarne gebruik van ge- gehoord worden. Het spreekt vanzelf dat wü onze hulp niet eng voorbehouden aan onze eigen leden. Ieder oprecht aanbod is welkom en ieder rechtzinnig verzoek zal aan hoord worden. Voor onze leden werden bijzondere algemeene vergaderingen belegd waar over onze werking en tevens over de verdediging tegen luchtaanvallen zal gesproken worden. Hoe zeer wij ook onder den indruk zijn van de gebeurtenissen, verliezen wij toch den moed niet. Integendeel onze overtuiging dat alleen een recht vaardige samenleving, zooals het demo- kratisch-socialisme die nastreeft, den oorlog kan uitschakelen wordt door 4e gebeurtenissen nog eens bevestigt. Mochten de menschen hieruit de noo dige lessen trekken, de socialistische beweging versterken en aldus op doel matige wijze den oorlog bestrijden. V. L. JAN. 't Is Oscar gelooj ik OSCAR. Wablief JAN. Ge zijt gij toch Oscar, hé OSCAR. Ik versta u niet. Roep een beetje luider. JAN. Zijt gij Oscar OSCAR. Wie zou het anders zijn? JAN. Ha Gij denkt gij nog, dat ge zoo gemakkelijk herkenbaar zijt OSCAR. En mijn baard dan JAN. 't Is daaraan, dat ik giste wie ge waart. OSCAR. Iedereen heeft geen spe- cialen hoed als de uwe, om als identiteitskaart te dienen. JAN. En ge zegt niets van mijn moustache OSCAR. Ge hebt hem ook mo gen afknippen. JAN. Wat wilt ge er aan doen Ge kunt geen gasmasker ophou den met 'n goeden baard of 'n flinke moustache. We zijn daar door aan 't verjongen. OSCAR. We zien er schoon uit. JAN. Dat is de laatste mode, ge schapen naar de laatste bescha- vingswetten van de twintigste eeuw. OSCAR. Ge kunt gij nog spotten. JAN. 'k Zal toch niet weenen, want moest ik dat doen, dan slaan mijn vensters aan en 'k zie niemendal meer. OSCAR. Maar 't is nog wat an ders als ge moet niezen. JAN. Oscar, jongen, 't is dat vooral dat te vreezen is. Het schijnt dat ze met niespoeder gaan smijten in formidabele kwantiteit. OSCAR. 't En is toch zeker niet waar JAN. Jongen, jongen, in dezen tijd kunt ge de menschen van alles wijs maken. OSCAR. 't Was maar ne kwakkel. JAN. Zeker. Ge moet kalm zijn, dat is het parool. Daarbij 'n neu traal mensch is per definitie 'n kalme vent. OSCAR. Ge hebt nog uw goed humeur niet verloren. JAN. 't Is daarmee dat we 't gaan winnen. OSCAR. Altijd er op uit om een lol uit te steken. JAN. Jawel, en de beste is deze die hier op 't papier staat. OSCAR. Dat begrijp ik niet. JAN. Hebt gij dan geen gasmas ker aan OSCAR. Zeker. JAN. Zit ge dan niet in een ma gnifieke schuilplaats OSCAR. Zeker. JAN. Dat is de grap. OSCAR. Hoezoo JAN. Zeg eens, wie van onze menschen kan zich de luxe per- mitteeren gasmaskers te koopen? En wie heeft reeds een gasmas ker gekregen En waar zijn die bomvrije schuilplaatsen MEN kan niet bepaald zegjen dat wij ons, in het neutrali- teitspaa dat de pas ontketen de oorlog ons op het lijf heeft gegooid, absoluut op ons gemak be vinden. Er is nog een zeker tasten en zoeken naar een grooter even wicht dat wij ons nog niet eigen heb ben gemaakt. Op militair gebied gaat dit nog gemakkelijkst van al. Daar .bestaan reeds een aantal vaste regelen die sedert het vredesverdrag van 1807 gemeengoed geworden zijn. Waar er eenige twijfel mogelijk was namelijk op het geo.ed der militaire luchtvaart, dat in 1907 nog niet kon voorzien woruen, hebben ae neutra len zich blijkbaar kunnen akkoord srtellen om een eenvormige lijn te vol gen. Waar er echter nog schommelin gen zijn is het voornamelijk op het terrein der individueele gedragingen en de vertolking der openbare opinie. Men ontkomt aan cien induk niet dat zelfs in regeeringsknmen een zekere zenuwachtigheid heerscht die haar uiting vindt in strekkingen tot overdreven ijver. Wij hebben onge lukkig niet de gelegenheid kunnen opdoen, die Holland en Zwitserland in 1914 wel gehad hebben, om ons een traditie van neutraliteit verze keren die het juiste midden weet te houden. Het zal slechts na een ze - keren tijd zijn dat wij tot klaarheid zullen komen om te weten wat eigen lijk mag of niet mag. Een bewijs van de nog bestaande onbeslistheid halen wij in het feit, dat op een gegeven oo_enblik de mogelijkheid werd in het vooruit zicht gesteld den verkoop van een paar Fransche weekbladen in ons land te verbieden. Ons land kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor hetgeen in een ander land wordt gedrukt ook indien het hier ter be schikking van het publiek wordt ge steld. Ons volk moet het volle recht hebben zich op de meest verschei den wijze te dokumenteeren over de tegenover elkaar staande standpun ten en het zou een cnaarmeembare vernedering en in voogdij stelling zijn van de publieke opinie moest men haar deze mogelijkheid willen onthouden. Gelukkig schijnt men in dese richting niet aan te dringen. Wat de nieenin.suitingen in onze eigen pers betreft zijn de polemieken nog met uit de luent, spijts de at mosfeer van nationale Unie. Wij kunnen aan sommige heetge bakerde, te ijverige schroomvalllgen die elite vrije meeningsiverkondiging uit den booze achten niet genoeg aanraden, een tijdje in de leer te gaan bij de Nederlandsche en Zwitsarsche bladen waar men niet aarzelt voor zijn meening uit te ko men, maar waar men dit doet zonder aanstellerigheid en vooral met een groot taktgevoel. «Le ton fait la chanson». Met grove woorden haalt men het zeker niet. Wij z4jn in ons land zeer gewoon een kat een kat te nomen en geen blad voor den mond te nemen. Laten wij het nu eens gentlemanike aanpakken en ons bewoordingen eigen maken die wel licht wat kleurloozer zijn, omdat ze thuis hooren in de arkanen van de diplomatie, maar die in al hun koel heid toch zeggen wat ze te zeggen hebben. In ieder geval zal het moeilijk zijn voor eenieder wol te doen des te meer daar de oorlogvoerende landen van een verschillend standpunt uitgaan wat de eerbiediging van de openbare meening betreft. Aldus zal een totali tair land misschien eerder geneigd zijn een neutrale regeering verant woordelijk te stellen voor vrije mee- ningsuitingen die minder gunstig zijn, omdat het uit den aard van zjjn regime een tendens kan hebben om private uitingen te beschouwen als zijnde gedekt door een regeering die de verspreiding ervan toelaat. Maar zooals de gewoonlijk zeer bezadigde Paul Struye in een artikel van «La Libre Belgique» verkondigt kan een regeering door eén andere toch niet worden verplicht afbreuk te doen aan de rechten die zy aan haar landge- nooten krachtens haar Grondwet verschuldigd is. ZU is echter gewa pend door de wetsbepalingen die uitingen beteugelen welke strijdig zijn met de internationale hoffelijk heid en met de inschikkelijkheid die men jegens eiken vreemden staat dient te betoonen. Er is trouwens een reeds oud artikel van ons Strafwetboek (het dateert van 20 December 1852) dat een gevangenisstraf van 5 tot 10 jaar voorziet voor diegenen die met vijan dige daden door de Regeering niet goedgekeurd den Staat aan vijande lijkheden vanwege een vreemde mo gendheid blootstellen. Men mag er zich ook aan verwach ten dat meer dan in het verleden door de oorlogvoerenden belang zal gehecht worden aan de handelsver richtingen die door de partikulieren der neutrale staten zullen beoefend worden. Men ziet van nu reeds hoe de strijd op dit terrein wordt gevoerd: het zal thans voor de staten niet zoo gemakkelijk meer zijn zich als Pontius Pilatus die handen in on schuld te wasschen en zich te ver schansen achter het argument dat men geen verantwoordelijkheid heeft te dragen voor privaat bedrijf. Nu de handel in mindere of meerde re mate door alle landen is geregle menteerd zul'en de toelatingen en verbodsbepalingen nauwkeurig op de vingers gekeken worden, voor een oorlogvoerende die in deze verrich tingen een reden wil zoeken om een overtreding der neutraliteit in te roe pen zal het wellicht steeds mogelijk zijn graten te ontdekken. Daarom ligt er vermoedelijk veel waarheid in de meening door de «Europe Nouvelle» in haar laatste nummer uitgedrukt dat men zich op gebied van neutraliteit aan wisselin gen en evoluties mag verwachten al naar gelang de verdere ontwikkeling van den oorlog. Waarmede niet gezegd wil worden dat wij fataal in het gedrang moeten geraken. Maar wij zullen in onze neu traliteitspolitiek veel hebben van dansers op een stalen koord, met onder ome voeten een dreigenden chaos... Er bereiken ons allerlei gruweibe richten over Polen, maar de wreed heid te land moet zeker voor die ter zee niet onderdoen. Ook in dit element beteekent oorlog een verraderlijke strijd waarbij de misdaad van het slachtofferen van onschuldigen niet wordt ontzien. Het buitengewone wreedaardig tor pilleeren van schepen vol vluchtelin gen zooals de Athenia heeft on middellijk het wereldgeweten doen op schrikken. Stond men voor den eer sten slag van een onbeperkten duik bootenoorlog, onzaliger nagedachtenis van 1917 Helaas, de volgende zeedrama's zou den dit bevestigen. Bij verrassing, zon der eenige verwittiging, werd de eene boot na de andere door de Duitschers naar den dieperik gezonden. Na de Athenia volgde de Bosnia de Royal Sceptre de Olive Grove de Pukkastan de .Tamara., de Manaar enz. enz. De overlevenden van deze laatste scheepsvernieling verklaarden allen eensgezind, dat de boot zonder vooraf gaande waarschuwing door een duik boot werd getorpedeerd en tot zinken gebracht, terwijl de bemarning pro beerde de reddingsbooten uit te zet ten. Ook de Regent Tigereen der door een Duitsche duikboot aangeval len Engelsch schip, kende een gelijk aardig lot. De Regent Tigerhad de wijze voorzorg genomen, teneinde de tref kans van mogelijke torpedo's zooveel doenlijk te verminderen, fig-zag te koersen. Ondanks deze maatregelen werd het schip onverhoeds getroffen. Na den aanval namen leden van de bemanning en passagiers plaats in de twee reddingsbooten. Ternauwernood waren deze booten echter op 400 meter van het getroffen schip verwijderd, of er deed zich een hevige ontploffing aan boord van de Regent Tiger voor. Stukken hout en ijzer vlogen rond n bedekten de zee met wrakstukken. Het schip vloog in brand. De vlammen sloegen, naar een der matrozen vertelde, hoog uit boven het schip, dat als een fakkel bleef ronddrijven. Wij roeiden uit alle macht om maar zoo gauw mogelijk uit de gevaar lijke omgeving van de Regent Tiger te komen. Wij liepen niet alleen de kans door een tweede ontploffing en de daarbij losgescheurde stukken hout en ijzer te worden getroffen, maar ook dat het schip, wanneer het zonk. ons in de zuiging zou meetrekken.. Nicolson, de vice-president van de Amerikaansche reederij Waterman, heeft verklaard, dat de Macpsta - van deze maatschappij, door een Duit sche duikboot ter hoogte van de Iersehe kust werd gepraaid. De gezagvoerder meldde de reederij, dat zijn schip van Glasgow kwam en drie uur werd door zocht aleer het de reis kon voortzet ten. De kommandant van de duikboot had tegenover hem verklaard, dat voortaan het vuur zou worden geopend op Ame rikaansche schepen, die weigeren te stoppen. Zulke onmenschelijke en brutale me thodes zouden inmiddels in Duitsch land zelf reeds oorzaak zijn geworden van een konflikt tusschen net opper bevel van het Duitsche Rijk en de nationaal socialistische leiders. Groot-admiraal Rader, de bevelheb ber van de vloot, zou, volgens inlich tingen uit Engelsche bron, er op ge wezen hebben, dat de laatste hoop van Duitschland om de Briische blok kade te breken, in een onbeperkten duikbootoorlog zou zijn gelegen. Hij zou hebben geprotesteerd „egen de on handige pogingen van Gobcols om de verantwoordelijkheid voor bet torpe- deeren van de Athenia op andere personen te schuiven. De admiraal zeide, dat, indien de kommandant van de duikboot een fout had begaan, deze zou hebben bestaan in een te strikte opvolging van de bevelen van Hitier om schepen zonder waarschuwing tot zinken te brengen. Hij voegde er aan toe, dat deze kom mandant het ijzeren kruis verdiende, zelfs indien vrouwen en kinderen uit neutrale landen als slachtoffer zouden zijn gevallen Zulke echt misdadige houding is voor het oogenblik niet nader te kontrolee- ren. Misschien zullen de feiten in de eerstkomende dagen ons iets meer ont hullen over de geloofwaardigheid de zer gezegden. Toch valt het niet te loochenen dat Duitschland In de hoogste mate verbit terd is om de blokkade der Engelschen die beletten dat er nog iets langs het kanaal of tusschen Engeland en Noor wegen naar of van uit Du.tschland sou passeeren. Het is mogelijk dat in de wintermaanden, evenals in 1914 1918, enkele kaperkruisers een poging zullen doen om door deze versper ring heen te glippen. Voorloopig is de Duitsche koopvaardijvloot in neu trale havens binnengevlucht en kan ze geen vin verroeren. Het eenige wa pen. waarvan het Reich zich dan ook op onmeedoogende wijze bedient, is haar onderzeevloot, die dadelijk tegen de Engelsche scheepvaart kan worden ingezet. Blijkbaar zijn thans eenige groote U-booten van 750 ton in volle zee in de buurt van de bekende scheep vaartroutes in aktie. Allerwegen worden ze gesignaleerd. Passagiers, die met het mailschip Iroquois .t San Juan op Porto Rico aankwamen, verklaarden, dat zij on geveer 300 mijl ten noorden van Porto Rico een Duitsche duikboot hadden gezien en een zwart geschidord vracht schip, waarvan de naam onleesbaar was. De regeering der Vereenigde Staten ontving berichten, dat Dui.sche duik- booten opereeren in de Karaïbische Zee (begrensd door de Anrillen, Mid den-Amerika en het noord-westen van Zuid-Amerika) en in het zuidelijke deel van de Atlantischen Oceaan. De vraag is nu of deze stalen haaien nog lang in Zuid-Amerika basissen zullen kunnen vinden om voorraad en munitie in te slaan of herstellingen uit te voeren. Engeland, dat bijna over evenveel duikbooteh beschikt als Duitschland (ongeveer 60), maakt dan ook bijzon der jacht op de gevreesde U-booten. De Britsche admiraliteit besteedt ook al haar zorg aan het inrichten van een konvooidienst, waarbij de koopvaarders in zulkdanige formatie zouden varen, dat zij slechts een klein doelwit bieden voor een torpedo-aanval. Wordt een schip getorpedeerd, dan wordt ge tracht, de duikboot met dieptebom men te vernielen. Een nieuw type vormen de begelei- dingsschepsn, een soort snelle kanon- neerbooten met anti-luchtvaartgeschut met groote elevatie. Zoo zou het tenslotte mogelijk wor den een einde te stellen aan de ram pen, door den onbeperkten duikbootenr oorlog teweeg gebracht. NICK. JJSt ÏMteiSM.! Drie Britsche koopvaardijschepen, door de Duitschers in den grond geboord. Van boven naar onderde Pukhastan, de Manaar en de Inverliffey. VERGEET NIET dat elk oogenblik. aan een gevaarlijken draai, aan een kruisweg, op de baan, u .een ongeval kan overkomen voor hetwelk gij verantwooraelijk »unt worden gesteld. DENKT GIJ aan de geldelijke gevolgen, aan bet verlies van dagloon, aan de oneindige bekommeringen die 1 te wachten staan, moest gij persoonlijk slachtof.er worden van een ongeval LUCHTVAARTSQUARE. 31, BRUSSEL mits een laarlijksche premis van S> frank, biedt U een verzekering aan die uw burgerlijke veiantwoorde- Ujkheid tegenover derden waarborgt en de ongeval.en die u persoonlijk kunnen overkomen dekt, In aa volgende voorwaarden BURGERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID Premie van 25 fr. 50.000 fr. voor lichamelijke schade. 10.000 fr. voor stoffelijke schade. PERSOONLIJKE VERZEKERING Premie van J0 Ir. 20.000 fr. bij doodelijlt ongeval. 20.000 fr. bij gebrekkelijkheid. w J 10 fr. per dag bij tijdelijke onbekwaamheid tot werkm, KOOPT DEZE GERUSTSTELLING Beschermt u tegen de gevaren die n bedreigen en onnerw schrUft aanstonds een volledige wielrydersverzckcring^

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1939 | | pagina 3