ALGEMEENE
GESCHIEDENIS
i
i
Gasmaskers met baarden
DE MOEILIJKE GRENZEN
DER NEUTRALITEIT
Een verraderlijke
wetten
mededoogen kent
WIELRIJDERS!
- DE MIDDELEEUWEN
WIJ VROUWEN
U Kt LA Aft
CENTRALE VOOR ARBEIDERSOPVOEDING
Voor socialistische kadervorming
TIENDE LES
L. - Frankrijk en Engeland
VRAGEN
Onze taak in de huidige omstandigheden
—tackt >vra xuerf eutaLeMÜ
RECHTSKUNDIGE KRONIEK
HET HOEKJE VAN DEN DETEKTIEF
De onbeperkte duikbootenoorlog
LA PREVOYANCE SOCIALE
4
r3 - Voor Allen - 17 Sept. 1939:
Steeds socialistisch ageeven
DE 13e eeuw is gekenmerkt door
het uiteenvallen van het
Duitsche Keizerrijk. Het
werd een tijd van verwar
ring. Groote en kleine vorsten, gra
ven en hertogen gingen zich steeds
zelfstandiger voelen. Op den duur
werd hun trouwens formeel een ze
kere zelfstandigheid toegestaan. Zoo
wisten zich b.v. de hertogen van
Brabant meester te maken van een
zich steeds uitbreidend gebied, en
zich te handhaven tegenover de
Duitsche en Geldersche machten,
ook in Limburg. Reeds in 1237 vond
te Cortenberg een vergadering
plaats, waar naast den hertog de
adel en steden mee beslisten over
vragen van de troonopvolging.
Weldra werd een permanente
raad ingesteld, bestaande uit vier
edelen en tien vertegenwoordigers
van de steden. Zoo werd de grond
slag gelegd voor een staatsorganisa
tie, die voor de toekomst der Neder
landen van het grootste belang zou
blijken, de standenstaat.
Daar Frankrijk en Engeland van
de 13e eeuw af de geschiedenis van
onze streken sterk beïnvloed heb
ben, is het noodig hier een wijl te
blijven bij stilstaan.
In tegenstelling met Duitschland
nam in Frankrijk het centrale gezag
in den loop der 12e en 13e eeuwen
zeer snel toe. Het was gebaseerd op
de sterk huismacht (dat is partiku-
lier regeeringsgebied) van het ko
ningshuis, iets waarnaar de Duit
sche keizers in dien tijd vergeefs ge
streefd hebben. De Fransche konin
gen wisten hun gebied af te ronden
en tenslotte Frankrijk geheel onder
hun invloed te krijgen. Daarbij
stuitten zij echter op een groote hin
dernis het gebied van de Engelsche
koningen in Normandië.
In 1068 was de toenmalige vorst
van het oude Ncormannengebied in
Frankrijk, Willem de Veroveraar,
naar Engeland overgestoken, ver
sloeg te Hastings den laatsten ko
ning der Anglo-Saksen en wist zich
de macht over Engeland te verzeke
ren. Die macht bleef niet onbeperkt:
in 1215 moest koning Jan zonder
land, nazaat van Willem, die ook
heerschte over de gansche West
kust van Frankrijk (Normandië),
aan den Engelschen adel zekere
rechten toestaan, die neergelegd
waren in het -beroemde stuk, dat
den naam draagt van Magna Char
ta (groote keure). Deze was niet al
leen naar Middeleeuwschen trant een
voprrecht voor een bepaalde groep,
den adel, maar, wat belangrijker is,
zij -beknotte voor het eerst formeel
de koninklijke macht op het gebied
van rechtspraak en belastingshef
fing. Maar pas door de eeuwen heen
zou het geheele Engelsche volk daar
van de vruchten plukken. De Magna
Charta was de oorsprong der oudste
demokratie, de Engelsche.
Hieruit blijkt duidelijk, dat Frank
rijk zoowel tegenover den Paus (zie
zevende les )als tegenover Engeland
moest komen te staan. In 1302 kwam
het tot een treffen. De Fransche
koning besloot een einde te maken
aan den invloed en de bemoeiingen
van den Paus en den Engelschen in
vloed in Vlaanderen te breken. En
geland was n.l. de groote wolleve
rancier van dit gewest en had zoo
doende dus de bronnen van Vlaan-
deren's welvaart in zijn macht.
Thans echter slaagde de Fransche
koning er in, zoowel den graaf van
Holland als den graaf en de aristo-
kratie van Vlaanderen aan zijn kant
terug te krijgen. Het Vlaamsehe
volk uit de steden, dat zijn welvaart
bedreigd zag, maakte echter deze
zwenking niet mee en kwam in op
stand. De Fransche koning trachte
zich den steun van de grooten te
verzekeren. In 13-02 was een Fransch
ridderleger den Vlaamschen graaf
te hulp gekomen tegen zijn opstan
dige steden. Het Vlaamsehe volksle
ger versloeg op 11 Juli de Franschen
in den Gulden-Sporenslag bij Kort-
rijk. Toch duurde het nog tot het
eind der eeuw eer alle verzet gebro
ken was. Het was de hertog van
Bourgondië. die Vlaanderen onder
wierp, en llierover de heerschappij
verkreeg.
iritusschen was het tusschen
Frankrijk en Engeland tot een
reeks oorlogen gekomen, die men
gezamenlijk den naam van Hon
derdjarigenoorlog geeft (1337-1453).
Er werd nut afwisselend sukses ge
streden; aanvankelijk in de z.g.
Vlaamsehe faze van den strijd (En
geland stemde n.l. de Vlaamsehe
steden) was Frankrijk de zwakste,
later herstelde het zich weer en
kreeg Engeland o.a. te kampen met
den gevaarlijken boerenstand van
1381.
Nogmaals echter werd Engeland
meester ii bijna geheel Frankrijk,
maar tegea 't einde van den oorlog
waren de pngelschen opnieuw haast
overal lit Frankrijk verdreven
(Jeanne c'Arc) en hadden de beide
naties on|eveer hun tegenwoordigen
vorm aaigenomen.
Deze langdurige strijd werkte de
vorming /an beide nationale staten
in de hiïid en was de oorzaak der
ontplooiifg van een nationaal be
wustzijn, dat we voor het eerst zoo
bewust antreffen. De ontwikkeling
was int-uschen in beide landen ver-
schillenc; In Engeland woedden in
de tweeie helft van de 15e eeuw
verderfeijke adeltwisten, de z.g.
Rozenóclogen, waarbij een groot
deel vai den adel teniet ging, ter
wijl de opkomende burgerij profijt
trok vai de materiëele en moreele
verzwaking van den ridderstand.
In Fnn-krijk daarentegen was het
koninkljk gezag ten zeerste ver
sterkt, m slechts de Bourgondische
macht ledreigde het meer en meer
absoluu wordende koningschap. Dit
hertogeihuis had zich namelijk
sinds cigeveer 1350 door aankoop,
huwelii, oorlog en intrige van een
steeds grooter gebied meester ge
maakt m het had, gebruik makende
van d- woelingen in de Nederlan
den, ii die gewesten vaster voet ge
kregen Sinds 1350 was er een voort
duren® strijd aan den gang tus
schen de stedelijke patriciërs, de
onderiemers en handelaars, die zich
uit dn handwerkersstand hadden
afgesoeiden, en den adel van het
land. De eersten kabeljauwen
zochtn en vonden aansluiting bij
den virst; immers de steden wensch-
ten en sterk gezag, orde en veilig
heid voor den handel, de vorst
wensihte een zwakken adel en wel
varende, dus flink belastbare ste
den. Je edelen boeken wensch-
ten caarentegen een zwakken vorst
en vmden soms ook aansluiting bij
het stadsproletariaat, dat weer
vijarüig tegenover de patriciërs
stom ïn den strijd tusschen beiden
warn de grenzen niet scherp te
treklen.
Pditieke, ekonomische en dynas
tiek! belangen liepen er op de inge-
wikleldste wijze dooreen. Onder de
inmjnging van de Bourgondische
vorsten zegevierden de patriciërs,
handelaars en ondernemers. Met de
ove'winning der Kabeljauwsche
partij begon in wezen een nieuwe
periode. (J. P. van Praag Wor
dende wereld blz. 41-45).
1) Welks was de beteekenls van
de Maana Charta
2) Welke was de oorzaak van den
strijd tusschen Frankrijk en Enge
land ten overstaan van Vlaanderen
in de 14e eeuw
3) Welke waren de gevolgen van
den honderdjarigen oorlog voor het
koninklijk gezag a) in Frankrijk;
b) in Engeland
Antwoorden, vergezeld: van een
postzegel van 0,75 Jr., sturen aan G.
De Vos, 78, Zwijnaardsche steenweg,
Gent.
De korte ondervinding van de laatste
dagen heeft ons reeds geleerd dat het
bijna overbodig is er op te wijzen dat
onze voornaamste taak is er voor te
zorgen dat iedereen zijn gemoedsrust
bewaart. Er wordt wel wat veel gepa-
laberd en «gestrategeerd» over alles
wat verband houdt met den oorlog,
maar wat wilt ge. waar het hart van
vol is, loopt den mond van over. Ge
lukkig' behouden de meeste menschen
hun gewoon gezond verstand waarmee
ten slotte op degelijke wijze de maat>-
regelen zullen kunnen getroffen worden
die noodig blijken.
De socialistische vrouwen hebben
onmiddellijk in alle gewesten him be
sturen bijeen geroepen.
Iedereen is akkoord dat in tijden van
nood alle vrouwen him krachten moe
ten vereenigen om dien nood zooveel
mogelijk te lenigen. Ons land is nog
niet in den oorlog betrokken. Wij ho
pen dat het gespaard zal blijven. Maar
zelfs dan zullen de soldaten gemobili-
781
seerd blijven en zullen de bijzondere
omstandigheden bijzondere hulpver
leening blijven eischen van diegenen
die daartoe in staat zijn, hetzij voor 4c
bevoorrading, hetzij voor de hulp aan
geïnterneerden, hetzij om alleenstaan
de vrouwen met raad en daad bij te
staan, hetzij voor nog andere zaken
die we nu nog niet kunnen voorzien.
De socialistische vrouwen zullen
daarom overal paraat staan. Zij zul
len tevens bijzondere bureelen inrich
ten eenerzijds om de vi ouwen te no-
teeren die hun arbeid aanbieden, het
zij vrijwillig, hetzij mits vergoeding;
anderzijds aan de vrouwen alle moge
lijke raad en hulp verschaffen in ver
band met den huidigen toestand.
Volgende week hopen wij daarover
de noodige inlichtingen te kunnen ver
schaffen wat dag, uur en plaats be
treft.
Intusschen kunnen de vrouwen die
eer. of meer uren vrij hebben per dag
of per week hun diensten reeds aan
bieden aan de bestuursleden. Er zal op
tijd en stond gaarne gebruik van ge-
gehoord worden.
Het spreekt vanzelf dat wü onze hulp
niet eng voorbehouden aan onze eigen
leden. Ieder oprecht aanbod is welkom
en ieder rechtzinnig verzoek zal aan
hoord worden.
Voor onze leden werden bijzondere
algemeene vergaderingen belegd waar
over onze werking en tevens over de
verdediging tegen luchtaanvallen zal
gesproken worden.
Hoe zeer wij ook onder den indruk
zijn van de gebeurtenissen, verliezen
wij toch den moed niet. Integendeel
onze overtuiging dat alleen een recht
vaardige samenleving, zooals het demo-
kratisch-socialisme die nastreeft, den
oorlog kan uitschakelen wordt door 4e
gebeurtenissen nog eens bevestigt.
Mochten de menschen hieruit de noo
dige lessen trekken, de socialistische
beweging versterken en aldus op doel
matige wijze den oorlog bestrijden.
V. L.
JAN. 't Is Oscar gelooj ik
OSCAR. Wablief
JAN. Ge zijt gij toch Oscar, hé
OSCAR. Ik versta u niet. Roep
een beetje luider.
JAN. Zijt gij Oscar
OSCAR. Wie zou het anders zijn?
JAN. Ha Gij denkt gij nog, dat
ge zoo gemakkelijk herkenbaar
zijt
OSCAR. En mijn baard dan
JAN. 't Is daaraan, dat ik giste
wie ge waart.
OSCAR. Iedereen heeft geen spe-
cialen hoed als de uwe, om als
identiteitskaart te dienen.
JAN. En ge zegt niets van mijn
moustache
OSCAR. Ge hebt hem ook mo
gen afknippen.
JAN. Wat wilt ge er aan doen
Ge kunt geen gasmasker ophou
den met 'n goeden baard of 'n
flinke moustache. We zijn daar
door aan 't verjongen.
OSCAR. We zien er schoon uit.
JAN. Dat is de laatste mode, ge
schapen naar de laatste bescha-
vingswetten van de twintigste
eeuw.
OSCAR. Ge kunt gij nog spotten.
JAN. 'k Zal toch niet weenen,
want moest ik dat doen, dan
slaan mijn vensters aan en 'k zie
niemendal meer.
OSCAR. Maar 't is nog wat an
ders als ge moet niezen.
JAN. Oscar, jongen, 't is dat
vooral dat te vreezen is. Het
schijnt dat ze met niespoeder
gaan smijten in formidabele
kwantiteit.
OSCAR. 't En is toch zeker niet
waar
JAN. Jongen, jongen, in dezen
tijd kunt ge de menschen van
alles wijs maken.
OSCAR. 't Was maar ne kwakkel.
JAN. Zeker. Ge moet kalm zijn,
dat is het parool. Daarbij 'n neu
traal mensch is per definitie 'n
kalme vent.
OSCAR. Ge hebt nog uw goed
humeur niet verloren.
JAN. 't Is daarmee dat we 't gaan
winnen.
OSCAR. Altijd er op uit om een
lol uit te steken.
JAN. Jawel, en de beste is deze
die hier op 't papier staat.
OSCAR. Dat begrijp ik niet.
JAN. Hebt gij dan geen gasmas
ker aan
OSCAR. Zeker.
JAN. Zit ge dan niet in een ma
gnifieke schuilplaats
OSCAR. Zeker.
JAN. Dat is de grap.
OSCAR. Hoezoo
JAN. Zeg eens, wie van onze
menschen kan zich de luxe per-
mitteeren gasmaskers te koopen?
En wie heeft reeds een gasmas
ker gekregen En waar zijn die
bomvrije schuilplaatsen
MEN kan niet bepaald zegjen
dat wij ons, in het neutrali-
teitspaa dat de pas ontketen
de oorlog ons op het lijf heeft
gegooid, absoluut op ons gemak be
vinden. Er is nog een zeker tasten
en zoeken naar een grooter even
wicht dat wij ons nog niet eigen heb
ben gemaakt. Op militair gebied
gaat dit nog gemakkelijkst van al.
Daar .bestaan reeds een aantal vaste
regelen die sedert het vredesverdrag
van 1807 gemeengoed geworden zijn.
Waar er eenige twijfel mogelijk was
namelijk op het geo.ed der militaire
luchtvaart, dat in 1907 nog niet kon
voorzien woruen, hebben ae neutra
len zich blijkbaar kunnen akkoord
srtellen om een eenvormige lijn te vol
gen.
Waar er echter nog schommelin
gen zijn is het voornamelijk op het
terrein der individueele gedragingen
en de vertolking der openbare opinie.
Men ontkomt aan cien induk niet
dat zelfs in regeeringsknmen een
zekere zenuwachtigheid heerscht die
haar uiting vindt in strekkingen tot
overdreven ijver. Wij hebben onge
lukkig niet de gelegenheid kunnen
opdoen, die Holland en Zwitserland
in 1914 wel gehad hebben, om ons
een traditie van neutraliteit verze
keren die het juiste midden weet te
houden. Het zal slechts na een ze -
keren tijd zijn dat wij tot klaarheid
zullen komen om te weten wat eigen
lijk mag of niet mag.
Een bewijs van de nog bestaande
onbeslistheid halen wij in het feit,
dat op een gegeven oo_enblik de
mogelijkheid werd in het vooruit
zicht gesteld den verkoop van een
paar Fransche weekbladen in ons
land te verbieden. Ons land kan niet
verantwoordelijk worden gesteld voor
hetgeen in een ander land wordt
gedrukt ook indien het hier ter be
schikking van het publiek wordt ge
steld. Ons volk moet het volle recht
hebben zich op de meest verschei
den wijze te dokumenteeren over de
tegenover elkaar staande standpun
ten en het zou een cnaarmeembare
vernedering en in voogdij stelling
zijn van de publieke opinie moest
men haar deze mogelijkheid willen
onthouden. Gelukkig schijnt men in
dese richting niet aan te dringen.
Wat de nieenin.suitingen in onze
eigen pers betreft zijn de polemieken
nog met uit de luent, spijts de at
mosfeer van nationale Unie.
Wij kunnen aan sommige heetge
bakerde, te ijverige schroomvalllgen
die elite vrije meeningsiverkondiging
uit den booze achten niet genoeg
aanraden, een tijdje in de leer
te gaan bij de Nederlandsche en
Zwitsarsche bladen waar men niet
aarzelt voor zijn meening uit te ko
men, maar waar men dit doet zonder
aanstellerigheid en vooral met een
groot taktgevoel. «Le ton fait la
chanson». Met grove woorden haalt
men het zeker niet. Wij z4jn in ons
land zeer gewoon een kat een kat te
nomen en geen blad voor den mond
te nemen. Laten wij het nu eens
gentlemanike aanpakken en ons
bewoordingen eigen maken die wel
licht wat kleurloozer zijn, omdat ze
thuis hooren in de arkanen van de
diplomatie, maar die in al hun koel
heid toch zeggen wat ze te zeggen
hebben.
In ieder geval zal het moeilijk zijn
voor eenieder wol te doen des te meer
daar de oorlogvoerende landen van
een verschillend standpunt uitgaan
wat de eerbiediging van de openbare
meening betreft. Aldus zal een totali
tair land misschien eerder geneigd
zijn een neutrale regeering verant
woordelijk te stellen voor vrije mee-
ningsuitingen die minder gunstig
zijn, omdat het uit den aard van zjjn
regime een tendens kan hebben om
private uitingen te beschouwen als
zijnde gedekt door een regeering die
de verspreiding ervan toelaat. Maar
zooals de gewoonlijk zeer bezadigde
Paul Struye in een artikel van «La
Libre Belgique» verkondigt kan een
regeering door eén andere toch niet
worden verplicht afbreuk te doen aan
de rechten die zy aan haar landge-
nooten krachtens haar Grondwet
verschuldigd is. ZU is echter gewa
pend door de wetsbepalingen die
uitingen beteugelen welke strijdig
zijn met de internationale hoffelijk
heid en met de inschikkelijkheid die
men jegens eiken vreemden staat
dient te betoonen.
Er is trouwens een reeds oud
artikel van ons Strafwetboek (het
dateert van 20 December 1852) dat
een gevangenisstraf van 5 tot 10 jaar
voorziet voor diegenen die met vijan
dige daden door de Regeering niet
goedgekeurd den Staat aan vijande
lijkheden vanwege een vreemde mo
gendheid blootstellen.
Men mag er zich ook aan verwach
ten dat meer dan in het verleden
door de oorlogvoerenden belang zal
gehecht worden aan de handelsver
richtingen die door de partikulieren
der neutrale staten zullen beoefend
worden.
Men ziet van nu reeds hoe de
strijd op dit terrein wordt gevoerd:
het zal thans voor de staten niet
zoo gemakkelijk meer zijn zich als
Pontius Pilatus die handen in on
schuld te wasschen en zich te ver
schansen achter het argument dat
men geen verantwoordelijkheid
heeft te dragen voor privaat bedrijf.
Nu de handel in mindere of meerde
re mate door alle landen is geregle
menteerd zul'en de toelatingen en
verbodsbepalingen nauwkeurig op de
vingers gekeken worden, voor een
oorlogvoerende die in deze verrich
tingen een reden wil zoeken om een
overtreding der neutraliteit in te roe
pen zal het wellicht steeds mogelijk
zijn graten te ontdekken.
Daarom ligt er vermoedelijk veel
waarheid in de meening door de
«Europe Nouvelle» in haar laatste
nummer uitgedrukt dat men zich op
gebied van neutraliteit aan wisselin
gen en evoluties mag verwachten al
naar gelang de verdere ontwikkeling
van den oorlog.
Waarmede niet gezegd wil worden
dat wij fataal in het gedrang moeten
geraken. Maar wij zullen in onze neu
traliteitspolitiek veel hebben van
dansers op een stalen koord, met
onder ome voeten een dreigenden
chaos...
Er bereiken ons allerlei gruweibe
richten over Polen, maar de wreed
heid te land moet zeker voor die ter
zee niet onderdoen. Ook in dit element
beteekent oorlog een verraderlijke
strijd waarbij de misdaad van het
slachtofferen van onschuldigen niet
wordt ontzien.
Het buitengewone wreedaardig tor
pilleeren van schepen vol vluchtelin
gen zooals de Athenia heeft on
middellijk het wereldgeweten doen op
schrikken. Stond men voor den eer
sten slag van een onbeperkten duik
bootenoorlog, onzaliger nagedachtenis
van 1917
Helaas, de volgende zeedrama's zou
den dit bevestigen. Bij verrassing, zon
der eenige verwittiging, werd de eene
boot na de andere door de Duitschers
naar den dieperik gezonden. Na de
Athenia volgde de Bosnia de
Royal Sceptre de Olive Grove
de Pukkastan de .Tamara., de
Manaar enz. enz.
De overlevenden van deze laatste
scheepsvernieling verklaarden allen
eensgezind, dat de boot zonder vooraf
gaande waarschuwing door een duik
boot werd getorpedeerd en tot zinken
gebracht, terwijl de bemarning pro
beerde de reddingsbooten uit te zet
ten.
Ook de Regent Tigereen der
door een Duitsche duikboot aangeval
len Engelsch schip, kende een gelijk
aardig lot.
De Regent Tigerhad de wijze
voorzorg genomen, teneinde de tref
kans van mogelijke torpedo's zooveel
doenlijk te verminderen, fig-zag te
koersen. Ondanks deze maatregelen
werd het schip onverhoeds getroffen.
Na den aanval namen leden van de
bemanning en passagiers plaats in de
twee reddingsbooten.
Ternauwernood waren deze booten
echter op 400 meter van het getroffen
schip verwijderd, of er deed zich een
hevige ontploffing aan boord van de
Regent Tiger voor. Stukken hout
en ijzer vlogen rond n bedekten de
zee met wrakstukken. Het schip vloog
in brand. De vlammen sloegen, naar
een der matrozen vertelde, hoog uit
boven het schip, dat als een fakkel
bleef ronddrijven.
Wij roeiden uit alle macht om
maar zoo gauw mogelijk uit de gevaar
lijke omgeving van de Regent Tiger
te komen. Wij liepen niet alleen de
kans door een tweede ontploffing en
de daarbij losgescheurde stukken hout
en ijzer te worden getroffen, maar ook
dat het schip, wanneer het zonk. ons
in de zuiging zou meetrekken..
Nicolson, de vice-president van de
Amerikaansche reederij Waterman,
heeft verklaard, dat de Macpsta -
van deze maatschappij, door een Duit
sche duikboot ter hoogte van de Iersehe
kust werd gepraaid. De gezagvoerder
meldde de reederij, dat zijn schip van
Glasgow kwam en drie uur werd door
zocht aleer het de reis kon voortzet
ten.
De kommandant van de duikboot had
tegenover hem verklaard, dat voortaan
het vuur zou worden geopend op Ame
rikaansche schepen, die weigeren te
stoppen.
Zulke onmenschelijke en brutale me
thodes zouden inmiddels in Duitsch
land zelf reeds oorzaak zijn geworden
van een konflikt tusschen net opper
bevel van het Duitsche Rijk en de
nationaal socialistische leiders.
Groot-admiraal Rader, de bevelheb
ber van de vloot, zou, volgens inlich
tingen uit Engelsche bron, er op ge
wezen hebben, dat de laatste hoop
van Duitschland om de Briische blok
kade te breken, in een onbeperkten
duikbootoorlog zou zijn gelegen. Hij
zou hebben geprotesteerd „egen de on
handige pogingen van Gobcols om de
verantwoordelijkheid voor bet torpe-
deeren van de Athenia op andere
personen te schuiven. De admiraal
zeide, dat, indien de kommandant van
de duikboot een fout had begaan, deze
zou hebben bestaan in een te strikte
opvolging van de bevelen van Hitier
om schepen zonder waarschuwing tot
zinken te brengen.
Hij voegde er aan toe, dat deze kom
mandant het ijzeren kruis verdiende,
zelfs indien vrouwen en kinderen uit
neutrale landen als slachtoffer zouden
zijn gevallen
Zulke echt misdadige houding is voor
het oogenblik niet nader te kontrolee-
ren. Misschien zullen de feiten in de
eerstkomende dagen ons iets meer ont
hullen over de geloofwaardigheid de
zer gezegden.
Toch valt het niet te loochenen dat
Duitschland In de hoogste mate verbit
terd is om de blokkade der Engelschen
die beletten dat er nog iets langs het
kanaal of tusschen Engeland en Noor
wegen naar of van uit Du.tschland
sou passeeren. Het is mogelijk dat in
de wintermaanden, evenals in 1914
1918, enkele kaperkruisers een poging
zullen doen om door deze versper
ring heen te glippen. Voorloopig is
de Duitsche koopvaardijvloot in neu
trale havens binnengevlucht en kan ze
geen vin verroeren. Het eenige wa
pen. waarvan het Reich zich dan ook
op onmeedoogende wijze bedient, is
haar onderzeevloot, die dadelijk tegen
de Engelsche scheepvaart kan worden
ingezet. Blijkbaar zijn thans eenige
groote U-booten van 750 ton in volle
zee in de buurt van de bekende scheep
vaartroutes in aktie.
Allerwegen worden ze gesignaleerd.
Passagiers, die met het mailschip
Iroquois .t San Juan op Porto Rico
aankwamen, verklaarden, dat zij on
geveer 300 mijl ten noorden van Porto
Rico een Duitsche duikboot hadden
gezien en een zwart geschidord vracht
schip, waarvan de naam onleesbaar
was.
De regeering der Vereenigde Staten
ontving berichten, dat Dui.sche duik-
booten opereeren in de Karaïbische
Zee (begrensd door de Anrillen, Mid
den-Amerika en het noord-westen van
Zuid-Amerika) en in het zuidelijke
deel van de Atlantischen Oceaan.
De vraag is nu of deze stalen haaien
nog lang in Zuid-Amerika basissen
zullen kunnen vinden om voorraad en
munitie in te slaan of herstellingen
uit te voeren.
Engeland, dat bijna over evenveel
duikbooteh beschikt als Duitschland
(ongeveer 60), maakt dan ook bijzon
der jacht op de gevreesde U-booten.
De Britsche admiraliteit besteedt ook
al haar zorg aan het inrichten van een
konvooidienst, waarbij de koopvaarders
in zulkdanige formatie zouden varen,
dat zij slechts een klein doelwit bieden
voor een torpedo-aanval. Wordt een
schip getorpedeerd, dan wordt ge
tracht, de duikboot met dieptebom
men te vernielen.
Een nieuw type vormen de begelei-
dingsschepsn, een soort snelle kanon-
neerbooten met anti-luchtvaartgeschut
met groote elevatie.
Zoo zou het tenslotte mogelijk wor
den een einde te stellen aan de ram
pen, door den onbeperkten duikbootenr
oorlog teweeg gebracht.
NICK.
JJSt
ÏMteiSM.!
Drie Britsche koopvaardijschepen, door de Duitschers in den grond geboord.
Van boven naar onderde Pukhastan, de Manaar en de Inverliffey.
VERGEET NIET dat elk oogenblik. aan een gevaarlijken
draai, aan een kruisweg, op de baan, u .een ongeval
kan overkomen voor hetwelk gij verantwooraelijk »unt
worden gesteld.
DENKT GIJ aan de geldelijke gevolgen, aan bet verlies
van dagloon, aan de oneindige bekommeringen die 1
te wachten staan, moest gij persoonlijk slachtof.er
worden van een ongeval
LUCHTVAARTSQUARE. 31, BRUSSEL
mits een laarlijksche premis van S> frank, biedt U
een verzekering aan die uw burgerlijke veiantwoorde-
Ujkheid tegenover derden waarborgt en de ongeval.en
die u persoonlijk kunnen overkomen dekt, In aa
volgende voorwaarden
BURGERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
Premie van 25 fr.
50.000 fr. voor lichamelijke schade.
10.000 fr. voor stoffelijke schade.
PERSOONLIJKE VERZEKERING Premie van J0 Ir.
20.000 fr. bij doodelijlt ongeval.
20.000 fr. bij gebrekkelijkheid. w J
10 fr. per dag bij tijdelijke onbekwaamheid tot werkm,
KOOPT DEZE GERUSTSTELLING
Beschermt u tegen de gevaren die n bedreigen en onnerw
schrUft aanstonds een volledige wielrydersverzckcring^