RHODESIE DAN GRONDGEBIED VAN DE BLANKE ALLERHEILIGEN - OODENHULOE 5 DE FINANCIERING VAN DE m Ik misse u waar ik henenvaar of waar ik henenkeer den morgenstond, de dagen rond en de avonden nog meer Wanneer alleen ik tranen ween 'i zij droevig hei zij blij, ik misse u, o ik misse u zoo ik misse u neffens my CN| Zaterdag 30 oktober 1965 27e jaargang - Nr. 44 De financiële moeilijkhe den, waarin de ziektever zekering sedert ettelijke ja ren verkeert, is een vraag stuk dat tot nog toe door de opeenvolgende regeringen niet is kunnen geregeld worden. Zeggen wij vooreerst dat het jaarlijks tekort te wij ten is aan de wijze van fi nanciering van deze sektor van de maatschappelijke zekerheid. De ziekteverzekering be schikt inderdaad over een gedeelte der inkomsten die, door afhoudingen op de lo nen en werkgeversbijdra gen, aan de Rijksmaat- schappelijke Zekerheid wor den gestort. Sedert jaren is de Staat verplicht geweest bijkomende subsidies aan de ziekteverzekering te stor ten, omdat de uitgaven de normale inkomsten over troffen. Is het dan wel logisch over een tekort te spreken, wanneer de uitgaven van de ziekteverzekering, door de vorderingen van de ge neeskunde en de toeken ning van nieuwe voordelen, bestendig stijgen? In de andere sektoren van de maatschappelij ke zekerheid pensioenen en werkloosheid wordt er nooit van werkelijke tekor ten gesproken, ofschoon de uitgaven hier ook moeilijk bij voorbaat kunnen ge raamd worden. Toen, enke le jaren geleden, het aan tal werklozen zeer hoog was, heeft niemand de noodzakelijkheid betwist de nodige fondsen te besteden om de vergoedingen uit te keren aan de arbeiders, die slachtoffer waren van de ekonomische krisis en werk loos werden. Een bestendig evenwicht ln de begroting van de ziek teverzekering, zou alleen kunnen bekomen worden door de uitkeringen te be perken tot het normaal be drag van de afhoudingen op lonen en werkgeversbijdra gen of door deze bijdragen jaarlijks aan te passen aan de bestede uitgaven. Deze beperking zou in geen geval een goede op lossing zijn, een moderne staat, zoals België, heeft in derdaad als eerste plicht de bescherming van de gezond heid en de nieuwe weten schappelijke middelen om de ziekte te bestrijden, niet afhankelijk te maken van inkomsten, die beperkt blij ven tot een bepaald gedeel te van de fondsen van de R.M.Z. Men mag er zich aan ver wachten dat de uitgaven van de ziekteverzekering zullen blijven stijgen. Voor een gedeelte hiervan is de ze stijging te wijten aan de medische honoraria, die door de eisen van de dok ters in aanzienlijke mate werden opgevoerd. Men kent ook de nijpende toestand van de klinieken, die met het terugbetaalde bedrag per verpleegdag de werkelijke prijs van de hos- pitalisatie niet meer kun nen dekken. Bovendien, door de in schakeling van nieuwe ka- tegorieën in de ziekteverze kering (zelfstandigen, open bare diensten) zal het aan tal gerechtigden, dat in '62 5.347.000 bedroeg, de acht miljoen in 1966 overschrij den. Ten slotte, de bestendige vorderingen van de genees kunde brengen ieder jaar meer en hogere uitgaven, zonder dan te spreken van de verhoogde uitkeringen aan zieken en invaliden en van de stijging der admi nistratiekosten. Men verwacht dat het jaar 1966 alweer met een aanzienlijk tekort zal slui ten, tekort dat de Staat bij middel van een buitenge wone subsidie zal moeten dekken. De minister van Sociale Voorzorg zal dus de evolu tie van de uitgaven aan dachtig moeten volgen, de misbruiken zoveel mogelijk uitschakelen en het hoofd bieden aan onverantwoorde eisen van de geneesheren die, voor een gedeelte al thans, de huidige moeilijk heden hebben veroorzaakt. In geen geval mogen de arbeiders het gelag betalen van een toestand, waarvoor zij niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden. Ian Smith is een koppig man. Hij vertolkt de weer spannigheid van de blanke minderheid in Rhodesië die de waarheid niet onder ogen wil zien, van mensen die de loop der geschiedenis wen sen tegen te gaan. Deze waarheid leert ons dat de jongste decennia op het wereldpolitieke vlak ge kenmerkt werden door de ontvoogding van de kleu- ren-volkeren, die zich van de oude koloniaal-statcn losmaken en de weg naar de onafhankelijkheid kie zen. Dat gaat spijtig genoeg niet altijd zonder bloedver gieten en de nieuwe staten hebben soms alle moeite van de wereld om hun eigen zaken degelijk te beheren. Men kan dat betreuren, maar men kan niet zoals Ian Smith en zijn volgelin gen de loop der geschiede nis trachten te wijzigen. Trouwens men zou diege nen die bij de superioriteit van het blanke ras zweren, wel eens de vraag kunnen stellen of de periode dat de blanke zijn stempel op de menselijke beschaving heeft gedrukt wel vrij van smet ten is gebleven Het nationalisme van de blanken, het racisme tus sen blanke bevolkingen heeft Europa in een einde loze reeks van oorlogen ge stort waarbij het tribalis me en het nationalisme der autochtone bevolkingen van Afrika en Azië in het niet verzinken... Nergens werd meer ge moord en gebrand dan in Europa, bakermat van de beschaving. Maar van deze waarheid willen sommigen klaarblijkelijk niet weten. We staan hier voor het eeuwig verschijnsel van de splinter en de balk... De negers moeten op hun plaats blijven... In Rhodesië menen de tweehonderdduizend blan ken te kunnen blijven heer sen over de vier miljoen Afrikanen. De regering is blank, want de verkiezingen ge- bebren er op twee lijsten: de A-lijst met 50 zetels is voor de blanken; de B-lijst met 15 zetels is gereserveerd voor de Afrikanen, t.t.z. voor een uitgelezen schare van Afrikanen, een goede 11.000 op de vier miljoen, die de vereiste kwalifikaties bezitten en een minimum inkomen van 240 ponden. De nationalistische par tijen zoals we die elders in Afrika kennen zijn er verboden. Josliuo Nkomo en vele, andere zwarte leiders werden onder «verzekerde bewaking» gesteld. Ze genie ten wat men schijnheilig weg noemt «een beperkte bewegingsvrijheid». De doodstraf werd inge voerd voor alle aanslagen op regeringsgebouwen, want men voelt wel dat er iets aan 't gisten is. De eis van de zwarten voor «algemeen stemrecht» werd afgewezen. De blanke regering wist zelfs de zaken voor te stellen als zou de autochtone bevolking zelf, zich uitgesproken hebben tegen het principe «één man, één stem». Inderdaad de regering had in 1963 de Indala bij eengeroepen, dit is een ver gadering van een veertigtal stamhoofden, leiders bij erf opvolging, die bovendien door de regering worden betaald... en inderdaad de ze «heersers» waren van oordeel dat de blanken ge lijk hadden. (Zie vervolg laatste bi?.) Guido Gezelle voor allen ZiekieuerzeM ICED ACTIE EN ADMINISTRATIE ST.-PIETEKSNlEt W8TRAAT. 64 GENT - Tel 23.57.95 (4 HJnen) - I'ostchecUrekenlng 567.33 «Hel l.tchl» Voni abonnementsprijzen zie gewestelijke bladzijden Ver. uitgever. K VEKCAMMEN, St.-Pletersnleuwslraat. 64. Gent »v,i» ittüÜ&T V *1»

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1965 | | pagina 1