ARBEIDERS-
PROBLEMEN
VAN DEZE TIJD
KINDERGELUK
CVI
Zaterdag 4 december 1985
27e jaargang - Nr. 49
Nog een enkele nacht te slapen en dan brengt de Goede Sint
klein beertje bij mij thuis
De fysiocraten, de vaders
van het economisch libera
lisme uit de vorige eeuw,
vertrokken van het stand
punt dat de arbeider van
nature uit lui en werkon-
willig is. Om hem aan te
moedigen werd, zoals voor
de ezel, de theorie van het
klontje suiker en de zweep
toegepast. Het klontje sui
ker was het arbeidsloon, dat
zoals alle goederen een
marktprijs had... De zweep
was de schrik voor werk
loosheid en de daarmee ge
paard gaande armoede.
De arbeider werd door
het industrieel liberalisme
alleen als producent van
arbeidskracht of als onder
deel van de machine be
schouwd, niet als mens.
Zelfs vrouwen en kinde
ren werden in die tijd on
genadig uitgebuit. Terecht
verklaarde Karl Marx dat
de arbeid alle bekoring ver
loren had en dat de mens
niet alleen vervreemdde van
het produkt van zijn arbeid
doch ook van zijn natuur
lijke omgeving en zijn me
demensen.
De bezorgdheid van
de bedrijfspsychologen
Onder de druk van het
socialisme, dat niet alleen
1 streed voor betere sociale
j voorwaarden, doch ook
trachtte te doen aanvaar
den dat de arbeid niet lan
ger werd beschouwd als een
vernederende karwei, is
sindsdien veel veranderd.
Het bedrijfsleven heeft
zich aangepast aan de
nieuwe opvattingen en men
ging zich zelfs op weten
schappelijke wijze toeleg
gen op de studie van de ar
beid.
Het werk van de bedrijfs
psychologen! bleef nochtans
in funktie van het winst
bejag. De steeds weerke
rende vraag waarop ze
een antwoord dienden te
geven luidde Wat kun
nen we doen om de arbei
der meer en beter te kun
nen laten produceren?
Hun bezorgdheid ging
naar een aantal sociale
voorzieningen, verfraaiing
van de werkplaatsen, vei
ligheidsmaatregelen inrich
ting van refters, het me
disch onderzoek in de fa
brieken. Doch al deze
schikkingen, die onze goed
keuring ten volle wegdra
gen, bleven in de opvatting
van het patronaat (of al
leszins van de meeste werk
gevers) niets anders dan
maatregelen om de natuur
lijke tegenzin van de arbei
ders voor 't werk enigszins
te remmen.
Als men thans spreekt
van de vermindering van de
arbeidsduur en de organi
satie' van de vrije tijd zul
len de patroons weerom die
problemen stellen in het
licht van de produktiviteit
en zullen ze opnieuw in
deze verbeteringen elemen
ten zien om de «negatieve
houding van de arbeider
ten overstaan van 't werk»
te milderen.
De Arbeid is een deel
van het leven
Men kan zich moeilijk 'n
idee vormen tot welke re
sultaten de technische evo
lutie kan leiden in het
tijdperk waar kernsplitsing
automatisering, computers
en elektronische breinen
ten volle zullen aangewend
worden. Men kan zich wel
indenken dat de arbeidstijd
zal worden verminderd en
dat op dat ogenblik zich
scherp de vraagstukken
zullen stellen van de vrije
tijdsbesteding.
Maar dat neemt niet weg
dat de arbeid een belang
rijk deel van het leven van
de mens zal blijven inne
men, ook al verminderen de
arbeidsuren. Als men over
een onbekende iets zal wil
len vernemen zal men nog
altijd de vraag stellen:
Wat doet hij? Is het dan
niet beter de verhouding
van de mens tot de arbeid
(Vervolgt laatste bil)
voor
i allen
lil I) veilt: EN ADMINISTRATIE ST.-PIETEItSNIEUWSTRAAT, 64
CENT - lel. 23.57.95 (4 lijnen) - Postcheckrekenlng 567.33 «Het
licht» Vom abonnementsprijzen zie gevcstelljke bladzijden.
Ver. uilgever. K. VERCAMMEN, St.-Pielcrsnieuvvstraat, 64, Gent
Over
wat er
gesproken
wordt
Op het ogenblik dat wij
deze woorden schrijven weten
wij nog niet wie onze bijzon
derste woordvoerders zullen
zijn hij gelegenheid van de
bespreking van de bijkredie
ten in de Kamer. Wij weten
ook niet welk standpunt onze
mensen uiteindelijk zullen in
nemen na het indienen van
de amendementen.
Wat er van zij, wij hebben
liet gevoel dat wij voor het
ogenblik een personaliteit
missen als deze van wijlen
kameraad Tielemans, die ons
in zijn hoedanigheid van mi
nister adjunkt voor Finan
ciën, bij de vorige regering, al
te vroeg ontviel.
In het blad «Vooruit» zijn
onlangs enkele artikels ver
schenen over onze financies
die op voorhand hel probleem
hebben trachten te verrui
men. Aanleiding daartoe was
een uitlating van minister E.
Anseele. die tijdens de bij
eenkomst van de Algemene
Raad van de Partij aan som
mige jongeren het verwijt
maakte dat deze haarklieverij
tussen rechtstreekse en on
rechtstreekse belastingen al
lang genoeg gedunrd had en
dat wij beter deden de gewe
zen Engelse ekonomist Key
nes eens ter hulp te roepen,
zoals de Engelse socialistische
jongeren thans doen.
Het verwijt was scherp,
maar het voorstel daarom
hiet minder belangrijk.
Let wel, onder de socialis
ten geeft niemand het vroe
ger ingenomen standpunt op
van de onrechtstreekse belas
tingen zo laag mogelijk te
wensen. Want alles samenge-
rekend, het zijn tenslotte deze
belastingen die het hardst in
het vel snijden van het aktie-
ve deel van de bevolking,
waarbij wij allen behoren.
Tu.-ü mogen wij ons riiei
Wind staren op zekere ieiten
zoals de volgende: in de pe
riode dat de onrechtstreekse
belastingen verlaagd werden,
zoals de overdrachtstaks ten
tijde van de linkse regering
(1954-1958) heeft men zelden
of nooit vastgesteld dat de
detailprijzen of dat de klein-
handelsindcx daalde. In de
loop van 1964-65 werden be
paalde douanetaksen verlaagd
in het kader van de afbraak-
politiek der toltarieven in ver
band met de Gemeenschap
pelijke Markt. Heeft men
- daarvan iets in het courante
leven gemerkt Integendeel,
algemeen werd er beweerd dat
wij besmet werden door de
hoge prijzen van onze buur
landen. Waar is het verschil
in prijs naarloe
H el zeker niet bij de ver
bruiker. Maar het verschil
werd gretig opgeslorpt door
een van de schakels in de
ketting der tussenpersonen.
Zolang de Staat niel beter
uitgerust is om de prijzen te
beschermen en wij kunnen
toch geen kontrolediensten
als tijdens de oorlog in het
leven roepen moeten wij
dus de prijzenkommissie en
de konkurrentie haar spel la
ten spelen.
Het belang van deze discus
sie zit dus niet zozeer in de
direkte of indirekte belastin
gen. Het zwaartepunt moet
gelegd worden op de expansie,
op de steeds noodzakelijke
ekonomische groei.
Het is daar dat wij de stof
moeten zoeken van onze mo
derne betrachtingen en van
ons modern socialisme. Wij
moeten van onze mensen
voorts een kooplustige en
waarom niet een koopzieke
massa maken. En daarom ook
moeten onze sociale verzuch
tingen steeds stijgen.
Wij mogen daarbij niet ver
geten dat de diskussie die in
sommige onzer rangen was
uitgebroken eén goede gele
genheid was om overal aan
gevallen te worden. De grote
behoudsgezinde pers heeft de
gelegenheid niet laten voor
bijgaan. Volgens de enen heb
ben wij afgedaan; volgens de
andere hebben wij alleen het
recht om mee te praten in
tijden van armoede, van ach
teruitgang, van werkloosheid
Zelfs een zekere kristelijke
pers komt met plannen voor
de uinnen: dat op gebied van
vakbeweging wij beter zouden
doen samen te smelten
Stelt gij u reeds voor. dat
het meest waakzame deel van
onze bevolking een muilband
zou moeten dragen En dat
onze syndikale leiders naar de
pijpen zouden moeten dansen
van de meest tamme scha
pen
Omdat zekere mensen me
nen dat wij hel niel meer
roerend eens zijn over het
geen wij willen, tracht men
ons lungs alle kanten aan te
vallen.
Zo doet natuurlijk ook de
P.V.V. Deze mensen zijn daar
in hun rol. want ze moeten
toch met iets hun oppositie
weten te voeren. Op zeer wei
nig gebied kunnen ze ons
aanvallen. Niet op sociaal ge
bied. want zij willen de klok
achteruit zetten. Niet op on
derwijsgebied, want ze hebben
sedert lang reeds de officiële
school verloochend; niet op
ekonomisch gebied, want hel
is alleen met de socialisten
aan het bestuur dat het land
op volle toeren draait. Alleen
op financieel gebied schijnen
zij iets ontdekt te hebben,
doch hetgeen ze willen is de
klok achteruit zetten.
Laat ons dus in volle over
eenstemming oprecht aan me
kaar gesloten blijven.