Arbeiders problemen voor morgen Een regering die de kolennijverheid opoffert WÊ 1-- m CNI Zaterdag, 3 september 1966 28e Jaargang - Nr 36 De eis tot medezeggenschap Wat hebben de ondernemingsraden ons gebracht De arbeiders raadplegen (Zie vervolg blz. 2) /f Ouders, neemt een kordate beslissing, stuurt uw kinderen naar een neutrale officiële onderwijsinstelling, die de beste waarborg biedt voor de toekomst van uw kinderen. Men hoort wel eens ver klaren dat de toestand in de kolenmijnen het Vlaam se land niet aangaat. Een kortzichtige zienswijze die volledig vals is. Zonder van de ekonomische weerslag te gewagen, hoeft men maar eens te letten op het grote aantal Vlaamse mijnwer kers, dat in de kolenputten nog is tewerkgesteld. Welke de vooruitzichten zijn van deze industrie, die eens het «zwarte goud» aan ons land opleverde? Uiterst slecht en uiterst bedroe vend... Bedenk eens, de regering V.D.B. heeft besloten in '67 een nieuwe serie kolenmij nen te sluiten met het ge volg dat een nieuwe groep van 7.000 dezer arbeiders aan de dijk zal worden ge zet. 7.000 arbeiders op straat in één jaar! Voeg daarbij dat d'eze mijnwerkers die het slachtoffer werden van vorige sluitingen nog niet volledig door het bedrijfsle ven werden opgenomen en dat er nog nieuwe sluitin gen moeten volgen, tussen dit en het einde van het jaar, dan stelt men zich de herrie voor die er onder de mensen heerst, die van het kolenbedrijf moeten leven... Over dit erge ekono mische onderwerp, met een zeer grote sociale weerslag, is de Centrale van de Mijn werkers, aangesloten bij het ABVV, vorige week in kon- gres bijeengekomen. Dit vroeg kongres wijst onmid dellijk op een ernstige toe stand. En de ernst zit hem hier in. Voor wat de afgedankte mijnwerkers betreft, worden de toekomstmogelij kheden om ergens anders overge schakeld te worden, steeds kleiner en kleiner. Geen en kel plan tot rekonversie van de getroffen streken wordt er voorzien. Van overheidswege blijft men als het ware bij de pakken zitten. De regering is alleen be kommerd om begrotingsbe perkingen. Ze wil kost wat kost zoveel mogelijk uitspa ren, op de rug van de mijn arbeiders, al te saam. Gij kent het kolenpatro- naat? Nooit heeft ze van enige hervorming willen weten. Alle initiatieven of plannen die werden voorge legd wees ze van de hand. Alleen de wil van de hol dings en de banken telde. Ze heeft steeds de gemak kelijkste politiek gekozen. Ze heeft zich laten steunen door de gemeenschap, ter wijl de kolen daarenboven peperduur in detailhandel verkocht werden... Sedert de laatste oorlog ontvingen ze meer dan 80 miljard onder vorm van al lerhande subsidies. Velen voorzagen wat er ging gebeuren. Sedert twin tig jaar dacht de Centrale reeds op het getij dat kon keren. Het stelde een her vormingsplan op, dat feite lijk geen nationalisatie be tekende, maar toch 'n gron dige wijziging zou brengen: het tot stand brengen van één exploitatie per bekken. (Vervolg blz. 8) /V voor i allen UEDAKTIE EN ADMINISTRATIE ST.-PIETERSNIEUWSTRAAT 61 GENT - Tel. 25.51.93 (1 lijnen) - Posteheekrekenlng 567.33 «Het Licht, Voor de abonnementsprijzen zie gewestelijke bladzijden. Ver. uitgever A. DE KEULENEIK, St.-Pietersnieuwstraat 64 Gent. El A de bevrijding werd in vakbondsmiddens de eis tot medezeggenschap naar voor gebracht. Deze eis sproot voort uit de bestendige wil, die in de arbeidersbeweging reeds voor de oorlog aan wezig was om de bestaande strukturen der be drijven te wijzigen. Medezeggenschap wilde in de eerste plaats voor de arbei ders zeggen dat ze niet meer de speelbal zouden zijn van de kapitalistische ondernemingen en dat ze door rechtstreekse in menging en deelname aan de beslissingen zich beter beschermd zouden voelen tegen de patronale willekeur. In het na-oorlogse klimaat besefte elkeen dat iets in die zin moest worden ondernomen. In werkgeversmiddens was men tot toegevingen bereid. Eerst werden de vakbondsafvaardigingen ingesteld, daarna volgde een wet die o.a. de oprichting van ondernemingsraden voorschreef. De patroons zagen in deze hervorming een voorwaarde tot het behoud van de sociale vrede en de arbeidersorganisaties konden ze begroeten als een eerste stap naar een verder te bereiken doel: de aftakeling van het kapitalistisch beheer. De ondernemingsraden zijn nu reeds zestien jaar ingesteld en men is nu stilaan op een ogenblik gekomen dat enkele vra gen dienen beantwoord. Dient men verder hun bevoegdheid uit te breiden? Moet men thans een meer daadwerkelijke medezeggenschap eisen of moet men verder gaan op een weg die tot medebeheer zou leiden In syndikale middens is men het over de kwestie niet eens. Algemeen is men ervan overtuigd dat het experiment niet datgene heeft gegeven wat ervan verwacht werd, doch over oorzaak en gevolgen zijn de opvattingen verdeeld. De enen menen dat van in den beginne de bevoegdheid der ondernemingsraden te beperkt is gebleven en dat deze instel lingen zonder wezenlijke inhoud moeilijk doeltreffend konden werken. Anderen zijn van oordcel dat we te hoog hebben gemikt en dat de arbeiders onvoldoende voorbereid waren om de hun opgelegde taken te kunnen vervullen. Nog anderen zien de resultaten niet zo pessimistisch en wijzen op het nut van sommige goed-funktionerende raden, waar de arbeiders erin gelukt zijn hun invloed te doen gelden en hun medearbeiders te beschermen. Boven deze verschillende uiteenlopende appreciaties zweeft bovendien het verschil van ideologisch inzicht. De termen «medezeggenschap» en «medebeheer» zijn gela den en wekken, zoals vele slogans, gevoelens op van voor- of afkeur. Dat vergemakkelijkt een objektief oordeel niet. In vakbondmiddens vreest men weer een ideeënkonflikt tus sen de zogenaamde «radikalen» en de zogenaamde «reformis ten». Eigenaardig genoeg weet men, in het geval dat ons bezig houdt, precies niet goed in welk kamp zich beiden bevinden. Er zijn «radikalen» die menen dat men verder moet gaan en naar uibreiding van de taken der ondernemingsraden moet streven omdat dit een onderdeel is van de «struktuurhervor- mingen» die reeds jarenlang op het programma van de arbei dersorganisaties staan. Er zijn «radikalen» die menen dat men niet teveel verant woordelijkheid mag nemen in het kapitalistisch beleid omdat dit zou lijken op de integratie van de arbeidersklasse in de maatschappij, die men wil neerhalen. Er zijn zogenaamde «reformisten» die menen dat de in vloed van de vakbond zoveel mogelijk in de onderneming moet worden vergroot en dat de ondernemingsraden daartoe de ge schikte organen kunnen zijn. Er zijn zogenaamde «reformisten» die menen dat de arbei ders in de ondernemingsraden geen verantwoordelijkheid mo gen nemen in de schoot van de onderneming maar dat ze hun taak enkel moeten beperken tot het beschermen der arbeiders en het kontroleren en betwisten van zekere patronale beslis singen. Het beste middel om dit probleem zo objektief mogelijk te benaderen bestaat ons inziens in 't stellen en 't beantwoorden van de vraag: wat denken de arbeiders over de noodzakelijk heid en de huidige werking van de ondernemingsraden Als het waar is dat de bestendigen en militanten van de arbeidersbeweging tot taak hebben richting te geven en des noods de arbeiders tegen zichzelf te beschermen (we denken bijvoorbeeld aan hun verzet tegen de overuren) dan is het even waar dat de vakbeweging zich niet mag begeven op een pad waar ze door de arbeiders niet zou gevolgd worden. KS,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1966 | | pagina 1