ONZE
BELANGRIJKSTE
TAAK
K
Optreden tegen dreigende
werkloosheid noodzakelijk geworden
CM
Zaterdag 17 december 1966
28e jaargang - Nr 51
Het marxisme
kreeg geen gelijk
Wat moeten
de socialisten doen
Tarieven van de openbare diensten geen
drie miljard opslag, waarde landgenoten,
geen twee miljard, neen, nauwelijks een
miljardje...
(Zie vervolg laatste blz.)
voor j allen
KEDAKTIE EN ADMINISTRATIE ST.-I'IETEISSMELWSTRAAT 64
GENT - TeL 25.57.95 (4 lijnen) - Postcbeckrekenlrig 567.33 .liet
Llcüt» Voor de abonnementsprijzen zie gewestelijke bladzijden,
ter. uitgever A. DE KEULENEIK. St.-Pietersnieuwstraat 61 Gent
TOEN de verklaring: van
Quaregnon werd afgekon
digd, vertrok men van de
stelling dat de maatschappij
was ingedeeld in twee duidelijk
afgescheiden klassen: deze van
de bezitters der produktiegoe-
deren en deze van de bezitlo
zen.
De socialisten drukten dit
nog kernachtiger uit en spra
ken van de uitbuiters enerzijds
met aan de andere zijde een
proletariaat van uitgebuitenen.
Volgens de marxistische leer
zou deze toestand op de spits
gedreven worden doordat de
armen steeds armer en de rij
ken steeds rijker zouden wor
den...
De werkelijkheid is echter
heel anders uitgevallen en de
samenleving, zoals we ze nu
kennen, biedt niet dat simplis
tische beeld van twee groepen,
doch Is heel wat genuanceer
der. De middenstand is hoege
naamd niet verdwenen, zoals
de marxisten het voorspelden
er zijn integendeel intussen
heel wat verschuivingen ge
beurd door de aangroei van
het aantal bedienden, kaders
en technici én vooral door de
enorme uitbreiding van de
diensten.
Het aantal arbeiders dat ef-
fektief in het produktieproces
staat is steeds verminderd en
degenen die in de zogenaamde
«tertiaire sektor» zijn tewerk
gesteld vermeerderen elke dag.
Tegelijkertijd met de ont
wikkeling van deze meer genu
anceerde groepen is ook een
andere geestesgesteldheid ont
staan, een mentaliteit die ge
richt Is op het bezit.
Men heeft kunnen vaststel
len dat velen, die naar deze
middengroepen opschoven, de
bourgeoisie na-aapten, maar
dan op een gebrekkige manier,
veel smakelozer en met een
grote achterstand-
Men is aldus in zekere mid
dens een overdreven belang
gaan hechten aan uiterlijk
heden; het merk van de auto,
de vakanties naar het buiten
land, de fraaie gevels de cock
tail-party's, enz. Onnodig te
zeggen dat dit in onze kon-
sumptiemaatscliappij nog in
de hand wordt gewerkt, oi
liever als het ware wordt uit
gelokt.
Het kenmerk van de kapita
listische samenleving is steeds
geweest dat het «hebben», in
de zin van het «bezitten» ho-
het da»,
wel dat een deel der arbeiders
en bedienden deze waarde
schaal hebben overgenomen,
wat meebracht dat begrippen
zoals «solidariteit», «gemeen
schapszin» en «sociaal be
wustzijn» voor een stuk de
plaats moesten ruimen voor
een meer personalistische en
meestal egoïstische levens
wijze.
Bij zulk een geestesgesteld
heid kan men verwachten dat
het elektoralisme op een zeker
sukses mag rekenen bij een
deel van deze middengroep. De
PVV, - de vroegere liberale
partij - heeft dat goed inge
zien. zij heeft de jongste jaren
zich ontpopt als de meest han
dige jongleur in demagogie.
Diegene die belooft dat de
belastingen zullen verminde
ren, kan op een tijdelijk sukses
rekenen. Men gaat zelfs zover
de sociale zekerheid af te take
len, de gepensioneerden terug
aan het werk te zetten, bij dit
alles het akcent leggend op 't
rechtstreeks loon, dat onmid
dellijk toegang verschaft tot de
konsumptie, zelfs tot deze van
de meest onwaarschijnlijke en
nutteloze dingen.
De vraag is nu voor de socia
listische beweging Hoe moe
ten wij deze middengroep be
werken
Sommigen zouden geneigd
zijn zich te laten verleiden
d*l"r *lf*t gemakkelijk sukses.
gans zoals hét klciavsiu.*i-~
heeft ook zijn rechten, enz.»
Het antwoord hierop moet
zijn: het socialisme heeft ook
de zijne
De ware socialisten mogen
zich niet van hun opdracht
laten afleiden. Ze hebben eerst
en vooral te zorgen dat de so-
A-ws v
lidariteit ten opzichte van de
misdeelden behouden blijft.
Wij denken hierbij in de eer
ste plaats aan de gepensioneer
den, de zieken, de gehandi-
kapten, de werklozen.
Het is geen welvaartstaat»
waar een deel van de bevolking
bestendig in armoe leeft, ter-
wi.jl het andere zich overgeeft
Het is ook geen «welvaart
staat» waar zoveel werkelijke
behoeften onbevredigd blijven,
omdat de overheid niet over
voldoende middelen beschikt
om ze te financieren. Wij heb
ben gebrek aan goede scholen,
kinderbewaarplaatsen, hospi
talen, ouderlingentehuizen.
Wij hebben wel auto's, maar
geen goede wegen, geen va
kantietehuizen, te weinig groe
ne zones. Wij hebben 'n schro
melijk tekort aan zwemkom
men en sporttereinen en kul-
turele centra.
Al deze kollektieve behoef
ten kunnen er niet komen als
Tr-"tnKCéTr~ójt: W. f - viwtCya aio
kapitalisten )is gericht.
Het socialisme heeft nog scho
ne taken te vervullen, waarvan
de opvoedende taak in de hui
dige omstandigheden ongetwij
feld de belangrijkste is.
PDB.
Nu we hem herkozen hebben beginnen de moeiliikheden eerst.
Er zijn redenen om ons zor
gen te maken over het verloog
van de ekonomische bedrijvig
heid. Er ontstaat 'n begin van
werkloosheid in een aantal be
drijven, behorende tot ver
schillende nijverheidssektoren.
De metaalverwerkende nijver
heid, zekere groepen van de
textielnijverheid, de bouw van
éénfamilie woningen schijnen
in ons land bijzonder getrof
fen te worden. In andere lan
den is de toestand niet gun
stiger: de Amerikaanse auto
mobielnijverheid heeft beslo
ten haar programma voor 1967
te herzien (lees: te verminde
ren).
Dat is een veeg teken. Bij
ons zegt men: als de bouw
gaat, gaat al de rest. In de
Verenigde Staten zegt men
dat van de automobielnijver
heid, die aan veel andere nij
verheidssektoren werk ver
strekt.
De tekenen
van de verslapping
zijn duidelijk merkbaar
De nijverheidsproduktie ver
mindert. Bij ons geraakt ze
stilaan lager dan vorig jaar.
De investeringen nemen af. In
eigen land zouden ze niet ho
ger liggen dan vorig jaar, wa
ren er niet de investeringen
van vreemde kapitalen.
Wij moeten bovendien reke
ning houden met een ver
schijnsel dat wij goed kennen:
het is dat van de gevoeligheid
zoniet van de afhankelijkheid
van onze ekonomie van deze
van andere landen. Wij zijn
immers een land van uitvoer.
Wij leven van de uitvoer van
onze nijverheidsproduktie.
Iedere inzinking daarvan
brengt onze bedrijvigheid in
gevaar. Des te meer daar de
meeste van onze ondernemin
gen wegens hun te geringe af
metingen niet de konkurren-
tie met verschillende gelijk
aardige ondernemingen in
andere Westeuropese landen
kunnen doorstaan omdat ze.
precies wegens hun gebrek
aan dimentie, kwetsbaarder
zijn. Ook al is dit verschijnsel
waarschijnlijk minder erg dan
vóór enkle jaren, het blijft
toch een zorg voor iedere dag.
Staan wij vóór
een waarachtige
ekonomische krisis
Het antwoord hierop kan
duidelijk zijn: zeer waar
schijnlijk niet. En waarom
niet? Omdat de westerse we
reld beschikt over mogelijkhe
den en middelen die zij, dertig,
vijfendertig jaar geleden, niet
te hanteren wist. Wij denken
aan de internationale munt-
politiek, waar nochtans ern
stige problemen op een oplos
sing wachten.
Wij verwijzen naar de Euro
pese Gemeenschap, die de na
tionale ekonomieën van de zes
deelnemende landen een rui
mer aktieveld gaf; wij denken
aan de instrumenten van eko
nomische politiek en van kon-
junktuurpolitiek die ter be
schikking van de regeringen
staan; wij zien de anti-krisis-
maatregelen die in alle Euro
pese landen bestaan en die
zijn: de stelsels van sociale ze
kerheid en de werkloosheids
verzekering, die verhinderen
dat het gezinsinkomen buiten
matig zou dalen en die een
herneming van de zaken ver
gemakkelijken, door de koop
kracht op een zeker peil te
houden.
Er zijn aanduidingen
die ons leren dat men
de toestand ernstig moet
opnemen
Bij ons en in andere West
europese landen neemt men
het verschijnsel waar, dat zich
gelijktijdig sedert anderhalf
jaar een vervlakking van de
nijverheidsproduktie en een
toename van de prijzen voor
doet. Dat is een bedenkelijk
verschijnsel dat wijst op een
groot gebrek aan evenwicht
tussen essentiële ekonomische
faktoren. Zulk gemis aan
evenwicht werkt zeer storend.
Het ziet ernaar uit dat. in de
mate waarin de lonen nu IN
TE GROTE mate zouden blij
ven toenemen, zij op direkte
manier werkloosheid zouden