OP ALGEMENE B.S.P.-RAAD
Standpunten^
EN ANTWOORDEN
VICE-PREMIER MERLOT STELT INDEXERING
VAN BELASTINGSCHALEN VOOR 1970
IN HET VOORUITZICHT
Begroting voor 1969 zal zonder nieuwe belastin
gen sluitend ingediend worden - Het luister- en
kijkgeld voor radio en televisie zal niet worden
verhoogd
ARBEIDERS EN STUDENTEN EEN FRONT
De Algemene Raad can de
B.S.P. vergaderde onder voorzit
terschap van A. De Keulenen' in
de Magdalenazaal te Brussel.
Naast Leo Collard, voorzitter van
de B.S.P. heeft Roger Deschamps,
aftredende nationale sekretaris,
voor de laatste maal plaatsge
nomen aan het bureau. In de
zaai bevonden zich verscheidene
ministers o.a. Vranckx. Anseeie,
Nameche, Fayat, Delmotte, Cools.
Breyne, Terwagne en Harmegnies.
NIEUWE FRANSTALIGE
SEKRETARIS
A. Van Acker verklaarde dat de
Vlaamse federaties zich zullen
onthouden bij de stemming. 7e
wensen de keuze van een Frans
talig nationale sekretaris over te
laten aan de Waalse federaties.
AFSCHEID VAN
R. DECHAMPS
L. Collard nam afscheid van
R. Dechamps. Hij dankte hem
voor zijn verdienstelijk werk in
dienst van de B.S.P. Collard te-
groet Guy Mathot, die nu de
gelegenheid krijgt om te bewij
zen dat hij het vertrouwen van
de vergadering waardig is. De
hervorming van de partiistruk-
turen zal zonder uitstel doorge
voerd worden. Daarbij zijn be
langrijke taken weggelegd voor
de twee nationale sekret^risseij.
Onder geestdriftig applaus,
neemt Guy Mathot plaats aan
het bureau.
J.J. MERLOT
OVER DE POLITIEKE
TOESTAND
J.J. Merlot, vice-eerste-minister
en minister van F.konomisehe Za
ken, bracht vervolgens verslag uit
over de politieke toestand.
De regering bestaat nu vier
maanden. Rekening houdend met
de zomerperiode, zijn de minis
ters sedert drie maanden aan het
werk. Op sociaal gebied werden
een aantal beloften al gehouden,
n.l. inzake werkloosheiduil .kerin
gen voor jonge arbeiders 19 t h.
van de werklozen zijn minder dan
25 jaar oud. Voor hen heeft de
regering al gepaste maatregelen
genomen. Dat is ook het ge\al
voor de slachtoffers van fabriek-
sluitingen. Het pensioenstelsel en
het lot van de gehandikapten
werden verbeterd. De regering
verhoogde de soldij van de sol
daten van 450 F. tot 000 F. Ze
nam ook maatregelen inzake so
ciale huisvesting.
DE K.U.L.
J.J. Merlot behandelde dan het
probleem van de verhuizuig van
de Franstalige afdeling van de
K.U.L. «.De kwestie van de ter
reinen te Ottignies mag geen
voorwendsel zijn om een voor
recht of een voorrang op te eisen
in het raam van de universitaire
expansie. Die expansie vormt één
geheel. Onderhandelingen over
de universitaire vernieuwing zijn
dringend. Aan de andere kant,
verstrijkt weldra het schoolpakt».
Voor de begroting, zegde Mer
lot, hadden wij beloofd voor 1969
ene begroting in evenwicht in te
dienen, zonder nieuwe belastin
gen.
De vorige regering Vanden
Boeynants - De Clercq nad de
rijksuitgaven voor 1968 onder
schat. Ze raamde het aantal
werklozen op 113.000. Tn werke
lijkheid waren er van 123.000 tot
126.000. Ze heeft nagelaten een
reeks uitgaven voor de kolenin-
dustrie te betalen. Nu moet deze
regering het financieel gat vul
len, achtergelaten door de rege
ring Vanden Boeynants. Het gaat
om miljarden
VRIJSTELLING VOOR
SOCIALE PENSIOENEN
Inzake belastingen zorgt deze
regering voor de vrijstelling van
de sociale pensioenen. Het vraag
stuk is niet eenvoudig. Denk b.v.
aan de jonge arbeiders, die be
lastingen betalen op een inkomen
dat geringer is dan sommige vrij
gestelde pensioenbedragen.
Voor 1969 was de indexering
van de belastingschalen niet mo
gelijk. Die maatregel zou van
600 miljoen tot 2 miljard minder
inkomsten betekenen voor de
schatkist. Dat zou het begro
tingsevenwicht in het gediang
brengen.
De inning van 1 januari 1969
af van een bijkomende opdeciem
op de vennootschapswinsten zal
900 miljoen frank opbrengen.
Het belastingsplafond van 50
t.h. zal worden aangepast voor de
heel hoge inkomens. Die maatre
gel betreft 1.0P0 belastingbetalers
met een aangegeven inkomen van
meer dan 3,2 miljoen per jaar.
De opbrenest voor de Schatkist
zal 280 miljoen frank bedragen.
De rijbelasting moet vooraf be
taald worden. Sedert jaren werd
de betaling tot ongeveer 15 fe
bruari toegelaten. Voortaan zal
die belasting vóór 31 december
geïnd worden. Er is evenwel geen
sprake van een nieuwe belasting.
De kd J.S. uit Wetteren stelt
in verband met de "erplichte ver
zekering tegen ziekte er invalidi
teit enkele vragen omtrent c'e ge
rechtigden op vergoedingen we
gens werkonbekwaamheid, spe
ciaal voor hen wier arbeidskon-
trakt een einde neemt tijdens de
onbekwaamheid
ANTWOORD
1. Overeenkomstig het bepaal
de bij artikel 45, 1, 2", van de
wet van 9 augustus 1963, blijft
een werknemer die arbeidsonge
schikt is van 20 december 1967
tot 17 februari 1968, en die op
16 januari 1968 is c^tslagen de
hoedanigheid van gerechtigde,
beoogd bij artikel 45, tot op 17
februari 1968 behouden. Hij ont
vangt bijgevolg voort de uitke
ringen voor arbeidsongeschiktheid
tc. op die datum.
2. De werknemer, vermeld on
der 1, die de hoedanigheid van
gerechtigden tot op 17 februari
1968 heeft behouden en die na
deze datum genezen is, doch niet
gaat werken en niet ls werkloze
is ingeschreven, behoudt zijn hoe
danigheid van gerechtigde niet
in de zin van artikel 45. Hij ver
krijgt opnieuw deze hoedanigheid
indien hij terug arbeidsongeschikt
wordt volgens de criteria van ar
tikel 56 binnen dertig dagen (en
niet binnen eenendertig dagen)
te rekenen van 17 februari, en
voor zover hij op de datum van
intreden van de nieuwe onge
schiktheid voldaan heeft aan de
voorwaarden van artikel 68, wat
wil zeggen, voor zover hij zijn
verzekerbaarheid heeft behouden.
Dus als deze werknemer op
nieuw ziek wordt
a) op 27 februari 1968
Ingevolge de bepalingen van
artikel 75, verkrijgt hij op deze
datum opnieuw de hoedanigheid
van gerechtigde in de zin van ar
tikel 45. Artikel 2, f, van de wet
van 9 augustus 1963 bepaalt in
derdaad dat onder gerechtigde
op uitkeringen wordt verstaan
de rechthebbenden als bedoeld in
artikel 45, 8 1, van de wet van
9 augustus 1963. Hij ze' dus uit
keringen kunnen ontvangen.
b) op 13 maart 1968
Het begin van de nieuwe on
gesteldheid valt binnen dertig da
gen, te rekenen van 17 februari
1968. Bijgevolg, verkrijgt deze
werknemer opnieuw de hoedanig
heid van gerechtigde in de zin
van artikel 45. Hij zal dus uit-
DE B.T.W.
De invoering van de B.T.W.
(Belasting op de Toegevoegde
Waarde) is een belangrijke stap
geweest door alle kringen. Som
migen, die het principe van de
BTW goedkeurden, verzetten zich
nu tegen de toepassingsmodaii-
teiten. De kommissie van de E EG
heeft besloten dal de B.T.W. op 1
januari 1970 van kracht moet zijn
in de zes landen van de Euro
pese Gemeenschap. Wij kunnen
er dus niet aan ontsnappen.
De nieuwe reglementering moet
gunstig zijn voor onze uitvoer.
Alles laat voorzien dat over een
paar jaren één Belg op twee van
de uitvoer zal leven. De B.T.W.
zal een weerslag hebben op de
kosten voor levensonderhoud en
op het indexcijfer. Daarom zul
len wij als kompensatie in de
begroting voor 1970 de aanpas
sing van de belastingschalen aan
de index inschrijven.
Rekening moet ook worden ge
houden met de weerslag van de
B.T.W. op de prijzen. De rege
ring bereidt een ontwerp voor,
dat haar in staat zal stellen een
werkelijk prijzenbeleid te voeren.
DE GEMEENSCHAPS
BETREKKINGEN
In verband met de gemeen
schapsbetrekkingen. gaf Merlot
een overzicht van de stand der
werkzaamheden. «Wij streven een
loyale toepassing van het rege
ringsakkoord na niets meer
en ook niets minden.
Merlot lichtte verder de plan
nen inzake kulturele autonomie
toe, waarover de regeringspart
ners het eens zijn geworden.
Op ekonomisch gebied, komt de
decentralisatie tot stand. De ver
vanging van het programma tie-
bureau door een «planbureau* be
tekent meer dan een verandering
van naam. Dat is het startsein
voor een nieuw beleid, dat zal
steunen op nieuv;e regionale in
stellingen.
Merlot verduidelijkte dat I. ij vel
behoort tot de C.E.W. (Conseil
Economique Wallon). Halle - Vil
voorde tot de E.R.V. (Ekono-
mische Raad voor Vlaanderen),
de Oostkantons tot de C.EW.
DE STAALNIJVERHEID
Merlot ontleedde de voorwaar
den voor de toekenning an
Rijkssubsidies aan de staalindu
strie. De aangekondigde lusies
moeten volledig zijn, d.w.z. het
aktief EN het passief omvatten.
Daarover zijn de bevoegde minis
ters het volkomen eens.
Een tweede voorwaarde is dat
keringen kunnen ontvangen.
c) op 10 april 1968
Meer dan dertig dagen zijn
verlopen sedert 17 februari. De
hoedanigheid van gerechtigde in
de zin van artikel 45 wordt niet
opnieuw verkregen. De uitkerin
gen kunnen niet worden toege
kend.
3. De werknemer beoogd onder
2 kan uitkeringen ontvangen in
de gevallen beoogd onder a en
b, doch niet in het geval geoogd
onder c.
4. De werknemer, vermeld on
der 1, heeft de hoedanigheid van
gerechtigde in de zin van artikel
45, 1, 2", tot op 17 februari
19S8 behouden. Na deze datum
heeft hij noch gewerkt, noch was
hij als werkloze ingeschreven.
Hij is opnieuw arbeidsongeschikt
geworden van 27 februari 1968
tot 24 maart 1968. Gedurende
deze ongeschiktheid heeft hij op
nieuw de hoedanigheid verkregen
van gerechtigde beoogd bij ar
tikel 45. Van 25 maart 1968 af,
gaat hij niet werken en is niet
als werkloze ingeschreven.
a) Hij valt opnieuw ziek op
3 april 1968.
Zelfde oplossing als onder
punt 2, a. Inderdaad, gedurende
de periode van 27 februari tot
24 maart had deze werknemer de
hoedanigheid van gerechtigde in
de zin van artikel 45. Drie april
ligt nu binnen de dertig dagen
die per 24 maart ingaan. Er is
dus voldaan aan de voorwaarden
van artikel 75. De uitkeringen
kunnen worden toegekend.
b) Hij valt opnieuw ziek op
17 april 1968.
Zelfde oplossing als onder punt
4, a. Zeventien april ligt binnen
dertig dagen die per 24 maart
ingaan.
c) Hij valt opnieuw ziek op
8 mei 1968.
Er zijn meer dan dertig dagen
tussen 24 maart en 8 mei. De
hoedanigheid van gerechtigde in
de zin van artikel 45 wordt niet
de subsidies leiden tot de parti
cipatie van de Staat in een
nader te bepalen vorm aan de
nieuwe vennootschap. De Staat
die geld verschaft, moet het ge
bruik ervan kunnen konlroleren
en mede beslissingsrecht hebben.
Ook daarvoor bestaat een ak
koord dat zelfs verder gaat dan
het regeringsprogramma.
Voor het staalbedrijf van Atbus
(Luxemburg) is de werkgelegen
heid gegarandeerd voor 6 tot 7
jaar.
DE PIJPLEIDING
Merlot weidde uit over de
machtiging gegeven aan part ku-
liere petroleummaatschappijen
om op hun kosten een pijpleiding
AntwerpenRotterdam te bou
wen. De machtiging geldt voor
tien jaar. In die tussentijd zulien
wij het algemeen havenbeleid op
lange termijn moeten bepa'en.
De pijpleiding is een nationale
oplossing, gunstig voor de twee
delen van het land, betoogt Mer
lot. Uitstel was niet langer moge
lijk. De oplossing werd al door
mij voorgesteld voor de vakantie,
voor dat er een echte perskam-
pagne is losgebroken.
Merlot besluit Wij zullen het
regeringsakkoord met volharding
en dynamisme uitvoeren. Over
een paar maanden, zullen wij de
instrumenten geschapen hebben
voor 's lands ekonomische ver
nieuwing. Voor de expansie van
Vlaanderen en de wederopstan
ding van Wallonië volstaat l et
geloof niet meer. Daarvoor is ons
werk noodzakelijk
Hierna wordt het debat ge
opend. VANTHILT wijst op de
benarde ekonomische toestand in
Limbjirg. GLINNE vraagt nadere
uitleg over de B.T.W.
Vice-premier MERLOT ant
woordde dat een debat over Al-
lefhany-Longdoz voorbarig zou
zijn, aangezien het Overlegkomi-
tee voor de Staalindustrie rog
geen beslissing genomen heeft.
De vice-eerste-minister zal zich
binnenkort naar Genk hegeven
om het vraagstuk ter plaatse te
onderzoeken.
De B.T.W. zal waarschijnlijk
vier miljard meer opbrengen aan
de schatkist, maar ze zal een
verbetering van de kont.role mo
gelijk maken. De regering zal de
belastingfraude opsporen. Ze ver
wacht hiervan nieuwe inkomsten.
Het luister- en kijkgeld voor
radio en televisie zal niet worden
verhoogd, verklaart de vice-pre
mier tot slot.
Daarop sloot voorzitter A. De
Keuleneir de vergadering.
opnieuw verkregen. De uitkerin
gen kunnen niet worden toege
kend.
5. De gerechtigde vermeld on
der punt 4 kan uitkeringen ont
vangen in de gevallen onder a
en b, doch niet in het geval be
oogd onder c.
6. De werknemer vermeld on
der 1 heeft zijn hoedanigheid van
gerechtigde in de zin van arti
kel 45, 1, 2°, tot op 17 februari
1968 behouden. Na deze datum,
heeft hij niet gewerkt, noch was
hij als werkloze ingeschreven. Hij
wordt opnieuw ongeschikt bin
nen dertig dagen van 13 maart
1968 tot 14 april 1968. Geduren
de deze ongeschiktheid heeft hij
opnieuw de hoedanigheid van
gerechtigde beoogd bi; artikel 45
verkregen. Van 15 april 1968 af
werkt hij niet en is ook niet als
werkloze ingeschreven.
a) Hij valt opnieuw ziek op
24 april 1968.
Gedurende de periode van 13
maart tot 14 april had deze werk
nemer de hoedanigheid van ge
rechtigde in de zin van artikel
45. Vierentwintig april valt bin
nen dertig dagen die ingaan per
14 april. Er is dus voldaan aan
de voorwaarden van artikel 75.
De uitkeringen kunnen worden
toegekend.
b) Hij valt opnieuw ziek op
2 mei 1968.
Zelfde oplossing als onder 6,
punt a. Twee mei valt binnen
dertig dagen die ingaan per 14
april.
c) Hij valt opnieuw ziek op
5 juni 1968.
Er zijn meer dan dertig dagen
tussen 14 april en 5 juni. De hoe
danigheid van gerechtigde in de
zin van artikel 45 wordt niet op
nieuw verkregen. De uitkeringen
kunnen niet worden toegekend.
7. De werknemer vermeld on
der punt 6 kan uitkeringen ont
vangen in de gevallen beoogd
onder a en b, doch niet in het
geval beoogd onder c.
Ook de universiteiten hebben dus opnieuw hun deuren ge
opend. De kontestatiebeweging van de studenten, die voor het
groot verlof heel wat stof heeft doen opwaaien, zal wellicht terug
in de aktualiteit treden, weze het dan misschien op een minder
harde manier.
Het probleem van de universiteit in onze huidige samenleving
is inderdaad nog steeds gesteld en wel in zijn meest brede
vorm.
Het is onze mening dat de arbeiderswereld wel degelijk be
langstelling moet bunnen opbrengen voor het geheel van het
universitair probleem en dit zowel vanuit moreel, als vanuit
materieel en klassestandpunt gezien. Het van dichtbij betrek
ken van de basis van de Socialistische Beweging bij de uni
versitaire problematiek, zou tot rechtstreeks gevolg kunnen
hebben dat meer en meer studenten zouden gaan inzien dat
hun aktie welbepaald syndikaai en politiek moet gericht zijn,
willen zij dat er een werkelijke omvorming en vernieuwing van
de universiteit kan bekomen worden.
Er is een strekking in de studentenwereld (onder impuls van
de Studentenvakbeweging, die een belangrijke minderheid van
de studenten vertegenwoordigt) om toenadering te zoeken tot
de arbeiderswereld. Tijdens het hoogtepunt van de studenten
revolte te Leuven is dit op een spektakulaire wijze geïllus
treerd geworden toen de studenten naar de arbeiders zijn ge
gaan te Luik, Antwerpen en Gent. Een ander voorbeeld hiervan
zijn de kontaktavonden tussen studenten en arbeiders die wor
den ingericht. Uit deze toenaderingspogingen en kontakten is
het mogelijk de onderscheiden visies aan eikaar te toetsen en
de twistpunten, het wantrouwen en de vooroordelen langzaam
weg te werken.
Wij hebben de indruk dat talrijke studenten zich bewust zijn
dat er van hunnentwege veranderingen moeten gebeuren in
hun denkwijze, aan de betrachting die bij hun akties ten
grondslag liggen en aan hun sociale ingesteldheid zelf. Zoals
wij Waiter De Bock van de Studentenvakbeweging hoorden
verklaren is een belangrijke minderheid van de studenten zich
bewust dat het absoluut noodzakelijk is, willen de studenten
tot een hechte frontvorming met de arbeidersklasse kunnen
komen, dat zij, wanneer eenmaal afgestudeerd, hetzelfde dyna
misme en hetzelfde politiek engagement blijven opbrengen ais
ten tijde dat zij nog student waren. Ook dat de studenten zich
zowel syndikaai ais politiek dienen te organiseren in organisa
ties die op klassegrondslagen berusten.
Vooral te Leuven zouden talrijke Vlaamse studenten tot het
inzicht zijn gekomen, ingevolge de resultaten die hun akties
uit het verleden maar hebben opgeleverd, dat het DE MAAT
SCHAPPIJ ZELF is die FUNDAMENTEEL moet gewijzigd
worden. Juist zoals de wereld van de arbeid, moet ook de stu
dentenwereld gaan inzien dat er dient positie gekozen te wor
den in het probleem van de globale maatschappij en niet in de
kwestie van de universiteit alleen, die er slechts een onderdeel
van is (zij het dan een weliswaar belangrijk onderdeel). Demo-
kratie en medezeggenschap aan de universiteit veronderstellen
inderdaad OOK waarachtige demokratie en medezeggenschap
van de gemeenschap IN DE ANDERE DOMEINEN van het
openbaar leven. Ook daar moeten de bestaande strukturen in
«betwisting» worden gebracht Ook hiervoor moet dc stu
dentenwereld AKKOORD ZIJN om, samen met de arbeiders,
strijd te leveren. Op deze basis iijkt ons de toenadering tussen
arbeiders en studenten de beste kans voor sukses.
(R.V.S.)