NINOVE JUBILARISSEN i DENDERLEEUW EN DE STERRE BLEEF STILLESTAAN Aspelare HET LIJK IS ZOEK Centrale voor Socialistisch Kultuurbeleid Vakantie KERSTFEEST BETER LEVEN GEVEN if. „J\. Jozef Lauwaert (78) en Celestine Van Vreckem (72) vierden te Ninove de vijftigste verjaardag van hun huwelijk. Zij hebben 6 kinderen en 18 kleinkinderen. Tot vóór kort woonden zij in de Dorpsstraat te Pollare, thans hebben zij hun intrek genomen in één der nette huisjes van het Berkenhof te Ninove. Daar kregen zij het bezoek van burge meester Milo, schepenen De Jonghe, Staes en Timmermans, die de gelukwensen en het geschenk van het stadsbestuur overmaakten. v </V Te midden van een weelde van zelfgekweekte sierplanten wonen te Ninove op de Aalsterse Steenweg 248 de echtgenoten Jozef Schandevel (74) en Maria Ghijsels (70). Zij vierden zopas de vijftigste verjaardag van hun huwelijk en bij deze gelegenheid kregen zij het bezoek van burgemeester Milo, schepenen De Jonghe, Staes en Timmer mans, die de gelukwensen van het stadsbestuur overmaakten en een mooi geschenk overhandigden. Na de geslaagde dia-avonden van onze vrienden Eduard DE SMET en Urbain VERCKENS, zal de volgende toeristisch-kulturele avond van C.S.C. doorgaan op zaterdag 17 januari 1976. Het land dat dan aan de beurt komt is YOEGOSLAV1E. Hou deze datum alvast vrij! Nadere bij zonderheden omtrent het programma worden een volgende maal medege deeld. De CSC-Ninove wenst aan al zijn sym- patisanten een gelukkig nieuwjaar. De BSP-afdeling Ninove stelt er prijs op al zijn leden en lezers van het Vlaams Weekblad «Voor Allen», een voorspoedig en vredebrengend 1976 toe te wensen. Zoals reeds eerder medegedeeld in ons blad bieden wij alle leden BSP-ABVV en Bond Moyson, Op zaterdag 17 ja nuari om 19.30 uur in feestzaal «De Paling» een prachtig kerstfeest aan, waarbij uit de handen van een echte kerstman waardevolle geschenken zul len worden aangeboden. De aanwezig heid van de kinderen is zeker gewenst, doch niet noodzakelijk. De prijs voor de BSP-Ieden Aspelare, vrouw en kinderen 12 jaar is 200 F., kinderen geboren na 1.1.64 betalen 100 F. Leden ABVV en Bond Moyson, vrouw en kinderen 12 jaar betalen 250 F., kinderen geboren na 1.1.64 betalen 125 F. Niet-leden van de socialistische ge meenschappelijke aktie betalen 300 F. kinderen 150 F. Inschrijvingen voor dit feest kunnen gebeuren tot 10 januari 1976 bij de be stuursleden BSP, inschrijvingen zon der kontante betaling zijn ongeldig. Eventuele verdere inlichtingen kunnen steeds bekomen worden bij kd. De Wetter Cyriel. Op 20 december jlkende de aktie Be ter leven geven» ook in onze gemeente een groot succes. De aktie werd gep land en georganiseerd door het plaatse lijk Solidariteitscomité. Dank zij giften en vooral door het voorbeeld van het Gemeentebestuur en van de Raadsle den, had men aan de vooravond van de eigenlijke aktie reeds een bedrag van om en bij de 25.000 F. ingezameld. Het Gemeentebestuur had immers besloten 1 F per inwoner te schenken voor «Be ter leven geven» en de Raadsleden stonden allen één zitpenning af voor dit menslievend initiatief. Op zaterdag 20 december werd dan overgegaan tot de verkoop van de vig netten. Het sekretariaat werd ingericht op het dorp en de vaste medewerkers - bestuursleden van het Solidariteitsco mité zorgden zowel voor de distributie als voor de ontvangsten van de klevers. De jeugdige verkopers konden zich na een rondje te goed doen aan warme chocoladedrank of aan een kop hete soep. Er waren er zelfs, die er voor de hele dag op uittrokken en zich voorzien hadden van een goedgevuld «lunch pakket». De scholieren en studenten van al onze scholen hebben zich werke lijk ingespannen om zoveel mogelijk vignetten te verkopen. Ook zondag werden nog klevers te koop aangeboden, zodat bij de eindaf rekening, de som van 132.610 F. werd bereikt. Voor dit resultaat verdienen alle medewerkers, zowel private per sonen als instellingen en groeperingen, doch vooral het Solidariteitscomité, een welgemeend proficiat. TEJATER 13 DENDERLEEUW VOERT OP EEN KOMISCHE THRILLER VAN DIER IN ZAAL 8-URENHUIS DENDERLEEUW Doek: 20 u. Voorverkoop: 40 fr. Kas: 50 fr. Kaarten in voorverkoop te bekomen bij de leden of in het 8-urenhuis. De tijd is weer aangebroken datje ze dagelijks van deur tot deur ziet aanbellen, bedelend om een liedje te mogen zingen. Wat oude, kleurrijke lompen, wat kachelroet, een oude versleten muts of hoed en eventueel een draaiende ster. De driekoningen zijn terug in het land. 6 januari, Driekohingendag, is reeds eeuwenlang de aanleiding geweest tot typische, folkloristische evenementen. De opvatting en presentatie van de Driekoningen kan van streek tot streek verschillen, maar een aspekt hebben zij gemeen, en dat is dat zij van deur tot deur trekken om hun kous, nu hun geldbeugel, wat te spijzen. DESTER Wie kent niet het klassieke beeld van drie verklede mannen, een papieren kroon op het hoofd, zingend voor een open deur waarin mensen staan te luiste ren. De ene is zwartgemaakt, de andere licht wat bij met een oude stallantaarn en de derde trekt af en toe aan het koordje van zijn ster. De fameuze ster, die we even eens terugvinden in de kerst verhalen. is een van de attribu ten behorende bij de Driekonin gen. Vanwaar komt die draai ende ster? Om hiervoor een verklaring te geven moeten we teruggaan naar het bronzen tijdperk. Uit oude rotstekenin gen met zonnesymbolen, die in Skandinavië zijn aangetroffen, blijkt dat de zon reeds in het bronzen tijdperk werd vereerd: vaak werd op die afbeeldingen een rad rondgedragen. In Slees- wijk heeft men nog lange tijd op kerstmis een rad door het dorp gerold en in Skandinavië be stond de gewoonte om tijdens dit feest raderen op de huizen te tekenen. Wie deze laatste regels gelezen heeft zal zich waar schijnlijk reeds afgevraagd heb ben hoe het komt dat we zo plots van die draaiende ster op de zon gesprongen zijn. Heel eenvou dig, de draaiende ster is oor spronkelijk afgeleid van het wentelende zonnerad dat we terugvinden in de zonnecultus. Immers een ster draait niet. De zonnekultus. Het was de loop van de zon die optrad als regulerende faktor van de Oud- germaanse kalenderfeesten, waarvan het midwinterfeest en het meifeest tot de belangrijkste behoorden. Om de zon in haar loop te versterken hielden onze voorva deren van omsteeeks 11 novem ber tot 6 januari ommegangen in de richting van de zon. Later zijn deze gebruiken door de katho lieke kerk verboden of ten dele gekerstend. In de folklore zijn ze blijven voortleven, o.a. de Stefa- nusrit of Sint-Steffenrit op 26 december. Ook aan het ontste ken van lichten en vuren ligt een heidense kultusplechtigheid ten grondslag. Zo het verbranden van de Joel- of kerstblokken, een gebruik dat in de vorige eeuw nog in Nederland, Denemarken, Duitsland en Zwitserland voor kwam en dat hier en daar in Engeland nog tot de levendige folklore behoort. In onze mo derne huizen kon het echter geen stand meer houden. Het joelblok werd voor het eerst genoemd in de Capitula van Martinus van Bracara (+580) als een van de door de kerk verboden nieuwjaarsgebruiken. Het is meestal een wortelig stuk van de onderstam van een eik. Men stookte dit blok in de open haard en goot er bier. mede of wijn over of voegde er veld vruchten of zout aan toe als offer. Het oude winterfeest bestond uit een reeks feesten, waarvan na de kerstening zijn overgebleven: St. Maarten (11 nov). Sinterklaas (6 dec), St- Lucas (13 dec), St-Thomas (21 dec). Kerstmis (25 dec), St- Stefanus (26 dec). Onnozele kinderen (28 dec), Sint-Sylvester (31 dec). Nieuwjaar (1 jan) en Driekoningen (6 jan.) Het feest begon in de slachttijd en gedurende het gehele winter feest genoot men van de offergaven voor de zielen der doden en voor Wodan, Holda en andere goden en godinnen. Gedurende deze herft- en win terfeesten waren er vele vuurge- bruiken, waarvan plaatselijk overgebleven folkloristische ge bruiken nog getuigen. Het laatste feestgebeuren was Drie koningen. De datum hiervan was niet in elke streek 6 januari en bovendien blijkt uit oude afbeeldingen dat er meestal geen zwart-gemaakte «koning» tij dens de feesten optrad. De zwarte koning, die ook niet in de bijbel wordt genoemd, is een voorstelling uit de tijd van de kruistochten. Er zijn oude afbeeldingen bekend van sterre- zangers die op Driekoningen met een draaiende ster rond trokken. O.A. «De Volksver maken» (1871) van J. ter Gouw. Ter Gouw beschrijft dit gebruik als volgt: «Somtijds was de ster heel eenvoudig: zij was met vat klatergoud en gekleurd papier beplakt, en voor 't midden brandde een koningskaarsje: en telkens als de zanger of zangers een koepiet gezongen hadden, trokken ze aan een touw en de ster draaide als een molen». Dit dragen van een ster, die oor spronkelijk een draaiende zon moest voorstellen, doet sterk denken aan een Zweedse rotstekening uit het bronzen tijdperk (1800-800 v. Chr), die een man voorstelt die een schijf draagt. Hiermee is de zon afgebeeld. Dat de driekoningen ster oorspronkelijk een zonne- symbool was, is nu misschien wel aannemelijker, maar toch is het betreurenswaardig dat dit sym bool, de ster, meer en meer in de vergeethoek geraakt. De meeste driekoningszangers trekken zonder ster de baan op. Hebben zij alleen nog belangstelling voor het financiële aspekt? HET LIED Liedjes die kunnen gezongen worden met driekoningen zijn er in overvloed. Te Aalst is een van de meest bekende wel het volgende: Er kwamen drie koningen met ene ster, (bis). Zij kwamen van bij en zij kwamen van ver, (bis) Zij kwamen den hoge berg opgegaan (bis) Zij vonden de sterre daar stille staan. (bis). Een lied gezongen in de streek van Ninove werd helemaal 'vervlaamst', en het beeld dat men er ophangt is dat van een Vlaams dorp, Vlaamse mensen en gebeurtenissen uit Vlaande ren, uit eigen milieu. Herodes komt er in dit lied niet meer bij te pas en de namen der koningen zijn uit onze streken. Er kwamen drie koningen uit verre landen. Zij droegen de sterre al overal Maar als zij kwamen op 't kloosterveld, Balten, Melsen was kwalijk gesteld, «Roept ons in huis en zet ons bij 'tvier, En tapt ons maar 'ne goeie pot bier, om met elkander te doen bescheed' totdat het eten is gereed!» Ellenlange liedjes die meestal het wedervaren van de koningen tijdens hun reis vertelden wer den vroeger in gans Vlaanderen gezongen: Wij komen van Oosten, wij komen van ver, A la berlina costiljon! Wij zijn er drij koningen met een ster, Al la berlina costiljon! Van cherami tot in de knie Wij zijn drij koningskinderen, Sa pater trok naar Vendeloo, Van cherami. Onder andere deze en nog vele andere liedjes zijn terug te vinden in het boek. «Het Sterrelied in het gebied van Dender en Schelde», in 1967 bekroond met de Alfons De Cock prijs en uitgegeven door de Koninklijke bond der Oost- vlaamse Volkskundigen. Oscar de Gruyterstraat 36 te Gent. Schrijver van dit interessante boekje is J. De Vuyst, uit Mere. VARIANTEN Voor de laatste wereldoorlog trokken twee mensen tussen kerstmis en nieuwjaar door de straten van Wichelen. Ze trok ken van deur tot deur, gehuld in een laken of een zwaar deken. Wanneer de bewoners opende den zongen zij een vreemd liedje. Na een onderzoek bleek dit lied een overblijfsel te zijn van het Berenlied dat in 1895 door de volkskundige Alfons De Cock te Wichelen was opgetekend. Gust De Maesschalk, een van de bezielers van de plaatselijke heemkundige kring, ging op speurtocht en in 1962 vond hij het lied en de melodie terug in «Het volkse Kerstlied in Vlaan deren» van Dr. K.G. Pieters. Toen kwam bij hem de idee op om dit volkskundig gebruik terug in het leven te roepen in Wichelen. Zo kunnen we nu op 28 en 29 december een groep van een twintigtal verklede mannen door de straten van Wichelen zien trekken. De groep bestaat uit een beer en zijn begeleider, die Herodes voorstelt die op Onozele kinderdagge kinderen vermoord, twee dragonders en een pelgrim. Deze laatsten rijden op stokpaardjes en stellen de driekoningen voor op hun kamelen. Verder is er nog een vlegelman en een dozijn landlie den die gewapend met een vlegel met een pookhamer of met een rommelpot de groep vergezellen. Het eigenlijke berenlied dat gezongen worde, wordt vooraf gegaan door een kort rijmpje: Hopsa beer! ten dans Een flikker op zijn Frans! Voor mijnheer en madam, En voor alleman. Daarna volgt hun lied: Wij komen hier met onze trein, Wij zijn hier gekomen, Vriendekens die daar binnen zijl, Wilt voor ons beerken niet schromen, (bis) De twee mensen die vroeger dit volks gebruik in ere hielden zetten achteraf hun zuur ver diende centjes om in bier en jenever. De huidige berenont- megangers streven een edeler doel na. Met de opbrengst van die twee avonden spelen zij het klaar om jaarlijks met Sint- Maarten aan 400 kinderen van Wichelen een geschenk te over handigen. Ook in Schellebelle was de rondgang met de beer niet onbekend. Een ander variant is het «goedsdeel gaan roepen». Dit gebruik dat vooral ook in onze gewesten bekend is legt vooral de nadruk op 'roepen' want van zingen is er nog weinig sprake. Te Mere roept men: Goedsdeel, goedsdeel Paktdemutten Bij zijn keel En loopt er drie keer Meer rond 't kasteel! Goedsdeel Eenmaal dit geroepen wacht men totdat er iemand komt opendoen, en dan vraagt men nogmaals, maar nu wat zachter: «Krijgen we ons goedsdeel a.u.b.» Te Appelterre-Eichem heeft men het over een Godsdeel: Godsdeel, Godsdeel! Trekt de koe bij 't zeel! Trekt de stier bij 't gat! En loopt er meer rond de stad! Te Geraardsbergen is het Goeds- of Godsdeel helemaal verdwenen maar is het: Koekebak, koekebak, Steekt een brood in mijnen zak. Tot daar enkele beschouwingen om en rond het Driekoningsge- beuren. De beste wensen voor het nieuwe jaar en... vergeet ons niet als wij komen aanbellen, een vroom liedeken zingend.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1976 | | pagina 6