VIER JAAR CULTURELE AUTONOMIE
BILAN
VAN EEN MAAND
C.S.C.-WERKING
VERZORGD DOOR DE CENTRALE VOOR SOCIALISTISCH CULTUURBELEID
AL LIJKT HET EEN FABEL
Van de boekenmarkt
C.S.C.
AKTIVITEITENKALENDER
L.O V»
C.S.C.- GEWEST AALST
C.S.C. - NINOVE
INTERNATIONALE NIEUWE SCENE
Bert Van Hoorick
m v
Bij het begin van de maand februari
loont het zeker de moeite om eens te
kijken in welke mate de C.S.C. - afde
lingen reeds aktief zijn geweest.
Overzicht aktiviteiten:
6.1: C.S.C-G'bergen: algemene ver
gadering met- programmatie aktivitei
ten '76
12.1: C.S.C.-Denderleeuw: algemene
programmatie vergaderi ng
13.1: Fotokring «De Krakeling G'Be-
rgen: clubaktiviteit met bespreking fo
tomap en werk van eigen leden.
10.1: C.Q.C.- De Rank Aalst: cama-
valkwis;
16, 17 en 18: C.SC. - Schendelbeke:
Anti-fascistisch weekend met verto
ning film over concentratiekampen en
gesprek met oud-politiek gevangene
17.1: fotokring «De Krakeling»:
kleur-dia-avond «Op wandel door de
Karwendel en de Stubai» door A.
Ghysbrecht
17.1: C.S.C. Ninove: Film- en dia
avond over Joegoslavië.
24 en 25-1: C.S.C.-Idegem: voorlich
tingsavond over fascisme met lezing en
film in het kader van een anti
fascistische tentoonstelling
27-1: fotokring «De Krakeling» G'Be-
rgen; clubaktiviteit met bespreking fo
tomap en werk van eigen leden. Infor
matie over «vergrotingstechniek en
werken op glanspers»»
30-1: C.S.C-G'Bergen: voorlichtings
avond over «Ruimtelijke ordening en
ontwerp gewestplan» met M. Hutse-
bout en L. Walraet.
31.1: jaarlijks gastmaal van fotokring
«De Krakeling».
31.1: C.S.C.-Herzele: informatieve
gespreksavond over «Fusies van ge
meenten».
16- 23 en 30 januari: C.S.C. - Ninove
ronden in het groots kwistornooi,
waaraan een 25-tal ploegen deelnamen
en dat georganiseerd werd in samen
werking met de culturele raad.
2-2: C.S.C.-De Rank Aalst: discussie -
avond over «De Rol van de overheid in
de ekonomie».
3-2: C.S.C.-Cultuur voor Allen:
programmatie-vergadering;
Jaarprogramma's:
Tot nu toe mochten we van zeven
C.S.C -afdelingen een uitgewerkte
jaarprogrammering ontvangen. Wij re
kenen er op eerstdaags van de overige
afdelingen eveneens nieuws te ontvan
gen.
1
Sprekerslijst:
iTot nu toe mochten we reeds van een
2G«tal mensen een antwoord ontvangen
op onze vraag tot medewerking aan de
organisatie van aktiviteiten in C.S.C -
afdelingen van ons gewest.
Eerstdaags zullen we aan de afdelingen
een lijst met deze namen toesturen.
Wij hopen dat nog meerdere mensen
hun medewerking zullen toezeggen.
Zij kunnen steeds hun naam doorgeven
aan het C.S.C.-sekretariaat, Hout
markt 1 te Aalst.
«Voor Allen»:
Binnenkort zal de laatste pagina van
onze «Voor Allen» een naar wij hopen
aantrekkelijker inhoud en inzicht krij
gen. Met een aantal vrienden zoeken
we mensen om mee te werken aan deze
pagina, waarop wij artikels over kunst,
literatuur, muziek, boekbesprekingen,
toneelenzzullen brengen over eigen
kunstenaars maar ook van buiten onze
omgeving.
Bij de CSC-afdelingen zouden we er
in dat verband willen op aandringen dat
zij ons niet alleen de aankondiging van
hun aktiviteiten zouden sturen maar
ook een korte bespreking (eventueel
met fotos) over de voorbije manifesta
ties. Op die manier kunnen zij aan de
voorbije aktiviteiten een bredere uit
straling geven en tevens de ingenomen
standpunten ter diskussie doorgeven
aan andere groepen.
Toekomstige aktiviteiten:
In de C.S.C - aktiviteitenkalender vindt
U de geplande aktiviteiten van de eerst
volgende maanden. Ongetwijfeld is het
verheugend om vast te stellen dat er in
vele gemeenten een rijke aktiviteit ont
plooid wordt. Nochtans moeten wij er
bij sommige afdelingen op aandringen
zo vlug mogelijk te starten met hun
planning en organisatie van aktivitei
ten. Zij kunnen daartoe gerust beroep
doen op de C.S.C.-
verantwoordelijken. F. Van den Bos
sche, sekretaris van C.S.C-gest Aalst.
op vrijdag 6 februari om 20 u.
optreden van de
met het stuk
zaal: «De Redding», Geraardsbergsestraat 119 te Ninove
Inkom: 100 F., 50 F. voor de houders «Plus-3-Pas»
Anthony Sampson: I.T.T. Macht
zonder grenzen. Elsevier, Brussel,
1974, tweede druk, 268 blz., prijs:
245 F.
Aan de multinationals is de jongste
tijd heel wat studie gewijd. Van de
Amerikaanse concerns die meestal op
basis van puur financiële criteria links
en rechts bedrijven kochten en daaraan
de naam conglomeraat overhielden,
blijven er niet veel meer over die tot de
verbeelding spreken. Tot degenen die
standhielden, behoort I.T.T. dat al Ia'ri^
niet meer alleen telefoons fabriceert
ANTHONY SAMPSON, journalist bij
de Observer, betitelde zijn «I.T.T.
Macht zonder grenzen» als een «ont
hullend portret van een winstmachine»
De kwalifikatie «onthullend» gaat m.i.
slechts ten dele op. Over I.T.T. is toch
een storm van kritiek gegaan sinds de
ITT-CIA-aktie tegen Allende waarbij
het miljardenkoncern toch op de voor
pagina's van de wereldpers prijkte en
via de televisie in miljoenen huiska
mers doordrong. Minder ophef in de
internationale pers en dus meer ont
hullend voor menig lezer maakte de
beschuldiging van steun aan de San
Diego-Conventie van de Republikeinse
partij in mil voor een minnelijke schik
king voor een aantal anti-trustzaken.
Dat er smetten aan de naam van deze
Amerikaanse gigant kleefden, bewees
het feit dat de Openbare Aanklager in
het Watergate-proces de raad kreeg te
onderzoeken in hoeverre ÏTT-relaties
onderhield met de Nixonregering. Fi
guren uit het Watergate-schandaal ko
men dan ook menig keer bij Sampson
aan bod: Mitchell als minister van Justi
tie, Dean, Haldemann, Ehrlichmann.
De auteur probeerde zoveel mogelijk
klaarheid te scheppen. Hij belicht zo
wel de interne memo's van ITT's top
management als de rol van de lobbyis-
ten als Dita Beard. Hij slaagt er echter
niet in alle vraagtekens weg te nemen.
I.T.T. hield zich zo veel mogelijk bui
ten schoten onttrok lobbyiste Beard
zelfs aan de onderzoekskommissie!
Hoewel voornoemde affaires illustra
tief lijken, waren kuiperijen bij de ITT
steeds schering en inslag. Het doel hei
ligt de middelen: de ITT-leuze bij uit
stek was winst maken, zelfs ten koste
van alles. Onthullend is de beschrijving
van de wijze waarop Harold Sidney
Geneen, dé topman van de inmiddels in
diskrediet gekomen concern, tewerk-
gi.ng om zijn winstmachine draaiend te
hjoqdefi in binnen- en buitenland. Zoals
d^japfekst het duidelijk stelt, gaat dit
«Via een efficiënt administratief sys-
teeVn van planning en kontrole dat zo
rigoureus is dat het dezelfde beelden
oproept als uit de romans van George
OrwellGeen wonder dan ook dat hij
zijn voorganger Behns in vele opzich
ten overtreft. Vele lezers zullen echter
versteld staan bij de lektuur van Behns
dubbelzinnige rol tijdens de tweede we
reldoorlog waarbij de belangen van de
multinational primeerde boven die van
de geallieerden of vijand! Slechts een
tikkeltje van de sluier inzake het opzet
ten van Behns netwerk van nazi
bondgenoten en het gebruiken van zijn
effektieve en meedogenloze inlichtin
gendienst door de Amerikaanse militai
ren kon opgelicht worden. Zoals de au
teur tèrecht opmerkt, blijft zoals elders
nog veel bedolven in de geheime ar
chiefstukken (blz. 32).
Informatief is dit boek rijk aan gege
vens. Wie nog meer wenst te weten
over ITT's praktijken en manipulaties
inzake Amerikaanse politiek hoort dit
joemalistiek werkje zeker te lezen.
Door één moeilijkheid mag men zich
echter niet laten afschrikken: de termi
nologie die in handelskringen dage
lijkse kost vormt voor insiders.
P. Van Den Wijngaerde
I. INLEIDING
Sinds meer dan vier jaar zijn zowel de
Nederlandse als de Franse Cultuurge
meenschappen in België cultureel au
tonoom en werd ook aan de Duitse cul
tuurgemeenschap een vorm van cultu
rele zelfbeschikking verleend. Neder-
landstaligen en Franstaligen bezitten
dus een eigen beslissingsmacht op cul
tureel gebied.
Het was op het einde van 1970 dat het
parlement een reeks nieuwe grondwet
sartikelen met betrekking tot de cultu
rele autonomie aannam die in het
Staatsblad van 31 december 1970 wer
den bekendgemaakt. Het nieuwe arti
kel 59bis stelde de cultuurraden in, met
name de «Cultuurraad voor de Neder
landse Cultuurgemeenschap» en de
«Cultuurraad voor de Franse Cultuur
gemeenschap» die als grondwetge
vende instellingen decreten kunnen
goedkeuren en dus in feite wetgevende
bevoegdheid hebben op hun eigen spe
cifiek terrein.
Het had een lange strijd gevergd. Zich
steunend op het principe van het zelfbe
schikkingsrecht van de volkeren had
den de socialisten zich reeds jarenlang
uitgesproken voor de culturele auto
nomie. De uitspraak van Destrée «Sire,
il n'y a pas de Beiges, il n'y a que des
Flamands et des Wallons» was trou
wens een gevleugeld woord geworden.
Het minimum aan autonomie voor de
twee volkeren in België diende dan ook
de culturele autonomie te zijn. Een
Vlaams socialistisch congres sprak zich
vóór de tweede wereldoorlog hiervoor
uit. Een van de grote ijveraars was Ju-
lien Kuypers. In 1938 kwam het tot de
oprichting van twee cultuurraden die
echter eerder academische instellingen
met louter adviserende bevoegdheid
waren.
Het zou dus nog tot 1970 duren voor
aleer in feite twee cultuurparlementen
tot stand kwamen. Volgens artikel 59
bis van de Grondwet regelen zij bij de
creet:
1. de culturele aangelegenheden;
2. het onderwijs, met uitsluiting van
wat betrekking heeft op de school-
vrede, de leerplicht, de onderwijs
structuren, de diploma's, de toela
gen, de wedden, de schoolbevol
kingsnormen;
3. de samenwerking tussen de cultuur
gemeenschappen, alsook de inter
nationale culturele samenwerking;
4. het gebruik van de talen in bestuurs
zaken, het onderwijs en in de so
ciale betrekkingen tussen de werk
gevers en hun personeel.
De wet van 21 juli 197 1 heeft bepaald
wat onder culturele aangelegenheden
moet worden verstaan. Het zijn: be
scherming en luister van de taal; aan
moediging van de vorming van vorsers;
kunsten, met inbegrip van toneel en
film; cultureel patrimonium, musea'en
andere wetenschappelijk culturele in
stellingen; bibliotheken, discotheken
en soortgelijke diensten; radio -omroep
en televisie, het uitzenden van rege
ringsmededelingen en van handelspu-
bliciteit uitgezonderd; jeugdbeleid;
permanente opvoeding en culturele
animatie; lichamelijke opvoeding,
sport en openluchtlevei., vrijetijdsbes
teding en toerisme.
Gelijktijdig met de instelling van de
culturele autonomie werden de ideolo
gische en filosofische minderheden be
schermd, zowel grondwettelijk als wet
telijk. Inderdaad artikel 6bis en 59bis,
7 van de vernieuwde grondwet bepa
len dat de wet en het decreet de rechten
en vrijheden van de ideologische en
filosofische minderheden moeten
waarborgen. Op het wettelijk vlak be
paalt artikel 4 van de wet van 3 juli
1971 dat in de Cultuurraad een «motie»
kan ingediend worden om de totstand
koming van discriminerende decreten
te beletten.
Toen ook nog op 15 juli 1971 het cultu
reel voorakkoord tussen de 3 nationale
partijen werd afgesloten (op 24 februari
1972 als cultuurpact door alle partijen,
met uitzondering van de V.U. onderte
kend en in 1973 onder van de V.U.
ondertekend en in 1973 onder vorm van
een wet en een decreet unaniem goed
gekeurd) kon niets nog de werking van
de cultuurraden tegenhouden. Zij gin
gen van start op 7 december 1971.
Sinds bijna 4 jaar heeft de Cultuurraad
voor de Nederlandse Cultuurgemeen
schap gepoogd een inhoud te geven aan
de culturele autonomie. Wij zullen ver
der zien i n hoeverre hij daarin geslaagd
is.
II. DE WERKING VAN
DE CULTUURRADEN
1. OP FINANCIEEL GEBIED
De cultuurraden bepalen bij begro
tingsdecreet de bestemming van het
globaal krediet dat hen elk jaar door het
Nationaal Parlement (bij wet) ter be
schikking wordt gesteld. Het gedeelte
van het globaal krediet dat moet wor
den besteed aan de ontplooiing van de
Nederlandse (en Franse) Cultuur in
Brussel - Hoofdstad wordt bij diezelfde
wet bepaald. In de praktijk is het zo dat
de regering de bestemmingsvoorstellen
doet die door de cultuurraden, soms
met lichte wijziging, worden aange
nomen.
a. Begroting culturele zaken
De begroting culturele zaken van de
Nederlandse Cultuurraad omvat acht
sectoren waarvan de sector Cultuur uit
eraard de belangrijkste is. De andere
sectoren zijn: Economische Zaken,
Landbouw, Middenstand, Openbare
Werken, Tewerkstelling en Arbeid,
Verkeerswezen, Volksgezondheid en
Gezin.
Elk jaar moeten er dus samen met de
werkingsbegroting van de Cultuurraad
negen begrotingsdecreten worden
goedgekeurd.
Die talrijke deelbegrotingen zijn het
gevolg van een spreiding van de cultu
rele uitgaven over verschillende, hier
boven vermelde, departementen of mi
nisteries. Samengenomen bedroegen
de verschillende kredieten voor cultu
rele zaken (Nederlandse Cultuurge
meenschap) voor de begrotingsjaren
1972, 1973, 1974,en 1975 respectieve
lijk 2.673, 2.948, 3.653 en 4.500 mil
joen.
b. Begroting nationale opvoeding
Belangrijke sectoren zoals de school-
vrede, de onderwijsstructuren, de wed
den, enz. vallen buiten de bevoegdheid
van de Cultuurraad en blijven volgens
art. 59bis par. 2 van de grondwet aan
Kamer en Senaat onderworpen. De
kredieten voor Nationale Opvoeding
die door de Nederlandse Opvoedi ng die
door de Nederlandse Cultuurraad wor
den aangenomen bedroegen voor de
begrotingsjaren 1972, 1973, è!ré en
1975 respectievelijk 1.167, 1.379,
1.641 en 1.842 miljoen.
c. Begroting Nederlandse cultuur in
Brussel
Het krediet dat elk jaar voorde ontploo
iing van de Nederlandse Cultuur in de
Hoofdstad aan de Nederlandse Com
missie voor de Cultuur van de Brus
selse agglomeratie wordt toegekend,
bedraagt 75 miljoen voor 1975.
2. OP WETGEVEND GEBIED
In een nota van de studie- en documen
tatiedienst van het Secretariaat van de
Cultuurraad voor de Nederlandse Cul
tuurgemeenschap lezen wij dat er tot
nog toe, behalve een hele reeks begro
tingsdecreten, 25 normatieve decreten
werden aangenomen, het eerste op 11
april 1972 en het laatste op 17 juni
1975.
Van die 25 decreten zijn er 18 (2/ 3) het
resultaat van een parlementair initia
tief. 21 decreten werden met algemene
stemmen goedgekeurd. Wat de gere
gelde materies betreft, zien we dat het
taalgebruik op het voorplan komt met 6
decreten, onmiddellijk gevolgd door de
bescherming en luister van de taal met 4
decreten en de permanente vorming en
culturele animatie eveneens met 4 de
creten. Daarna komen kunsten (2 de
creten), cultureel patrimonium (2 de
creten), bescherming van ideologische
en filosofische minderheden (2decre-
ten), onderwijs 1 decreet), jeugdbeleid
1 decreet), lichamelijke opvoeding I
decreet), radio en T.V. 1 decreet), in
terne werking (1 decreet).
Tientallen voorstellen van decreet wer
den ingediend en staan ofwel aan de
agenda van de commissies van de Cul
tuurraad of werden (de meeste) nog niet
in behandeling genomen. De reden
hiervan is dat, zoals men weet, de leden
van de Cultuurraden dezelfde zijn als
deze van Kamer en Senaat en dat diens
volgens de tijd die aan de commissie
vergaderingen van de Cultuurraad kan
worden voorbehouden beperkt is.
Hieraan dient te worden toegevoegd dat
bepaalde ontwerpen en voorstellen van
decreet fel'geamendeerd worden en
lange discussies in de commissies uit
lokken ivmkwesties als ideologische
discriminatie, overheids- of privé-
initiatief en dergelijke meer.
III. BESCHOUWINGEN OVER
DE STRUCTUREN:
INSTITUTIONEEL,
STRUCTUREEL
De gedeeltelijke oplossing die aan het
gemeenschapsprobleem werd gegeven
is uiteraard in de huidige Belgische si
tuatie een compromis. De structuren
van de culturele autonomie vertonen
hiervan de kenmerken.
1. UITVOERING VAN DE DECRE
TEN
DOOR NATIONALE MINISTERS
Het feit dat de decreten van het
Vlaamse Cultuurparlement worden
uitgevoerd door nationale Ministers is
volgens de enen bevorderlijk voor de
nationale eendracht en volgens de an
deren een afzwakking van de culturele
autonomie. Voor wat de gevolgen be
treft. kan een Minister slechts in het
nationale parlement inzake vertrou
wenskwesties in de minderheid worden
gesteld. Een deel van de Ministers of
Staatssecretarissen hebben weliswaar
een regionale bevoegdheid zodat de
uitvoering van een decreet door een re
gionale Minister gebeurt, maar het is
ook waar dat een decreet, als regionale
wet, in sommige gevallen voor de uit
voering ten deel valt aan een Minister
die tot een andere cultuurgemeenschap
behoort. Dit is op zijn minst nogal ori
gineel. Het is het gevolg van de sprei
ding van culturele uitgaven in deelbe
grotingen van verschillende ministe
riële departementen (zie wet van
21.7.1971 - art. 13).
Eén enkele begroting van culturele
aangelegenheden zou stellig overzich
telijker en een vereenvoudiging zijn.
De culturele kredieten voor Nationale
Opvoeding zouden nog afzonderlijk
kunnen worden gehouden daar het on
derwijs toch gesplitst is in een Neder
landse en een Franstalige sector. Nor
malerwijze zou dan de totale begroting
van culturele aangelegenheden onder
de verantwoordelijkheid van de Minis
ter van Cultuur vallen. De vraag die
zich hier stelt is of dit, politiek beke
ken, vooralsnog wenselijk is.
2. FISCALE BEVOEGDHEID -
CULTURELE BELASTING -
OPLEGGEN VAN LASTEN
AAN GEMEENTEN
De Cultuurraad heeft geen fiscale be
voegdheid. Een cultuurgemeenschap
die over geen eigen inkomsten beschikt
is voor de enen cultureel niet volwaar
dig autonoom terwijl de anderen voor
stander zijn van de huidige culturele
dotatie van het nationaal parlement. In
de huidige wirwar van de instellingen
zou een eigen fiscaliteit voor de cul
tuurraden met culturele belastingen
- slechts bijdragen tot het discrediteren
zowel van de hervorming van de instel
lingen als van de Cultuurraad zelf.
Slechts in een verder gevorderd sta
dium van de institutionele hervormin
gen, en bv. na afschaffing van de Pro
vincies, kan de kwestie van een regio
nale fiscaliteit worden gesteld. Inmid
dels dient te worden opgemerkt dat de
wet nog altijd niet de objectieve criteria
heef: bepaald op grond waarvan de Ne
derlandse en de Franse Cultuurraad een
globaal krediet worden toegekend
(Grondwet art. 59bis 6).
Aan te stippen is ook het feit dat de
Cultuurraad, volgens het advies van de
Raad van State (n.a.v. het decreetonl-
werp op de bibliotheken), niet bevoegd
is om lasten op te leggen aan provincies
en gemeenten. Het probleem dat zich
stelt is dus of men hieraan verhelpt door
een wijziging van de wet van 3.7.1971
ofwel door de Kamers telkens een reso
lutie te laten nemen om over voor
noemd advies heen te stappen. (Wet
van 3.7.71 art. 11). Ook dit is, naar
mijn bescheidep oordeel, een kwestie
die in het totale kader van de institutio
nele hervorming haar positief beslag
moet krijgenmits men zich oriënteert
naar één enkel regionaal wetgevend li
chaam.
3. HET ONDERWIJS EN
DE CULTURELE AUTONOMIE
Een omstreden punt blijft dat het on
derwijs slechts gedeeltelijk onder de
culturele autonomie valt. Objectief be
keken kan men stellen dat de culturele
autonomie niet volledig is zolang het
onderwijs in zijn geheel er geen deel
van uitmaakt. Dat dit niet het geval is,
moet worden toegeschreven aan de
omgekeerde politieke verhoudingen in
Vlaanderen en Wallonië en bijgevolg
aan wantrouwen en onvoldoende waar
borgen. Slechts het totstandkomen van
een nieuwe mentaliteit op onderwijs
gebied in de richting van de pluralisti
sche gemeenschapsschool kan metter
tijd hierin verandering brengen. Note
ren wij nochtans dat destijds een goede
stap werd gezet door W. Calewaert als
Minister van Nationale Opvoeding die,
in het raam van zijn begroting, een be
leidsnota overlegde aan de Nederlandse
Cultuurraad en een uiteenzetting voor
deze Cutluurraad gaf over de algemene
politiek inzake onderwijs, wat een de
bat in deze instelling mogelijk maakte.
4. BEVOEGDHEIDSCONFLICTEN
De samenstelling van de Cultuurraad
uit Volksvertegenwoordigers en Sena
toren heeft het voordeel conflicten tus
sen het nationale Parlement en het Cul
tuurparlement in zekere mate te voor
komen. Op het vlak van de praktische
werking blijven vaak moeilijkheden
rijzen o.m. door het gelijktijdig plaats
vinden van commissievergaderingen
van de beide instellingen, ondanks her
haalde pogingen om dit te voorkomen.
De bij de Raad van State voorziene
afdeling «bevoegdheidsconflicten»,
die kennis moet nemen van de moge
lijke conflicten tussen de wet en het
decreet en tussen een decreet van de
Nederlandse Cultuurraad en een de
creet van de Franse Cultuurraad, is nog
altijd niet opgericht. (Wet 3.7.1971 -
art. 12).
5. DE VERENIGDE COMMISSIES
VOOR SAMENWERKING
Van de samenwerking tussen de Neder
landse en Franse Cultuurgemeenschap,
zoals bepaald in artikel 4 van de orga
nieke wet van 21.7.1971, is tot nu toe
niet veel in huis gekomen. De ver
enigde commissies voor samenwerking
hebben slechts vier maal vergaderd
(ontwerpdecreet bibliotheken i.v.m.
het opleggen van financiële verplich
tingen aan ondergeschikte besturen
taaldecreet) terwijl ze minstens twee
vergaderingen per zitting zouden moe
ten houden. Een permanent overleg zou
stellig veel bijdragen tot een goede ver
standhouding. Culturele autonomie
hoeft zeker geen cultureel ghetto te
worden.
V -rmelden wij nog in dit verband dat
de nationale en internationale instellin
gen, waarvan de werking gemeen is aan
meer dan één cultuurgemeenschap en
die om die reden niet onder de toepas
sing vallen van de decreten inzake taal
gebruik, nog door de wet moeten wor
den aangewezen. (Grondwet art. 59bis
§4).
Vervolg volgende week
Vrijdag 6-2: C.S.C - Ninove: toneelavond met de Internationale Nieuwe
Scene.
6 tot 8 febr.: C.S.C - Schendelbeke: Groepstentoonstelling van Schendel-
beekse kunstenaars. Inleidende voordracht door L. Van den Bossche.
Zat. 7 febr.: C.S.C. Studiekring Ninove: discussienamiddag over Struktuur
en werking van de gemeenteraad met inleiding door P. Van der Niepen.
Dinsd. 10 febr.: C.S.C - Studiekring Denderleeuw: voorlichtingsavond
over «Ontwerp Gewestpaln» met lezing over «Milieuproblemen»,
Dinsd. 10 febr.: Fotokring «De Krakeling»: clubactiviteit met bespreking
kunstmappen en werk van eigen leden.
Zat. 14 febr.: C.S.C.-Zottegem «Herman Voskring»: voorlichtingsavond
over «Ontwerp gewestplan» en «Stedebouw, ruimtelijke ordening en
stadskemvemieuwing»
Zat. 14 febr.: fotokring «De Krakeling» G'Bergen: kleur-dia-avond over
«Oostenrijk... land met vele gezichten» door Meerpoel Ronny.
Vrijdag 20 febr. C.S.C. Onkerzele: informatieve avond over gewestplan
Zat. 21 febr.: discussienamiddag over «Een progressieve jeugdpolitiek»
met inleiding door M. Christiaens.
dinsd. 24-2: clubaktiviteit «De Krakeling» over «Technische voorlichting»
over studio - opnamen
vrijdag 27-2: C.S.C - Schendelbeke: discussieavond over «Ruimtelijke
ordening» en «Gewestplan Geraardsbergen»
Zat. 28.2: C.S.C - Idegem: informatieve avond over gewestplan met M.
Hutsebaut en L. Walraet.
Ma. 1-3: C.S.C- Studiekring Denderleeuw: «De rol van de overheid in de
economie» met inleiding door Mare Mortier.
Dinsdag 9-3: clubaktiviteit fotokring: «De Krakeling»
Vrijdag 12-3: C.S.C - De Rank Aalst: voorlichtingsavond over «Het Eu
ropa van de toekomst»
Zat. 13-3: de krakeling: kleurdiamontage in overvloeing over San Fransisco
door Roger Rosiers.
Zat. 13-3: C.S.C - Studiekring Ninove: discussienamiddag over «Gemeen
telijke opvang van bejaarden» met inleiding door A. Verhellen.
Zat. 13-3: C.S.C - Zottegem «Herman Voskring»: informatieve avond over
Europa, waarheen - in samenwerking met de Europese commissie.
Maandag 23-3: clubaktiviteit fotokring «De Krakeling»
Vrijdag 27-3: C.S.C - studiekring Ninove: «Een progressief gemeentelijk
sport- en cultuurbeleid» met inleider L. Bollaert.
Zat. 28-3: fotokring «De Krakeling» Geraardsbergen samen uit aktiviteit
wandeling naar bos van Boelare.