VIER JAAR CULTURELE AUTONOMIE BILAN VAN EEN MAAND C.S.C.-WERKING VERZORGD DOOR DE CENTRALE VOOR SOCIALISTISCH CULTUURBELEID AL LIJKT HET EEN FABEL Van de boekenmarkt C.S.C. AKTIVITEITENKALENDER L.O V» C.S.C.- GEWEST AALST C.S.C. - NINOVE INTERNATIONALE NIEUWE SCENE Bert Van Hoorick m v Bij het begin van de maand februari loont het zeker de moeite om eens te kijken in welke mate de C.S.C. - afde lingen reeds aktief zijn geweest. Overzicht aktiviteiten: 6.1: C.S.C-G'bergen: algemene ver gadering met- programmatie aktivitei ten '76 12.1: C.S.C.-Denderleeuw: algemene programmatie vergaderi ng 13.1: Fotokring «De Krakeling G'Be- rgen: clubaktiviteit met bespreking fo tomap en werk van eigen leden. 10.1: C.Q.C.- De Rank Aalst: cama- valkwis; 16, 17 en 18: C.SC. - Schendelbeke: Anti-fascistisch weekend met verto ning film over concentratiekampen en gesprek met oud-politiek gevangene 17.1: fotokring «De Krakeling»: kleur-dia-avond «Op wandel door de Karwendel en de Stubai» door A. Ghysbrecht 17.1: C.S.C. Ninove: Film- en dia avond over Joegoslavië. 24 en 25-1: C.S.C.-Idegem: voorlich tingsavond over fascisme met lezing en film in het kader van een anti fascistische tentoonstelling 27-1: fotokring «De Krakeling» G'Be- rgen; clubaktiviteit met bespreking fo tomap en werk van eigen leden. Infor matie over «vergrotingstechniek en werken op glanspers»» 30-1: C.S.C-G'Bergen: voorlichtings avond over «Ruimtelijke ordening en ontwerp gewestplan» met M. Hutse- bout en L. Walraet. 31.1: jaarlijks gastmaal van fotokring «De Krakeling». 31.1: C.S.C.-Herzele: informatieve gespreksavond over «Fusies van ge meenten». 16- 23 en 30 januari: C.S.C. - Ninove ronden in het groots kwistornooi, waaraan een 25-tal ploegen deelnamen en dat georganiseerd werd in samen werking met de culturele raad. 2-2: C.S.C.-De Rank Aalst: discussie - avond over «De Rol van de overheid in de ekonomie». 3-2: C.S.C.-Cultuur voor Allen: programmatie-vergadering; Jaarprogramma's: Tot nu toe mochten we van zeven C.S.C -afdelingen een uitgewerkte jaarprogrammering ontvangen. Wij re kenen er op eerstdaags van de overige afdelingen eveneens nieuws te ontvan gen. 1 Sprekerslijst: iTot nu toe mochten we reeds van een 2G«tal mensen een antwoord ontvangen op onze vraag tot medewerking aan de organisatie van aktiviteiten in C.S.C - afdelingen van ons gewest. Eerstdaags zullen we aan de afdelingen een lijst met deze namen toesturen. Wij hopen dat nog meerdere mensen hun medewerking zullen toezeggen. Zij kunnen steeds hun naam doorgeven aan het C.S.C.-sekretariaat, Hout markt 1 te Aalst. «Voor Allen»: Binnenkort zal de laatste pagina van onze «Voor Allen» een naar wij hopen aantrekkelijker inhoud en inzicht krij gen. Met een aantal vrienden zoeken we mensen om mee te werken aan deze pagina, waarop wij artikels over kunst, literatuur, muziek, boekbesprekingen, toneelenzzullen brengen over eigen kunstenaars maar ook van buiten onze omgeving. Bij de CSC-afdelingen zouden we er in dat verband willen op aandringen dat zij ons niet alleen de aankondiging van hun aktiviteiten zouden sturen maar ook een korte bespreking (eventueel met fotos) over de voorbije manifesta ties. Op die manier kunnen zij aan de voorbije aktiviteiten een bredere uit straling geven en tevens de ingenomen standpunten ter diskussie doorgeven aan andere groepen. Toekomstige aktiviteiten: In de C.S.C - aktiviteitenkalender vindt U de geplande aktiviteiten van de eerst volgende maanden. Ongetwijfeld is het verheugend om vast te stellen dat er in vele gemeenten een rijke aktiviteit ont plooid wordt. Nochtans moeten wij er bij sommige afdelingen op aandringen zo vlug mogelijk te starten met hun planning en organisatie van aktivitei ten. Zij kunnen daartoe gerust beroep doen op de C.S.C.- verantwoordelijken. F. Van den Bos sche, sekretaris van C.S.C-gest Aalst. op vrijdag 6 februari om 20 u. optreden van de met het stuk zaal: «De Redding», Geraardsbergsestraat 119 te Ninove Inkom: 100 F., 50 F. voor de houders «Plus-3-Pas» Anthony Sampson: I.T.T. Macht zonder grenzen. Elsevier, Brussel, 1974, tweede druk, 268 blz., prijs: 245 F. Aan de multinationals is de jongste tijd heel wat studie gewijd. Van de Amerikaanse concerns die meestal op basis van puur financiële criteria links en rechts bedrijven kochten en daaraan de naam conglomeraat overhielden, blijven er niet veel meer over die tot de verbeelding spreken. Tot degenen die standhielden, behoort I.T.T. dat al Ia'ri^ niet meer alleen telefoons fabriceert ANTHONY SAMPSON, journalist bij de Observer, betitelde zijn «I.T.T. Macht zonder grenzen» als een «ont hullend portret van een winstmachine» De kwalifikatie «onthullend» gaat m.i. slechts ten dele op. Over I.T.T. is toch een storm van kritiek gegaan sinds de ITT-CIA-aktie tegen Allende waarbij het miljardenkoncern toch op de voor pagina's van de wereldpers prijkte en via de televisie in miljoenen huiska mers doordrong. Minder ophef in de internationale pers en dus meer ont hullend voor menig lezer maakte de beschuldiging van steun aan de San Diego-Conventie van de Republikeinse partij in mil voor een minnelijke schik king voor een aantal anti-trustzaken. Dat er smetten aan de naam van deze Amerikaanse gigant kleefden, bewees het feit dat de Openbare Aanklager in het Watergate-proces de raad kreeg te onderzoeken in hoeverre ÏTT-relaties onderhield met de Nixonregering. Fi guren uit het Watergate-schandaal ko men dan ook menig keer bij Sampson aan bod: Mitchell als minister van Justi tie, Dean, Haldemann, Ehrlichmann. De auteur probeerde zoveel mogelijk klaarheid te scheppen. Hij belicht zo wel de interne memo's van ITT's top management als de rol van de lobbyis- ten als Dita Beard. Hij slaagt er echter niet in alle vraagtekens weg te nemen. I.T.T. hield zich zo veel mogelijk bui ten schoten onttrok lobbyiste Beard zelfs aan de onderzoekskommissie! Hoewel voornoemde affaires illustra tief lijken, waren kuiperijen bij de ITT steeds schering en inslag. Het doel hei ligt de middelen: de ITT-leuze bij uit stek was winst maken, zelfs ten koste van alles. Onthullend is de beschrijving van de wijze waarop Harold Sidney Geneen, dé topman van de inmiddels in diskrediet gekomen concern, tewerk- gi.ng om zijn winstmachine draaiend te hjoqdefi in binnen- en buitenland. Zoals d^japfekst het duidelijk stelt, gaat dit «Via een efficiënt administratief sys- teeVn van planning en kontrole dat zo rigoureus is dat het dezelfde beelden oproept als uit de romans van George OrwellGeen wonder dan ook dat hij zijn voorganger Behns in vele opzich ten overtreft. Vele lezers zullen echter versteld staan bij de lektuur van Behns dubbelzinnige rol tijdens de tweede we reldoorlog waarbij de belangen van de multinational primeerde boven die van de geallieerden of vijand! Slechts een tikkeltje van de sluier inzake het opzet ten van Behns netwerk van nazi bondgenoten en het gebruiken van zijn effektieve en meedogenloze inlichtin gendienst door de Amerikaanse militai ren kon opgelicht worden. Zoals de au teur tèrecht opmerkt, blijft zoals elders nog veel bedolven in de geheime ar chiefstukken (blz. 32). Informatief is dit boek rijk aan gege vens. Wie nog meer wenst te weten over ITT's praktijken en manipulaties inzake Amerikaanse politiek hoort dit joemalistiek werkje zeker te lezen. Door één moeilijkheid mag men zich echter niet laten afschrikken: de termi nologie die in handelskringen dage lijkse kost vormt voor insiders. P. Van Den Wijngaerde I. INLEIDING Sinds meer dan vier jaar zijn zowel de Nederlandse als de Franse Cultuurge meenschappen in België cultureel au tonoom en werd ook aan de Duitse cul tuurgemeenschap een vorm van cultu rele zelfbeschikking verleend. Neder- landstaligen en Franstaligen bezitten dus een eigen beslissingsmacht op cul tureel gebied. Het was op het einde van 1970 dat het parlement een reeks nieuwe grondwet sartikelen met betrekking tot de cultu rele autonomie aannam die in het Staatsblad van 31 december 1970 wer den bekendgemaakt. Het nieuwe arti kel 59bis stelde de cultuurraden in, met name de «Cultuurraad voor de Neder landse Cultuurgemeenschap» en de «Cultuurraad voor de Franse Cultuur gemeenschap» die als grondwetge vende instellingen decreten kunnen goedkeuren en dus in feite wetgevende bevoegdheid hebben op hun eigen spe cifiek terrein. Het had een lange strijd gevergd. Zich steunend op het principe van het zelfbe schikkingsrecht van de volkeren had den de socialisten zich reeds jarenlang uitgesproken voor de culturele auto nomie. De uitspraak van Destrée «Sire, il n'y a pas de Beiges, il n'y a que des Flamands et des Wallons» was trou wens een gevleugeld woord geworden. Het minimum aan autonomie voor de twee volkeren in België diende dan ook de culturele autonomie te zijn. Een Vlaams socialistisch congres sprak zich vóór de tweede wereldoorlog hiervoor uit. Een van de grote ijveraars was Ju- lien Kuypers. In 1938 kwam het tot de oprichting van twee cultuurraden die echter eerder academische instellingen met louter adviserende bevoegdheid waren. Het zou dus nog tot 1970 duren voor aleer in feite twee cultuurparlementen tot stand kwamen. Volgens artikel 59 bis van de Grondwet regelen zij bij de creet: 1. de culturele aangelegenheden; 2. het onderwijs, met uitsluiting van wat betrekking heeft op de school- vrede, de leerplicht, de onderwijs structuren, de diploma's, de toela gen, de wedden, de schoolbevol kingsnormen; 3. de samenwerking tussen de cultuur gemeenschappen, alsook de inter nationale culturele samenwerking; 4. het gebruik van de talen in bestuurs zaken, het onderwijs en in de so ciale betrekkingen tussen de werk gevers en hun personeel. De wet van 21 juli 197 1 heeft bepaald wat onder culturele aangelegenheden moet worden verstaan. Het zijn: be scherming en luister van de taal; aan moediging van de vorming van vorsers; kunsten, met inbegrip van toneel en film; cultureel patrimonium, musea'en andere wetenschappelijk culturele in stellingen; bibliotheken, discotheken en soortgelijke diensten; radio -omroep en televisie, het uitzenden van rege ringsmededelingen en van handelspu- bliciteit uitgezonderd; jeugdbeleid; permanente opvoeding en culturele animatie; lichamelijke opvoeding, sport en openluchtlevei., vrijetijdsbes teding en toerisme. Gelijktijdig met de instelling van de culturele autonomie werden de ideolo gische en filosofische minderheden be schermd, zowel grondwettelijk als wet telijk. Inderdaad artikel 6bis en 59bis, 7 van de vernieuwde grondwet bepa len dat de wet en het decreet de rechten en vrijheden van de ideologische en filosofische minderheden moeten waarborgen. Op het wettelijk vlak be paalt artikel 4 van de wet van 3 juli 1971 dat in de Cultuurraad een «motie» kan ingediend worden om de totstand koming van discriminerende decreten te beletten. Toen ook nog op 15 juli 1971 het cultu reel voorakkoord tussen de 3 nationale partijen werd afgesloten (op 24 februari 1972 als cultuurpact door alle partijen, met uitzondering van de V.U. onderte kend en in 1973 onder van de V.U. ondertekend en in 1973 onder vorm van een wet en een decreet unaniem goed gekeurd) kon niets nog de werking van de cultuurraden tegenhouden. Zij gin gen van start op 7 december 1971. Sinds bijna 4 jaar heeft de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeen schap gepoogd een inhoud te geven aan de culturele autonomie. Wij zullen ver der zien i n hoeverre hij daarin geslaagd is. II. DE WERKING VAN DE CULTUURRADEN 1. OP FINANCIEEL GEBIED De cultuurraden bepalen bij begro tingsdecreet de bestemming van het globaal krediet dat hen elk jaar door het Nationaal Parlement (bij wet) ter be schikking wordt gesteld. Het gedeelte van het globaal krediet dat moet wor den besteed aan de ontplooiing van de Nederlandse (en Franse) Cultuur in Brussel - Hoofdstad wordt bij diezelfde wet bepaald. In de praktijk is het zo dat de regering de bestemmingsvoorstellen doet die door de cultuurraden, soms met lichte wijziging, worden aange nomen. a. Begroting culturele zaken De begroting culturele zaken van de Nederlandse Cultuurraad omvat acht sectoren waarvan de sector Cultuur uit eraard de belangrijkste is. De andere sectoren zijn: Economische Zaken, Landbouw, Middenstand, Openbare Werken, Tewerkstelling en Arbeid, Verkeerswezen, Volksgezondheid en Gezin. Elk jaar moeten er dus samen met de werkingsbegroting van de Cultuurraad negen begrotingsdecreten worden goedgekeurd. Die talrijke deelbegrotingen zijn het gevolg van een spreiding van de cultu rele uitgaven over verschillende, hier boven vermelde, departementen of mi nisteries. Samengenomen bedroegen de verschillende kredieten voor cultu rele zaken (Nederlandse Cultuurge meenschap) voor de begrotingsjaren 1972, 1973, 1974,en 1975 respectieve lijk 2.673, 2.948, 3.653 en 4.500 mil joen. b. Begroting nationale opvoeding Belangrijke sectoren zoals de school- vrede, de onderwijsstructuren, de wed den, enz. vallen buiten de bevoegdheid van de Cultuurraad en blijven volgens art. 59bis par. 2 van de grondwet aan Kamer en Senaat onderworpen. De kredieten voor Nationale Opvoeding die door de Nederlandse Opvoedi ng die door de Nederlandse Cultuurraad wor den aangenomen bedroegen voor de begrotingsjaren 1972, 1973, è!ré en 1975 respectievelijk 1.167, 1.379, 1.641 en 1.842 miljoen. c. Begroting Nederlandse cultuur in Brussel Het krediet dat elk jaar voorde ontploo iing van de Nederlandse Cultuur in de Hoofdstad aan de Nederlandse Com missie voor de Cultuur van de Brus selse agglomeratie wordt toegekend, bedraagt 75 miljoen voor 1975. 2. OP WETGEVEND GEBIED In een nota van de studie- en documen tatiedienst van het Secretariaat van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cul tuurgemeenschap lezen wij dat er tot nog toe, behalve een hele reeks begro tingsdecreten, 25 normatieve decreten werden aangenomen, het eerste op 11 april 1972 en het laatste op 17 juni 1975. Van die 25 decreten zijn er 18 (2/ 3) het resultaat van een parlementair initia tief. 21 decreten werden met algemene stemmen goedgekeurd. Wat de gere gelde materies betreft, zien we dat het taalgebruik op het voorplan komt met 6 decreten, onmiddellijk gevolgd door de bescherming en luister van de taal met 4 decreten en de permanente vorming en culturele animatie eveneens met 4 de creten. Daarna komen kunsten (2 de creten), cultureel patrimonium (2 de creten), bescherming van ideologische en filosofische minderheden (2decre- ten), onderwijs 1 decreet), jeugdbeleid 1 decreet), lichamelijke opvoeding I decreet), radio en T.V. 1 decreet), in terne werking (1 decreet). Tientallen voorstellen van decreet wer den ingediend en staan ofwel aan de agenda van de commissies van de Cul tuurraad of werden (de meeste) nog niet in behandeling genomen. De reden hiervan is dat, zoals men weet, de leden van de Cultuurraden dezelfde zijn als deze van Kamer en Senaat en dat diens volgens de tijd die aan de commissie vergaderingen van de Cultuurraad kan worden voorbehouden beperkt is. Hieraan dient te worden toegevoegd dat bepaalde ontwerpen en voorstellen van decreet fel'geamendeerd worden en lange discussies in de commissies uit lokken ivmkwesties als ideologische discriminatie, overheids- of privé- initiatief en dergelijke meer. III. BESCHOUWINGEN OVER DE STRUCTUREN: INSTITUTIONEEL, STRUCTUREEL De gedeeltelijke oplossing die aan het gemeenschapsprobleem werd gegeven is uiteraard in de huidige Belgische si tuatie een compromis. De structuren van de culturele autonomie vertonen hiervan de kenmerken. 1. UITVOERING VAN DE DECRE TEN DOOR NATIONALE MINISTERS Het feit dat de decreten van het Vlaamse Cultuurparlement worden uitgevoerd door nationale Ministers is volgens de enen bevorderlijk voor de nationale eendracht en volgens de an deren een afzwakking van de culturele autonomie. Voor wat de gevolgen be treft. kan een Minister slechts in het nationale parlement inzake vertrou wenskwesties in de minderheid worden gesteld. Een deel van de Ministers of Staatssecretarissen hebben weliswaar een regionale bevoegdheid zodat de uitvoering van een decreet door een re gionale Minister gebeurt, maar het is ook waar dat een decreet, als regionale wet, in sommige gevallen voor de uit voering ten deel valt aan een Minister die tot een andere cultuurgemeenschap behoort. Dit is op zijn minst nogal ori gineel. Het is het gevolg van de sprei ding van culturele uitgaven in deelbe grotingen van verschillende ministe riële departementen (zie wet van 21.7.1971 - art. 13). Eén enkele begroting van culturele aangelegenheden zou stellig overzich telijker en een vereenvoudiging zijn. De culturele kredieten voor Nationale Opvoeding zouden nog afzonderlijk kunnen worden gehouden daar het on derwijs toch gesplitst is in een Neder landse en een Franstalige sector. Nor malerwijze zou dan de totale begroting van culturele aangelegenheden onder de verantwoordelijkheid van de Minis ter van Cultuur vallen. De vraag die zich hier stelt is of dit, politiek beke ken, vooralsnog wenselijk is. 2. FISCALE BEVOEGDHEID - CULTURELE BELASTING - OPLEGGEN VAN LASTEN AAN GEMEENTEN De Cultuurraad heeft geen fiscale be voegdheid. Een cultuurgemeenschap die over geen eigen inkomsten beschikt is voor de enen cultureel niet volwaar dig autonoom terwijl de anderen voor stander zijn van de huidige culturele dotatie van het nationaal parlement. In de huidige wirwar van de instellingen zou een eigen fiscaliteit voor de cul tuurraden met culturele belastingen - slechts bijdragen tot het discrediteren zowel van de hervorming van de instel lingen als van de Cultuurraad zelf. Slechts in een verder gevorderd sta dium van de institutionele hervormin gen, en bv. na afschaffing van de Pro vincies, kan de kwestie van een regio nale fiscaliteit worden gesteld. Inmid dels dient te worden opgemerkt dat de wet nog altijd niet de objectieve criteria heef: bepaald op grond waarvan de Ne derlandse en de Franse Cultuurraad een globaal krediet worden toegekend (Grondwet art. 59bis 6). Aan te stippen is ook het feit dat de Cultuurraad, volgens het advies van de Raad van State (n.a.v. het decreetonl- werp op de bibliotheken), niet bevoegd is om lasten op te leggen aan provincies en gemeenten. Het probleem dat zich stelt is dus of men hieraan verhelpt door een wijziging van de wet van 3.7.1971 ofwel door de Kamers telkens een reso lutie te laten nemen om over voor noemd advies heen te stappen. (Wet van 3.7.71 art. 11). Ook dit is, naar mijn bescheidep oordeel, een kwestie die in het totale kader van de institutio nele hervorming haar positief beslag moet krijgenmits men zich oriënteert naar één enkel regionaal wetgevend li chaam. 3. HET ONDERWIJS EN DE CULTURELE AUTONOMIE Een omstreden punt blijft dat het on derwijs slechts gedeeltelijk onder de culturele autonomie valt. Objectief be keken kan men stellen dat de culturele autonomie niet volledig is zolang het onderwijs in zijn geheel er geen deel van uitmaakt. Dat dit niet het geval is, moet worden toegeschreven aan de omgekeerde politieke verhoudingen in Vlaanderen en Wallonië en bijgevolg aan wantrouwen en onvoldoende waar borgen. Slechts het totstandkomen van een nieuwe mentaliteit op onderwijs gebied in de richting van de pluralisti sche gemeenschapsschool kan metter tijd hierin verandering brengen. Note ren wij nochtans dat destijds een goede stap werd gezet door W. Calewaert als Minister van Nationale Opvoeding die, in het raam van zijn begroting, een be leidsnota overlegde aan de Nederlandse Cultuurraad en een uiteenzetting voor deze Cutluurraad gaf over de algemene politiek inzake onderwijs, wat een de bat in deze instelling mogelijk maakte. 4. BEVOEGDHEIDSCONFLICTEN De samenstelling van de Cultuurraad uit Volksvertegenwoordigers en Sena toren heeft het voordeel conflicten tus sen het nationale Parlement en het Cul tuurparlement in zekere mate te voor komen. Op het vlak van de praktische werking blijven vaak moeilijkheden rijzen o.m. door het gelijktijdig plaats vinden van commissievergaderingen van de beide instellingen, ondanks her haalde pogingen om dit te voorkomen. De bij de Raad van State voorziene afdeling «bevoegdheidsconflicten», die kennis moet nemen van de moge lijke conflicten tussen de wet en het decreet en tussen een decreet van de Nederlandse Cultuurraad en een de creet van de Franse Cultuurraad, is nog altijd niet opgericht. (Wet 3.7.1971 - art. 12). 5. DE VERENIGDE COMMISSIES VOOR SAMENWERKING Van de samenwerking tussen de Neder landse en Franse Cultuurgemeenschap, zoals bepaald in artikel 4 van de orga nieke wet van 21.7.1971, is tot nu toe niet veel in huis gekomen. De ver enigde commissies voor samenwerking hebben slechts vier maal vergaderd (ontwerpdecreet bibliotheken i.v.m. het opleggen van financiële verplich tingen aan ondergeschikte besturen taaldecreet) terwijl ze minstens twee vergaderingen per zitting zouden moe ten houden. Een permanent overleg zou stellig veel bijdragen tot een goede ver standhouding. Culturele autonomie hoeft zeker geen cultureel ghetto te worden. V -rmelden wij nog in dit verband dat de nationale en internationale instellin gen, waarvan de werking gemeen is aan meer dan één cultuurgemeenschap en die om die reden niet onder de toepas sing vallen van de decreten inzake taal gebruik, nog door de wet moeten wor den aangewezen. (Grondwet art. 59bis §4). Vervolg volgende week Vrijdag 6-2: C.S.C - Ninove: toneelavond met de Internationale Nieuwe Scene. 6 tot 8 febr.: C.S.C - Schendelbeke: Groepstentoonstelling van Schendel- beekse kunstenaars. Inleidende voordracht door L. Van den Bossche. Zat. 7 febr.: C.S.C. Studiekring Ninove: discussienamiddag over Struktuur en werking van de gemeenteraad met inleiding door P. Van der Niepen. Dinsd. 10 febr.: C.S.C - Studiekring Denderleeuw: voorlichtingsavond over «Ontwerp Gewestpaln» met lezing over «Milieuproblemen», Dinsd. 10 febr.: Fotokring «De Krakeling»: clubactiviteit met bespreking kunstmappen en werk van eigen leden. Zat. 14 febr.: C.S.C.-Zottegem «Herman Voskring»: voorlichtingsavond over «Ontwerp gewestplan» en «Stedebouw, ruimtelijke ordening en stadskemvemieuwing» Zat. 14 febr.: fotokring «De Krakeling» G'Bergen: kleur-dia-avond over «Oostenrijk... land met vele gezichten» door Meerpoel Ronny. Vrijdag 20 febr. C.S.C. Onkerzele: informatieve avond over gewestplan Zat. 21 febr.: discussienamiddag over «Een progressieve jeugdpolitiek» met inleiding door M. Christiaens. dinsd. 24-2: clubaktiviteit «De Krakeling» over «Technische voorlichting» over studio - opnamen vrijdag 27-2: C.S.C - Schendelbeke: discussieavond over «Ruimtelijke ordening» en «Gewestplan Geraardsbergen» Zat. 28.2: C.S.C - Idegem: informatieve avond over gewestplan met M. Hutsebaut en L. Walraet. Ma. 1-3: C.S.C- Studiekring Denderleeuw: «De rol van de overheid in de economie» met inleiding door Mare Mortier. Dinsdag 9-3: clubaktiviteit fotokring: «De Krakeling» Vrijdag 12-3: C.S.C - De Rank Aalst: voorlichtingsavond over «Het Eu ropa van de toekomst» Zat. 13-3: de krakeling: kleurdiamontage in overvloeing over San Fransisco door Roger Rosiers. Zat. 13-3: C.S.C - Studiekring Ninove: discussienamiddag over «Gemeen telijke opvang van bejaarden» met inleiding door A. Verhellen. Zat. 13-3: C.S.C - Zottegem «Herman Voskring»: informatieve avond over Europa, waarheen - in samenwerking met de Europese commissie. Maandag 23-3: clubaktiviteit fotokring «De Krakeling» Vrijdag 27-3: C.S.C - studiekring Ninove: «Een progressief gemeentelijk sport- en cultuurbeleid» met inleider L. Bollaert. Zat. 28-3: fotokring «De Krakeling» Geraardsbergen samen uit aktiviteit wandeling naar bos van Boelare.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1976 | | pagina 8