VIER JAAR CULTURELE AUTONOMIE
S
I
VERZORGD DOOR DE CENTRALE VOOR SOCIALISTISCH CULTUURBELEID
w
TROJAANSE PAARD BRENGT
SOCIALISTISCH STRIJDTHEATER
VOER VOOR SCHOOLFRIKKEN
EN BUREAUKRATEN
Algemene vergadering
C.S.C. -
Afdelingen Gewest Aalst
C.S.C. -
AKTIVITEITEN KALENDER
IN VOLKSHUIS OP ZATERDAG 14 FEBR.
Van de boekenmarkt
C.S.C. - GEWEST AALST
C.S.C. SCHENDELBEKE
AKTIEF
v»#
R
Vervolg van vorige week
6 DE INTERNATIONALE
CL i IVRELE SAMENWERK
I
Voor de Nederlandse Cultuurgemeen
schap in Belgie heelt deintemationale
culturele samenwerking een bijzondere
nctekenis. Sinds lang wordt geijverd
voor een culturele integratie Vlaande
ren - Nederland of Nood-Zuid ge
naamd. Maar wat men in dit opzicht wil
ondernemen, stuit op grote structurele
moeilijkheden. Het Algemeen Neder
lands Verbond wijdde hieraan reeds
menige bijeenkomst.
De Nederlandse Cultuurraad (zoals
trouwens ook de Franse) kan deze be
langrijke taak van de internationale cul
turele samenwerking niet vervullen
omdat de wet. aan te nemen met een
bijzondere meerderheid, de vormen
van die samenwerking nog altijd niet
heeft geregeld, fierste -Minister Tin-
demans heeft in de Senaat verklaard dat
een wetsontwerp dienaangaande eerst
daags (verklaring van 12.6. 1975, zie
Beknopt Verslag Senaat blz. 892) zou
worden ingediend.
7. MOETDECULTUURRAADEEN
AFZONDERLIJKE INSTELLING
BLIJVEN?
Terwijl wij nog slechts aan een voorlo
pige gewestvorming toe zijn hebben
wij reeds een voorsmaakje gekregen
van de polemiek tussen voorstanders
van «culturalisering» en verdedigers
van «regionalisering» van bepaalde
kredieten, dit n.a.v. de kredieten voor
het medisch schooltoezicht en medis
che sportcontrole Het afzonderlijk be
staan van cultuur- en gewestraden
houdt de kans in zich op nieuwe con
flictsituaties en dit binnen één en de
zelfde gemeenschap. Dit doet geen af
breuk aan de noodzakelijkheid die be
stond de culturele autonomie langs de
weg van de oprichting van cultuurraden
tot stand te brengen. De cultuurraden
zijn ontstaan uit de algemene aanvaar
ding van het begrip dat het zelfbeschik
kingsrecht van een volk minimaal de
cultuurautonomie in zich houdt. Er
moest daar worden begonnen. Nu stelt
zich echter de toepassing van art.
107quater van de Grondwet en de
nieuwe polemiek daaromtrent: een ge
westvorming met drie of een feder
alisme met 2 plus een gewest Brussel
van de 19 gemeenten. Welke richting
ook wordt ingeslagen, het probleem
van de vereenvoudiging van de instel
lingen moet zijn beslag krijgen. Indien
het komt tot een rechtstreeks verkozen
Gewestraad voor Vlaanderen of tot een
Vlaamse deelstaat, dan komt het mij
voor dat de culturele aangelegenheden
best kunnen overgeheveld worden naar
het rechtstreeks verkozen orgaan van
de betrokken gemeenschap en er niet
langer een Cultuurraad moet blijven
bestaan die samengesteld is uit verko-
zenen van de nationale parlementen,
waartoe ook de provinciale en de ge
coöpteerde senatoren behoren, wat de
getalsterkte van de C.V.P. in de hui
dige Cultuurraad kunstmatig verhoogt.
Dit impliceert echter een grondwets
herziening.
IV. BESCHOUWINGEN
OVER DE UITVOERING:
SUBSTANTIEEL
In hoeverre werd er, in het raam van de
bestaande grondwettelijke en wette
lijke structuren, een inhoud gegeven
aan de culturele autonomie? M.a.w. in
welke mate werd ze na vier jaar sub
stantieel verwezenlijkt''
1. HET AANTAL DECRETEN
Wij hebben er reeds op gewezen dat het
aantal door de Cultuurraad van de Ne
derlandse Cultuurgemeenschap aange
nomen decreten niet bijster groot is,
slecht 25. Dit betekent, rekening hou
dende met de recesperiodes, gemiddeld
nog geen decreet per maand. Wij heb
ben gezien dat dit vooral te wijten is aan
gebrek aan regeringsinitiatief. Het is
pas de laatste maanden dat er enkele
ontwerpen werden ingediend en aange
nomen, meestal echter i.v.m. subsidië
ringsregelingen, zoals voor georgani
seerd jeugdwerk, volwassenenvor
ming, culturele centra, Nederlandse
toneelkunst, maar toch ook van alge
mener aard zoals het decreet inzake de
gemeentelijke Culturele Raden, de op
richting van een Hoge Raad voor de
Samenlevingsopbouw, enz. Een vol
waardig democratisch cultuurbeleid
moet met alleen een gefundeerde en
rechtvaardige subsidieregeling uitwer
ken. maar vooral aandacht schenken
aan een democratisch voorbereid
planmatig beleid met prioritaire doel
stellingen en aan de infrastructuren.
De meeste decreten werden met alge
meenheid van stemmen aangenomen,
hetzij als gevolg van een concensus in
de commissies, hetzij omdat de opposi
tie tenslotte haar goedkeuring niet
wilde onthouden niettegenstaande de
verwerping van bepaalde van haar
amendementen. Of dit het resultaat is
van wat de h. Van Impe het «overleg-
parlementarisme» noemt in tegenstel
ling tot het meerderherdsparlementa-
risme» valt nog te bekijken. Ongetwij
feld is er in de Cultuurraad (langs de
we» van de commissies) meer overleg
tussen meerderheid en minderheid,
staat de C.V.P meer open voor voor
stellen van decreet en amendementen
uitgaande van de minderheid dan dit in
Kamer en Senaat het geval is en is de
P V Vuit hoofde van de culturele ma
teries in dewelke het cultuurpact een
voorname rol speelt, genoopt rekening
te houden met standpunten en belangen
van het niet-katholieke bevolkingsdeel.
Nog heel wat voorstellen van decreet
wachten op hun bespreking en even
tuele goedkeuring. Ook van regerings
zijde worden nog enkele initiatieven
verwacht. Er is dus nog materie voor
handen om de cultuurraden te stoffe
ren, maar in een verder perspectief
heeft J. Brassine («Conseil culturel et
Cultuurraad: trois ans après mis
schien geen opgelijk waar hij schrijft
dat bij gebrek aan te regelen materie de
Cultuurraden langzamerhand minder
aantrekkingskracht zullen uitoefenen
op de politieke partijen.
2. HET BELEVEN VAN DE
CULTURELE AUTONOMIE
DOOR DE MASSA
Men mag stellen dat de invoering en de
praktijk van de culturele autonomie
heeft bijgedragen tot de bewustzijns
vorming te behoren tot de Nederlandse
cultuurgemeenschap en tot de eigen
identiteit van het Vlaamse volk, zo in
Brussel -hoofdstad als in het Vlaamse
land
De socialisten hebben erin het verleden
genoeg op gewezen dat de problemen
van de culturele autonomie, van de cul
turele ontvoogding, niet los te denken
zijn van de economische en sociale no
den, van de sociaal - economische ont
voogding van het werkende volk. En
ongetwijfeld draagt de culturele auto
nomie ook bij tot deze bewustwording.
Dit alles neemt niet weg dat de culturele
autonomie voor de massa van het volk
nog steeds een relatief begrip is, meer
zelfs dat deze massa niet of nog niet
inziet, gewaar wordt, beleeft wat er ei
genlijk veranderd is. Dit feit kan slechts
het gevolg zijn van het cultuurbeleid
zelf.
3 PLURALISME. IDEOLOGISCHE
EN KLASSENSTRIJD
In welke mate is de cultuurraad tot op
heden een uiting geweest van samenho
righeid op pluralistische grondslag,
waardoor alle Vlamingen en alle
Vlaamse Brusselaars, van welke poli
tieke overtuiging ook, fier kunnen zijn
te behoren tot de Nederlandse cultuur
gemeenschap van dit land?
Dit gevoel van samenhorigheid heeft
zich vooral in de beginperiode doen
gelden. Zo het verder doorspeelt bij
menige gelegenheid dan toch nemen de
tegenstellingen en spanningen toe, niet
zozeer uit overwegingen van al of niet
deel uit te maken van de regerings
meerderheid dan wel uit ideologische
motivering. Eén van de meest typische
illustraties hiervan is het langdurig, we
liswaar hoffelijk, gevecht in de com
missie rond de voorstellen en het voor
werp op het bibliotheekwezen: privé-
belangen contra openbare; verzuilde
bibliotheken en/ of pluralistische.
Gelijkaardige tegenstellingen en span
ningen tekenen zich af rond het uitblij
vend B.R.T. -statuut.
De cultuur is ontegensprekelijk een na
tionaal gegeven van de gemeenschap
tot dewelke zij behoort, een goed van
die ganse gemeenschap. Zij kan dit ech
ter slechts zijn mits zij op een pluralisti
sche-grondslag steunt en zij het alle
strekkingen mogelijk maakt er deel aan
te hebben.
Het Cultuurpatrimonium, monumenten
en landschappen, de luister van de taal,
enz. zijn geen aangelegenheden die
ideologische of klassenstrijd - conflic
ten oproepen.
Maar naast haar nationaal karakter is
het evenzeer waar dat de cultuur de
inzet of de verlenging is of kan zijn van
ideologische en klassenstrijd.
Er wordt bv. steeds meer gesproken
van de «C V P. -Staat». De cultuur en
het cultuurbeleid kunnen al of niet bij
dragen tot het vestigen van een C.V.P.
hegemonie in Vlaanderen. Dat de
C.V.P. gebruik maakt van het cultuur
beleid om dit doel te bereiken is evi
dent. Al heeft zij een groot gewicht in
de Cultuurraad (C.V.P.: 98 leden.
B S P.: 48, V.U.: 38, P V V.: 36,
K P 1) toch is dit geen argument tegen
de cultuurraad zelf vermits de C.V.P.
ook zonder de Cultuurraad, het Minis
terie van Cultuur beheerst. Wel inte
gendeel kan de culturele autonomie een
spoorslag zijn voor het niet-katolieke
en niet- C.V.P. -bevolkingsgedeelte
om zich te vermannen en zijn gerecht
vaardigde plaats in het culturele leven
op te eisen. Aldus valt de jongste tijd in
de cultuurraad een neiging van B.S.P. -
V.U. - P.V.V. vast te stellen om het
C.V.P. -overwicht af te remmen.
Cultuur is in vele gevallen geen neu
traal gegeven. Zij kan in dienst staan
van de ene of van de andere klasse, van
het bestaande maatschappelijk systeem
of van het nieuwe dat wordt nage
streefd van het konservatisme of van
het progressisme.
Een opzettelijk braaf gehouden cultuur
draagt bij tot het aanvaarden van de
maatschappij zoals zij is. Een gecom
mercialiseerde cultuur stompt het be
wustzijn af. Het inhoudelijk stompzin
nige van de meeste Vlaamse liedjes die
op de markt worden gebracht (om maar
een voorbeeld te geven) werkt het con
servatisme in de hand.
Daarentegen, culturele bestanddelen
die aanduiden, voorlichten, de kriti
sche geest scherpende verdraagzaam
heid bevorderen, dragen bij tot de ont
wikkeling van maatschappij en ge
meenschap. Ontegensprekelijk, kunst
en cultuur kunnen slechts in vrijheid
gedijen. Geen opgelegde cultuur. Ook
de ontspanning zoals men die zelf ver
kiest heeft haar rechten. Wat wij wilden
beklemtonen is dat cultuur niet steeds
neutraal is. Zij kiest dikwijls partij. En
derhalve is zij menigmaal de inzet van
een ideologische of van een klassen
strijd.
De Cultuurraad van de Nederlandse
Cultuurgemeenschap zal bijgevolg
geen knus onderonsje van Vlamingen
van diverse partijen blijven, zoals hij
aanvankelijk overkwam. Hij is dat
trouwens reeds niet meer.
Bert Van Hoorick
Yves Van de Steen: over: W.F. Her
mans, «Onder Professoren», Amster
dam (Uitg. De Bezige Bij), 1975, 425
blz.
Wie ooit schoolse - ot universitaire
toestanden heeft meegemaakt, kent
wellicht de problematiek der scholieren
en studentenrevoltes en de bijhorende
ontslagen van leraars en professoren.
«Onder Professoren», van W.F. Her
mans behandelt precies degelijke situa
ties, geschreven vanuit het leven (Her
mans zelf werd tot ontslag gedwongen
aan de Universiteit van Groningen).
Een bekwame- droogstoppel - hoogle
raar krijgt de nobelprijs toegewezen
vooreen uitvinding die hij 20 jaar eer
der deed Het bekroonde produkt kan
immers uitstekend gebruikt worden
door waspoederfabrieken,zodus.Net
op het ogenblik van de viering van deze
spitsvondige nobelprijswinnaar beslui
ten een aantal pseudo-revolutionaire
studenten de revolte op gang te bren-
gen.
Hun motto luidt: baas in eigen
reageerbuis'. Met deze summiere
gegevens als achtergrond, doorlicht
Hermans vervolgens - in zijn gekende
vlijmscherpe stijl - het universitaire mi
lieu. Onbekwame hoogleraars, kor-
rupte facultaitsraden en onbenullige
decanen worden om beurten onder de
onverbiddelijke Hermansloupe gehou
den. Ook het verburgerlijkte studen
tendom krijgt het hard te verduren.
Voor Hermans zijn de revolterende
studenten niet veel meer dan ver
waande leeghoofden die lijden aan in
tellectuele warhoofderij en faculteits
raden een groteske karikatuur der de-
mokratie. Het gehele universitaire
bolwerk is voor Hermans een korrupte
bureaukratie, zonder meer. Tussen
haakjes weze vermeld dat de auteur niet
veel goed over heeft voor progressieve
pogingen om het bestaande (universi
taire) systeem te wijzigen. Voor Her
mans is het een reeds lang uitgemaakte
zaak dat Nederland, zijn schoolwereld,
zijn universitairen en hoogleraars,
schrijvelaars en rijmelaars lijden aan
een zeer ernstige en onoverkomelijke
intellectuele bloedarmoede. Het boek
is tenslotte een goed geschreven irnoi-
sche analyse van een hopeloze en ne
faste verburgelijking, eigenwaan, ver
raad, pretentie en intellectuele sclero
se. Het universitaire wereldje is slechts
een tinnen reus op lemen voetjes, de
studentenrevoltes zijn niets meer dan
hard gepets op water.
Éénzijdig? Misschien, waarde lezer,
maar indien Hermans bazelt, is het aan
de aangevallen professorale en an
dere barden om de modderbal terug te
kaatsen. Lezenswaardig, ondanks de
ideologische lulkoek.
Dinsdagavond 9 maart e.k. om 19.30 u.
Agenda:
organisatie gewestelijk secretariaat
toestand C.S.C. -afdelingen
kongres C.S.C, te Hasselt
kadervorming en gewetselijke aktiviteiten
rondvraag
Wegens het belang van deze vergadering rekenen we ten stelligste op de
vertegenwoordiging van ALLE C.S.C. -afdelingen van onze federatie.
De voorbereidende documenten worden eerstdaags toegezonden.
Dat het de vrienden van de C.S.C.
afdeling Schendelbeke menens is, be
wezen zij met de samenstelling van een
ambitieus jaarprogramma 1976, resul
taat van hun bestuursvergadering van 9
januari 11.
Dit jaarprogramma werd intussen reeds
voor een belangrijk gedeelte in de prak
tijk omgezet.
Zo kregen we op 16, 17 en 18 januari
reeds de Anti - Fascistische Tentoon
stelling met film en lezing van de heer
De Ghouy. Deze manifestatie vond
trouwens een zeer goede weerklank.
Op 7 en 8 februari kregen we de mas
saal bezochte Groepstentoonstelling
van Schelndelbeekse kunstenaars,
waarbij op de vooropening gehandeld
werd over de rol van de kunstenaar in
het plaatselijke leven.
Op 27 februari krijgen we een voorlich
tingsavond over het «Ontwerp gewest
plan van het Geraardsbergse» door de
h. Quintelier, en een lezing over
«Ruimtelijke ordening» door M. Hut-
sebaut.
Verder programma
begin april: debatavond over
«Schendelbeke na de fusie»
begin september: open paneelge-
sprek over «De B.S.P. en haar pro
gramma»
eind oktober: dia-montage over
Oost-Duitsland met gesprek door
Jonny Lampens;
eind november - beuin december:
boekenbeurs en tentoonstelling ver
antwoord speelgoed, met voorlich
tingsavond over «Welk speelgoed is
geschikt voor onze kinderen?»
Voor het wellukken van dit programma
wordt gerekend op de volledige inzet
van alle vrienden en sympatisanten van
Schendelbeke.
gift J*m M J
In 1968 monteerde Rudi Van Vlaande
ren, op initiatief van het Socialistische
toneelverbond Oost-Vlaanderen,
Achilles Mussche: «Aan de voet van
het belfort. Een stuk (1950) over de
Vlaamse wevers en textielarbeiders.
Een brok strijdbaar toneel dat herin
nerde aan de opkomst van het Socia
lisme. Voor de huidige nieuwe genera
ties welke deze evokatie hebben gezien
kwam daaruit voort dat de strijd om het
Socialisme nog zeker door het medium
theater kon worden beklemtoond. Ook
dat deze vorm van strijdtheater funda
menteel nog op zijn plaats was.
De idee om dit stuk te monteren en de
opvoeringen ervan kunnen als een aan
loop worden gezien voor het in het be
gin der "70er jaren ontstane vormings
theater. Een piloot-groep in de ver
nieuwde belangstelling voor het poli
tieke strijdtheater is het Trojaanse
Paard. Moeilijkheden in de workshop
van de Beursschouwburg haakte enkele
akteurs los. Marianne Van De Kerck-
hove startte met het Trojaanse Paard
tijdens de dokwerkersstaking te Ant
werpen.
Uit een van de publikaties van de groep
volgende verklaring:
Het Trojaanse Paard is een politieke
toneelgroep, die ontstond in 1970 toen
een aantal akteurs, studenten, arbei
ders, bedienden bij elkaar kropen om
het stuk 'Het Trojaanse Paard of de
stuitbare opkomst van Victor de Brus-
seleire' te monteren. Wanneer de wer
king van de groep in den beginne on
getwijfeld mee bepaald werd door de
kritiek op het burgerlijke theater,'ont
wikkelden zich vnj vlug in de groep een
aantal politieke inzichten die veel ver
der gingen dan een kuituurkritiek al
leen. Wij namen een globaal anti
kapitalistisch standpunt in en trachtten
bovendien een reële binding met de
klassenstrijd aan te gaan. Wij zijn van
mening dat de funktie van de politieke
kunst bepaald wordt door haar relatie
met de revolutie en de revolutionaire
beweging.
Wij zijn er ons tevens van bewust dat
een bloei van een kuituur met een revo-
lutionairpolitieke inhoud slechts moge
lijk is in een beweging van opgaande
klassenstrijd waarmee deze kuituur
zich verbindt.
Later vormden zich nog andere groepen
als «De Internationale Nieuwe Scène»,
Vuile Mong en zijn Vieze Gasten en in
Nederland Proloog, Sater en GLTwee,
waarom de laatste maanden zoveel te
doen is geweest.
Rond een en ander hadden wij een kort
gesprek met Frans Redant uit Hofstade
welke sinds Mei '74 aan het kollektief
van het Trojaanse Paard is verbonden.
Volgens Frans Redant streeft het Tro
jaanse Paard ernaar bewust geen eli
taire groep te zijn. Ook geen avant-
garde theater omdat de grote massa
voor wie men wil spelen daar nog niet
aan toe is. Anderzijds wil men ook geen
nieuw 'isme. (-isme wijst op eerder
aanvaarde vormen van kunst zoals ex
pressionisme of surrealisme). Het gaat
hier wel degelijk om medium-theater of
politieke aktie welke vanuit een
scherpe linkse hoek (ideologie) wordt
voorgesteld.
Op onze vraag of daar behoefte aan is
antwoord Frans Redant positief Dit
blijkt vooral uit de diskussies welke
achteraf na elke voorstelling tussen de
leden van het kollektief en het publiek
worden gehouden.
«De problemen waarmede ze gekon-
t'ronteerd worden maken reakties los».
Achteraf worden de reakties binnen het
kollektief besproken. Reakties kunnen
leiden tot nieuwe ideeën voor andere
stukken.
Het Trojaanse Paard werkt zoals uit de
vorige zinnen al blijkt in een kollektief
verband. Dit drukt zich door zowel in
opmaak van het stuk. de praktische
werkzaamheden, als de demokratische
bespreking op de zondagavond verga
deringen. Er zijn nu al een dertigtal
medewerkers ledereen kan komen, ar
beiders, akteurs, werklozen, studenten
enz
Net zoals bi jv. dit bij de Revolutionaire
Arbeidersliga bekend is richt het Tro
jaanse Paard Zich noga! op de aktie bin
nen de vakbond.
In het stuk «Hoe eerder hoe beter, zei
de arbeider en hij dankte zijn baas af»
wordt het actuele vakbondssysteem
aangeklaagd. De handeling speelt zich
af binnen een textielfabriekje. Er ont
staat een konflikt tussen arbeiders,
vakbond en patroon. De vakbond kiest
uiteindelijk voor het regeringsvoorstel
ten gunste van de patroon Dit konflikt
wordt gespeeld in een aantal uitlegscè
nes: levensduurte, index het spel van
poen en zoen (de verzoener), nne to
maat (poppenspel), repressie, en wordt
aangevuld met actuele voorbeelden uit
recente vakbonds- en arbeidersakties.
Zoals in de Franse Lip-fabrieken bijv.
In sommige gevallen nemen de arbei
ders uiteindelijk zelf het roer in handen.
Het Trojaanse Paard verwerpt de par
lementaire demokratie maar verdedigt
de vakbond als instrument voor de ar-
beidersaktie.
Het Trojaanse Paard dat ook spontaan
bij stakingen gaat optreden wordt naar
Aalst uitgenodigd door «Tanu». Een
initiatief dat rekent op de bereidwillig
heid van de socialisten van Aalst. Blijf
niet thuis. Kom kijken. Vergeet het op
je zinnen afgestemde carnaval gebeu
ren. Treed uit het systeem.
Roger D'HONDT
Vrijdag el3 febr.: CSC -Onkerzele: Ontwerpgewestplan: betekenis
voor Onkerzele en omgeving.
Zat. 14 febr.: C.S.C. -Zottegem «Herman Voskring»: voorlichtings
avond over «Ontwerp Gewestplan» en «Stedebouw, ruimtelijke ordening
en stadskernvemieuwing»
8 Zat. 14 febr.: fotokring «De Krakeling» G'Bergen: kleur-dia-avondover
«Oostenrijk... land met vele gezichten» door Meerpoel Ronny.
Dond. 19 febr.: CSC -Erpe: informatie en gespreksavond over ruimte
lijke ordening, Stedebouw en gewestplan.
Zat. 21 febr.: discussienamiddag over «Een progressieve jeugdpoli-
tiek» met inleiding door M. Christiaens.
Dinsd. 24 febr: clubaktiviteit «De Krakeling» over «Technische voor
lichting» over studio - opnamen.
Dond. 26 febr.: CSC-Mere: informatie en gespreksavond «Ruimtelijke
ordening», stedebouw en gewestplan.
Vrijdag 27 febr.: CSC - Schendelbeke: discussieavond over «Ruimte
lijke ordening» en «Gewestplan Geraardsbergen».
Zat. 28 febr.: CSC - Idegem: informatieve avond over gewestplan met
M. Hutsebaut en L. Walraet.
MM