BOND MOYSON
KI). VERNIMMEN
BESPREEKT HERSTEL WET
AANVULLENDE VAKANTIE
VOOR JEUGDIGE ARBEIDERS
GEZINS- en
BEJAARDENHELPSTERS
BELANGRIJKE
ONTWERP
RESOLUTIE
I.V.M.
AFRIKA IN
EUROPEES
PARLEMENT
EERSTE
MILJARDEN-
STEUN VAN DE
EUROPESE
GEMEENSCHAP
VOOR
PORTUGAL
Iets over een grote figuur
uit de arbeidersbeweging:
EMIEL MOYSON
Inkomensbeleid
DE DIENST VOOR GEZINS- EN
BEJAARDENHULP VAN DE S.V.V.
ZITDAGEN
Federatie van socialistische Mutualiteiten - Bond Moyson
Vervolg van blz. 1
Het is inderdaad juist dat de C.A.O.
die in de periode van hoogkonjunktuur
door iedereen geloofd werden een an
dere benadering moeten krijgen dan in
een recent verleden. Wanneer nu de
eerste minister herhaaldelijk en nog
zondag II. aanvallen richt tot 1 vak
bond: dan zouden wij hen willen doen
opmerken dat het niet die vakbond is
die het meest de CAO. in het verleden
heeft verbroken. Wanneer men enkele
jaren teruggaat dan stellen wij eveneens
vast dat de christendemokratische pers
fier was over de resultaten van bepaalde
zogezegde spontane akties terwijl zij nu
wil doorgaan als de «redelijke en ver-
antwoordelij kheiddragende» bewe
ging-
Het is juist die vakbond die U nu het
meest aanvalt die in een recent Ygnleden
heel dikwijls heeft aangedrongen op
meer kwalitatieve verwezenlijkingen
dan op louter materiële verbeterihgen.
Trouwens, ook op het gebied van ver
gelijkingen tussen loonlasten in de ons
omringende landen zijn wij heel zwak.
Een voorbeeld maar: de konfektienij-
verheid kent ernstige moeilijkheden
wegens de zogezegde hoge lonen
terwijl wij anderzijds moeten vaststel
len dat de lonen in deze sektor de laag
ste zijn van onze nijverheid. Moeten
wij dan onze lonen in deze sektor gaan
aanpassen op het peil van de ontwikke
lingslanden? Een oplossing voor deze
problemen moet gevonden worden in
een bepaalde verdeelsleutel, inplaats
van daar ernstige voorstellen voor te
ontwikkelen, organiseert of improvi
seert de Regering «een inkomensbeleid
dat in de grond niets anders beoogt dan
een loonstop».
va 11*1
A. De regering improviseert een «in
komensbeleid» dat in de grond niets
anders beoogt dan een loonstop.
Ik wens hierbij enkele bedenkingen te
maken.
1. Onder om het even welk ekono-
misch stelsel ook, moet het recht op
inspraak aan iedereen gewaarborgd
blijven. Dit recht maakt deel uit van de
grondslagen waarop een demokratische
maatschappij-visie steunt. Elk inko
mensbeleid kan dan ook slechts het re
sultaat zijn van een demokratische kon-
traktuele besluitvorming.
2. In ons huidig maatschappelijk stel
sel kan het vraagstuk van de billijke
herverdeling van de inkomens, onmo
gelijk benaderd worden vanuit het
standpunt van een door de overheid op
gelegd inkomensbeleid, maar slechts
vanuit andere gezichtshoeken waaron
der fiskaliteit, prijzenpolitiek, maat
schappelijke zekerheid, volledige te
werkstelling enz...
3. Wat de regering aanbiedt onder het
mom van een inkomensbeleid is niets
meer dan een loonstop, die, uit
schaamte, zijn naam niet durft noemen.
Inderdaad, de regering beschikt niet
over de nodige middelen om een glo
bale inkomenspolitiek te voeren. De
inkomens van een belangrijk gedeelte
van de bevolking zijn niet gekend. Er is
praktisch geen kontrole mogelijk over
de inkomsten van de vrije beroepen,
van de beheerders, terwijl de inkom
sten van de zelfstandigen veeleer af
hangen van het prijzenbeleid, van de
winstmarges en tarieven.
De belastingontduiking is in ons land
tot een nationale sport uitgegroeid,
maar het is vooral een luxe-sport, vaak
voorbehouden aan de meest weistel
lenden.
4. De eerste minister heeft er op gewe
zen dat de inflatie de meest onrecht
vaardige van alle belastingen is.
Na twee jaar voorthollende «onrecht
vaardigheid» wordt nu gesproken over
«matiging voor allen». Door de in
spanning van de opofferingen aan allen
te vragen maar aan enkelen op te leg
gen, dreigt de regering niet enkel de
bestaande ergerlijke ongelijkheden te
handhaven, maar deze zelfs nog te ver
scherpen.
5. Welnu, de twee voornaamste
middelen om een billijkere verdeling
te verkrijgen, nl. de fiskaliteit en de
maatschappelijke zekerheid, worden
door de regering geenszins in de ge
wenste zin gehanteerd.
Ze doet fundamenteel niets tegen de
belastingontduiking. Wel wil ze de
sociale uitkeringen belasten, daar
waar zij anderzijds niets onderneemt
om de hoge inkomens sterker te be
lasten.
Inzake R.M.Z. onttrekt de regering
zowat 10 miljard aan het stelsel van
arbeiders en bedienden.""'
6. Bijgevolg is het fundamenteel mis
leidend te stellen dat het Parlement nu
moet ingrijpen.
Waarom?
Zo er, op het politiek vlak wel een de-
mokratie bestaat, dan kent dit land nog
steeds geen ernstige ekonomische
planning noch de ekonomische demo-
kratie.
Zo een winstgevend bedrijf beslist
de poorten van de fabriek te sluiten dan
kan het Parlement die niet weer ope
nen.
eHet Parlement is niet verant
woordelijk voor het beheer der on
dernemingen; bovendien wordt aan
de privé-ondernemingen geen enkele
vorm van ekonomische en financiële
planning opgelegd.
7. De vrije onderneming impliceert de
vrijheid van onderhandelen voor de
vakbondsorganisaties, teneinde de be
langen van de arbeiders te kunnen ver
dedigen:
bij ontstentenis van elke ekonomi
sche demokratie en van elke werkelijke
en demokratische planning is een in
komenspolitiek onvoorstelbaar.
Waarom ontdekt men plots de be
hoefte aan een inkomenspolitiek in ge
val van krisis, als het gaat om de lonen
te blokkeren, maar nooit als het goed
gaat om de buitensporige winsten te
beteugelen.
Trouwens:
1Op het interprofessioneel vlak is de
onverzoenlijke houding van het patro
naat verantwoordelijk voor het mis
bruiken van de onderhandelingen.
Zij werd tot deze halsstarrige hou
ding aangezet door de regeringsverkla
ringen die reeds bij voorbaat haar
arbitrage-inzichten had te kennen ge
geven, inzichten die in hun oorspronke
lijke versie, de totale blokkering van de
lonen voorzagen (het zogenaamde her
stelplan).
2) Op het professioneel vlak, dwars
boomt de regering nu de onderhande
lingen tussen patroons en arbeiders.
Een hele reeks straffen en sankties
worden in het regeringsplan voorzien
voor werkgevers die het zouden wagen
op het professioneel vlak in te gaan op
de eisen van hun personeel.
Door ondubbelzinnig partij te kiezen
heeft deze regering elk recht op haar rol
van bemiddelaar opgegeven. Het door
jagen van een reeks maatregelen dank
zij de makke en zwijgende steun van
haar meerderheid is zeker geen rem op
de partijdigheid van de regering.
Voeg daarbij de betwistbare maatrege
len die U bij deze loonstop voegt.
Ik citeer:
1het brugpensioen waar U terug be
paalde diskriminaties in het leven roept
en die vooral terug dezen zal treffen
van de zwakke sektoren.
2. de verplichte indienstneming van
jonge stagiairen die neerkomt op een
nieuwe vorm van interim arbeid en
daarenboven de aanwerving van perso
neel ten bestendigen titel afremt en te
vens de afdankingen zal bevorderen.
3. een indexeringssysteem dat afbreuk
doet aan de koppeling van lonen en
wedden aan de index. De hogere in
komsten moeten door een versterkte
progressiviteit inzake fiskaliteit aange
pakt worden en niet door uitzonder
ingsmaatregelen.
Dit alles bewijst dat deze regering de
krisis alleen en uitsluitend wil doen be
talen door deze die er niet verantwoor
delijk voor zijn. Wil men een ekono-
misch herstel bewerkstelligen dan moet
men het vertrouwen genieten, niet al
leen van een enkele groep in onze maat
schappij, maar vooral van degenen die
door hun arbeid onze economie op gang
houden.
Deze wet ondermijnt het vertrouwen
zij is het zoveelste bewijs dat deze Re
gering niet in staat is fundamentele op
lossingen te bieden, maar integendeel
verder gaat met een politiek te voeren
die ons steeds dieper in de krisis in
werkt.
W. VERNIMMEN
Senator
werft aan voor onmiddellijke indiensttreding:
voor de streek van Aalst - Denderleeuw - Geraardsbergen - Ninove -
Oudenaarde - Ronse - Zottegem
Komen in aanmerking: de houders van:
een bekwaamheidsattest, afgeleverd door het Ministerie van Volksge
zondheid en het Gezin.
een brevet of getuigschrift van gezinshelpster of gezins- en sanitaire
helpster, afgeleverd door een hogere secundaire beroepsschool.
Kandidaturen worden ingewacht tot 15.4.76 op hiernavermeld adres:
Dienst voor Gezins- en Bejaardenhulp van de S.V.V.
De Colfmaeckerstraat 1 I, 9620 Zottegem.
Voor alle inlichtingen, zich eveneens wenden tot bovengenoemd adres,
rei. 091-60.13.95."
Jeugdige arbeiders die na het einde van
hun studieën of hun leerovereenkomst,
voor de eerste maal als arbeider of be
diende in dienst van een werkgever tre
den, kunnen aanspraak maken op aan
vullend vakantiegeld voor de periode
gaande van 1 januari van het jaar in de
loop waarvan zij bij die werkgever in
dienst treden tot en met de dag die hun
indiensttreding voorafgaat.
WELKE ZIJN DE VOORWAAR
DEN OM AANVULLEND VA
KANTIEGELD TE KUNNEN GE
NIETEN:
1dat bedoelde werknemers geen 25
jaar oud zijn op het einde van het vakan
tiedienstjaar in de loop waarvan zij
voor het eerst hij een werkgever in
dienst treden;
Let wel: een gelegenheidswerk gedu
rende de vakantie wordt niet aanzien als
een eerste tewerkstelling;
2) dat zij bij deze werkgever in dienst
treden uiterlijk de laatste werkdag van
de periode van vier maanden volgend
op:
a) hetzij de datum waarop zij de instel
ling verlaten hebben waar zij hun stu
dies gedaan hebben, overeenkomstig
artikel 62 van de geordende wetten be
treffende de kinderbijslag voor loonar
beiders;
b) hetzij de datum waarop het leerkon-
trakt een einde heeft genomen. De pe
riode tijdens dewelke de werknemer
niet aan het werk is kunnen gaan we
gens de verplichtingen hem opgelegd
krachtens de militie wetten of de wetge
ving betreffende de verplichte dienst
van de gewetensbezwaarden komt niet
in aanmerking voor de bepaling van de
hierboven bedeelde termijn van vier
maanden.
3) dat zij verbonden zijn geweest door
een arbeidsovereenkomst die hen on
derwerpt aan het stelsel der jaarlijkse
vakantie of aanspraak konden maken
op de bij dit besluit bepaalde gelijkstel
ling voor de perioden van arbeidson-
derbreking, gedurende 60 der werk
dagen begrepen tussen de datum hun
ner indiensttreding en het einde van het
vakantiedienstjaar. De aanvraag moet
door middel van een speciaal formulier
(Mod. PJ1) dat op eenvoudig verzoek
bij de vakantiefondsen kan worden be
komen, ingediend worden bij het va
kantiefonds waarbij de eerste werkge
ver is aangesloten.
OPGELET: Het aanvullend vakantie
geld van de bedienden is ten laste van
de werkgever bij wie zij te werk gesteld
werden in de loop van het jaar waarin
zij voor de eerste maal in dienst traden.
VOOR DE BEREKENING VAN
HET BEDRAG VAN HET AAN
VULLEND VAKANTIEGELD
WORDEN IN AANMERKING GE
NOMEN: -4
1) ten aanzien van oud-scholieren en
studenten:
Behoudens de zondagen, in de perio
den tijdens dewelke zij eventueel on
derworpen geweest zijn aan de sociale
zekerheid ingevolge een gelegen
heidswerk, de dagen vanaf 1 januari
van het vakantiedienstjaar in de loop
waarvan deze werknemers voor het
eerst in dienst treden van een werkge
ver tot en met de dag voorafgaand aan
deze van hun indiensttreding;
2) ten aanzien van oud-leerlingen:
a) de eventuele arbeidsdagen tijdens
dewelke zij aan het stelsel van de jaar
lijkse vakantie onderworpen zijn ge
weest en de dagen van eventuele ar-
beidsonderbreking gelijkgesteld met
effektief gewerkte dagen vanaf 1 ja
nuari van het vakantiedienstjaar in de
loop waarvan deze werknemers voor
het eerst in dienst treden van een werk
gever tot de dag voorafgaande aan deze
van hun indiensttreding.
b) behoudens de zondagen en de dagen
bedeeld sub a), de dagen vanaf 1 ja
nuari van het vakantiedienstjaar in de
loop waarvan deze werknemers voor
het eerst in dienst treden van een werk
gever tot en met de dag voorafgaand
aan deze van hun indiensttreding.
HET BEDRAG VAN HET AAN
VULLEND VAKANTIEGELD IS
VERSCHULDIGD:
Iaan de personen waarvan sprake
in boven vernoemd artikel I) voor elk
van de in dit artikel 1bedoelde dagen
naar rato van 14 91 van het dagelijks
fiktief loon dat in aanmerking komt
voor de berekening van het vakantie
geld, verschuldigd aan de werknemer
van dezelfde leeftijd en hetzelfde ge
slacht voor de met effektief gewerkte
dagen gelijkgestelde dagen van wer
konderbreking voorkomend in de loop
van het vakantiedienstjaar;
2) aan de personen waarvan sprake in
het eveneens bovenvermeld artikel:
a) voor elk van de in dit artikel 2), a)
bedoelde dagen naar rato van 14 T van
het verschil tussen het onder Ivermeld
dagelijks fiktief loon en het dagelijks
bedrag dat in aanmerking komt voor de
berekening van hun gewoon vakantie
geld;
b) voor elk van de in bovenvernoemd
artikel 2), b) bedoelde dagen naar rato
van 14 van het onder Ivermeld
dagelijks fiktief loon.
Het aanvullend vakantiegeld wordt ver
leend door het organisme dat voorziet
in de uitbetaling van het uit hoofde van
zijn dienstverrichtingen bij de eerste
werkgevers verschuldigde vakantie
geld.
Is de werknemer tijdens het vakantie
dienstjaar in de loop waarvan hij voor
het eerst bij een werkgever in dienst
trad, beurtelings als arbeider en be
diende of omgekeerd, werkzaam ge
weest. dan wordt hetaanvullend vakan
tiegeld naar verhouding van de als be
diende gewerkte tijd door de werkge
ver, en naar verhouding vart de iHK'ar
beider gewerkte tijd, door hetbèvoegdë
vakantiefonds betaald. l
KORTE SAMENVATTING
De werknemers, die op 3112.1975
nog geen 25 jaar oud waren en i n 1975
binnen vier maanden na het einde van
hun studiën of hun leertijd voor de eer
ste maal bij een werkgever in dienst
traden, kunnen aanvullend vakantie
geld bekomen op de voorwaarden vast
gesteld bij Koninklijk Besluit.
Gelegenheidswerk tijdens de va
kantie wordt niet aanzien als eerste
werkzaamheid.
De periode gedurende dewelke de
werknemer, wegens zijn militaire ver
plichtingen, niet kan aan het werk
gaan, komt niet in aanmerking voor het
bepalen van de hogervernoemde ter
mijn van vier maanden.
De aanvragen dienen door middel
van speciale formulieren (PJ1) te ge
beuren, die bij de Rijksdienst voor Jaar
lijkse Vakantie, Elyzeese Veldenstraat
12- 1050 BrusselTel. (02)649.80.50,
verkrijgbaar zijn.
Remi Verschaffel
Secr. BSP- Afd.
Viane - Moerbeke
Op 10 maart j.l. werd in het Europees
parlement een uiterst belangrijke ont
werpresolutie ingediend m.b.t. de poli
tiek van de Europese Gemeenschap
t.o.v. Afrika. De tekst luidt als volgt:
gezien de verdeeldheid van de rege
ringen van de negen lid-staten over het
tijdstip van de erkenning van de
MPLA-regering in Angola,
gezien de verklaring van de minis
ters van Buitenlandse Zaken van de ne
gen lid-staten van 23 februari 1976,
1. wenst dat de politiek van de Ge
meenschap ten aanzien van Afrika zich
niet tot zuiver economische aspecten
beperkt, doch zich ook volgens ge
zichtspunten van algemene politiek
oriënteert;
2. veroordeelt iedere interventie van
andere staten in Afrika;
3. verzoekt de instellingen van de Eu
ropese Gemeenschappen, uit de hui
dige situatie politieke conclusies te
trekken.
Belangrijk hierbij is dat de ontwerp
resolutie uitgaat van 5 fracties die in het
Europees Parlement vertegenwoordigd
zijn en met name de socialistische, de
Kristen-democratische, de liberale, de
conservatieve en de fractie van Euro
pese democraten voor de vooruitgang.
Merken we verder op dat de indieners
van de ont werp-resolutie er het verzoek
tot «spoedverklaring» aan koppelden,
wat er op wijst dat in brede kringen in
Europa zich een kentering voordoet in
de richting van een meer positieve be
nadering van democratische evoluties
in dit werelddeel.
Martin Hutsebaut
Zopas werd besloten dat begin april a.s.
de eerste hulp van de Europese Ge
meenschap naar het Portugese volk
gaat: meer dan 200 miljoen dollar (on
geveer 10 miljard belgische frank) zul
len als direkte hulp naar Portugal vloei
en. Daarnaast zullen ook besprekingen
worden aangevat met het oog op een
ruimere en langdurige ondersteuning
van Portugal, zo verklaarde commis
sievoorzitter ORTOLI in Lissabon.
Zo wordt tegemoet gekomen aan een
oude eis van het Europees Vakverbond
en van de socialistische partij.
Martin HUTSEBAUT
AALST
St. Kamielstraat 30, tel. 053-21.12.83,
de donderdag van 13.30 tot 15 uur.
GERAARDSBERGEN
Vredestraat 41, tel. 054-41.23.68, de
donderdag van 9 tot 10.30 uur.
NINOVE
Geraardsbergsestraat I 19, tel. 054-
33.26.95, de donderdag van 11 tot 12
uur.
ZOTTEGEM
De Colfmaeckerstraat 1, tel. 091-
60.13.95, iedere werkdag van 9 tot I 1
uur, en van 14 tot 16 uur.
De gewestelijke afdeling Aalst viert op
zaterdag 10 april 1976 haar 75 jaar bestaan
Door A. RUIZ
Gewestelijk Sekretaris Algemene Centrale A.B.V.V.
>tl ni;/ nsgnil
i i .azrioM
In onze vorige bijdrage hadden wij be
loofd eens na te kijken van waar de
naam komt dei aan onze zieknkas is
gegeven: «Bond Moyson».
Het is wel betekenisvol dat al onze in
stellingen en groeperingen, bij hun ge
boorte, haast overal namen kozen die
een grote betekenis hadden in de strijd
voor de werkende klasse, in de strijd
voor de verdrukten.
Doch vooraleer iets over Emiel Moy
son te schrijven, willen wij hier eerst
enkele grote gebeurtenissen in herinne
ring brengen, over het leven en de vie
ringen die onze Mutualiteit ekende, na
de tweede wereldoorlog, slechts enke
le, van die dingen die ons onmiddellijk
onder handen zijn gevallen:
In VOOR ALLEN van 25 October
1953, lezen wij een verslag.
Schitterende Jubelfeesten van
«Bond Moyson» en «Huis der Mutua-
listen te Ronse. Wij waren er aanwezig.
De stichters van Bond Moyson Ronse
werden gehuldigd en het tweejaarlijks
Statutair Congres was geroganiseerd.
In een woord: het was een onvergete
lijke gebeurtenis! Wij hoorden aldaar
partijgenoot Oscar Debunne, Burge
meester van Aalst, een alles zeggende
rede uitspreken, die elkeen wel deed
rillen van aandoening... hij kon dat be
ter dan wie ook..
Enkele tijd daarop had te Geraards-
bergen ook een dergelijke gebeurtenis
plaats!
Zaterdag 24 october 1959 een bui
tengewoon geslaagd congres te Ninove
waarbij de plechtige inhuldiging van
nieuwe polikliniek (Ninove) plaats
had.
Te Ronse volgen ruim 300 kongres-
sisten de presentatie van de aktiviteits-
verslagen 19675, waarbij Bond Moy
son zijn steeds groeiende macht kan
aantonen.
Te Ninove op 6 juni 1970, wordt
het 50 jaar bestaan van de Mutualiteit
gevierd, B.S.P. 25 jaar en tevens 15
jaar Burgemeesterschap van partijge
noot Milo.
Laat dat vandaag voldoende zijn, om
een volgende keer, weer een meer te
zeggen, voor hen allen die iets opteke
nen...
Moyson Emiel werd te Gent geboren
rond 1833 en overleed rond Luik, in
1868, de 1 december. Geen enkele his
torie over de strijd van de arbeiders in
België, naar rechtvaardigheid en de
noodzakelijke vorm hiervoor, of zij
spreekt van Moyson Emiel.
Als de arbeiders uit hun woning worden
gesleurd, om hun «brood» te gaan ver
dienen in de ongezonde fabrieken, uit
gezogen en vernederd worden, als de
«Klok vijf uur slaat» en vader het nog
slapend kind en de moeder voorttrekt,
naar de modernere slavernij, in die tijd
zal Emiel Moyson optreden! In die
sombere dagen zal hij naast zovele an
dere pioniers -laten zien dat er nog
mensen waren...
En zo wordt de figuur van Emiel vooral
op mututalistische en syndicaal gebied
van grote historische waarde!
Want in deze dagen van donkere el
lende verscheen hij als een daadwerke
lijke apostel, als een realiteit in de ogen
van onze voorvaderen, als een schitte
rende ster, maar deze maal om de weg
te wijzen naar de vrijmaking uit de sla
vernij van een wereld waarin het niet
langer kon geleegd worden!
In de jaren 1866 kwam de eerste reactie
door de arbeiders gesteld! De weg naar
de organisatie, en door deze, de weg
naar de ontvoogding, werd stilaan,
maar met zekerheid gelegd!
Hadden de Drie Koningen de ster ge
volgd die hen aan de wieg van Christus
te Jerusalem zou brengen, die Christus
die later zei: «Werp uwe aardse schat
ten weg, zo gij de hemelse wilt verwer
ven»,. Voortaan kon het proletariaat de
ster volgen die hen de middelen zou
aantonen om zich te bevrijden van de
loodzware ketens welke hen gebonden
hield aan de ellende en de ontaarding,
namelijk: de vereniging.
In een rede die hij uitsprak ter gelegen
heid van een werkstaking te Gent, ten
jare 1857, eindigde hij ongeveer met de
volgende woorden: «Werklieden, ver
enigt Udat di t de woorden zijn door de
grijsaards op hun sterfbed geprevelde;
dat zij de zang worden die het jagen van
de hamer, van het houweel, getouw,
enz., zal begeleiden, het wiegelied der
moeder, het gebed van het kind des
volks. Aan het werk, mannen, moedig
aan het werk en leve, lang leve de ver
eniging!!»
Toen het volk door zijn prachtige toe
spraak inzag dat zij slechts verenigd
een macht vormde en dat inderdaad de
vereniging de enige uitweg bleek te
zijn, zullen zij zeker mede hebben ge
roepen: «Leve de vereniging!». Van dit
ogenblik af begonnen ze zich inderdaad
met kracht en ijver te verenigen en de
werkmakkers te overtuigen van deze
noodwendigheid en van haar nut. Bij
gelegenheid zullen wij onder deze ru
briek eens een artikel wijden aan de
kolossale moeilijkheden die zij onder
vonden, enerzijds vanwege het onbe
grip van de arbeiders zelf en anderzijds
vanwege de het begrip onbegrip van de
arbeiders zelf en anderzijds vanwege de
«rechterlijke» macht. Ah! zeker mogen
wij niet vergeten de veraderlijke rol aan
de kaak te stellen die de reactionnairen
vervulden door later, na eerst te hebben
gepoogd de verenigingen die de arbei
ders oprichtten te kelderen, door het tot
stand brengen van zogezegde katho
lieke mutualiteiten, syndicaten enz..
Met het uitspreken van deze rede was
onze Emiel Moyson begonnen aan een
koortsachtig leven, vol strijd, een leven
die hij zou slijten te midden van het
lijden der massa aan hetwelk hij zeer
deelachtig was. E. Moyson kwam ech
ter uit een burgersgezin, brak af met
zijn familie en offerde alles voor het
heil der onterfden. Gedurende volle
tien jaar die hij in het kamp voor meer
rechtvaardigheid heeft gestreden, was
hij door zijn offervaardigheid, zijn fi
nanciële ondersteuning en een onvoor
waardelijke hulp in allerlei aangele
genheden, erin geslaagd een waarde
ring rond zijn persoon te scheppen dat
in de arbeidersmiddens nog steeds zijn
naam met veel eerbied, bewondering
en dank uitgesproken wordt.
Terecht wordt hij aanzien als een voor
loper en een baanbreker van die socia
listische beginselen. Ontelbaar zijn de
mooie, maar realistische gedichten die
hij ter ere van de arbeid zo prachtig kon
scheppen en ook vooral om de loonsla
ven aan te moedigen in hun zware en
ongelijke strijd. Talrijk zijn ook de
volksliederen die zo vurig en geestdrif
tig door al de lijdenden in Gent en
daarna over gans Vlaanderen zouden
gezongen worden.
Emiel Moyson had ook op de massa
kunnen spuwen zoals de bourgoisie
waartoe hij behoorde, doch zijn hart en
zijn ziel waren hiertoe veel te rein en
veel te verheven: zijn geluk kon dan
slechts vozlmaakt zijn wanneer dat van
de anderen verzekerd was.
Hoe kon hij met zo een gevoelig mense
lijk hart dan gelukkig zijn wanneer er
zovelen zo diep ongelukkig waren en in
zulk een onmetelijke ellende moesten
leven. Met lange werkdagen, zware ar
beid nog niet voldoende lonend om te
kunnen eten, een leven vol kommer en
onzekerheid voor de dag van morgen.
Ach, ongelukkige der ongelukkigen:
hij die door ziekte of werkloosheid ge
troffen werd!
Niets van ondersteuning, niets aan hulp
noch troost...
Maar Emiel Moyson had zich vast
voorgenomen om te strijden zolang het
volk arm en onwetend was, verslaafd
en onbewust. Daarom behoort E. Moy
son tot deze die de basis zouden leggen
om aan de opbeuring van de massa te
werken die tenslotte de ontvoogding,
de volledige ontvoogding moet te werk
stellen. Hij was bevriend met een ze
kere Adolf Dufranne die eveneens onze
beweging, welke aan het groeien was,
niet ongenegen was, maar op
18.12.1858 kwam te overlijden. Het
lijk van deze jonge wijsgeer werd te
Gent zonder tussenkomst van de kerk
ten grave gedragen, wat toen zeker een
ongehoord feit was. Tot zijn laatste
stervenesuur was deze vrijdenker met
zichzelf consequent gebleven.
E. Moyson zou niet alleenlijk ijveren
voor de vereniging, de werkmakkers
aansporen zich te groeperen, een bij
drage te storten die moest dienen om
een lid, getroffen door ziekte of werk
loosheid of ongeval te ondersteunen,
maar tevens zou hij gewikkeld zijn, tij
dens zijn laatste levensdagen, in de op
komende strijd voor het algemeen
stemrecht.
Krachtig en terecht had hij gedicht:
«Van alle macht, van alle recht versto
ken,
is d' arme klas een vreemd'ling in 't
land.
Toen reeds was hij in een erg ziekelijke
toestand en hij wist zelf dat de dood
hem met rasse schreden tegemoet trad,
want het blijkt dat hij sedert jaren aan
de longen was aangetast. De man die de
grondslagen van het mutualiteitswezen
had gelegd, zou inderdaad niet lang
meer leven. De man die het princiep
huldigde der wederzijdse hulp, de ver
eniging voor onderlinge hulp die neer
kwam op het «Een voor allen en allen
voor één» overleed op 1 December
1868.
Met hem verdween een der prachtigste,
onbaatzuchtigste figuren der Gentse
arbeidersbeweging, en al was zijn le-
.ven betrekkelijk kort, het was daaren-
j tegen zeer gevuld. Zijn overtuiging is
door alle hindernissen heen en in alle
omstandigheden onwrikbaar geweest.
En het bewijs van zijn grootheid, zijn
faam en de onsterfelijke herinneri ng die
hij tot stand had gebracht, ligt in het feit
dat vele mutualiteiten door hun oprich
ters met de naam Emiel Moyson wer
den gedoopt, die zich achteraf, de leuze
indachtig: Verenigt U! hebben gegroe
peerd in één en dezelfde BOND MOY
SON.
Wij hopen dat onze leden, wanneer zij
onze mutualiteit Bond Mozyson zullen
horen vernoemen, zij zich zullen ge
denken dat zij genoemd wordt naar de
naam van een edele mens en een sociaal
voelend en strijdend figuur in dienst
van de werkende klasse.
Is onze mutualiteit zijn naam niet waar-
die?