BOND MOYSON KI). VERNIMMEN BESPREEKT HERSTEL WET AANVULLENDE VAKANTIE VOOR JEUGDIGE ARBEIDERS GEZINS- en BEJAARDENHELPSTERS BELANGRIJKE ONTWERP RESOLUTIE I.V.M. AFRIKA IN EUROPEES PARLEMENT EERSTE MILJARDEN- STEUN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR PORTUGAL Iets over een grote figuur uit de arbeidersbeweging: EMIEL MOYSON Inkomensbeleid DE DIENST VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE S.V.V. ZITDAGEN Federatie van socialistische Mutualiteiten - Bond Moyson Vervolg van blz. 1 Het is inderdaad juist dat de C.A.O. die in de periode van hoogkonjunktuur door iedereen geloofd werden een an dere benadering moeten krijgen dan in een recent verleden. Wanneer nu de eerste minister herhaaldelijk en nog zondag II. aanvallen richt tot 1 vak bond: dan zouden wij hen willen doen opmerken dat het niet die vakbond is die het meest de CAO. in het verleden heeft verbroken. Wanneer men enkele jaren teruggaat dan stellen wij eveneens vast dat de christendemokratische pers fier was over de resultaten van bepaalde zogezegde spontane akties terwijl zij nu wil doorgaan als de «redelijke en ver- antwoordelij kheiddragende» bewe ging- Het is juist die vakbond die U nu het meest aanvalt die in een recent Ygnleden heel dikwijls heeft aangedrongen op meer kwalitatieve verwezenlijkingen dan op louter materiële verbeterihgen. Trouwens, ook op het gebied van ver gelijkingen tussen loonlasten in de ons omringende landen zijn wij heel zwak. Een voorbeeld maar: de konfektienij- verheid kent ernstige moeilijkheden wegens de zogezegde hoge lonen terwijl wij anderzijds moeten vaststel len dat de lonen in deze sektor de laag ste zijn van onze nijverheid. Moeten wij dan onze lonen in deze sektor gaan aanpassen op het peil van de ontwikke lingslanden? Een oplossing voor deze problemen moet gevonden worden in een bepaalde verdeelsleutel, inplaats van daar ernstige voorstellen voor te ontwikkelen, organiseert of improvi seert de Regering «een inkomensbeleid dat in de grond niets anders beoogt dan een loonstop». va 11*1 A. De regering improviseert een «in komensbeleid» dat in de grond niets anders beoogt dan een loonstop. Ik wens hierbij enkele bedenkingen te maken. 1. Onder om het even welk ekono- misch stelsel ook, moet het recht op inspraak aan iedereen gewaarborgd blijven. Dit recht maakt deel uit van de grondslagen waarop een demokratische maatschappij-visie steunt. Elk inko mensbeleid kan dan ook slechts het re sultaat zijn van een demokratische kon- traktuele besluitvorming. 2. In ons huidig maatschappelijk stel sel kan het vraagstuk van de billijke herverdeling van de inkomens, onmo gelijk benaderd worden vanuit het standpunt van een door de overheid op gelegd inkomensbeleid, maar slechts vanuit andere gezichtshoeken waaron der fiskaliteit, prijzenpolitiek, maat schappelijke zekerheid, volledige te werkstelling enz... 3. Wat de regering aanbiedt onder het mom van een inkomensbeleid is niets meer dan een loonstop, die, uit schaamte, zijn naam niet durft noemen. Inderdaad, de regering beschikt niet over de nodige middelen om een glo bale inkomenspolitiek te voeren. De inkomens van een belangrijk gedeelte van de bevolking zijn niet gekend. Er is praktisch geen kontrole mogelijk over de inkomsten van de vrije beroepen, van de beheerders, terwijl de inkom sten van de zelfstandigen veeleer af hangen van het prijzenbeleid, van de winstmarges en tarieven. De belastingontduiking is in ons land tot een nationale sport uitgegroeid, maar het is vooral een luxe-sport, vaak voorbehouden aan de meest weistel lenden. 4. De eerste minister heeft er op gewe zen dat de inflatie de meest onrecht vaardige van alle belastingen is. Na twee jaar voorthollende «onrecht vaardigheid» wordt nu gesproken over «matiging voor allen». Door de in spanning van de opofferingen aan allen te vragen maar aan enkelen op te leg gen, dreigt de regering niet enkel de bestaande ergerlijke ongelijkheden te handhaven, maar deze zelfs nog te ver scherpen. 5. Welnu, de twee voornaamste middelen om een billijkere verdeling te verkrijgen, nl. de fiskaliteit en de maatschappelijke zekerheid, worden door de regering geenszins in de ge wenste zin gehanteerd. Ze doet fundamenteel niets tegen de belastingontduiking. Wel wil ze de sociale uitkeringen belasten, daar waar zij anderzijds niets onderneemt om de hoge inkomens sterker te be lasten. Inzake R.M.Z. onttrekt de regering zowat 10 miljard aan het stelsel van arbeiders en bedienden.""' 6. Bijgevolg is het fundamenteel mis leidend te stellen dat het Parlement nu moet ingrijpen. Waarom? Zo er, op het politiek vlak wel een de- mokratie bestaat, dan kent dit land nog steeds geen ernstige ekonomische planning noch de ekonomische demo- kratie. Zo een winstgevend bedrijf beslist de poorten van de fabriek te sluiten dan kan het Parlement die niet weer ope nen. eHet Parlement is niet verant woordelijk voor het beheer der on dernemingen; bovendien wordt aan de privé-ondernemingen geen enkele vorm van ekonomische en financiële planning opgelegd. 7. De vrije onderneming impliceert de vrijheid van onderhandelen voor de vakbondsorganisaties, teneinde de be langen van de arbeiders te kunnen ver dedigen: bij ontstentenis van elke ekonomi sche demokratie en van elke werkelijke en demokratische planning is een in komenspolitiek onvoorstelbaar. Waarom ontdekt men plots de be hoefte aan een inkomenspolitiek in ge val van krisis, als het gaat om de lonen te blokkeren, maar nooit als het goed gaat om de buitensporige winsten te beteugelen. Trouwens: 1Op het interprofessioneel vlak is de onverzoenlijke houding van het patro naat verantwoordelijk voor het mis bruiken van de onderhandelingen. Zij werd tot deze halsstarrige hou ding aangezet door de regeringsverkla ringen die reeds bij voorbaat haar arbitrage-inzichten had te kennen ge geven, inzichten die in hun oorspronke lijke versie, de totale blokkering van de lonen voorzagen (het zogenaamde her stelplan). 2) Op het professioneel vlak, dwars boomt de regering nu de onderhande lingen tussen patroons en arbeiders. Een hele reeks straffen en sankties worden in het regeringsplan voorzien voor werkgevers die het zouden wagen op het professioneel vlak in te gaan op de eisen van hun personeel. Door ondubbelzinnig partij te kiezen heeft deze regering elk recht op haar rol van bemiddelaar opgegeven. Het door jagen van een reeks maatregelen dank zij de makke en zwijgende steun van haar meerderheid is zeker geen rem op de partijdigheid van de regering. Voeg daarbij de betwistbare maatrege len die U bij deze loonstop voegt. Ik citeer: 1het brugpensioen waar U terug be paalde diskriminaties in het leven roept en die vooral terug dezen zal treffen van de zwakke sektoren. 2. de verplichte indienstneming van jonge stagiairen die neerkomt op een nieuwe vorm van interim arbeid en daarenboven de aanwerving van perso neel ten bestendigen titel afremt en te vens de afdankingen zal bevorderen. 3. een indexeringssysteem dat afbreuk doet aan de koppeling van lonen en wedden aan de index. De hogere in komsten moeten door een versterkte progressiviteit inzake fiskaliteit aange pakt worden en niet door uitzonder ingsmaatregelen. Dit alles bewijst dat deze regering de krisis alleen en uitsluitend wil doen be talen door deze die er niet verantwoor delijk voor zijn. Wil men een ekono- misch herstel bewerkstelligen dan moet men het vertrouwen genieten, niet al leen van een enkele groep in onze maat schappij, maar vooral van degenen die door hun arbeid onze economie op gang houden. Deze wet ondermijnt het vertrouwen zij is het zoveelste bewijs dat deze Re gering niet in staat is fundamentele op lossingen te bieden, maar integendeel verder gaat met een politiek te voeren die ons steeds dieper in de krisis in werkt. W. VERNIMMEN Senator werft aan voor onmiddellijke indiensttreding: voor de streek van Aalst - Denderleeuw - Geraardsbergen - Ninove - Oudenaarde - Ronse - Zottegem Komen in aanmerking: de houders van: een bekwaamheidsattest, afgeleverd door het Ministerie van Volksge zondheid en het Gezin. een brevet of getuigschrift van gezinshelpster of gezins- en sanitaire helpster, afgeleverd door een hogere secundaire beroepsschool. Kandidaturen worden ingewacht tot 15.4.76 op hiernavermeld adres: Dienst voor Gezins- en Bejaardenhulp van de S.V.V. De Colfmaeckerstraat 1 I, 9620 Zottegem. Voor alle inlichtingen, zich eveneens wenden tot bovengenoemd adres, rei. 091-60.13.95." Jeugdige arbeiders die na het einde van hun studieën of hun leerovereenkomst, voor de eerste maal als arbeider of be diende in dienst van een werkgever tre den, kunnen aanspraak maken op aan vullend vakantiegeld voor de periode gaande van 1 januari van het jaar in de loop waarvan zij bij die werkgever in dienst treden tot en met de dag die hun indiensttreding voorafgaat. WELKE ZIJN DE VOORWAAR DEN OM AANVULLEND VA KANTIEGELD TE KUNNEN GE NIETEN: 1dat bedoelde werknemers geen 25 jaar oud zijn op het einde van het vakan tiedienstjaar in de loop waarvan zij voor het eerst hij een werkgever in dienst treden; Let wel: een gelegenheidswerk gedu rende de vakantie wordt niet aanzien als een eerste tewerkstelling; 2) dat zij bij deze werkgever in dienst treden uiterlijk de laatste werkdag van de periode van vier maanden volgend op: a) hetzij de datum waarop zij de instel ling verlaten hebben waar zij hun stu dies gedaan hebben, overeenkomstig artikel 62 van de geordende wetten be treffende de kinderbijslag voor loonar beiders; b) hetzij de datum waarop het leerkon- trakt een einde heeft genomen. De pe riode tijdens dewelke de werknemer niet aan het werk is kunnen gaan we gens de verplichtingen hem opgelegd krachtens de militie wetten of de wetge ving betreffende de verplichte dienst van de gewetensbezwaarden komt niet in aanmerking voor de bepaling van de hierboven bedeelde termijn van vier maanden. 3) dat zij verbonden zijn geweest door een arbeidsovereenkomst die hen on derwerpt aan het stelsel der jaarlijkse vakantie of aanspraak konden maken op de bij dit besluit bepaalde gelijkstel ling voor de perioden van arbeidson- derbreking, gedurende 60 der werk dagen begrepen tussen de datum hun ner indiensttreding en het einde van het vakantiedienstjaar. De aanvraag moet door middel van een speciaal formulier (Mod. PJ1) dat op eenvoudig verzoek bij de vakantiefondsen kan worden be komen, ingediend worden bij het va kantiefonds waarbij de eerste werkge ver is aangesloten. OPGELET: Het aanvullend vakantie geld van de bedienden is ten laste van de werkgever bij wie zij te werk gesteld werden in de loop van het jaar waarin zij voor de eerste maal in dienst traden. VOOR DE BEREKENING VAN HET BEDRAG VAN HET AAN VULLEND VAKANTIEGELD WORDEN IN AANMERKING GE NOMEN: -4 1) ten aanzien van oud-scholieren en studenten: Behoudens de zondagen, in de perio den tijdens dewelke zij eventueel on derworpen geweest zijn aan de sociale zekerheid ingevolge een gelegen heidswerk, de dagen vanaf 1 januari van het vakantiedienstjaar in de loop waarvan deze werknemers voor het eerst in dienst treden van een werkge ver tot en met de dag voorafgaand aan deze van hun indiensttreding; 2) ten aanzien van oud-leerlingen: a) de eventuele arbeidsdagen tijdens dewelke zij aan het stelsel van de jaar lijkse vakantie onderworpen zijn ge weest en de dagen van eventuele ar- beidsonderbreking gelijkgesteld met effektief gewerkte dagen vanaf 1 ja nuari van het vakantiedienstjaar in de loop waarvan deze werknemers voor het eerst in dienst treden van een werk gever tot de dag voorafgaande aan deze van hun indiensttreding. b) behoudens de zondagen en de dagen bedeeld sub a), de dagen vanaf 1 ja nuari van het vakantiedienstjaar in de loop waarvan deze werknemers voor het eerst in dienst treden van een werk gever tot en met de dag voorafgaand aan deze van hun indiensttreding. HET BEDRAG VAN HET AAN VULLEND VAKANTIEGELD IS VERSCHULDIGD: Iaan de personen waarvan sprake in boven vernoemd artikel I) voor elk van de in dit artikel 1bedoelde dagen naar rato van 14 91 van het dagelijks fiktief loon dat in aanmerking komt voor de berekening van het vakantie geld, verschuldigd aan de werknemer van dezelfde leeftijd en hetzelfde ge slacht voor de met effektief gewerkte dagen gelijkgestelde dagen van wer konderbreking voorkomend in de loop van het vakantiedienstjaar; 2) aan de personen waarvan sprake in het eveneens bovenvermeld artikel: a) voor elk van de in dit artikel 2), a) bedoelde dagen naar rato van 14 T van het verschil tussen het onder Ivermeld dagelijks fiktief loon en het dagelijks bedrag dat in aanmerking komt voor de berekening van hun gewoon vakantie geld; b) voor elk van de in bovenvernoemd artikel 2), b) bedoelde dagen naar rato van 14 van het onder Ivermeld dagelijks fiktief loon. Het aanvullend vakantiegeld wordt ver leend door het organisme dat voorziet in de uitbetaling van het uit hoofde van zijn dienstverrichtingen bij de eerste werkgevers verschuldigde vakantie geld. Is de werknemer tijdens het vakantie dienstjaar in de loop waarvan hij voor het eerst bij een werkgever in dienst trad, beurtelings als arbeider en be diende of omgekeerd, werkzaam ge weest. dan wordt hetaanvullend vakan tiegeld naar verhouding van de als be diende gewerkte tijd door de werkge ver, en naar verhouding vart de iHK'ar beider gewerkte tijd, door hetbèvoegdë vakantiefonds betaald. l KORTE SAMENVATTING De werknemers, die op 3112.1975 nog geen 25 jaar oud waren en i n 1975 binnen vier maanden na het einde van hun studiën of hun leertijd voor de eer ste maal bij een werkgever in dienst traden, kunnen aanvullend vakantie geld bekomen op de voorwaarden vast gesteld bij Koninklijk Besluit. Gelegenheidswerk tijdens de va kantie wordt niet aanzien als eerste werkzaamheid. De periode gedurende dewelke de werknemer, wegens zijn militaire ver plichtingen, niet kan aan het werk gaan, komt niet in aanmerking voor het bepalen van de hogervernoemde ter mijn van vier maanden. De aanvragen dienen door middel van speciale formulieren (PJ1) te ge beuren, die bij de Rijksdienst voor Jaar lijkse Vakantie, Elyzeese Veldenstraat 12- 1050 BrusselTel. (02)649.80.50, verkrijgbaar zijn. Remi Verschaffel Secr. BSP- Afd. Viane - Moerbeke Op 10 maart j.l. werd in het Europees parlement een uiterst belangrijke ont werpresolutie ingediend m.b.t. de poli tiek van de Europese Gemeenschap t.o.v. Afrika. De tekst luidt als volgt: gezien de verdeeldheid van de rege ringen van de negen lid-staten over het tijdstip van de erkenning van de MPLA-regering in Angola, gezien de verklaring van de minis ters van Buitenlandse Zaken van de ne gen lid-staten van 23 februari 1976, 1. wenst dat de politiek van de Ge meenschap ten aanzien van Afrika zich niet tot zuiver economische aspecten beperkt, doch zich ook volgens ge zichtspunten van algemene politiek oriënteert; 2. veroordeelt iedere interventie van andere staten in Afrika; 3. verzoekt de instellingen van de Eu ropese Gemeenschappen, uit de hui dige situatie politieke conclusies te trekken. Belangrijk hierbij is dat de ontwerp resolutie uitgaat van 5 fracties die in het Europees Parlement vertegenwoordigd zijn en met name de socialistische, de Kristen-democratische, de liberale, de conservatieve en de fractie van Euro pese democraten voor de vooruitgang. Merken we verder op dat de indieners van de ont werp-resolutie er het verzoek tot «spoedverklaring» aan koppelden, wat er op wijst dat in brede kringen in Europa zich een kentering voordoet in de richting van een meer positieve be nadering van democratische evoluties in dit werelddeel. Martin Hutsebaut Zopas werd besloten dat begin april a.s. de eerste hulp van de Europese Ge meenschap naar het Portugese volk gaat: meer dan 200 miljoen dollar (on geveer 10 miljard belgische frank) zul len als direkte hulp naar Portugal vloei en. Daarnaast zullen ook besprekingen worden aangevat met het oog op een ruimere en langdurige ondersteuning van Portugal, zo verklaarde commis sievoorzitter ORTOLI in Lissabon. Zo wordt tegemoet gekomen aan een oude eis van het Europees Vakverbond en van de socialistische partij. Martin HUTSEBAUT AALST St. Kamielstraat 30, tel. 053-21.12.83, de donderdag van 13.30 tot 15 uur. GERAARDSBERGEN Vredestraat 41, tel. 054-41.23.68, de donderdag van 9 tot 10.30 uur. NINOVE Geraardsbergsestraat I 19, tel. 054- 33.26.95, de donderdag van 11 tot 12 uur. ZOTTEGEM De Colfmaeckerstraat 1, tel. 091- 60.13.95, iedere werkdag van 9 tot I 1 uur, en van 14 tot 16 uur. De gewestelijke afdeling Aalst viert op zaterdag 10 april 1976 haar 75 jaar bestaan Door A. RUIZ Gewestelijk Sekretaris Algemene Centrale A.B.V.V. >tl ni;/ nsgnil i i .azrioM In onze vorige bijdrage hadden wij be loofd eens na te kijken van waar de naam komt dei aan onze zieknkas is gegeven: «Bond Moyson». Het is wel betekenisvol dat al onze in stellingen en groeperingen, bij hun ge boorte, haast overal namen kozen die een grote betekenis hadden in de strijd voor de werkende klasse, in de strijd voor de verdrukten. Doch vooraleer iets over Emiel Moy son te schrijven, willen wij hier eerst enkele grote gebeurtenissen in herinne ring brengen, over het leven en de vie ringen die onze Mutualiteit ekende, na de tweede wereldoorlog, slechts enke le, van die dingen die ons onmiddellijk onder handen zijn gevallen: In VOOR ALLEN van 25 October 1953, lezen wij een verslag. Schitterende Jubelfeesten van «Bond Moyson» en «Huis der Mutua- listen te Ronse. Wij waren er aanwezig. De stichters van Bond Moyson Ronse werden gehuldigd en het tweejaarlijks Statutair Congres was geroganiseerd. In een woord: het was een onvergete lijke gebeurtenis! Wij hoorden aldaar partijgenoot Oscar Debunne, Burge meester van Aalst, een alles zeggende rede uitspreken, die elkeen wel deed rillen van aandoening... hij kon dat be ter dan wie ook.. Enkele tijd daarop had te Geraards- bergen ook een dergelijke gebeurtenis plaats! Zaterdag 24 october 1959 een bui tengewoon geslaagd congres te Ninove waarbij de plechtige inhuldiging van nieuwe polikliniek (Ninove) plaats had. Te Ronse volgen ruim 300 kongres- sisten de presentatie van de aktiviteits- verslagen 19675, waarbij Bond Moy son zijn steeds groeiende macht kan aantonen. Te Ninove op 6 juni 1970, wordt het 50 jaar bestaan van de Mutualiteit gevierd, B.S.P. 25 jaar en tevens 15 jaar Burgemeesterschap van partijge noot Milo. Laat dat vandaag voldoende zijn, om een volgende keer, weer een meer te zeggen, voor hen allen die iets opteke nen... Moyson Emiel werd te Gent geboren rond 1833 en overleed rond Luik, in 1868, de 1 december. Geen enkele his torie over de strijd van de arbeiders in België, naar rechtvaardigheid en de noodzakelijke vorm hiervoor, of zij spreekt van Moyson Emiel. Als de arbeiders uit hun woning worden gesleurd, om hun «brood» te gaan ver dienen in de ongezonde fabrieken, uit gezogen en vernederd worden, als de «Klok vijf uur slaat» en vader het nog slapend kind en de moeder voorttrekt, naar de modernere slavernij, in die tijd zal Emiel Moyson optreden! In die sombere dagen zal hij naast zovele an dere pioniers -laten zien dat er nog mensen waren... En zo wordt de figuur van Emiel vooral op mututalistische en syndicaal gebied van grote historische waarde! Want in deze dagen van donkere el lende verscheen hij als een daadwerke lijke apostel, als een realiteit in de ogen van onze voorvaderen, als een schitte rende ster, maar deze maal om de weg te wijzen naar de vrijmaking uit de sla vernij van een wereld waarin het niet langer kon geleegd worden! In de jaren 1866 kwam de eerste reactie door de arbeiders gesteld! De weg naar de organisatie, en door deze, de weg naar de ontvoogding, werd stilaan, maar met zekerheid gelegd! Hadden de Drie Koningen de ster ge volgd die hen aan de wieg van Christus te Jerusalem zou brengen, die Christus die later zei: «Werp uwe aardse schat ten weg, zo gij de hemelse wilt verwer ven»,. Voortaan kon het proletariaat de ster volgen die hen de middelen zou aantonen om zich te bevrijden van de loodzware ketens welke hen gebonden hield aan de ellende en de ontaarding, namelijk: de vereniging. In een rede die hij uitsprak ter gelegen heid van een werkstaking te Gent, ten jare 1857, eindigde hij ongeveer met de volgende woorden: «Werklieden, ver enigt Udat di t de woorden zijn door de grijsaards op hun sterfbed geprevelde; dat zij de zang worden die het jagen van de hamer, van het houweel, getouw, enz., zal begeleiden, het wiegelied der moeder, het gebed van het kind des volks. Aan het werk, mannen, moedig aan het werk en leve, lang leve de ver eniging!!» Toen het volk door zijn prachtige toe spraak inzag dat zij slechts verenigd een macht vormde en dat inderdaad de vereniging de enige uitweg bleek te zijn, zullen zij zeker mede hebben ge roepen: «Leve de vereniging!». Van dit ogenblik af begonnen ze zich inderdaad met kracht en ijver te verenigen en de werkmakkers te overtuigen van deze noodwendigheid en van haar nut. Bij gelegenheid zullen wij onder deze ru briek eens een artikel wijden aan de kolossale moeilijkheden die zij onder vonden, enerzijds vanwege het onbe grip van de arbeiders zelf en anderzijds vanwege de het begrip onbegrip van de arbeiders zelf en anderzijds vanwege de «rechterlijke» macht. Ah! zeker mogen wij niet vergeten de veraderlijke rol aan de kaak te stellen die de reactionnairen vervulden door later, na eerst te hebben gepoogd de verenigingen die de arbei ders oprichtten te kelderen, door het tot stand brengen van zogezegde katho lieke mutualiteiten, syndicaten enz.. Met het uitspreken van deze rede was onze Emiel Moyson begonnen aan een koortsachtig leven, vol strijd, een leven die hij zou slijten te midden van het lijden der massa aan hetwelk hij zeer deelachtig was. E. Moyson kwam ech ter uit een burgersgezin, brak af met zijn familie en offerde alles voor het heil der onterfden. Gedurende volle tien jaar die hij in het kamp voor meer rechtvaardigheid heeft gestreden, was hij door zijn offervaardigheid, zijn fi nanciële ondersteuning en een onvoor waardelijke hulp in allerlei aangele genheden, erin geslaagd een waarde ring rond zijn persoon te scheppen dat in de arbeidersmiddens nog steeds zijn naam met veel eerbied, bewondering en dank uitgesproken wordt. Terecht wordt hij aanzien als een voor loper en een baanbreker van die socia listische beginselen. Ontelbaar zijn de mooie, maar realistische gedichten die hij ter ere van de arbeid zo prachtig kon scheppen en ook vooral om de loonsla ven aan te moedigen in hun zware en ongelijke strijd. Talrijk zijn ook de volksliederen die zo vurig en geestdrif tig door al de lijdenden in Gent en daarna over gans Vlaanderen zouden gezongen worden. Emiel Moyson had ook op de massa kunnen spuwen zoals de bourgoisie waartoe hij behoorde, doch zijn hart en zijn ziel waren hiertoe veel te rein en veel te verheven: zijn geluk kon dan slechts vozlmaakt zijn wanneer dat van de anderen verzekerd was. Hoe kon hij met zo een gevoelig mense lijk hart dan gelukkig zijn wanneer er zovelen zo diep ongelukkig waren en in zulk een onmetelijke ellende moesten leven. Met lange werkdagen, zware ar beid nog niet voldoende lonend om te kunnen eten, een leven vol kommer en onzekerheid voor de dag van morgen. Ach, ongelukkige der ongelukkigen: hij die door ziekte of werkloosheid ge troffen werd! Niets van ondersteuning, niets aan hulp noch troost... Maar Emiel Moyson had zich vast voorgenomen om te strijden zolang het volk arm en onwetend was, verslaafd en onbewust. Daarom behoort E. Moy son tot deze die de basis zouden leggen om aan de opbeuring van de massa te werken die tenslotte de ontvoogding, de volledige ontvoogding moet te werk stellen. Hij was bevriend met een ze kere Adolf Dufranne die eveneens onze beweging, welke aan het groeien was, niet ongenegen was, maar op 18.12.1858 kwam te overlijden. Het lijk van deze jonge wijsgeer werd te Gent zonder tussenkomst van de kerk ten grave gedragen, wat toen zeker een ongehoord feit was. Tot zijn laatste stervenesuur was deze vrijdenker met zichzelf consequent gebleven. E. Moyson zou niet alleenlijk ijveren voor de vereniging, de werkmakkers aansporen zich te groeperen, een bij drage te storten die moest dienen om een lid, getroffen door ziekte of werk loosheid of ongeval te ondersteunen, maar tevens zou hij gewikkeld zijn, tij dens zijn laatste levensdagen, in de op komende strijd voor het algemeen stemrecht. Krachtig en terecht had hij gedicht: «Van alle macht, van alle recht versto ken, is d' arme klas een vreemd'ling in 't land. Toen reeds was hij in een erg ziekelijke toestand en hij wist zelf dat de dood hem met rasse schreden tegemoet trad, want het blijkt dat hij sedert jaren aan de longen was aangetast. De man die de grondslagen van het mutualiteitswezen had gelegd, zou inderdaad niet lang meer leven. De man die het princiep huldigde der wederzijdse hulp, de ver eniging voor onderlinge hulp die neer kwam op het «Een voor allen en allen voor één» overleed op 1 December 1868. Met hem verdween een der prachtigste, onbaatzuchtigste figuren der Gentse arbeidersbeweging, en al was zijn le- .ven betrekkelijk kort, het was daaren- j tegen zeer gevuld. Zijn overtuiging is door alle hindernissen heen en in alle omstandigheden onwrikbaar geweest. En het bewijs van zijn grootheid, zijn faam en de onsterfelijke herinneri ng die hij tot stand had gebracht, ligt in het feit dat vele mutualiteiten door hun oprich ters met de naam Emiel Moyson wer den gedoopt, die zich achteraf, de leuze indachtig: Verenigt U! hebben gegroe peerd in één en dezelfde BOND MOY SON. Wij hopen dat onze leden, wanneer zij onze mutualiteit Bond Mozyson zullen horen vernoemen, zij zich zullen ge denken dat zij genoemd wordt naar de naam van een edele mens en een sociaal voelend en strijdend figuur in dienst van de werkende klasse. Is onze mutualiteit zijn naam niet waar- die?

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1976 | | pagina 2