f VOLWASSENENVORMING EN JEUGDBELEID IN SOCIALISTISCH PERSPECTIEF m '1 18 ONDERWIJS VOOR SOCIALE PROMOTIE: EEN PRACTISCH ALTERNATIEF VOOR PERMANENTE VORMING VAN DE BOEKENMARKT De maatschappij ontscholen MOLEN TER RIJST TE HERZELE ^VERZORGD DOOR DE CENTRALE VOOR SOCIALISTISCH CULTUURBELEID BESCHERMDE MONUMENTEN IN ONS ARRONDISSEMENT JEUGDBELEID Het ligt in de bedoeling van de regering om de subsidiëring van alle sectoren van het jeugdverenigingsleven via af zonderlijke decreten te regelen. Een fundamentele socialistische kritiek betreft de algemene strekking die ten grondslag ligt aan een dergelijke con ceptie van het jeugdbeleid die erin be staat belangrijke financiële middelen te vertrekken aan de erkende traditionele jeugdorganisaties terwijl weinig of niets ondernomen wordt voor de grote massa van de niet- georganiseerde jeugd. Het ongerijmde van deze politiek komt nog schrijnender tot uiting als men be denkt dat het percentage van de jeugdi gen die rechtstreeks betrokken zijn bij de werking van een erkende traditio nele jeugdorganisatie jaarlijks daalt en zeker niet meer bedraagt dan 10 Dit betekent dat 90 van de Vlaamse jeugd en vooral de stedelijke jeugd met deze decreten niet aan bod komen. De jeugdsubsidiëringspolitiek van de regering bestaat hoofdzakelijk in het verlenen van belangrijke toelagen aan de gevestigde organisaties en dan nog bij voorkeur aan de sterke verenigingen met ideologische bindingen. Van een nieuwe aanpak die rekening houdt met de gewijzigde behoeften en aspiraties van de overgrote massa van de jeugd valt niets te bemerken. Wij staan hier dus voor een zeer kort zichtige politiek die uiteindelijk slechts ten goede komt aan een zeer beperkt aantal jongeren. De socialisten stellen daartegenover de noodzakel ijkheid van een overheidsbe leid voor heel de Vlaamse jeugd. Dit impliceert dat in ruime mate aandacht wordt besteed aan de niet- georganiseerdejongeren, voor wie al te vaak de noodzakelijke instellingen ont breken om hun behoeften op te vangen: dat men aanvaardt dat de grote massa van de jeugd vrijblijvende activiteiten verkiest boven een goed uitgewerkt programma. Een nieuwe conceptie voor het jeugdbeleid zal ongetwijfeld met dit fenomeen moeten rekening houden. Planning en structuur moeten hierdoor integraal worden geïnspireerd en garanties bieden voor een aangepast systematisch en soepel beleid. VOLWASSENENVORMING De volwassenenvorming moet opgevat worden als een permanente persoon lijkheidsvorming in functie van de poli tieke, sociale, economische en cultu rele gegevens van de maatschappij waarin wij leven. Het accent van de volwassenenvorming dient bijgevolg gelegd op de problemen die verband houden met de verdere de mocratisering van de maatschappij en met de vrijetijdsbesteding. Het leven in een democratische maat schappij veronderstelt een opvoeding die de overdracht van de democratische spelregels behelst en een persoonlijk heidsvorming gericht op het leven in democratische structuren en op het ac tief hanteren van de democratische re- 1 gels. Het cultuurbeleid moet bovendien een zinvolle vrijetijdsbesteding in de hand werken die reële kansen biedt om de scheppingsdrang van de mens te bevre digen, hem de gelegenheid geeft zich evenwichtig en vol ledig te ontwikkelen en levensvreugde te beleven. CULTUREEL TOERISME Het toerisme staat te eenzijdig i n dienst van de handelsbedrijvigheid. Het winstbejag gaat blijkbaar vóór de ei genlijke doeleinden van het toerisme: rust en ontspanning, met geboden mo gelijkheden om eigen land en andere landen te ontdekken in hun heden daagse aspecten en hun bindingen met het verleden. De huidige gewestelijke en plaatselijke diensten spannen zich al terdege in om hieraan te voldoen. Gro tere inspanningen en vooral een betere psychologische benadering van de toe risten dringen zich op. Vlaanderen is méér dan wat men ervan aan de toeristen voorstelt. De overheid moet zich op het cultureel toerisme toeleggen opdat ook deze sec tor in dienst zou staan van de pemta- nente vorming die dank zij de socialis tische voorstellen scherpere lijnen krijgt. ONZE KUNSTENAARS We beschikken in Vlaanderen over een rijke hoeveelheid kunstenaars: auteurs, schilders, beeldhouwers, musici, enz. Wat werd voor deze mensen door het Ministerie van Nederlandse Cultuur ondernomen'? Ze worden in de armen van een elitair publiek geduwd. Als ze niet toegeven aan de grillen van de handelaars, ko men ze nergens; geven ze wél toe, dan worden ze uitgebuit. Enkelen breken op eigen krachten door, de meesten echter niet. Hun bekendmaking in het buitenland gebeurt willekeurig. Bo vendien worden nog altijd de neven prestaties van auteurs, schilders, be eldhouwers en musici beschouwd als bijbetrekking met alle financiële ge volgen van dien. Nog altijd wordt openlijk de overtui ging gehuldigd dat kunst deel uitmaakt van een cultuurpatroon van een elite van beter ontwikkelen. Door allerlei voorzieningen moeten de auteurs, de schilders, beeldhouwers en musici dichter bij iedereen worden gebracht. Hierbij dienen vooral de jongeren te worden betrokken; zowel onder de kunstenaars als onder de belangstellen den. Indien de volgrechten van de kunstwerken slechts gedurende 30 jaar zouden gelden voor de rechthebbenden en de auteursrechten van de volgende 30 jaar in een solidariteitskas ten voor dele van jonge kunstenaars zouden worden gestort, zouden dezen zich ten volle aan hun roeping en taak kunnen wijden. De organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, onderwijs met be perkt leerplan, is in zijn onderscheiden vormen van avond- en weekendonder- wijs een typisch voorbeeld van sociale schoolpolitiek. Het is trouwens een so ciale voorziening, die vollediginde lijn ligt van het socialistisch streven. Inderdaad, in het verleden gaf het on derwijs voorsociale promotie de moge lijkheid aan de overgrote meerderheid van adolescenten en adulten om na het beëindigen van bepaalde, soms een voudige, studiën een beroepsleven aan te vatten en niettemin gelijktijdig ver dere studiën te doen om een hoger ge- kwoteerd diploma te behalen. Deze toestand is in die zin gewijzigd, door de toename van de scolarisatie, dat een groot gedeelte van de jongeren volwaardige einddiploma's behalen in studiën die minder gespecialiseerd doch meer polyvalent en vormend zijn opgevat. Met andere woorden het ge wone dagonderwijs vervangt voor een groot deel het avondonderwijs in de vorm zoals het voorheen werd opgevat nl. het creëren van de mogelijkheid tot het behalen van een diploma van een hoger niveau. Het onderwijs voor sociale promotie is onvoldoende met zijn tijd mee- geëvolueerd. Het onderwijs heeft te veel zijn oude stempel bewaard in een totaal veranderde, situatie. We stellen dan ook vast dat de zogenaamde lange opleiding, soms lopend over driejaar en meer, langzaamaan doodbloedt. Daartegenover staat het succes van de korte opleidingen, vooral het succes van éénjarige opleidingen die zich tot één enkele cursus beperken, die aan de speciale behoeften van de studenten voldoen. Van daaruit kan een gans systeem van horizontale sociale promotie opge bouwd worden door mensen die een .bevordering nastreven, voor doe-het- zelversvoor aanpassing van de be kwaamheid, voor hobby's, voor per soonlijkheidsvorming enz... WALTER ROLAND: NIETS DAN DE WAARHEID. Vijfiten interviews met voormalige leden van de Waffen SS, Uitgeverij Walter Soethoudt, kijkeat paper back nr. 27. Antwerpen 1975, 128 blz., prijs: 145 F. Een titel als «N.IETS DAN DE WAARHEID- voor een boek wekt op het eerste gezicht het vermoeden van de onthulling van een zuivere, enkele waarheid, hier in casu inzake de drijfveren van handelingen van vroegere Waffen SS-leden. Maar zulks is niet het geval. De samensteller Walter Roland besefte maar al te goed dat zulks onmogelijk was. Tot die betiteling inspireerden hem echter de gelijkaardice woorden van de eedtormule die een getuige op een proces dient uit te spreken. Zoals de samensteller terecht opmerkt, is die waarheid ook doorspekt met «frusta- tie, emotie, verbittering en self-defensie»«vertekend door het tijdsverloop-, «huiveringwekkend», «soms ook ontroerend». Van deze kenmerken vallen in deze interviews vooral de kwalificaties emotie, self-defensie en huiveringwek kend te weerhouden... Als men de antwoorden van de geïntervieuwden leest, kan men moeilijk de openhartigheid ervan in twijfel trekken. Zij wijzen erop dat de meeste van die vtoegere Watten SS-leden nog maar weinig ingeboet hebben aan hun hardheid geldingsdrang, autoritair optreden, extremisme, blind idealisme, een soort eiaen- heid. Lezen we niet dat een zekere E.F. «geen Jood rieken of zien» kan en «inderdaad altijd een wreed beest geweest is» (blz. 12). Beweert hij niet dat de gevangenen te Dachau het daar helemaal niet zo slecht gehad hebben..(blz. 11 GeettT.V. W in het derde interview niet grif toe «antisemiet ben ik nog» (blz. 25) en aanvaardt hij «autoritair beginsel» (blz. 27) en «dat met tucht meer te bereiken is» (blz. 29). Nummer 7 in de reeks biecht eerlijk op dat zijn nationaal socialistische pro-Duitse houding nog verscherpt is... «Vriendschapsbanden halen het op een «grenzeloze brutaliteit en egoisme »(blz. 85). Spijt over hun verleden betonen er maar zeer weinig... Als er een zijn misstap toegeeft dan tracht hij zijn schuldgevoelens in te dijken, een menselijke reactie misschien.. Erger wordt het wanneer een van de geïnterviewden vrank verklaart dat «de jaren bij de Waffen SS tot de mooiste van zijn leven behoren» en de negatieve balans van de Waffen SS koppelt aan de wandaden van andere oorlog- sP»* «af voerende legersDit moet menig lezertot nadenken stemmen nu velen de mond vol hebben van amnestie! Maar anderzijds heeft de indoctrinatie zich zowel Vlaams- nationalistisch en nationaal-socialistisch als godsdienstig diep geworteld. De propagandamachine pikte handig in op diverse sentimenten. Het anticommunisme dat van diverse zijden o.m. door de kerk gepredikt werd, was daarbij dikwijls extra-koren op de molen. Doordat de meesten de kinderschoenen nauwelijks ontgroeid waren, viel het relatief gemakkelijk uit hen op sleeptouw te nemen. Daar opvoeding en milieu ook dikwijls bijdroegen tot het scheppen van een gunstig klimaat, konden ze zich op een onbezonnen en lichtvaardige manier laten inlijven. Eens te meer wordt bewezen hoe gevaarlijk de aantrekkingskracht van het leger op kinderen kan zijn! De motivering is niet steeds zuiver te omschrijven en wisselt vaak in de tijd. Bovendien ging het dikwijls zo snel dat de geïnterviewde nauwe lijks de tijd had over de beweegredenen te piekeren en de verwording tot «schie tend ding dat handelt zoals het bevolen werd (blz. 45) te beseffen. Samensteller besluit in zijn woord vooraf dat «iedereen uit deze gesprekken zijn conclusie trekken kan». Wij trokken de onze. Aan de lezer om bij de lectuur een andere te trekken of sommige punten van voornoemde bij te treden, te nuanceren of., te verwerpen. Paul Van den Wijngaerde De school remt de kreativiteit, remt en maakt van de leerlingen konsump- tieslaven. Zelfontplooiing is onmogelijk geworden. Het leerprogramma dient om later aanzien te verwerven. Volwassenen die nog wat willen bijleren kunnen in een school niet meer terecht. De school kan de armoede en de onrechtvaardigheden in de wereld niet oplossen. Integendeel, de school werkt deze nog in de hand. ILLICH Indien een kunstwerk door welke reden dan ook vernietied zou worden blijft de troostrijke gedachte dat eens wederom iets dergelijks door de mens gekreëerd kan worden, waarbij het zelfs niet uitgesloten is dat een nou grotere volmaaktheid wordt bereikt. Wanneer echter een stuk natuur gedachteloos en vaak doelloos wordt uitgeroeid is het voorgoed uitgesloten dat een door mensenhanden gemaakt nieuw stuk natuur weer zijn plaats in het biologisch evenwicht kan inne men.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1976 | | pagina 8