7
X
i
l
7^
WAARHEEN MET HET SOCIAAL TOERISME
Q
VAKANTIEREIZEN VOOR WIE?
VAN DE BOEKENMARKT
4
w
BRUSSELDE ETTERBUIL
O-L-V-HEMEL VA ARTKERK
TE ZOTTEGEM
VERZORGD DOOR DE CENTRALE VOOR SOCIALISTISCH CULTUURBELEID
s
xjw wm- wmrnm
te-
p
hhsl
<3
BESCHERMDE MONUMENTEN
IN ONS ARRONDISSEMENT
8
VAKANTIE:
EEN ONVERVREEMBAAR
RECHT
Tot aan de tweede wereldoorlog was de
vakantie en het toerisme een exclusief
voorrecht voor een zeer beperkte klasse
uit onze samenleving.
Door de twaalf uur of zelfs langer du
rende arbeidsdag, door de vrouwen
en kinderarbeid, was vrije tijd voor de
meeste gezinnen een onbereikbaar iets
De weinige resterende uren na de nor
male arbeidsdag iwerden vrijwel uitslui
tend opgeëist vojbr de fysieke recupera
tie. Daarenboven was het bezit van een
landbouwbedrijfje voor de meeste ge
zinnen een levensnoodzakelijkheid,
zodat alle vrije tijd werd opgeëist door
de noodzaak te streven voor het be
staansminimum-Van een vrije of zin
volle vrijetijdsbesteding kon inderge-
lijke omstandigheden moeilijk sprake
zijn. g
Door een vaak harde sociale strijd be
kwamen vrijwef alle leden van onze
westerse samenleving, naast steeds be
tere levensvoorwaarden, een steeds
grotere hoeveelheid vrije tijd.
Het herleiden van de arbeidsdag tot de
ACHTURENDAG, het terugbrengen
van de arbeidsweek tot de VLJFDA-
GENWEEK en Tiet instellen van een
drie tot vier weken durende VAKAN
TIE zijn stuk voor stuk verwezenlijkin
gen van deze hoofdzakelijk socialisti
sche strijd.
Tegelijk brengt deze steeds langer du
rende vrije tijd het probleem met zich
van de ZINVOLLE VAKANTIEBE-
steding. -
EEN MENSELIJKE
NOODZAAK t
De vrije tijd is een onaantastbaar deel
geworden van onze huidige westerse
samenleving. Het is geen gunst, geen
tegemoetkoming, maar een recht waar
over iedereen moet kunnen beschikken
en waarop iedereen aanspraak moet
kunnen maken, s
In tegenstelling rbt de dagelijkse tijd na
arbeid die in hoofdzaak dient om te
recupereren van'de geleverde arbeid
sinspanning, hebben de weekends en
de vakantieperioden een bredere func
tie.
Gedurende deze periode moet elkeen
de-kans geboden worden om zich gees
telijk te vervolmaken en zijn waarde als
sociaal wezen in de samenleving te
ontwikkelen.
Als voornaamste functies van de jaar
lijkse vakantieperiode kunnen we vol
gende zaken aanstippen:
1. Het bieden van kans op rust en
herstel.
Dit is een zeer belangrijke eis in onze1*
gemechaniseerde en geestdodende sa
menleving, waar de mens als GEES
TELIJK wezen bedreigd wordt en vaak
gedegradeerd tot (zwak) onderdeel van
een machine. De twee of drie weken
durende vakantie is de geschikte pe
riode om als mens terug zichzelf te
worden en om los te komen uit de sleur
van elke dag.
2. de ontspanning
Zowel op lichamelijk als op geestelijk
vlak. De vakantie moet elkeen de kans
bieden om te doen wat hij graag doet en
wat door hem als afwisseling, verstroo
iing en ontspanning wordt ervaren.
3. ontwikkeling op geestelijk vlak.
Bepaalde facetten van ons kultuurbezit,
die om een of andere reden onder de
kortere vrijetijdsperiodes niet te bena
deren vallen kunnen dit wel onder een
langere vakantieperiode.
4. sociale functie.
De vakantie is een rijke bron voor so
ciale kontakten. In de vakantietehui
zen, op de kampeerterreinen en in de
rekreatieoorden worden personen en
gezinnen uit de meest onderscheiden
streken met elkaar in kontakt gebracht.
De speciale sfeer van openheid en los
heid onder vakantiegangers werkt
meestal zeer bevruchtend bij het ont
staan van dergelijke relaties.
5. de gezinsftinctie.
Tijdens de gewone arbeidsdag hebben
de onderscheiden gezinsleden hun in
dividuele bezigheden en zij vinden el
kaar slechts 's avonds rond de gemeen
schappelijke tafel terug. Onder de va
kantie wordt de gelegenheid geboden
om terug eens samen te leven. Vooral
de gezinsvakantiecentra spelen in dit
verband een belangrijke rol.
6. de compenserende functie.
De vakantie biedt de arbeidende mens
de gelegenheid om opnieuw eens ZIJN
EIGEN BAAS te zijn.
SOCIAAL TOERISME
EN FINANCIËLE
UITBUITING
Op de waarachtige democratisering van
het toerisme staat momenteel nog
steeds een belangrijke rem, met name
op het financieel-economische vlak of
met andere woorden de financiering
Op de waarachtige democratisering van het toerisme staat momenteel nog steeds een
belangrijke rem, met name een FINANCIËLE REM.
Het toerisme staat te eenzijdig in dienst van de handelsbedrijvigheid. Het winstbejag
gaat voor de eigeiflijke doeleinden van het toerisme.
van de vakantiereis
Daarvoor moet het sociaal toerisme af
gestemd worden op het bieden van kan
sen op vakantie VOOR ELKEEN. Dit
mag evenwel niet ten koste van de kwa
liteit gebeuren.
Er dringt zich dienaangaand een volle
dige herziening op van de infrastructu
rele uitbouw van de toeristische voor
zieningen, die nog grotendeels zijn af
gestemd op het bieden van elitaire ac-
comodatie.
Door gebrek aan het ter beschikking
stellen van de nodige financiële midde
len hebben de centra voor gezinstoe-
risme onvoldoende de kwal itatieve ver
langens van het brede publiek kunnen
volgen, zodat zeer vele vakantiecentra
met soms sterk verouderde gebouwen
en installaties zitten.
Om te vermijden dat de op winst be
luste privé-sector ook hier alles naar
zich toehaalt dient het beleid resoluut
herzien te worden. Dit om te bewerken
dat het nemen van vakantie tot de mo
gelijkheden van elkeen gaat behoren.
SOCIAAL TOERISME
EN CULTUUR
Al te vaak wordt ervaren dat de vakan
tie en het toerisme eerder zelden een
bron zijn van ware kul turele verrijking
Een niet onbelangrijk deel der toeristen
richten hun vakantie nog steeds in een
hoge mate naar het konsumeren van
kilometers, naar de rush opsouveniers,
in de lektuur van stripverhalen e.d.m.
De kulturele rijkdom gaat vaak onge
merkt aan hun aandacht voorbij en al te
gemakkelijk vallen zij ten prooi aan een
hyper gekommercialiseerde en uitbui
tende toeristenindustrie. En toch is de
vakantie een uitstekende gelegenheid
voor een waarachtige persoonsvervol-
making, en dit zonder dat daarom de
rust- en ontspanningsfunctie van een
vakantiereis in het gedrang worden ge
bracht.
Het toerisme op zichzelf mag reeds als
een kuituurdaad beschouwd worden.
Hierdoor bewijst de toerist immers dat
bij hem het bewustzijn leeft dat ook de
bergen, de zee en het landschap, dat de
kunststeden en het ganse kul tuurpatri-
monium een waarde an sich zijn, en
ook voor hem zijn geschapen.
Het is duidelijk dat men een individu en
een gezin onder zijn jaarlijkse vakantie
geen kultureel toerisme, in de enge zin
van het woord, kan noch mag opdrin
gen. Het behoort echter wel tot de taak
van de overheid, van de organismen
voor sociaal- en gezinstoerisme, kor
tom van iedereen die bij de toeristische
bedrijvigheid betrokken is de belang
stelling voor het kulturele aspekt te
wekken.
Deze taak krijgt in het kader van het
sociaal toerisme een zeer speciale bete
kenis. Het gaat hier immers in een niet
gerings mate om bevolkingsgroepen
die niet behoren tot de klasse der tradi
tionele kul tuurkonsumenten. Hier moet
nog vaak de belangstelling zelf worden
gewekt, en de kulturele begeleiding is
er noodzakelijk.
In deze optiek beschikt de overheid
over diverse middelen om ook op dat
vlak een waarachtige demokratisering
van de kuituurgoederen waar te maken.
Vooreerst moet de toeristische publici
teit ontdaan zijn van alle louter kom-
merciële bekommernissen. De massa
media en vooral dan de radio en de
televisie kunnen hier in hun rol van
volksopvoeders een enorme bijdrage
leveren. Anderzijds zouden de toeristi
sche bladzijden in de kranten dienen
afgestemd te worden op de mogelijk
heden van de brede volkslagen, en niet,
zoals dit thans vaak het geval is, toeris
tische informatie bezorgen die niet eens
in het,bereik ligt van 1 der vakantie
gangers.
De opleiding van bekwame gidsen en
reisleiders zou dienen geïntensiveerd te
worden. Hoe vaak zien we rond onze
historische gebouwen en kunstschatten
niet een massa toeschouwers een gids
achterna hollen, die dan zijn uitleg nog
vaak verstrekt in een taal die voor meer
dan de helft van zijn publiek niet toe
gankelijk is, en vaak zonder dat hij zelf
de reële kunsthistorische of archeologi
sche waarde van het voorgestelde
snapt.
Er dient ook gezorgd dat de kunstschat
ten, de musea en de kulturele manifes
taties in de toeristische centra voor ie
dereen toegankelijk zijn, zonder dat
voor dit i ndividu of dat gezin het vakan
tiebudget een flinke deuk krijgt. Ook
op dat vlak zou meer naareen gezinspo
litiek dienen gestreefd.
T
De vakantiereizen zijn in onze westerse samenleving zodanig ingeburgerd
althans uiterlijk dat we soms wel eens vergeten dat reizen niet voor alle
bevolkingsgroepen iets zo natuurlijk is?
Verschillende factoren spelen hier immers een rol. De voornaamste beperkende
factoren zijn uiteraard INKOMEN, BESCHIKBARE VRIJE TIJD EN VER
VOERMIDDELEN. Deze elementen worden rechtstreeks bepaald door het be
rt
roep.
De bevolkingsgroepen met een ruimer inkomen en een hoog scholingsniveau (in
de praktijk vallen die nog al eens samen) zijn dan ook de 'REIZIGERS BIJ
UITSTEK'.
Dè overige bevolkingscategorieën gaan procentueel veel minder op reis.
De landbouwers vormen als groep wel een speciale uitzondering omdat voor hen
geen wettelijke vakantie bestaat. De aard van hun beroep maakt het hen praktisch
onmogelijk om zich voor lange tijd van huis en hof te verwijderen.
De bijgevoegde grafiek spreekt voldoende om het bovengeschetste te illustreren.
Wanneer men gaat kijken naar de deelname aan binnen- en buitenlandse reizen
stelt men ook hier vast dat het vooral de rijkere klasse is die naar het buitenland
trekt.
Dit wordt zeer goed weergegeven in onderstaande grafiek.
Het maken van een vakantiereis, onder
scheiden naar socio-professionele kate-
gorie.
38
gemiddelde
(43%)
Binnenlandse en buitenlandse vakantie
reizen, onderscheiden naar socio-profes
sionele kategorie.
7V0 7%
reizen
Buitenlandse
Zoals men ziet blijven er nog steeds grote sociale verschillen weg te werken.
De leeftijd speelt uiteraard eveneens een dominerende rol. De jongere generatie
maakt merkelijk meer gebruik van vakantiereizen. Bij de categorie van 46 jaar en
ouder blijkt het reizen veel van zijn aantrekkingskracht te verliezen. Dit wordt ook
door andere factoren in de hand gewerkt, zoals een mindere gezondheid, enz
De geringe beweeglijkheid der werkongeschikten (zieken, gehandicapten langdu
rig werklozen, enz en hun gebrek aan een arbeidskring sluiten deze groep nog
meer dan andere groepen af van de gewone SOCIALE BETREKKINGEN die
vooral door reizen worden bevorderd.
Cadiotterie. "Hoe blijf ik duizend jaar in de gevangenis zonder er mij moe aan te
maken Uitgeverij Heuff Nieuwkoop (in België vertegenwoordigd door De
Vries-Brouwers, Antwerpen) 1975 - 78 blz., prijs: 110 fr.
Sedert Dr. Lecompte in 1970 in een interview met Het Laatste Nieuws zich liet
ontvallen «misschien word ik 1000 jaar»heeft hij geen enkele gelegenheid laten
voorbijgaan om zich in het brandpunt van de belangstelling te plaatsen en te
houden. Zo vormde zijn eerste verblijf in de Brugse Pandreitje-gevangenis de
aanleiding tot het organiseren van een cartoon-wedstrijd over het gevangeniswe
zen. De bekroonde cartoons zijn onder de titel «Cachotterie» bij de minder
gekende uitgeverij Heuff gepubliceerd.
Dat Dr Lecompte het gevangeniswezen niet in het hart draagt, blijkt uit zijn
uitlatingen in zijn woord vooraf: «idioot gevangeniswezen» en «ik heb kunnen
merken hoe middeleeuws, ja hoe voorhistorisch en vooral hoe onmenselijk de
Belgische gevangenissen zijn». Deze beschuldigingen waarmee hij weer in de
kijker wil lopen, bewijst hij niet, tenzij met citaten van derden, overwegend
niet-Belgen Met die verzameling cartoons hoopt hij nochtans te kunnen bijdra
gen tot zijn waandenkbeeld van afschaffing van de gevangenissen. Beter dan deze
utopische wens waren opbouwende voorstellen tot verbetering uit te werken. Een
gesprek van Bert Verhoye met een advocaat-artsde heer Schuurmans Stekhoven,
dat eerder in De Nieuwe Gazet verscheen, rondt het literaire gedeelte af. Deze arts
stelt onder meer dat Lecompte het slachtoffer is van het feit dat het Belgischevolk
minder tolerant iswat «voor een deel zijn verklaring vindt in de katoliciteit»
Zoals Louis-Paul Boon, de voorzitter van de jury, terecht opmerkt, herkent men
een cartoon als men «zomaar onmiddellijk het grappige of het onmogelijke ervan»
inziet als men de tekening bekijkt. Aan deze karakteristiek beantwoorden de
meeste bekroonde cartoons. Een begeleidende tekst blijft dan ook meestal achter
wege. De erin verwerkte brok galgehumor betreft dikwijls de controversiële dr.
Lecompte zelf, zijn boek «Hoe word ik 1000jaar» en de Orde van de Geneesheren.
De slang als symbool van de geneeskunde kronkelt zich niet alleen rond de staven
van de celvenstertjesmaar voert ook haar wurgende greep uit op de dr. Lecomp
te Ook Vrouwe Justitia moet het ontgelden terwille van «het recht van de
sterkste», veelal het geld en de rechter! Ook de drang om te ontsnappen
inspireerde menig cartoonist. Het schrijnend gebrek aan menselijkheid druipt van
heel wat tekeningen zodat ze soms heel bitter en cynisch overkomen
Wie van cartoons houdt, zal nog om een tweede reden het boekje begeren.
Louis-Paul Boon zorgde buiten reeks voor een tien «Car-Boontjes». Terwille van
zijn onderschriften vindt Boon ze geen echte cartoons en vandaar de benaming
voor die extraatjes! Ze roepen de mopjes op die L.P. Boon sedert jaren in Vooruit
dag aan dag maakt rond stereotiep getekende figuurtjes!
Ondanks de tekortkomingen sluiten wij ons graag aan bij Boons woorden «warm
aanbevolen, zou de gevangeniskok zeggen»!
PAUL VAN DEN WIJNGAERDE
Het recht van de rechter.
Anderzijds behoort het tot de opracht
van de organisaties voor volksoplei
ding in het algemeen en tot deze voor
sociaal toerisme in het bijzonder de
vereiste strukturen en middelen aan te
wenden om een waarachtige kulturele
begeleiding mogelijk te maken, onder
deze voorwaarden krijgt ook de kultu
rele faktor in het geheel van de toeristi
sche bedrijvigheid haar optimale kans.
FREDDY VAN DEN BOSSCHE
Het taalprobleem is in wezen een economisch en sociaal probleem. Al de
rest is romantiekIn de laatste tijden hebben we het bedroevend schouwspel
moeten meemaken van Vlaamse politici die Vlaams grondbeleid rond
Brussel willen prijsgeven. Wat kan het die heren schelen, in Antwerpen of
Gent, dat Brussel verder verkafferd wordt? Paris vaut bien une messe, zei
Henri IV, Vlaams Brabant is wel een ministerzetel waard. De Vlamingen in
de hoofdstad moeten hun plan trekken.
Marnix GIJSEN.
De vakantie biedt de arbeidende mens de gelegenheid om opnieuw zijn EIGEN BAAS te
zijn en laat hem toe zijn ONDERGESCHIKTHEID op het werk te vergeten voor
een tijdje weliswaar).
te