- -WAT VERWACHTEN WIJ ALS SOCIALISTEN VAN HET GEMEENTELIJK KULTUURBELEID? OOK IN DE KULTURELE SEKTOR IS PLANNING NOODZAKELIJK VAN DE BOEKENMARKT., CURSUS BIBLIOTHECARIS TE AALST ^VERZORGD DOOR Dl'. CENTRALE VOOR SOCIALISTISCH CULTUURBELEID Een demokratische gemeentestruktuur Informatieplicht Gemeentelijke inspraakorganen Personeelsinspraak ■fVfX *s SPOR leesS TONEELKURSUS Beslissingsmacht in handen van verkozen mandatarissen AALSTENAAR EMIEL HUYLEBROEK HIELD SUCCESVOLLE TENTOONSTELLING TE BLANKENBERGE Het gemeentelijk kultuurbeleid vormt een onderdeel van ons socialistisch totaal beeld om het verschijnsel kuituur en kultuurbeleid. In deze visie zal een gemeentelijke kuituurpolitiek moeten gebaseerd zijn op volgende basisbeginselen: het organiseren van de BEST MOGELIJKE DEMOKRATISCHE GEMEEN- TESTRUKTUUR. vooral voor wat betreft het kultuurbeleid. het organiseren van de VOORTDURENDE VORMING (zowel geestelijk als op lichamelijk vlak) VAN DE INGEZETENEN via de realisatie van een moderne kulturele infrastruktuur en een aktieve kultuurpolitiek. Hierbij dient het OPENBAAR INITIATIEF eveneens centraal te staan, omdat enkel in dergelijk kader het GEMEENSCHAPSGER1CHT PARTICULIER IN ITIATIEF tot maximale bloei zal kunnen komen. Het organiseren van een KULTUURPLANNING als onderdeel van een alge meen en demokratisch gepland globaal gemeentebeleid. De wijze waarop de demokratie geor ganiseerd wordt en de diskussie erover vormen essentiële elementen van de zelfontplooiing en de vorming van de mensen. Een gemeentelijke kultuurpo litiek vraagt m.a.w. bezinning: in het algemeen beleid, overeen meerdirekte binding tussen het bestuur en de inwo ners; en in het bijzonder over de in spraak inzake kultuurbeleid. Het be hoort wellicht tot de taak van een sche pen voor kuituur de koördinatie en de diskussie terzake op gang te brengen. Dit illustreert het belang om een be kwaam en overtuigd socialistisch mili tant op dergelijke post te plaatsen. In dit verband dient a<'u'crecnvoigens aandacht besteed te worden aan: de in formatie, gemeentelijke vertikale en horizontale inspraakstrukturen, de in spraak van het personeel en de afbake ning van de beslissings- en adviesbe voegdheid. Inspraak zonder informatie is onmoge lijk. De gemeente heeft een informatie plicht. Middelen zijn: informatieblad, folders en brochures over bepaalde on derwerpen. audio-visuele middelen, informatiecentrum, personeelsinfor matie, een schepen, afdeling of ambte naar belast met deze taak, informatie aan de pers. Het stelsel van de algemene verkiezin gen kan verrijkt worden door het uit bouwen van een aantal goedwerkende inspraakorganen. Hierbij zijn de zogezegd VERTIKALE INSPRAAKSTRUKTUREN van be lang om de doorstroming te bewerken van onder naar boven en omgekeerd. Hiertoe behoren: kuituurraden, spor traden, jeugdraden, gezinsraden, be jaardenraden, enz Wat betreft deze organen dringt zich nochtans dringend een bezinning op over de werking ervan tot nu toe. Ver volgens moeten vragen gesteld worden over de toekomst en over het nut van deze raden. De HORIZONTALE INSPRAAK ORGANEN zijn voor de demokrati sche gang van zaken van belang: vooral in de FUSIEGEMEENTEN en in de grotere gemeenten en steden stelt zich zeker het probleem van de BINDING TUSSEN BESTUUR EN INWONERS. Algemeen dient gezocht naar meer blijvende en meer direkte inspraakmogelijkheden van de inwo ners op het beleid. Het betreft hier dui delijk het uitbouwen van inspraakstruk turen naar wijken en buurten. een meer direkte zeggenschap van de inwoners kan via soepele formules tot stand komen: opiniepeiling, hea rings of open wijkbijeenkomsten, het geven van verantwoordelijkheid aan mensen woonachtig rond realisaties als speelpleinen, groenzones, buurthui zen. Dit met betrekking tot de organisa tie en het beheer ervan. Vanzelfsprekend dient men er op te let ten GEEN AL TE STRAKKE STRUKTUREN op te richten omdat die in de huidige maatschappelijke kon tekst niet het gewenste resultaat geven. De vraag dient derhalve gesteld: In welke mate kan men komen tot een dynamische en efficiënte inspraak die geen zware en bureaukratische inslag heeft? De politieke verantwoordelijkheid en het uiteindelijk beslissingsrecht liggen uiteraard bij de verkozen vertegen woordiging. In gemeentelijk verband kunnen echter Het gemeentelijk kultuurbeleid mag niet afhankelijk zijn van de politieke partij- goedkeuring van de minister. een aantal principes o.a. met betrek king tot de arbeidskontrole zoals die vastgelegd werden door het ideologisch kongres van de BSP toegepast worden. Het beste bewijs voor de socialistische-idee wordt gevormd door het kreëren van andere arbeidsverhou dingen in gesocialiseerde bedrijven en in de openbare dienst. In die zin heeft het gemeentepersoneel recht op zeggenschap, informatie en kontrole over problemen die betrekking hebben op hun werkgelegenheid (kwantitatief en kwalitatief), arbeids voorwaarden en arbeidsomstandighe den, materiaal waarmee gewerkt wordt e.d. De gemeente heeft een algemene taak ten aanzien van de inwoners. In het bijzonder draagt de gemeente verant woordelijkheid voor het personeel dat wordt tewerkgesteld. Dit kan o.a. op de volgende wijze tot uiting komen: organiseren van een permanente vorming voor al het personeel tijdens de diensturen, zowel algemeen als pro fessioneel gericht. het opheffen van een stuk ver vreemding door het personeel dichter te betrekken bij de voorbereiding van het beleid, en door hen inzicht te geven in de eigen dienst, andere gemeentedien sten, en gemeentelijke realisaties. Het gemeentebeleid moet gebaseerd zijn op een algemene, demokratische en soepele planning, gebaseerd op ge fundeerd wetenschappelijk onderzoek naar de gemeentesituatie in al zijn as- pekten en naar de behoeften. De jaarlijkse begrotingen moeten ge hanteerd worden als instrument van een 6-jarenplan. Een kultuurpla ning moet daar een in tegrerend deel van uitmaken. SUBSIDIEBELEID Het aksent van de kulturele begeleiding moet liggen op het zo voordelig moge lijk ter beschikking stellen van een noodzakelijke infrastruktuur, diensten en service. De vraag stelt zich of daarenboven nog subsidies (die toch steeds klein zullen zijn) aan individuele organisaties moe ten worden toegekend, en zo ja, in welke mate? Moet de huidige Sint-Niklaaspolitiek niet eerder omgebogen worden tot een meer rechtvaardige verdeling der sub sidies. waarbij de kleinere organisaties een meer rechtvaardig deel krijgen van de koek, terwijl de financieel sterke organisaties met'minder moeten tevre den zijn. DE GEMEENTELIJKE AUTONOMIE MAG NIET VERDER UITGEHOLD WORDEN Ondanks alle teoretische verklaringen. vooral langs CVP-kant, holt deze rege ring de gemeentelijke autonomie in het algemeen uit. Dit geldt eveneens ten aanzien van de kultuurpolitiek. Wat van gemeentelijk belang is moet ook in de gemeente kunnen beslist worden, eventueel binnen een alge meen kader. Daarom moeten er een gezonder even wicht tussen de eigen middelen en de subsidies tot stand komen. Het huidig subsidiebeleid maakt dat de inplanting van de kulturele en sportieve infrastruktuur veeleer door de centrale overheid beslist wordt. Het gaat verder niet op dat de organisa tie van de gemeentelijke kulturele strukturen en de organisatie van de lo kale kulturele organisaties in de mate zoals het nu voorzien is door de centrale overheid bepaald wordt. De stelling dat bv. nationale, provin ciale en gemeentelijke kulturele initia tieven tot de hoofdzakelijke bevoegd heid en verantwoordelijkheid van res- pektievelijke overheden vallen, werke lijke inhoud te geven dienen inzonder heid aan de gemeenten nieuwe finan ciële middelen ter beschikking gesteld te worden. Wettelijke beperkingen die nen opgeheven te worden, terwijl ge meentelijke uitgaven voor socio kulturele initiatieven niet langer bijna louter fakultatief kunnen zijn. De ministeriële willekeur muilbandt al te vaak het plaatselijk beleid. Ifix, ,v X Het Interfederaal Centrum voor ma- teurtoneel organiseert onder auspiciën van het Ministerie van Nederlandse Kuituur, een kursus over de persoon lijke vorming in funktie van het ama teurtoneel. Deze kursus heeft plaats in hetC.O.C., Provinciebaan 115 te Zottegem- Velzeke, op dinsdagen 21 en 28 sep tember en op 512 en 19 oktober 1976 van 20 tot omstreeks 23 uur. Deze kur sus van het kote type wordt gespreid over 15 lesuren en omvat volgende de len: Gebruik van het A.B.N. in de ge- Een dergelijk beleid komt zowel het personeel als de gemeente gemeenschap ten goede, doordat het aanwezige potentieel beter benut wordt. Ten opzichte'van de globale inspraak- struktuur geldt dat de beslissingsmacht moet blijven liggen bij de verkozen politieke vertegenwoordiging, ge meenteraad en college. Alle problemen houden verband met elkaar. Er bestaan nauwelijks proble men die één groep of een onderdeel van de gemeente alleen zouden aanbelan gen. Afwijken van dit beginsel zou in houden dat men korporatisme en egoïsme in dehand werkt. Inspraakor ganen hebben dan ook in principe ad viesbevoegdheid en een kontrole- funktic tvooraf cn achteraf). Wel kan een partiële bevoegdheid, vooral in het kader van algemeen ge nomen beslissingen, toegekend wor den. Een beheersformule als een v.z.w. maakt een soepel beleid mogelijk. Het gevaar bestaat echter dat het een staat in de staat wordt. wone omgangstaal (individueel impro viseren, waarnemen van fouten, kor- rekties enz Bewegen in funKtie van een rol Natuurlijkheid in zegging en bewe ging Psychologische ontleding van een personage. Natuurlijkheid in samenspel en dia loog. De lessen worden gegeven door de heer Eric DE CORTES De inschrijvingen dienen te gebeuren bij Herman DE LOOR. Kerklandstraat 9 te Zottegem, die instaat voorde koör dinatie. Er dient een inschrijvingsgeld betaald van 100 fr. Het fascisme zal zijn kop blijven opsteken als de psychologische en sociale achter gronden ervan niet zijn blootgelegd. J B. Charles: Hoe bereidt men een ketter? Uitgeverij De Bezige Bij. Bb-Lnerair, Amsterdam, 1976, 207 blz., prijs: 19,50 gulden of 320 B.F. Wie een titel als «Hoe bereidt men een ketter?» onder ogen krijgt, kijkt verrast op. Dit gruwelijke beeld ontleende Charles voor zijn knap boek aan de «Scholia» van Erasmus waarin beschreven staat hoe Sigismund als ketter als het ware letterlijk bereid werd na het eten van varkensvlees Maar Charles bedoeling ging verder dan de weergzve van die letterlijke betekenis. Van soortgelijke praktijken en van degenen die ze pleegden hoe ook, wil hij afstand nemen. Dat hij door de volgzame meerderheid als eén ketter of dwaalgeest gebrandmerkt zal worden, raakt zijn koude kleren niet. Integendeel, hij volgt bewust de vroeger reeds ingeslagen weg. Na «Volg het spoor terug» en «Van het kleine koude front» waarin hij zich openbaarde als een auteur die het ^beuren rondom hem en in de wereld op de korrel nam, bleek zijn onverminder strijdlustigheid uit zijn stukjes in Maatstaf» onder de alzeggende kop «Waarom daarom». Ook de uitgave van dit boek zal niet ongemerkt voorbijgaan. Menig kritisch ingestelde lezer zal aan de lektuur van dit samenraapsel van korte artikels plezier beleven, anderen zullen wellicht de oogschelpen afvallen. Hij speelt waak hond over de aktualiteit en het verleden zodat zijn bundel uitgegroeid tot een «collage van opgeschreven herinneringen, invallen en doorbraken uit probleemsi tuaties, soms van meer, soms van minder gewicht» (blz. 29-30). Het opportuni- teitsfenomeen van selektie bij het spreken heeft daarbij niet gespeeld zodat van onderdrukking van bedenkingen geen sprake is, wat hem verheugt zelfs al verloor hij er vrienden mee! «Wat mijn vijanden betreft, ik had er al zoveel dat er best nog een paar bij kunnen (blz. 30). Die vermeerdering onderschat die aanhanger van de New Left-beweging schromelijk. Rechts zal grof geschut bovenhalen en de zwijgende meerderheid verder doen knikken en in het rijtje doen lopen .Voor zo een man die het aandurft tegen de algemene stroming in te roeien, kan men niets anders over hebben dan woorden van lof. Nergens toont hij zich geremd in zijn gevoelsuitingen of die nu het heden of het verleden betreffen. Spontaneïteit is zijn gulden regel. Daar hij nauwelijks aan de hakbijl van de Nazi's ontsnapte, ligt het oorlogsverle den van de Duitsers hem zeer zwaar op de maag. De onverwerkte oorlogsherinne ringen hadden zelfs een verlammende invloed op zijn schrijverschap. Hij is ervoor beducht dat het fascisme zolang zijn kop zal blijven opsteken als de psychologi sche en sociale achtergronden ervan niet zijn blootgelegd. Het Parool bloklettert dan ook een «in verzet gefixeerde, maniakale hater van het fascisme»Hij toont zich niet vergevingsgezind ten aanzien van de Duitsers, hoewel hij het principe van «Alle Menschen sind Brüder» huldigt. In de eerste vijftig bladzijden moet het vooral Strauss ontgelden die hij onder verpletterende gegevens bederft. Hij ver werpt terecht de te gemakkelijke afwimpeling van de verantwoordelijkheid op Hitier en zijn staf! Zeer harde taal gebruikt hij dan ook voor die Hitler-soldaten en officieren! Het Strauss-beleid doorziet hij meesterlijk en stelt hij op losse schroe ven Uit de Navo lijkt hem de enige zinnige uitweg voor Nederland Ook andere politieke machthebbers hebben het verkorven: Luns, Nixon (die «asshole», blz. 57), en Kissinger («die slechte man, deze bekwame Amerikaanse Duitser, blz. 88). Ook het fenomeen terrorisme weet Charles tot zijn ware propor ties te herleiden, het wordt niet alleen bedreven door enkelingen, maar nog meer door machthebbers! Zelfs het geweld in symbolen ontziet hij niet: weg met adelaar en leeuwen, plaats voor het lieveheersbeestje. In verband met Chili komt hij zelf tot een persoonlijk teorema: het standpunt van de tegenstanders van de zwart-wit-tegenstellingen is autoritair (blz. 104). De poli tieke ontraadselingen lijken de auteur een onuitputtelijke bron. Ze wekken steeds opnieuw interesse door het ingenomen persoonlijk standpunt. Daar waar Neder landse verschijnselen (zoals DS 70, Proloog, Krul enz.) bekritizeerd worden, zal de Vlaamse lezer misschien minder geboeid worden hoewel Charles even goed dan zijn hart op zijn vlijmscherpe pen draagt! Ook inzake geloofsovertuiging laat Charles niet de minste twijfel bestaan. De humanisten stelt hij als «de grote mannen van de Renaissance» tot voorbeeld (blz. 92). De godsdienst aanziet hij als «een ontzettend kriminogeen fenomeen» (blz. 21). Inzake Jezus Christus laat het hem koud wie de schepping ervan opeist: God of de mensen (blz. 173). Andere uitlatingen gaan in de richting van een totale godsverloochening. Ook verwijt hij de gelovigen een «hondse domestikatie» (blz. 178) in het liefhebben van een God. Een andere institutie die hem niet genegen is, betreft de monarchie. Wil een partij als socialistisch en humanistisch doorgaan, dan moet ze volgens Charles de afschaffing van het koningschap in haar programma opnemen (blz. 183). Immers, de erfelijkheid van funktie en status is «een zusje van racisme en slavernij» (blz. 184). Karikaturaal stelt de auteur zelfs dat «het koningschap de Courths-Mahler institutie van een staatsrechterlijk systeem is» (blz. 185). Even scherp als Charles zou de recensent zijn slotaanbeveling willen formuleren: wie de lektuur van Charles kritische zienswijzen mist, ontbeert het kruim van de huidige boekenmarkt. Hoeveel auteurs immers durven het nog aan zo eerlijk voor hun mening uit te komen, zich in een hun vijandige wereld zo te willen handhaven en bovendien anderen kritisch de sociale, ekonomische en politieke gebeurtenis sen te leren bekijken en onderzoeken? PAUL VAN DEN WIJNGAERDE Geboren te Aalst, op 30 december 1920. Autodidact. Gekonfronteerd met het vrijetijdspro- bleem debuteert hij, in 1974, als schil der en later als akwarellist. Volgde één jaar weekeinde kursus schilderen aan de Akademie te Brugge en werd in 1975 leerling van de Brugse meester Roger Gobron. Begon met een groepstentoonstelling te Wenduine (2x); stelde verder ten toon te Den Haan (Klemskerke) en Blan- kenberge. Emiel Huylebroeck. Begvnhof, 26 8411 Nieuwmunster. Een gezond sport- en kultuurbeleid eist een gezonde beleidsmentaliteit, naar het algemeen welzijn centraal staat. Door het Provinciebestuur van Oost-Vlaandercn wordt te Aalst een oplei- dingskursus voor kandidaat-bibliothekarissen georganizcerd. Deze kursus beoogt de grondige voorbereiding tot het eksamen voor het bekomen van het officieel bekwaamheidsgetuigschrift van bibliotekaris (voorzien bij de wet van 17 oktober 1921 op de openbare bibliotheken) Deze leergang is integraal afgestemd op de praktijk in de openbare biblio theek V» >r zover zulks ter beperking van het aantal kursusten (max. 50) nodig mocht blijken, zal deze kursus principieel gereserveerd worden voor deelnemers uit de arrondissementen Aalst en Dendermonde. Deze provinciale kursus wordt door bevoegde lesgevers gegeven van zater dag 18 september 1976 af. elke zaterdag voor- en namiddag (9 - 12 u en 13 17 u.). De lessencyclus van 120 uren zal afgewerkt zijn tegen het einde van lanuari 1977. Na afloop van de kursus zal in de loop van februari 1977 te Aalst een eksamenzitting worden gehouden, waaraan echter alleen diege nen mogen deelnemen, die de dag van het eksamen ten minste 19 jaar oud zijn. De bijzondere aandacht van de kursisten wordt erop gevestigd dat. inzake studieniveau, een volledige middelbare schoolopleiding (H M O.) wordt verondersteld, teneinde met een redelijke kans op welslagen aan het eksa men te kunnen deelnemen. Belangstellenden voor deze kursus worden verzocht zich te richten tot de Kulturele Dienst. Bisdomplein 3. 9000 Gent (tel. 091-23.74.93) om een inschrijvingsformulier aan te vragen. Dit dient ingevuld en opgestuurd te worden naar de Kulturele Dienst ten laatste tegen 10 september 1976 De geselekteerde kandidaten zullen dan op de hoogte gebracht worden van de betalingsmodeliteiten en van alle andere nooodzakelijke inlichtingen Deze Aalsterse stadsbeambte, die thans te Nieuw munster woont, mag er fier op zijn zo goed te zijn geslaagd in zijn late roe ping.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1976 | | pagina 8