HET SOCIALISME VOOR DE KEUZE
EEN NIEUWE KEUZE
VOOR EEN OUD IDEAAL
m
X
Van de boekenmarkt
HITLER BESCHREVEN,
NIET VERKLAARD
^VERZORGD DOOR DE CENTRALE VOOR SOCIALISTISCH CULTUURBELEIDy
De maatschappelijke
ontwikkeling sindsdien: de
groei van de
konsumptiemaatschappij
Een mens leeft niet van
brood alleen
«0
mmmM
MBI11
Op een
tweesprong
Naar een
wereldcatastrofe
Joachim Fest: ADOLF HITLER,
Frankfurt/M-Be rlin -W ie n
(Verlag Ullstein GmbH, Propylaën Verlag), 1973,
1067 pp.
(of de mislukking van een «dikke turf»)
Het socialisme
voor de keuze
8
Vorige week publiceerden we het eerste deel van een rede van de nederlandse
staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk, W. MEIJER.
Daarin belichtte hij de krachtlijnen van de vernieuwde stroming in het socialisme
van de twintiger jaren.
Centraal in deze beweging van SOC1AUSME ALS CULTUURBEWEGING staat
het streven naar nieuwe maatschappelijke verhoudingen, waar SOLIDARITEIT
centraal gegeven is evenals het waarachtig streven naar een waarachtige demo
cratische samenleving.
In zijn ontleding van de maatschappelijke ontwikkeling sindsdien en de groei van
onze WESTERSE CONSUMPTIEMAATSCHAPPIJconfronteert hij ons reeds
met enkele keuzen waarvoor het socialisme zich geplaatst ziet.
In onderstaand artikel zet hij zijn ontleding verder en leidt hij de krachtlijnen af
voor de toekomstige aktie.
Voor elkeen die begaan is met de toekomst van onze socialistische beweging,
liggen er in deze uiteenzetting een aantal bezinningspunten, die zeker voor verdere
discussie vatbaar zijn.
Toen deze kultuurpolitieke kenmerken
werden geformuleerdin geschriften,
toespraken en diskussies van de jaren
twintig bevond het demokratisch so
cialisme in ons land zich in een fase van
groei en bewustwording. Het ver
nieuwde bewustzijn op weg te moeten
gaan om de arbeidersklasse gelij
kwaardige kansen te bieden in de maat
schappij, vormde de voedingsbodem
van een emancipatiebeweging.
Bij een emancipatiebeweging tracht
men een volwaardige plaats in de sa
menlevingen daarmee een eigen identi
teit te bevechten voor een groep, die
maatschappelijk niet aan haar rechten
kan komen. Met de arbeiders was dat
zo. En dat is in heel veel opzichten nog
zo.
Toch moet men zich afvragen of dat
bewustzijn nog wel voldoende aanwe
zig is, als we op het ogenblik proberen
te formuleren wat we willen bereiken.
De maatschappij is namelijk ook nog
door een andere ontwikkeling beïn
vloed. En die ontwikkeling heeft een
ingrijpende invloed gehad op onze kui
tuur, op onze maatschappelijke situa-
i tie, op wat we willen. Ik doel hier uiter
aard op de naoorlogse groei in wel
vaart, de zogenoemde ekonomische en
technische ontwikkeling. De goederen
voorraad werd vergroot, allerlei mate
riele voorzieningen werden binnen het
bereik gebracht van velen, zij het ook
vaak door de verdovende inspuitingen
van de reklame.
Als je in je eerste levensbehoeften vrij
aardig wordt voorzien en als er zelfs
een schijn van welvaart is, waar zou je
dan nog voor moeten vechten? Je hebt
eten, je hebt je televisie, je hebt je au
tootje om op zaterdag en zondag te gaan
rijden. De wedstrijd Barcelona-
Feyenoord krijg je thuis bezorgd, bij de
koffie en het biertje. Je vakantiereisje
wordt voor je geregeld. Wat moet je
dan nog?
Daar komt nog bij dat alles toch niet
meer te volgen, laat staan te begrijpen
is. Het leven is opgesplitst in delen, in
funkties.
De samenhang is moeilijk meer te ont
dekken.
Als individu kijkje tegen de verkeerde
kant aan van een ingewikkeld geweven
tapijt. Ideologieën, levensbeschou
wingen hebben hun zin verloren, ont
zuiling spreekt vanzelf
Demokratisch meedoen lijkt meer een
leuze dan een mogelijkheid.
Wat moetje dan nog?
Het lijkt me goed toch een paar ken
merken van de huidige situatie eens na
der te bezien. Misschien kan het hel
pende noodzaak van een socialistische
kultuurbcleid opnieuw te formuleren en
te onderstrepen. Het kan helpen iets
terug te halen van de oorspronkelijk
heid van de vroegere beweging.
Centraal staat nu in de samenleving het
denker, en handelen vanuit het ekono
mische principe.
Met het ekonomische principe, zo
schreef prof. Weijel onlangs, is niet
alleen bedoeld het winstmotief van de
kapitalistische landen, maar ook het
streven naar het opheffen van materiële
schaarste en de gelijkmatiger verdeling
van welvaart, dat in kommunistische
landen leidraad is.
Beide motieven zijn ekonomische mo
tieven. Zij gaan over de voorzieningen
in de materiële levensbehoeften. Dat is
niet onbelangrijk, maar wel onvol
doende. Vanuit een puur ekonomische
benadering van de maatschappij blijft
het welzijnswerk dan altijd verkeren in
de smalle marge van de welvaartsstaat.
Men verwacht dat ekonomen de sleutel
zouden hebben, die toegang geeft tot
een betere maatschappij. Ekonomen
zullen wel berekenen wat goed en wat
niet goed is. Zij proberen doelstellin
gen te berekenen in termen van meet
baar nut. Het lijkt alsof de beslissingen
die richtinggevend zijn. door ekono
men moeten worden aangereikt.
De andere moeten daarvan worden af
geleid: beslissingen over rekreatiemo-
gelijkheden, over meningsuiting via de
pers, over het milieu, over de wijze van
leven.
Dat is een niet ongevaarlijke situatie.
Cultuurbeleid kan de welvaart hoe
belangrijk echter ook niet zien als
doeI van de samenleving.
Ik kan me voorstellen dat deze ziens
wijze door velen niet voetstoots wordt
gevolgd. Te veel inspanning, te veel
politiek moet worden ingezet in de
ekonomische problematiek. Het gaat
ook om ernstige zaken. De werkloos
heid vreet door en oplossingen ook
van ekonomen zijn niet direkt in
zicht.
Het marktmechanisme dikteert en heeft
zijn eigen internationale vervlechtin
gen.
Ondernemingen groeien over de gren- -
zen heen en maken de demokratische
controle vooralsnog onmogelijk.
Het zijn vooral ekonomische proble
men die de arbeiders onzeker maken,
kleine zelfstandigen bedreigen, het
welzijnswerk in gevaar kunnen bren
gen en de politieke verhoudingen beïn-
vloeden. De ekonomie vraagt alle aan
dacht. Men kijkt er als eerste naar bij de
troonrede en regeringsverklaringen.
Maar toch moeten we stellen dat eko
nomische opvattingen niet de plaats in
mogen nemen van opvattingen die de
totale maatschappelijke situatie als ver
trekpunt kiezen.
Ik kom op een volgend punt: dat is de
overheersende en eenzijdige invloed
van wetenschappelijke systemen in de
besluitvorming. Mensen worden
daarin soms teruggebracht tot meet
bare mensen, van wie het gedrag met
behulp van een steekproef en een pro
gramma van de komputer bijna feilloos
kan worden voorspeld.
Dergelijke macht van de techniek ver
sterkt de bestaande verhoudingen. Met
echte bewustwording, met een vergro
ting van de macht van de bevolking,
met kultuurbeleid heeft dat echter niets
te makenHet is hachelijk om een situa
tie te karakteriseren met één of enkele
voorbeelden. Maar de waarschuwings
signalen nemen toe.
Wie zich verantwoordelijk voelt voor
kultuurpolitiek moet daarom niet
schromen de gevaren een naam te ge
ven.
Hij moet er op wijzen, zoals Den Uyl
(socialistisch premier in Nederland) on
langs in Nijmegen deed, datproduktie-
processen aan nieuwe normen moeten
onderworpen worden om vervuiling en
verstikking van het milieu te voorko
men.
Hij moet de noodzaak onderstrepen van
een bewustwording van de nieuwe
schaarste en van een zuinig zijn met de
natuurlijke hulpbronnen.
Wir
Er moet een verschuiving plaatsvinden van individuele konsumptie naar gemeen
schappelijke welzijnsaangelegenheden, m.a.vv. het veilig stellen van de kwaliteit van
het bestaan door goede regelingen in de kollektieve sfeer.
^tPVOOR dnenmen»nWOrden °P8el0St MET °mda' aangaat.
Wie gelooft in gelijkheid, moet daarnaar handelen.
Hij moet er op wijzen dat de demokratie
voor velen in de praktijk van alle dag
nog weinig of niets meer betekent. En
dat zelfs de behoefte aan demokratie
schijnbaar wordt teruggedrongen met
welvaartspakketten uit de produktiewe-
reld.
Ook de politieke zienswijzen werden
door de ontwikkelingen die ik noemde
beïnvloed. Wij staan naar mijn merting
op een tweesprong. Laten we de ont
wikkelingen zonder veel morren over
ons heenkomen of proberen we ze om
te buigen en zo nodig af te stoppen. In
de naoorlogse politieke verhoudingen
hebben ook de democratisch-
socialisten om allerlei begrijpelijke
redenen praktische programma
punten op de voorgrond geplaatst.
Contact zoeken met anderen, het stre
ven naar werkbare verhoudingen met
levensbeschouwelijke zuilen stonden
centraal.
Kijken we er op terug dan kan toch wel
van harmonieuze verhoudingen wor
den gesproken. De ideologie en daar
mee ook de eigen ideologie vervaagde.
Overigens was deze na-oorlogse ont
wikkeling kenmerkend voor de gehele
samenleving: keurig geregelde verzui
ling, milde versluiering, vriendelijk
zieltjes winnen voor de partij, je krant,
je omroepvereniging, vooral niet shoc
keren of uitdagen, oecumenisch wel
willend zijn. Het proces van ontzuiling
heeft zich echter de laatste vijf jaar
krachtig doorgezet. Dit heeft echter
in verschillende kringen, zeker ook
bij ons een nieuwe behoefte aan
bezinning doen ontstaan over fun
damentele uitgangspunten van onze
politiek.
Het zijn vooral de ontwikkelingen van
de laatste jaren die ons tot die herbezin
ning dwingen. Er groeit een bewustzijn
met betrekking tot de prijs die we moe
ten betalen voor technische vooruit
gang. explosieve groei en toenemende
consumptie. Geleerden hebben de
grenzen van de groei berekend. In we
tenschappelijke en in populaire tijd
leden naar zich toe willen halen. In het
verlangen naar de sfeer-van-toen zit
een protest tegen de sfeer-van-
vandaag. Toch is heimwee een wat
wankele basis om de problemen van
vandaag en morgen mee tegemoet te
treden.
Er zijn ook bewegingen die zich afvra
gen hoe aan de huidige ontwikkelingen
het hoofd te bieden. Zij kiezen vooreen
meer bewuste opstelling. Daarbij blij
ken de doelstellingen - van - toen
ontdaan van de destijds gebruikte
verpakking nog zeer modem te zijn.
Persoonlijk ben ik van mening, dat we
nog duidelijker moeten gaan vaststellen
wat we willen bereiken, omdat veel van
de oude socialistische vragen en pro
bleemstellingen nog steeds niet zijn be
antwoord. Ik zie gelukkig de vernieu
wing die zich mede door deze vra
gen laat inspireren hier en daar al
doorzetten. De bomen van de Leidse
baan bleven staan en het economisch
hoog genoteerde verkeer moest wijken.
Actiegroepen behaalden hier en daar
overwinningen, ten gunste vaneen bos,
vaneen historisch landschap en ook ten
gunste van bepaalde, inde knel zittende
groeperingen.
Maar kunnen we doorgaan? Kunnen we
tegen gevestigde belangen blijven op
boksen of lopen we stuk op ingeslepen
gewoonten van mensen, op het econo
misch denken van de korte baan en op
de dictaten van de zogenaamde techno
logische vooruitgang?
Als we willen dat met deze eerste aan
zetten iets gebeurt, zullen de groepen
die vanuit in wezen dezelfde in
stelling op verschillende terreinen
werken, elkaar moeten vinden. Wat
versnipperd gebeurt, moet gebundeld
worden. Een samenhangende
democratisch-socialistische visie op
mens en maatschappij kan die bun
deling vergemakkelijken.
We zijn nu nog niet veel verder dan de
tweesprong, waar de keuze moet wor
den gemaakt. Wordt het de moeilijke
weg omhoog langs het punt waar we als
bewuste socialisten begonnen zijn? Of
kiezen we de makkelijke weg, voor ons
uit naar beneden, ons telkens instinctief
verzettend maar todh dwangmatig ver
der hollend naar een ondergang, als
lemmingen op weg naar de zee?
Vervolg volgende week
schriften worden grafieken gepubli
ceerd, waarbij ineens de lijnen over de
rand heen zijn geschoten. De belang
stelling voor de natuur, zo sterk ver
bonden met de vernieuwingsbeweging
van de democratisch-socialisten van
destijds, is van levensbelang gewor
den.
De crisis die op dit punt dreigt, reikt
heel wat verder dan het toch al schade
lijke lawaai van het verkeer, de stank in
industriegebieden op een windstille
herfstdag en de uitroeiing van kostbare
al zeldzaam geworden planten en die
ren.
Massa-sterften onder de volkeren wor
den aangekondigd en vinden hier en
daar al plaats. De vraag dringt zich op
of er tekenen zijn van een nabije wen
ding, nu het bewustzijn van dreigende
rampen is toegenomen. Zal het streven
naar winst werkelijk plaats maken voor
het streven naar solidariteit? Gaat er in
onze opstelling duidelijk iets verande
ren?
Ik sprak U over de tweesprong. De
keuze, welke weg het worden zal, moet
eigenlijk nog worden gedaan. Er zijn
groepen die terugvallen op een gemak
kelijke uitweg. Ze kiezen de houding
van de struisvogel: als je je kop in het
zand steekt, heb je geen last van het
dreigende gevaar. Zorg voor je eigen
brood en laat je voor de rest amuseren,
onder het motto: er is toch al ellende
genoeg op de wereld.
Er zijn andere groepen die, vanuit een
heimwee naar rustiger tijden, het ver-
HITLER EN
DE NIEUWE PROFETEN»
Bij een bezoek aan de boekhandel, valt
het buitensporig aantal publikaties,
gewijd aan mythologische snertpro-
blemen sterk op. Zwarte series, toe
komstromans en mysterieuze geschrif
ten allerhande vullen er de toonbanken.
Onder deze modieuze, «literature-
luur»verspreid door de nieuwe «gelo-
pauperde proletariaat, de geproletari
seerde kleinburgers en de uitgebuite
boeren, wordt bovendien weggewuifd
als te strak marxistisch. Blijft tenslotte
over als verklaring: Hitiers buitenge
woon politiek inzicht, waardoor hij
steeds gepast wist aan te vallen of tak-
tisch terug te trekken, naargelang de
zwakte, óf de sterkte van de tegenstan
der. Doorgeredeneerd wil dit zeggen
Hitler, produkt van de kapitalistische strukturen.
vigen» w.o. het tijdschrift «Brès-
Planète» en de auteurs Berger en Pau
wels toonaangevend zijn bekleden
«studies» in verband met het nazisme,
het Derde Rijk en Adolf Hitler een be
langrijke plaats. Samen met het gebazel
over vliegende schotels en de verkla
ring van Franco's dood, door sterre-
beelden en door piskijkers, vormen zij
een ontkenning van het dialektisch ma
terialisme en van de socialistische in
terpretatie van de geschiedenis. Ver
spreid en aangemoedigd door de klein
burgerlijke liberaal-klerikale pers. met
almachtige financiële en ekonomische
middelen, leiden zij de belangstelling
van loon- en weddetrekkenden af van
werkelijke problemen, zoals bv. klas
seuitbuiting, ekonomische machts-
strukturen en het werkelijke eigendom
der produktiemiddelen. De politiek-
filosofische analyse van de machts-
strukturen, wordt vervangen door een
vlot-verteerbare mythologie. Aldus
kan de opkomst en de val van het kapi
talistisch produkt Hitier, gemakkelijk
«verklaard» worden door de werking
van geheime genootschappen, horos
kopen, parapsychologische invloeden
entelepatisehe gaven en kontakten. Het
uitbreken van de IIe W.O. stond te le
zen in het koffiedik
Het boek van Joachim Fest maakt op
deze doelbewuste monstervervalsing
een aangename uitzondering. Samen
met het werk van o.a. A. Bullock, is
deze Duitse auteur erin geslaagd een
genuanceerd beeld op te hangen van het
fenomeen Hitier. Daarbij steunt Fest
zich op de laatste gegevens in verband
met de Duitse dictator en plaatst het
verschijnsel Hitler in de historische
kontekst van het Duitsland van de jaren
1918-1930. Ondanks zijn volume blijft
het werk van Fest o.i. toch een zwak
broertje. Deze zwakheid vloeit voort
uit een zekere nalatigheid en uit de
politiek-filosofische visie van de au
teur. Deze leunt immers aan bij het
historisch positivisme en het liberalis
me.
JOACHIM FEST
SLAAT DE BAL MIS
Fest ziet aldus teveel een aantal per
soonlijke gaven van de Führer als door
slaggevend, bij zijn verovering van de
macht. De charismatische, hypnotische
gaven van Hitier worden dik in de verf
gezet, evenals zijn redenaarstalent. Hit-
Ier komt veel minder tot uiting als het
laatste verweermiddel van het kapita
lisme in krisis, hypothese die de auteur
trouwens als eenzijdig bestempelt.
Fest ziet ook o.i. terecht maar één
zijdig het buitengewone intuïtieve
politieke talent van A. Hitier, alsook
zijn methodische organisatie van de
«anarchie der volmachten», als door
slaggevend. De heimelijke steun van de
burgerij, de landadel en het nationaal
en internationaal groot-kapitaal worden
slechts terloops vermeld. De machts
verovering van Hitier wordt aldus te
veel vanuit de voluntarische hoek ver
klaard Het(duits) kapitalisme incrisis
toestand, dat noodzakelijk de nazi's
zag als een laatste bolwerk tegen de
stormvloed van de eisen van het ver
dat de «geniale ziener» slechts de fou
ten van de tegenstander handig wist te
gebruiken, en als zodanig inspeelde op
de psychologische trends der «Germa
nen» om binnen legale weg de kanse
lierszetel te veroveren. Een bijzonder
magere ruggegraat, voor een werk met
historische pretenties. Een standpunt
dat trouwens geen enkel socialistisch
historicus kan bijtreden, wil hij zichzelf
blijven.
BESCHRIJVEN IS NIET VER
KLAREN: DE MISLUKKING VAN
EEN DIKKE TURF
Fest stelt ook een aantal fouten voorop
die de uiteindelijke ondergang van Hit-
Ier moeten verklaren. De auteur meent
aldus, dat een voorname misstap van
Hitier de bezetting van Tsjechoslowa-
kije was. Hierdoor stapte de Führer
immers af van de tot dan gevolgde «le
gale» weg, in binnen- en buitenland.
Tevens negeerde hij openlijk interna
tionale akkoorden. Vooreerst dient
hierop gerepliceerd dat de Westerse ge
allieerden reeds lang oogluikend de il
legale wegen van de Duitse tiran toelie
ten, in de hoop dat de NSDAP al zijn
krachten tegen de USSR zou richten.
Tweedens is het o.i. zo, dat de wester
se n niet zozeer Hitiers illegaliteit
vreesden, dan wel zijn zwellende
macht, waardoor 't europese machts
evenwicht in het gedrang kwam. Fest
meent ook dat de starheid van Hitiers
denken en de wanhopige bureaukrati-
sche naziwanorde tenslotte leidden tot
zijn uiteindelijke nederlaag. Hoogst
waarschijnlijk is dit juist, doch onvol
ledig. Hitler was er nl. intussen ook in
geslaagd zijn eigen en de internationale
bourgeoisie tegen zich in het harnas te
jagen en tegelijk de Sovjetunie en de
westerse demokratieën tegen zich in
een koalitie te verenigen. Het
nationaal-socialisme had bewezen het
kapitalisme volledig ten gronde te zul
len richten. Dit werd naderhand trou
wens vervangen door heel wat soepeler
reaktievormen, ng. de omstandighe
den. Dit sociaal-ekonomisch failliet
van het nazisme zal wellicht veel meer
hebben bijgedragen tot de desastreuze
mislukking van Hitier. De Führer be
reikte als uiteindelijk resultaat een
enorme mondiale puinhoop en een ver
deeld Duitsland. De «ziener» bereikte
het tegenovergestelde van wat hij had
nagestreefd: een versterkte USSR en
USA. De degelijke feitenkennis en het
overrijke bronnenmateriaal die Joa
chim Fest tentoonspreidt, verhelpen
geen moer aan de scheeftrekking van
het beeld van Hitier. Het boek blijft
lezenswaardig, doch mist diepgang
door zijn verkeerd politiek-filosofisch
uitgangspunt.
De lezer krijgt een bijzondere volledige
beschrijving van de opkomst en van de
ondergang van A. Hitier. Een auteur
die alle gebeurtenissen te zeer vanuit
Hitiers persoonlijk standpunt analy
seert, kan echter onmogelijk een ver
klaring van dit komplekse fenomeen
geven. Ondanks Fests enorm druk ge
schrijf laat zijn postivistische geschied
schrijving de nuchtere lezer met lege
handen achter. (Yves Van de Steen)