FONDS LEO MAGITS
BRENGT SPANJE-MAP
m
Het socialisme voor de keuze
DE NIEUWE KEUZE
VAN HET OUDE IDEAAL
L
mm
VAN DE BOEKENMARKT...
HET RELAAS VAN EEN
VERVREEMDING
TOON UW SOCIALISTISCHE
OVERTUIGING NAAR BUITEN
l§§É
VERZORGD DOOR DE CENTRALE VOOR SOCIALISTISCH CULTUURBELEID
"v
Kiezen is
gericht werken:
wat willen wij
als socialisten
Eén jaar na de dood van Franco, nu
het schijnparlement van de caudillo
zijn eigen doodvonnis heeft bekrach
tigd, is een beslissende stap gezet in
het Spaanse demokratiseringspro-
ces.
Van vele kanten, ook in het buiten
land en tot bij ons, is deze beslissing
toegejuicht ais een historische stap.
Maar deze beoordeling lijkt voor an
deren al te optimistisch. Het is inder
daad zó, dat de aanhangers van
Franco's politieke nalatenschap pas
tot deze politieke zelfmoord hebben
beslist na een voor hen in de toekomst
gunstige bepaling in het ontworpen
kiesstelsel te hebben opgenomen.
Al te groot optimisme is dan ook voor
barig omdat de demokratische opposi
tie in dit alles geen rol heeft gespeeld.
Hoe zou het anders kunnen, aangezien
ze door de huidige regering amper wor
den geduld, maar in feite nog steeds
illegaal zijn.
Al te groot optimisme blijft ook voor
barig. Zolang Spanje het land blijft van
de politieke gevangenen. Zolang zij
niet vrijgelaten zijn, ook de politieke
gevangenen die onder het Franco
bewind geweid hebben gebruikt omdat
er geen andere vorm van meningsuiting
mogelijk was, blijft het demokratise-
ringsproces er onvoltooid.
Alleen nog maar op papier is een begin
gemaakt met de demokratisering. Dat
betekent zeker nog geen streep onder
het Franco-verleden.
Een jaar na de dood van Franco is de
roep om vrijheid en demokratie in
Spanje sterker dan ooit geworden.
Maar er blijft een fanatieke Franco-
aanhang die bereid zal zijn alle midde
len aan te wenden om het verleden te
redden. De gevoelens van heimwee
naar de sterke leider hebben, bijna een
jaar 11a zijn dood, aan kracht gewon
nen. De leuze: «Onder Franco was alles
beter», wordt ook veel gehoord in dit
land, getroffen door bezuinigingen,
devaluatie en inflatie (24 procent) en
waar de grote banken openlijk toegeven
miljoenen ter beschikking te stellen
voor de Franco-groep, de rechtse Al-
lianza. Daar is de hogere middenklasse
in terug te vinden, mensen die vrijges
teld zijn van belastingen en op legeren
politie rekenen (de Guardia Civil en de
Policia Armada), om de Franco-erfenis
te verdedigen.
De tegenstellingen die leven onder het
Spaanse volk, de rijke Franco-gezinde
minderheid en de oppositie
meerderheid die nog zoekt naar een
heid, zijn groot. Dit alles roept de tragi
sche gebeurtenissen weer op uit de der-
tigeijaren: de Spaanse burgeroorlog,
voor de volwassenen onder ons alleen
nog maar een verre herinnering, voor
de jongeren volledig onbekend. In deze
optiek, op het ogenblik dat de geberu-
tenissen in Spanje weer wereldnieuws
zijn, brengt het Fonds Leo Magits als
evokatie van de gebeurtenissen in de
dertigeijaren, de Spaanse burgeroor
log, maar ook in het licht van de bran
dende aktualiteit als nieuwe verwezen
lijking een Spanje-map met vier
veelkleuren-steendrukken van Frans
Paus en vier gedichten van Willy Ver-
hegghe. Een publikatie die tegelijk ge
durfd en geslaagd kan genoemd wor
den. De Spanje-map van het Fonds
Leo Magits bevat vier fotografische
screendrukken in veelkleurendruk,
ontworpen en uitgevoerd door de grafi
sche kunstenaar Frans PAUS en vier
gedichten, afgedrukt in het originele
handshcrift van de dichter Willy Ver-
hegghe. Oplage: 100 (honderd) exem
plaren.
Daarvan zijn 35 exemplaren getekend
EN genummerd; de andere 65 zijn ge
tekend.
VERKOOPPRIJS
getekende EN genummerde map-
Jr<r
*x*s
pen: per stuk 1.000 (duizend)
frank, BTW en verzendingskosten
inbegrepen.
getekende mappen: per stuk 600
(zeshonderd) frank, BTW en ver
zendingskosten inbegrepen.
KORTING van 10 procent op de ver
koopprijs voor de leden van het Fonds
Leo Magits.
BESTELLINGEN door storting van
het verschuldigde bedrag op het reke
ningnummervan het Fonds Leo Magits
(870-0001065-61) te Brussel, met
vermelding «Spanjemap».
MENSJE VAN KEULEN, Van Lieverlede, Amsterdam (Uitgever^ De Ar
beiderspers), 1976 (vierde druk), 156 pp.
1. Mensje Van Keulens' eigenheid
In korte zinnen, in bondige hoofdstukken en in een eenvoudige taal, brengt de
hedendaagse schrijfster. Mensje Van Keulen, een schokkend beeld van een mense
lijke vervreemding. Waar deze zich precies afspeelt heeft geen belang. Een
eigenlijke «plot» iserevenmin. Tevens heeft deze roman noch een begin, noch een
duidelijk einde. Het boek zou bijna eindeloos kunnen doorgaan. Het zou evenzeer
in omgekeerde orde kunnen gelezen worden. Of men zou de lektuur om het even
waar kunnen beginnen of stopzetten. Het boek krijgt hierdoor een verreikende
dimensie. Het is bovendien tragisch, nooit melodramatisch. Het is sfeervol. Het
kan U en mij overkomen, mijnheer, mevrouw, het kan in Moskou spelendoch ook
in Antwerpen. «Van Lieverlede» ademt een geheel eigen sfeer. Het is geen
getrouwe kopij van Kafka. Het werk draagt duidelijk een stempelHet is het geheel
eigen proza van Mensje Van Keulen, niet van Peter Handke of van Sartre Het
werk is opéén punt niet universeel: het speelt in onze tijd. Daarom spreekt het ook
zo sterk aan. Het brengt een specifiek koele ontroering teweeg, een medeleven met
een absurde tragiek, met een problematiek die oplosbaar zou kunnen zijn. maar
dermate vastgeroest zit binnen de menselijke psyche, dat tenslotte niets beweegt.
Integendeel, nemen de absurditeit, de walg (la nausée) de verstarring toe.
2. De verloedering
In «Van Lieverlede» bekleedt, m.i., mevrouw Beijer een centrale plaats Volledig
maatschappelijk geïsoleerd, leidt Mevrouw Beijer een louter vegetatief bestaan.
Ze is een kamerplant.
Deze vadsige, armoedige koningin herinnert aan het liedje van Jaques Brei, «les
vieux». Beijer kiest echter zelfbewust. Ze leeft van een aantal naargeestige
herinneringen de dood van haar aan alcohol verslaafde echtgenoot en van haar
kind en van een zekere godsdienstwaan. Het werkelijk geloof is voor haar
slechts een decorum, dat zij niettemin als wezenlijk beschouwt. Eén van haar
dochters Coby is de moederlijke waan en dwang ontvlucht, eerst in het
intreurige nachtleven, vervolgens in een mislukt huwelijk.
Mevrouw Beijer weent om de dood of het ongeluk van onbekende buren. Haar
eigen jonsgte kind, Hanna. dwingt zij tot een ascociaal leven in geestelijke apathie
en fysieke ascese. Hanna's ontsnappingspoging in de seksualiteit mislukt, door
een bijna zelfbewuste, haast komische onbeholpenheid. De tweede zelfstandige
daad van Hanna tegenover de moederdwang is een éénmalige overtreding van
diens gierigheidsregels. Ook deze poging verzandt tenslotte in de knellende
vangarmen van de inktvis der onverschilligheid. Stilaan maar zeker kiest Hanna
moeder Beijers zijde, uit slechtsbegrepen jaloersheid t.a.v. haar zus Coby. De
opstand tegen de opstand is de berusting. De realiteit wordt vervangen door een
zelf geconstrueerde namaakwereld. Hanna is niet meer in de wereld. Zij existeert
niet meer. Hanna sluit aan bij de grenzeloze verveling van de totale afzondering.
Haar wereld is haarhuis. De maatschappij de straat. Haar sexuecl leven is beperkt
tot sporadische zelfbevrediging, haar ontspanning houdt op met het kleinzielig
getreiter van haar seniele moeder. Hanna's enige menselijke binding bestaat
tenslotte uit plagerijen. De poort naar de waanzin staat voor Hanna wijd open.
3. Van de wonde naar de heling
Een lueicde blik achter de klatergouden gevel van een aliënerende maatschappij
Mensje Van Keulen legt scherpzinnig een vinger op een zere plek. De pleister zal
pas na hard gewroet kunnen gevonden worden. Voor het aanbrengen van de
pleister moet men echter eerste de wonde(n) kennen.
Yves Van de Steen
November 1976
In twee vorige bijdragen ontleedde W. MEIJER, Nederlands staatssekretaris van
Kuituur, Rekreatie en Maatschappelijk Werk, de ideologische basis van het
socialisme als kuituurbeweging.
In deze derde bijdrage leidt hij de krachtlijnen af voor de toekomstige socialisti
sche aktie.
We menen dat in deze drie bijdragen een klare ontleding wordt gemaakt van de
socialistische maatschappij-visie, waarbij vooral een antwoord wordt gezocht op
de vraag wat wij als socialisten eigenlijk willen.
Wij hopen aldus een gesprek te kunnen op gang brengen over de huidige rol en
betekenis van onze socialistische beweging, (red.)
baar zijn.
3. Vervolgens stelt socialistische cul
tuurpolitiek het beginsel van de
mocratisering centraal. Opinië-
ring, informatie, vorming en scho
ling zijn voorwaarden voor die de
mocratisering. De voorzieningen
moeten zo worden gebruikt dat ze
democratisering bewerkstelligen.
Er moeten maatregelen worden ge-
Ik kom daarmee aan mijn laatste, maar
voor de praktijk zeer belangrijke vraag:
hoe kiezen we de middelen en hoe or
ganiseren we ze om onze keuze waar te
kunnen maken?
Door de spanningen, die een radikale
stellingname oproepen, zijn we ook
gehouden te zeggen wat we willen. Dat
betekent het omzetten van onze gedach
ten en idealen in een praktische strate
gie. Ik wil daarvoor tot slot, nog een
paar grote lijnen aangeven.
IEen socialistische cultuurpolitiek
zal in de eerste plaats naar voren
moeten komen in de wijze waarop
de nationale middelen worden
verdeeld en in een beleid dat
mede gerichtis op een verkleining
van de verschillen van inkomen.
Welk aandeel krijgt de cultuur in
het geheel? Wat wordt er besteed
aan het redden van het natuurlijk
leefmilieu? Welke ruimte krijgt het
vormings- en ontwikkelingswerk,
dat blokkades moet wegnemen die
een bewustmakingsproces in de
weg staan? W at besteden we aan het
onderwijs en hoeveel zijn ons
nieuwe vormen van onderwijs
waard? Niet alleen om betere kan
sen te scheppen voor achtergeble-'
ven groeperingen, maar ook om de
creativiteit vrij te maken en stelling
te kunnen nemen tegen een maat
schappij, waarin diploma's, relaties
en historische voorsprong te zeer
bepalend zijn voor macht. Hoe
kunnen we door kunstzinnige vor
ming het scheppend vermogen van
mensen en groepen stimuleren?
Grondgedachte bij de verdeling van
de beschikbare middelen moet zijn
dat er een verschuiving moet
plaatsvinden van individuele con
sumptie naar gemeenschappe
lijke welzijnsaangelegenheden.
De kwaliteit van het bestaan is al
leen veilig te stellen door goede re
gelingen in de collectieve sfeer. Dat
moet de basis zijn voor ons cultuur-
Een eigen kenmerk van de socialistische strategie is het zich richten op groepen die
tegen de onderkant van de samenhang aankijken. Kans geven aan deze groepen werkt
vernieuwend, want het zijn juist deze groepen die gemotiveerd zijn of te motiveren om
de samenleving te veranderen.
beleid.
2. In de tweede plaats moeten we de
cultuurgoederen dan voor eenie
der bereikbaar maken. Cultuur
dient niet te koop te zijn voor wie er
geld voorgeven wil of kan. Cultuur
moet beschikbaar zijn. Welzijn
verwerven ligt in een andere orde
dan het kopen van auto's of transis
tors of dranken. Het mag nooit van
onderwijsgelden of lees- en lid
maatschapsgelden afhangen of ie
mand kan deelnemen aan culturele
ontwikkeling. En ook mag het niet
afhangen van de groep waarin hij
verkeert of de buurt waar hij woont.
Cultuurgoederen zijn van allen en
moeten voor allen beschikbaar zijn
en dicht bij eigen leefmilieu bereik-
troffen, die de eigen verantwoorde
lijkheid van ieder centraal stellen:
in bedrijven, in onderwijs, in het
menswaardig maken van het leef
milieu. Meningsvorming hierover
moet op gang worden gebracht,
men moet zelf beslissingen nemen,
besturen van instellingen moeten
democratisch worden samenge
steld.De mensen die het aangaat,
moeten invloed krijgen op het be
leid. In dat licht moet ook aan de
centralisatie worden gewerkt. Want
de problemen moeten worden
opgelost met de mensen omdat
het henzelf aangaat, niet voor de
mensen vanuit de bevoogdende
deskundigheden. Wie gelooft in ge
lijkheid, moet daarnaar handelen.
Dat het kan, zal eerst blijken.als we
het doen. De mate waarin we wer
kelijk op weg gaan naar democrati
sche leefvormen, zal bovendien be
palend zijn voor de impulsen van
vernieuwing in onderwijs, bedrijfs
leven, in het woon- en leefmilieu.
Het collectieve beheer van de
voorzieningen is een uiting van
nieuwe verantwoordeiijkheid en
samenhorigheid, en een breuk met
de traditionele organisatie van cul
tuur en welzijn.
4. Er is een onmiskenbaar verband tus
sen het gehalte van een democrati
sche samenleving en de inspanning
op het terrein van informatie en
vorming. En omgekeerd: als we de
mensen belasten met grotere ver
antwoordelijkheid zal de vraag
naar dit soort activiteiten toene
men. Kiezen voor democratisering
op alle terreinen vraagt dan ook dat
het specifieke welzijnsbeleid, het
specifieke cultuurbeleid vooral
moet gehanteerd worden ter onder
steuning van democratiseringspro
cessen. Het mediabeleid moet wor
den beoordeeld op zijn vormende
en informerende waarde, vor
mingswerk dient tot bewustmaking
van personen en groepen voor hun
leefsituatie, het organisatiewezen
moet democratisering mede ont
wikkelen. We zullen op veel gro
tere schaal dan tot nu toe de tot
standkoming van «sociale scholen»
of in navolging van Joegosla
vië van arbeidersuniversiteiten
moeten bevorderen.
5. Een eigen kenmerk van een
democratisch-socialistische strate
gie is ook de wijze waarop het be
leid zich richt op groepen die te
gen de onderkant van de samen
leving aankijken. Achterstandsbe
leid mag geen «corrigerend» beleid
zijn in die zin, dat het oneffenheden
wegwerkt of gaten opvult. Met het
alleen maar wegwerken van achter
stand kunnen we niet tevreden zijn.
Bij een (bewust) socialistische
keuze is achterstandsbeleid een
ontwikkelingsbeleid. Er wordt dan
gewerkt met die groepen, die achter
in de rij staan, niet vanuit een ver
kapte hulpverleningsgedachte,
maar vanuit een emancipatiebe-
wustzijn. Kans geven aan deze
groepen werkt vernieuwend. Want
het zijn juist deze groepen, die ge
motiveerd zijn of te motiveren om
de samenleving te veranderen.
6. In de uitvoering van het beleid moe
ten we aansluiten op maatschap
pelijk relevante kaders. Een ac
tieve culhiiimolitiek houwt peen
Uw afdeling heeft daartoe enkele mooie zaken ter beschikking en
tegelijk geeft u aldus steun aan uw afdeling.
Onze prijzen zijn bovendien zeer interessant. Oordeel zelf:
zelfklevers «Roos en Vuist»: 20 fr.
aanstekers: 50 fr.
speldje «Roos en Vuist»; 25 fr.
speelkaarten: 30 fr.
luxe sleutelhanger: 60 fr.
T-shirts: 250 fr. (3 modellen)
Kenteken voor knoopsgat: 60 fr.
Tinnen beker, asbak en bord: 1.000 fr.
gouden hangertje: 1.500 fr.
schildje: 60 fr.
vlag 1.40 x 2.00 m.): 1.000 fr.
Al deze zaken zijn voorzien van de Roos in de Vuist.
Geef uw bestellingen door aan uw afdelingsverantwoordelijken. Al deze
zaken zijn tevens ter beschikking op het federaal sekretariaar
7.
beschutte plekken om daar de
vraagstelling van de maatschappij
te gaan behandelen. Bij voorbeeld
in de geïsoleerde school of in het
fijne vormingscentrum in de bos
sen, of in de gezellige vrije-
tijdsclubjes of in een kunstmatig
dagje vormingswerk. Bewuste cul
tuurpolitiek zoekt de problemen
op waar ze zijn. Democratisch-
socialistische cultuurpolitiek zoekt
de problemen in alle leefsituaties
op, om direct ter plaatse aan veran
deringen te kunnen gaan werken.
Daarom moeten school en milieu op
elkaar worden afgestemd. Daarom
willen we participatie-onderwijs,
willen we op latere leeftijd een
tweede kans op onderwijs. Daarom
moet binnen het bedrijfsleven wor
den gewerkt aan gezamenlijke ver
antwoordelijkheid, aan levende en
invloedrijke ondernemingsraden,
aan verbetering van inzicht en zelf
bewustzijn tijdens betaald educatief
verlof. Daarom moet de bevolking
het milieu in eigen omgeving be
waken en kan actie van hoog belang
zijn. Cultuurpolitiek krijgt pas be
tekenis als er iets gebeurt in de ka
ders, waarin de mensen leven, leren
en werken.
Uitgaan van een socialistisch werk
plan wil ook zeggen, dat we niet
zomaar iets doen: hier wat verbete
ren, daar wat activeren. We kiezen
voor een goed in elkaar gestoken
samenspel van voorzieningen en
activiteiten. Niet alleen omdat
weerstand tegen veranderingen zo
groot is en daarom activiteiten ge
bundeld moeten worden. Ook om
dat cultuurbeleid als zodanig als een
groot samenhangend geheel moet
worden gezien, omdat de onderde
len van uiteenlopende activiteiten
elkaar moeten versterken. Bij het
vormings- en ontwikkelingswerk
gaat het om samenspel meteen ver
nieuwd onderwijs, met een actief
bibliotheekwerk, met opbouwwerk
voorde samenleving. Programma's
moeten op elkaar worden afge
stemd.
Samenspel van voorzieningen is
vooral nog een organisatorische be
nadering. Op zich is ook dat te
weinig. De onderstroom, die
dwingt tot samenspel en die toe
werkt naar democratisering, is een
voortgaande bezinning op wat de
socialisten beweegt. Dat moet de
kracht zijn voor ons beleid. Daar
om, tenslotte, moet socialistisch
cultuurbeleid blijven zoeken naar
een bundeling van de ideologische
aanpak. Omroepvereniging, vak
bond, pers, jeugdwerk, vormings
werk, vormingstheater: op alle ter
reinen moet gezocht worden naar
een levend houden en uitdragen van
wat wij nastreven. Zomaar te rege
len is dat niet. Het zal vooreen goed
deel afhangen van de wijze waarop
die overtuiging bewust wordt ge
maakt en bewust wordt vastgehou
den. Maar de verandering van onze
samenleving hangt er wel van af.
W. MEIJER,
Ned. staatssecretaris voor cultuur.