Jeugdkroeg YENUS Zaterdag 21 mei 1977 HET JEUGDWERK OP GEMEENTELIJK VLAK IN NIEUWE BANEN VAN DE BOEKENMARKT WIE KENT DE CHAUTAUQUA? TAALPLUIMEN MarcGALLt HERZELE VERZORGD DOOR C.S.C.-VORMINGSWERK GEWEST AALST door Maurice Christiaens op het terrein Spoorwegstraat te Herzele COBRA COSY COAT CAREFUL FUNERAL PETER OVERMEIRE BAYORIC TETORIAL SYSTEM Inkom Gratis COYOTE FARMER'S AIR STRANGE BREW FLYING CONDORS SIMPLE Aanvang14 uur Het huidige subsidiebeleid met betrek king tot het jeugdwerk is er hoofdzake lijk op gericht om slechts subsidies te verlenen aan privé-initiatieven, met alle mogelijke middelen wordt het vrije en traditioneel jeugdwerk geholpen en be- voordeligd. Slechts zelden neemt een gemeente een initiatief om eigen voor zieningen of diensten voor de jeugd op te zetten vanuit de overheid. De uitgaven voor het jeugdwerk op al lerlei wijze trachten te helpen en vooral door een uitgebreide serviceverlening. Het is natuurlijk heel moeilijk om voor stellen uit te werken waarin rekening gehouden wordt met zowel grote ste den, kleine steden, grote dorpen, kleine dorpen en platteland. Gelet echter op de schaalvergrotingen ingevolge de fusies en alle gevolgen vandien, moet eerst en vooral, d.w.z., alvorens het jeugdbe leid start, een grondige inventaris van alles wat bestaat en van de behoeften opgemaakt worden. Wat is er in de ge fusioneerde gemeenten aanwezig aan verenigingen, voorzieningen, infra structuur, enz. Wat is de organizatie en participatiegraad van de jongeren? Met welke algemene problemen wordt de jeugd in de betrokken gemeenten ge confronteerd: commerciële uitbuiting, werkloosheid, onveiligheid, tekort aan voorzieningen, enz. Hoe zijn de relaties met de scholen, met de volwassenen? Vervolg van blz. 1 gegane verbintenissen kunnen best hun subsidiëring aanpassen aan deze die door het Rijk wordt toegekend aan de betrokken initiatieven. Het Rijk voor ziet voor erkende en gesubsidieerde in itiatieven bepaalde percentages om te rugbetaling van gemaakte kosten. De gemeente kan aan dezelfde initiatieven een bijkomend percentage van terugbe taling voorzien. Dit systeem heeft als voordeel dat de gemeente zich geen zorgen hoeft te maken over de erken ning en de controle van deze initiatie ven, vermits dit door het Rijk gebeurt. Het nadeel van dit systeem is, dat initia tieven die slechts plaatselijk reiken en geen Rijkssubsidie of erkenning kunnen of willen vragen, van subsidie uitgeslo ten blijven. JEUGD - SERVICE - CENTRA In het kader van de nieuwe gemeente lijke entiteiten zien we echter niet veel heil in het verder subsidiëren van de plaatselijke initiatieven Over het al gemeen was het zo dat slechts zeer kleine bedragen over een zeer groot aan tal groepen werd verspreid, zodanig dat eigenlijk niemand geholpen werd en de gemeente weinig of geen resultaten zag van de bedragen die werden geïnves teerd. Persoonlijk dringen we er meer op aan dat in de nu grotere gemeenten en zeker in de gemeenten van minstens 10.000 inwoners wordt overgegaan tot v*: „Mjagi Ook de niet-georganiseerde jeugd evenals de niet-katholieke organisaties hebben recht op financiële middelen om /.ich te ontwikkelen en naar zelfstandigheid te groeien. INSPRAAK MOET GEWILD ZIJN De inspraak van de betrokkenen bij het opzetten van voorzieningen in een ge meente is een dringende noodzaak. In de eerste plaats wordt daar dan een ge meentelijke jeugdraad genoemd. De gemeentelijke jeugdraden zijn een pro- dukt \ai. de vorige gemeenteraadsver kiezingen. Over het algemeen kunnen we stellen dat het eksperiment van de jeugdraden in de meeste gemeenten een volslagen mislukking is geworden. De verwachtingen waren over het alge meen te hoog gespannen, de middelen en de bereidheid om in te spelen op de gestelde vragen waren vaak te klein. Het meeste heil schijnt wel te zitten in een klein adviescomité voor het jeugd beleid van een twaalftal personen en enkele zeer ruime vergaderingen in de vorm van een hearing. WAT EN HOE SUBSIDIËREN? Gemeenten die de voorkeur blijven ge ven aan het louter subsidiëren van pri- véinitiatieven of hieraan niet kunnen ontsnappen, omwille van vroegere aan- de oprichting van gemeentelijke jeugd- servicecentra, waar alle niet- georganiseerde jongeren, kleine niet- erkende jeugdgroeperingen en erkende verenigingen terecht kunnen. Deze ge meentelijke jeugdservicecentra moeten kunnen uitgroeien tot het gemeentelijk centrum voor de jeugd, waar de jonge ren informatie, advies en service wordt verleend op een zo ruim mogelijk vlak. Een greep uit het servicepakket van deze jeugdservicecentra, waarvan de uitgebreidheid zeker zal afhangen van de financiële middelen die ter beschik king staan: administratieve faciliteiten: er kan gestencild worden, gezeefdrukt, er is een foto-atelier, er zijn een drietal vergaderruimten met de nodige audio visuele apparatuur, er zijn medewerkers full time of part-time aanwezig voor het verlenen van service i.v.m. activiteiten: uitwerken van programma's, toepassen van subsidieregelingen, voor juridische en administratieve adviezen, verzeke ringen, persoonlijke adviezen en alge mene informatieverstrekking en er is een uitleendienst voor audio-visuele apparatuur, sport- en kampeermate- riaal. Er zijn ateliers beschikbaar voor creatief werk. Er is een kleine autobus beschikbaar, die kan gehuurd worden voor het vervoer van jeugdgroepen. Indien de gemeente er in slaagt een der gelijk cengrum op te richten en zo vol ledig mogelijk uit te bouwen, wordt een directe subsidiëring van de plaatselijke groepen een overbodige zaak. De idee van deze gemeentelijke jeugd servicecentra is volledig uitgewerkt door de diensten van het Socialistisch Jeugdverbond. Ze worden daarbij bij gestaan door het seminarie van prof. Gerda Debock aan de Rijksuniversiteit van Gent, die rond heel de functie van de serviceverlening een ruim opgezette studie deed, onder leiding van Willy Faché. Deze studie is nu zo goed als ten einde en we beschikken over twee tus sentijdse rapporten, die benevens onze eigen documentatie een ruim beeld ge ven van wat een servicecentra moet zijn en moet inhouden. RUIMTE VOOR PLAATSELIJKE INITIATIEVEN De diensten van het Socialistisch Jeugdverbond werkten zeer recent ook een reeeline uit vnor Hg subsidiëring en de erkenning van de plaatselijke initia tieven van jeugdwerk: later werd deze regeling overgenomen in de vorm van een voorstel van decreet en neergelegd in de Cultuurraad door Volksver- teg?nwoordiger Hugo Adriaenssens. Dit ontwerp voor het plaatselijk jeugd werk betracht om alle jongeren te berei ken. We trachten hierbij meer recht vaardigheid en gelijkheid in het jeugd beleid te brengen. Al de ministères van Nederlandse Cultuur in het verleden waren slechts bezorgd om hun katolieke organisaties, de zogenaamde georgani seerde jeugd. 90% van alle jongeren en kinderen worden echter niet bereikt en zijn ongeorganiseerd. Wij opteren voor open jeugdwerkvor- men en hei ter beschikking stellen van een ruime service en voorzieningen voor alle jongeren en kinderen. Ons ontwerp wil grote centra zien ontstaan, liefst opgezet door de gemeenschap. Bij de subsidiëring ervan zou uitgegaan worden van functieonderscheiding i.p.v. organisatorische structuren. HET «OPEN» JEUGDWERK BEVORDEREN Het huidige subsidiebeleid met betrek king tot het jeugdwerk heeft voor ge volg dat een project slechts volgens één welbepaalde subsidietitel kan gesubsi dieerd worden. Indien ergens een aantal initiatiefnemers op basis van een hulp verleningsmodel het verantwoord ach ten dat bijvoorbeeld informatie, advies- en serviceverschaffing tussen jongeren in één centrum geïntegreerd zijn, wordt hen dit niet belet, maar moeten zij met betrekking tot de subsidiëring kiezen. Zij ontvangen dan slechts één subsidie bedrag gelijk aan een centrum dat bv. enkel informatie verschaft, ook al zijn de andere functies evenwaardig uitge bouwd als een jeugdservicecentrum of een jeugdhuis. Een dergelijk beleid be vordert het oprichten van een groot aan tal los van elkaar werkende organisa ties Deze situatie is noch bevordelijk voor de ontwikkeling van het integra tieprincipe in het welzijnswerk, noch kostenbesparend. Dit beleid wordt ge kenmerkt door een denken in termen van organisatorische structuren i.p.v. in termen van functies, die in verschil lende combinaties en met verschillende intensiteiten gerealiseerd kunnen wor den in één project. Dit laatste opzet maakt het mogelijk in van elkaar ver schillende plaatselijke situaties voor zieningen te realiseren die bij de lokale situatie aansluiten (Ditzou voor gevolg hebben dat op de ene plaats de informa tiefunctie gecombineerd kan worden met de functie recreatieve ontmoe tingsmogelijkheid voor jongeren.) Tracht hem eens voor die zaak te interesseren Hij interesseert er zich niet voor. Hij interesseert zich trouwens al lang voor die dingen, niet alleen voor de zaak die u bedoeld. Wij interesseren ons voor iets. Onder invloed van het Frans zeggen nog sommige taalgebruikers wat anders. Maar bij interesseren gebruiken we het voorzetsel «voor». Enkele dagen geleden heb ik het gehad over de lijdende vorm die de stijl meestal verzwaart. Een luisteraar die op de belastingen werkt, is er als de kippen bij gewoontegetrouw natuurlijk om bijkomende vragen te stellen. Ik dacht al dat het wat anders was, maar het waren gelukkig alleen vragen van taalkundige aard. Wanneer kunnen we dan bij voorkeur wél de lijdende vorm gebruiken, vraagt hij. Als we er de voorkeur aan geven het onderwerp van de bedrij vende zin niet aan te geven of als dat niet duidelijk kan gebeuren. Bijv. de diploma's worden morgen uitgereikt. We laten hier degenen die de di ploma's zullen uitreiken, onbekend omdat zulks niet duidelijk kan gebeuren of omdat het niet nodig is dat te doen Een tweede geval: als we het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin naar voren willen trekken om het aldus de nadruk te geven. bijv. Het anti-inflatiemiddel werd nog lang na de vergader ing druk besproken Het anti-inflatie-middel,is het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin dat in de lijdende zin onderwerp wordt en naar voren wordt geschoven. Ten derde: om misverstand te vermijden. Eerst 'n zin met mogelijkheid tot misverstand: De advokaat heeft de militant, die de politie man had geslagen, met gloed verdedigd. Wie heeft wie geslagen Om dat misverstand te voorkomen geven we aan de lijdende zin de voorkeur: De advokaat heeft de militant, die door de politie man werd geslagen, met gloed verdedigd. Hij interesseerde zich voor die zaak. Yves Van de Steen, over: RO- BERTM.PIRS1G, Zen en de kunst van het motoronderhoud. Een Onderzoek naar waarden, Am sterdam (Uitgeverij Contact), 1976, 367 pp. «Men wint nooit iets zonder er iets voor te verliezen» (Thoreau) EEN EILOSOFIESE BESTSELLER Zen en de kunst van het motoronder houd is in feite een filosofiese verhande ling opgelost in een roman. Wie nu nog beweert dat de filosofie niet populair is, of dat de roman heeft afgedaan, heeft zelf afgedaan, daar zowel de roman vorm, als de filosofie van «Zen en de kunst van het motoronderhoud» een enorm sukses kenden in de V.S. én Ne derland, terwijl de opgang in Belgie be zig is. Zen en de kunst van het motoron derhoud is een onderzoek naar (morele) waarden en een bestseller. Een beleidsdenken in termen van func ties betekent dat geen subsidiëringscri teria worden opgesteld voor informatie centra, adviescentra, servicecentra, enz., maar voor functies. Als een organisatie verschillende func ties gekombineerd uitoefent dient ten aanzien van elke functie te worden vol daan aan de eisen gesteld aan een orga nisatie welke betrokken, functie als hoofdfunctie vervult. De functies die volgens ons kunnen er kend en gesubsidieerd worden houden rechtstreeks verband met ons jeugdbe leid. Rekening houdend met de huidige evo lutie van het jeugdwerk, de reeds be staande functies en aan gang zijnde ek- sperimenten komen we tot een zevental functies: creëren van recreatieve ontmoetings mogelijkheden ontwikkelen van de creativiteit creëren van opvoedende speelruimten serviceverlening aan groepen adviesverschaffing aan individueien informatieverschaffing aan individue ien projecten. A! deze functies ontvetten nüe huidig Avontuur, macht, verschrikking jeugdwerk en geven mogelijkheden tot evolutie en eksperiment. Iedere functie maakt het voorwerp uit van een afzon derlijk onderzoek, erkenning en subsi diëring. Het samen uitoefenen van meer dan één functie is gewenst. Coördina tie, begeleiding en kadervorming van of voor initiatieven dient te gebeuren door de landelijke organisaties. Wij menen dat dit systeem van open jeugdwerk ten goede zal komen aan alle jongeren. BESTUURSFUNCTIES IN HET SOCIAAL CULTUREEL WERK Kadercyclus te G, nt Bedoeling De bestuursleden de kans bieden om hun bestuurlijke bekwaamheden bij de uitvoering van hun taak te vergroten. Dit vooral door ervaringsuitwisseling en met behulp van een korte basistekst. Bestemd voor Voorzitters, secretarissen, pennings- meesters en andere bestuuursleden (of toekomstige bestuursleden) van bij de C.S.C. aangesloten federaties en hun afdelingen. Werkwijze Drie donderdag-avondbijeenkomsten (vanaf I9u30 tot 22 uur), waarop een korte uiteenzetting zal ge geven worden aan de hand van een zeer overzichtelijke, schematische nota. Het informatief en instruktief karakter komt in deze vormingscursus op de eer ste plaats. Daarbij moeten ook de ervaringen en vragen van de deelnemers aan bod ko men. Inhoud Welke organisatievormen zijn er De socialistische situatie inzake sociaal cultureel werk. Welke verantwoordelijkheid draagt men hierin Welke bestuursfuncties zijn hierin Welke zijn de verantwoordelijkheden en taken van de bestuursleden 1 De communicatie met de leden e.a. Deelnemingsvoorwaarden Medewerker zijn van een organisatie die aangesloten is bij de Centrale voor Socialistisch Cultuurbeleid (Koepelor ganisatie). De intentie hebben om geheel de cyclus te volgen. Dit is belangrijk daar de cy clus één geheel vormt waarin de pro grammaonderdelen mekaar in een lo gische samenhang opvolgen en vervolle digen. Kosten De deelnemers hoeven geen bijdrage te betalen in de onkosten. Er kan wel een tussenkomst gevraagd worden voor de documentatiemap. Praktische informatie De cursus gaat door te Gent op volgende data: Donderdag 26 mei 1977 donderdag 2 juni 1977 donderdag 9 juni 1977 inschrijvingen tot 24 mei 1977 Medewerkers De algemene leiding berust bij W. Seeuws, L. Bosselaers. J. Marien en Fr. Pieters. Nadere inlichtingen zijn ook te beko men op het gewestelijk C.S.C. - secre tariaat, bij kd. F. Van den Bossche, tel. 053-21. Tl .63. DE STICHTENDE MOTOR FIETSTOCHT Deze roman is het verhaal van een zo- mermaandlang durende motorfietstocht van Minnesota naar Californie, onder nomen door de verteller (de tot nog toe onbekende Robert M.Pirsig) en zijn elf jaar oude zoon Chris. Tijdens de tocht dist de verteller de lezer Chautauqua's op. Dit zijn een ouder wetse reeks praatjes die de bedoeling hebben te stichten en te vermaken. Het zijn kleine, aangename filosofiese be toogjes, die de geest willen scherpen en kuituur en inzicht willen brengen aan de gespitste oren en de zoemende geest van de lezer-luisteraar. Via verhandelingen over het motorfietsonderhoud, mondt de Chautauqua uit bij de vraag «wat is het leven», en bij een onderzoek naar «wat is het beste»Dit filosofies speur werk leidt tot de vorming van een filo sofies systeem waarin wetenschap, re ligie en humanisme nader tot elkaar worden gebracht. Dit prachtige werk - de kombinatie ro man - filosofie - reisverhaal - techniek is énig - is ook een moderne versie van de Erlkonig - sage. De verteller wordt tij dens de rit naar de Atlantische Oceaan achtervolgd door het spook van zijn vroegere zelf. Hij noemt hem Phaedrus, een briljant zoekende en vragende geest, die onder de last van zijn jacht op idealen krankzinnig werd en in een in richting werd opgenomen. Phaedrus stierf er onder elektro shockbehandeling en komt nu terug om de verteller zijn eigenlijke zelfop nieuw te halen. Tenslotte is er nog het spannende, wanhopige relaas van de steeds slechter worden verhouding tus sen de hoofdfiguur-verteller en zijn zoon Chris. Deze vertoont immers de eerste symptomen van een beginnende krankzinnigheid. Hierdoor wordt de magiese sirkel volmaakt: de eindeloze filosofiese zoektocht van de hoofdpersoon-auteur tijdens een even eens eindeloze dolle motortocht dwars door Amerika, lost op in dé uiteindelijk overwinning van Phaedrus. Phaed- rus'overwinning is eigenlijk de over winning van de krankzinnigheid die, in positieve zin, de overwinning is van de filosofie. Dit is het rusteloos vragen stellen en met persoonlijke inzet een antwoord geven, zodat een nieuw evenwicht tussen mens en natuur, tus sen geest en materie, tussen kunst en techniek, tussen wiskunde en filosofie, in een allesomvattende hypothese, wordt uitgebouwd. De krankzinnig heidssymptomen van Chris zijn een duidelijk optimistiese noot. Ook de nieuwe generasie zal aldus nimmer zijn denken onderwerpen, maar door de vrije gedachte een nieuwe oplossing bieden.'die de verloren harmonie tussen de mens en de dingen opnieuw en beterzal herstellen. Aldus wordende Chautauqua's op hun beurt van morali serende praatjes tot een groots filosofies betoog, waardoor een boeddhisties geinspireerd humanisme ontstaat, door de verzoening tussen wetenschap en re ligie. Het agnostiek NIRWANA ver vangt het starre moralisme. BEGRIPSSLEUTELS Waarschijnlijk schrikt het betoog van ondergetekende menig lezer af. Dit is echt onnodig daar «Zen en de kunst van het motoronderhoud» niet alleen vlot werd geschreven en slechts zelden in gewikkelde filosofiese betogen omvat. Óm het de lezers te vergemakkelijken willen we ook een paar kerngedachten van PIRSIG'S meesterwerk uit de klas sieke doeken doen. Waarom bv. gezeur over het motoronderhoud? Omdat de echte motorfiets waar je aan werkt, een motor is die jezelf bent. De machine die daar voor me» schijnt te staan en de mens die «in me» schijnt te zitten zijn immers geen twee afzonderlijke din gen. Ze groeien samen naar kwaliteit toe, of raken samen steeds verder van Kwaliteit verwijderd. Kwaliteit is een basisgedachte van dit Zenwerk, waar over dadelijk meer. Waarom een motorfietstocht? Om het persoonlijke horizont te verbreden en niet in een kist door het landschap te razen. Om zelf. lijfelijk aanwezig, deel te worden van dit landschap en de kan ker van deze tijd, de eenzaamheid de doorbreken. Want dat is het vriend, EENZAAMHEID. De ergste manier om je arbeidsvreugde te vergallen. Dat is de begrafenisstoet, de stoet waarin iedereen meedraait. Deze opgefokte, laat - anderen - maar - stikken, huper- moderne, egogerichte manier van leven van iemand die ervan uitgaat dat hij de wereld in pacht heeft. Door de motor- fietstocht herontdek je dit. zoniet vergeet je het gewoon door de dagelijkse sleur. Een waarom Zen en al dat filosofies gelul? Doodgewoon omdat de gevolgen van Socrates' martelaarschap en Plato's onovertroffen proza dat erop volgde niets minder zijn dan de hele wereld van de westerse mens, zoals wij die kennen, langs de Renaissance om. PIRSIG- PHAEDRUS graaft wat dieper en komt bij ongekende uitwegen. Wat de oude Grieken beweegt tot heroiese daden de motivasie van hun handelingen is geen plichtsgevoel zoals wij dat ken nen. Wij hebben slechts het begrip «plicht tegenover de anderen». De oude Grieken worden bewogen door «plicht De motorfiets...een nieuwe afgod. tegenover zichzelf». Zij streven dat gene na wat wij altijd vertalen met «deugd», maar waarvoor in het Grieks ARETEstaat, «voortreffelijkheid». Dat is de definisie van kwaliteit die al dui zend jaar had bestaan voordat de dialek- tisie met Socrates als stamhoofder maar over dachten het in verbale val strikken te laten lopen.«Voortreffelijk heid», zoals omschreven, is de vrijwel eksakte vertaling van het Sanskriet - woord DHARMA, HET ENE» van de Hindoes. Kwaliteit! Deugd! DHARMA! Dat onderwezen de Sofis ten. Geen eties relativisme. Geen ar chaïsche «deugd» Maar arrête. Voor treffelijkheid. Dharma! De eerste leer meesters van de westerse wereld had den met rethorica Kwaliteit onderwe zen. Ongelooflijk groot is wat de mens heeft verloren. Met het tot stof vergaan van de botten der Sofisten en de instor ting van Athene, verloor de mens een onmisbare basiswaarde. Vandaar het huidige failliet van de MENS. Wie puzzelt straks met mij en Robert M. PIRS1G verder, op zoek naar de uitweg... de Kwaliteit die tot stof ver ging? Yves Van de Steen organiseert r Free POPFESTIUAL met optreden in PresentatorJeH openlucht van Van Den Steen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1977 | | pagina 8