DE SOCIALISTEN EISEN EEN SOCIALE
EN SOLIDAIRE POLITIEK
KADERLEDEN:
SOLIDARITEIT OF ISOLEMENT?
VAN MENSEN EN DINGEN
OM EN IN HET POLITIEK BESTEL
OPGELET
TOMBOLA
EMILE VANDERVELDE
DE BSP ZEGT JA
TEGEN HET REGEERAKKOORD
if
(c
Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1 9300 AALST
TEL. 053/21.48.69 Postrekening nr. 000-0952464-21
VRIJDAG 17 JUNI 1977
39e JAARGANG NR. 24
WEEKBLAD VAN DE B.S.P
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 1,9300 AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
Door senator Willy Vernimmen werd in
het debat over de regeringsverklaring
een fel opgemerkte tussenkomst gehou
den. Zijn open kritiek op en eisen ten
aanzien van het te voeren regeringsbe
leid ging recht naar het hart van elkeen
die solidariteit nastreeft. Wij geven
hierna graag deze tussenkomst weer.
EEN COMMUNAUTAIR PAKT.
GEBASEERD OP BEGRIP EN
VERTROUWEN
Wat het communautaire luik van het
regeerakkoord betreft, één belangrijke
vaststelling: niemand schijnt helemaal
voldaan te zijn over de voorgestelde
maatregelen hetgeen meteen het bewijs
levert dat dit bereikte politiek akkoord
het enige haalbare is. Dit betekent niet
dat wij als Vlamingen zouden een ze
kere terughoudendheid tegenover be
paalde voorgestelde maatregelen heb
ben. Deze terughoudendheid moet
nochtans wijken voor het feit dat wij
menen dat enkele zeer belangrijke en
fundamentele hervormingen in het re
geerakkoord voorkomen. De defini
tieve gewestvorming is niet alleen een
gerechtvaardigde eis van de Waalse
maar van gans de socialistische bewe
ging-
Trouwens, de deujvereenkomst tussen
Waalse, Brusselse en Vlaamse socialis
ten heeft zeker veel bijgedragen tot het
nu voorgesteld akkoord. De toevoeging
van de gemeenschapsraad is misschien
vandaag voor velen een vermenigvuldi
ging van onze instellingen maar zij is
voor ons de werkelijke erkenning van
de Vlaamse gemeenschap. Trouwens,
het is voor ons duidelijk dat in een ver
dere evolutie de vereenvoudiging kan
doorgevoerd worden en dat de werke-
leijke macht alsdan dichter bij de burger
kan gebracht worden. Voor wat Brussel
betreft nochtans een groot bezwaar: het
inschrijvingsrecht in de zeven gemeen
ten kan een twistappel worden en blij
ven. Laten wij de hoop uitdrukken dat
wij van onze gastvrijheid niet 't slacht
offer worden. Wij hadden het immers
veel logischer gevonden indien ook aan
Vlamingen in bepaalde Brusselse taai
randgemeenten hetzelfde recht zou
worden toegekend. De financiële tege
moetkoming voor het installeren van de
tweetaligheid dient trouwens ook uitge
breid te worden tot andere steden die
deze tweetaligheid nu reeds sedert jaren
ondergaan en er de financiële last van
ondervinden. Samenvattend kunnen w ij
zeggen dat bij de bevolking vandaag de
hoop aanwezig is dat wij nu eens en
prioritair dient behandeld te worden.
Terzelfdertijd wens ik te benadrukken
dat ook vooral de kwalitatieve aspekten
van het tewerkstellingsbeleid met abso
lute voorrang dienen behandeld te wor
den. Hierbij dient ook een beleid inzake
tewerkstelling gevoerd te worden die
zich richt op specifieke groepen werk
lozen en vooral de jeugdwerkloosheid
centraal stelt.
Voor wat de specifieke economische
maatregelen betreft voorde heropleving
van onze economie is het nogal opval
lend dat zij vooral gericht zijn op «duur
zame investeringen» d.w.z. meestal
kapitaalsintensieve sektoren. Deze
keuze is zeker verantwoord, alhoewel
voor het tewerkstellingsprobleem daar
wellicht de oplossing niet zal gevonden
worden.
Trouwens in dit verband wil ik toch een
pleidooi houden vooreen solidarisering
van de vergoeding van de arbeid, die
ongelijkheden teweegbrengen die niet
meer als redelijk kunnen beschouwd
worden. Mogen wij bijgevolg ook de
aandacht vestigen op enkele sterke ar
beidsintensieve sektoren (kleding, tex
tiel) die zonder spoedige hulp volledig
zullen verdwijnen in het vlaamse land.
Dit betekent dat nog enkele tiendui-
zende werkplaatsen onmiddellijk ge
vaar lopen indien geen werkelijke «se-
lektieve» hulp wordt geboden. De
voorgestelde maatregelen inzake ar
beidsplaatspremies o.a. schijnen mij
trouwens te beperkt om tot werkelijke
resultaten te leiden.
ENKELE VRAGEN
BIJ HET SOCIAAL BELEID
Voor wat de sociale politiek betreft,
meen ik dat de regeringsverklaring
hoeveel positieve punten zij ook bevat
toch vaag blijft.
De niet automatische koppeling van de
vergoedingen aan het welvaartspeil, is
naar mijn gevoelen inderdaad toch een
inbreuk op de wetten die in het verleden
werden gestemd. Men kan niet looch
enen dat bij de bespreking van de wets
ontwerpen Namèche en Van Acker in
de bedoeling was de vergoedingen te
koppelen aan de loonsevolutie. Welnu,
het verwijzen naar het overleg tussen
Regering en Vakbonden voor de vast
stelling van de coëfficiënt, kan inder
daad een blijvende bron van moeilijk
heden teweeg brengen. Wij moeten
aanvaarden dat het beter is bepaalde za
ken bij wet te regelen dan ze te verwij
zen naar het overleg. Dit betekent niet
dat wij blind zouden zijn voor de werke-
Het is aan de minstbedeelden in deze maatschappij dat de grootste aandacht moet
besteed worden.
voor goed de communautaire vrede te-
gemoetgaan en dat onze nieuwe struktu-
ren van die aard zullen zijn dat zij het
vertrouwen van de ganse bevolking
kunnen wegdragen.
EEN BEELD VAN
VOLLEDIGE TEWERKSTEL
LING
Voor wat het economisch luik betreft
kan men inderdaad vaststellen dat in
vergelijking met de vorige regerings
verklaring er heel wat accentverander
ingen zijn waar te nemen. Het ligt niet
in mijn bedoeling dit alleen toe te
schrijven aan de socialistische deelne
ming. Immers wie gisteren in de ge
legenheid was de standpunten van de
K.W.B. via de televisieuitzending te
leren kennen, moet er zich meer dan
ooit van bewust zijn dat vooral «de de
mocratisering van de onderneming
lijke positieve aspekten van de sociale
politiek die in het regeerakkoord voor
komen.
NIET DE WEG VAN
HET COMPORATISME
De vergoeding aan de gepensioneerden,
de buitengewone tegemoetkoming voor
de hulp aan derde personen, het streven
naar eenzelfde minimum zijn inderdaad
punten die ook in het BS..P. - pro
gramma voorkwamen. Het is, inder
daad. aan de minst-bedeelden in deze
maatschappij dat de grootste aandacht
dient besteed te worden. Een te grote
ongelijkheid roept allerlei moeilijkhe
den op in deze maatschappij. Trou
wens, indien wij zouden verder bouwen
aan ons sociaal stelsel, zoals het van
daag georganiseerd is, dan is het gevaar
niet denkbeeldig dat wij in een gevaar
lijk comporatisme zouuden belanden en
er van een werkelijke welzijnszorg geen
sprake zou zijn.
Daarom begrijpen wij in zekere mate de
vaagheid inzake het sociaal pro
gramma, omdat wij beter dan wie
ook begrijpen dat een fundamentele
hervorming van de sociale zekerheid
zich opdringt en hierbij wens ik enkele
bemerkingen te maken.
DE SOCIALE
ZEKERHEID HERVORMEN
Ten eerste is het huidige stelsel te be
grensd. Het begrip «arbeid» moet wel
centraal bestaan, maar niet exclusief
zoals nu. Het resultaat is thans dat een
reeële en volledige uitschakeling van de
armoede achterwege gebleven is. Ar
moede is alsdusdanig niet meer het pro
bleem van de grote massa, maar wel van
een ongelukkige minderheid. O.A. van
de zgz. «vergeten groepen» die margi
naal aan het arbeidsproces blijven en
bijgevolg marginaal aan de sociale ze
kerheid.
Het gebrek na verloop van zovele
jaren aan globale benadering van de
dualiteit werknemers - zelfstandigen
werkt de socio-professionele tegenstel
lingen nog meer in de hand. En wat
erger is en principieel evenmin humani
tair aanvaardbaar, naargelang van de
professionele achtergrond wordt de be
volking anders behandeld in geval van
ouderdom, ziekte en invaliditeit.
Ten tweede vertoont het huidig stelsel te
veel discriminaties inzake prestaties.
Niet enkel in funktie van de sociale
groep waartoe men behoort, maar zelfs
intern in dezelfde groep. Men kan im
mers moeilijk een systeem goedpraten
waarin de arbeidsongeschiktheid ver
schillend behandeld wordt en dus an
ders vergoed naargelang van de oor
sprong ervan.
Ten derde faalt het huidig stelsel als
instrument tot billijke en bestendige in
komensverdeling. Er is vandaag geen
merkbare transfer van hogere naar la
gere inkomens. Waar een loongrens be
staat, zijn de bijdragen degressief en
dragen de kleinere inkomenscategoriën
bij op de totaliteit van hun verdiensten
en betalen ze dus relatief meer dan de
hogere inkomenscategorieën. En zelfs
waar de loongrens is afgeschaft, komt
er nog geen progressiviteit in de bijdra
gen tot stand. De hogere inkomenscate
gorieën leggen proportioneel op meer
uitkeringen de hand, ze hebben een ho
gere consumptie inzake de gezond
heidszorgen. verwerven de hoogste
pensioenen en slorpen het meeste kin
dergeld op omdat hun kinderen het
langst studeren.
Wij zien de hervorming van de sociale
zekerheid als één globaal stelsel en niet
enkel voor de werknemers maar tevens
voor de zelfstandigen. Meer dan in een
verbeterde en geactualiseerde editie
d.w.z. met bepaalde verantwoorde wij
zigingen in de te dekken risico's en inde
sociale prestaties en tevens met gelijk
berechtiging der rechthebbenden op
Willy VERNIMMEN, spreekbuis voor al
wat leeft en werkt in onze streek.
uitkeringen in functie der geleverde in
spanningen én met integratie in het stel
sel van al degenen wier toestand of le
vensvoorwaarden scheefgetrokken zijn
door fysieke, psychische of sociale om
standigheden.
Voor de B.S.P. is welvaart een belang-
rjke vereiste, zeis de voorwaarde tot.
weizijn. Maar het streefdoel van het so
cialisme is welzijn, het bereiken van
een toestand waarin de leden van de
gemeenschap voldoening ervaren in de
totaliteit van de diverse belangrijke in
dividuele en gezamenlijke facetten van
het leven.
De omvorming naar een dergelijke
maatschappij kan slechts gebeuren door
het opstellen van een nieuwe, zinvoller
waardeschaal en door het aanpassen
eraan van de maatschappelijke struktu-
ren.
De B.S.P. - groep zal ongetwijfeld een
ja-stem uitbrengen, of dit met enthou-
siame gebeurt of niet doet weinig ter
zake wij zijn inderdaad een partij die
in het verleden het bewijs geleverd heeft
da' een gegeven akkoord steeds wordt
geëerbiedigd. Wij hopen bijgevolg dat
het beleid van de regering blijk zal ge
ven vastberadenheid, verbeeldings
kracht en een rustige aanpak van de
problemen. Dit zal ongetwijfeld het
land met zijn nieuwe strukturen een
nieuwe aanschijn geven, wij hopen dat
het beleid van die aard zal zijn opdat de
bevolking opnieuw vertrouwen zou
stellen in onze instellingen, dit is een
noodzakelijke voorwaarde voor een
werkelijke demokratie. En om dit doel
te bereiken kunt U, Mijnheer de Eerste
Minister, op onze onvoorwaardelijke
steun rekenen.
Willy Vernimmen
Senator
De problematiek van de kaderleden der
ondernemingen heeft reeds heel wat
inkt doen vloeien en reeds heei wat con
troversiële verklaringen uitgelokt.
Tegenover al deze standpunten en ver
klaringen staat echter de nuchtere reali
teit: kaderleden zijn evengoed als arbei
ders en bedienden vaak het slachtoffer
van bedrijfssluitingen, fusies en andere
vormen van economische mutaties (ook
in onze eigen streek!). Kaderleden moe
ten ook samen met hun gezin leven van
de vruchten van hun arbeid zegge van
hun wedde en eventuele premies). Ka
derleden zijn evengoed als de arbeiders
en bedienden ondergeschikt aan hun di
rectie. Kortom, de sociologische positie
der kaderleden steunt grotendeels over
een met deze der arbeiders en bedien
den.
Weliswaar zijn er ook verschillen, zoals
o.a. de leidinggevende taak van het ka
derpersoneel. Deze opdracht maakt
echter deel uit van de globale verant
woordelijkheid van het kaderlid, net als
ook de arbeider en de bedienden ge-
plaats zijn tegenover bepaalde (andere)
verantwoordelijkheden.
Alles samen genomen weegt dit aspect
van de taakomschrijving van het kader
lid echter niet op tegenover alle andere
aspecten van de Kader- opdracht en
kader-positie die gelijklopend zijn met
deze van de arbeiders en bedienden.
KADERLEDEN: DERDE GROEP?
Van Patronale zijde wordt nogal eens
uitgepakt met de theorie dat de kaderle
den eigenlijk geen werknemers zijn,
maar wel een soort verlengstuk van de
werkgever. Deze stelling wordt dan
soms ook verzilverd onder vorm van
één of andere specifieke premie. Aldus
vergeten sommige kaderleden hun ware
positie en identiteit en gaan een tijd op
in deze euforie. Tot wanneer vaak vrij
onverwachts de ontnuchtering komt en
het kaderlid aan de deur wordt gezet
voor één of andere reden. Pas dan gaan
vele ogen open. maar dan is het vaak
wat laat!
lees door 61/ 6
Wij willen er alle vrienden en afdelingen, die loten van de tombola Emile
Vandervelde ontvingen, attent op maken dat wij de onverkochte boekjes
TEN LAATSTE maandag 20 JUNI (vóór 17 uur) op het secretariaat te Aalst
moeten terug krijgen.
Alle laattijdig terugbezorgde boekjes zullen volledig aangerekend worden
aan de betrokken afdeling.
De afrekening kan gebeuren door overschrijving op rekening 870-
0001030-26 van C.S.C.-Vormingswerk, Houtmarkt I te 9300 Aalst of op
het secretariaat. Houtmarkt I te 9300 Aalst.
.lil
De P.S.C. en de politieke moraliteit
door Marcel Vanderhaegen.
Politiek is «het geheel van beginselen
en regelen volgens welke een Staat, een
gewest, een stad, een gemeente wordt
of moet worden geregeerd of bestuurd
«Men kan dat op verscheidene manieren
doen al naar gelang de vertegenwoordi
gers van 'n politieke strekking optre
den en ageren in funktie van het eigen-
of van het algemeen belang - en dit slaat
zowel op personen als op partijen.
Wij hebben daar trouwens naar aanlei
ding van het formatieberaad nopens de
nieuwe Regering een spectakulair en
een van zeer slechte smaak getuigend
voorbeeld gekregen.
Op een ogenblik dat alles in kannen en
kruiken was en de ministers bij de Ko
ning hun opwachting maakten om de
eed af te leggen, zond de P.S.C. haar
kat. Waarom eigenlijk? Humeurigheid
afgestemd op chantage omdat Mr. No-
thomb zichzelf en zijn partij belazerd
achtte? Niet voldoende portefeuilles en
wat ze kregen niet belangrijk genoeg?
Of eenvoudig misplaatste arrogantie
van een partij en van ministrabelen die
de bus misten?
Zij hebben achteraf wel niet blootsvoets
en in hun hemd om vergiffenis gevraagd,
maar zijn toch tot inkeer gekomen en
nog wel met consequenties die hun
meer schande dan eer hebben bezorgd
vermits de Koning de gelegenheid van
de eedaflegging niet heeft laten voor
bijgaan zonder een vermaning aan het
adres van de P.S.C.: «De gebeurtenis
sen die de formatie hebben omringd wa
ren ongunstig voor onze instellingen en
voor de goede werking van het regime.
Ik wil vergeten hetgene in deze inciden
ten de kroon kan getroffen hebben».
Incidenten? Aanmatiging? Of een goed
overwogen taktiek omdat de P.S.C. de
voorkeur gaf aan de vroegere koalitie
met de liberalen, hopend met deze stra
tegie haar in de vorige Regering ver
worven doch fel overdreven machtspo
sitie te behouden en eventueel zelfs te
versterken?
Het is uiteindelijk slechts een loutere
wensdroom gebleven, die niettemin op
DE P.S.C.
DRAAIT BIJ
king ernstiger zkaen toe te laten en te
stimuleren.
RECHTS NATIONALISME
TEGEN DE VU?
Het regeerakkoord werd door de BSP-
PSB met een overweldigende meer
derheid goedgekeurd, al bleek Kd.
Geldolf van de Antwerpse afdeling er
niet zo blij mee dat voor het eerst in de
geschiedenis o tempora o mores
socialisten samen met volksnationalis
ten scheep gaan.
Heibel is er wel geweest op de partijraad
van de Volksunie waar voorzitter
Schiltz niet alleen de toegevingen in
zake Brussel maar ook zijn door som
migen zogeheten en niet aanvaarde
zwenking naar links werden verweten.
Dit laatste omdat hij bij de bekendema-
king der «volte-face» van de P.S.C. had
gezegd dat het nu voor eens en altijd
moest amen en uit zijn met de parvenu's
van ons politiek bestel en terzelfdertijd
had beklemtoond dat hij zich door nie
mand zou laten maneuvreren. doch
trouw zou blijven aan de afspraak met
B.S.P. - voorzitters Claes en Cools.
De soep wordt echter nooit zo heet ge
geten als ze wordt opgediend, al heeft
een zeker misnoegen zich toch reeds
veruiterlijkt na het voorlezen van de
Regeringsverklaring in Kamer en Se
naat; enige V.U.'ers hebben zich name
lijk van het traditioneel vormelijk ap
plaus onthouden...
Senator Lode Claes heeft de Volksunie
de rug toegekeerd en timmert aan een
nieuw Vlaams-nationale partij. Hij kan
waarschijnlijk moeilijk ontwennen aan
de rol van «cavalier seul» die hij steeds
heeft gespeeld.
Wij nemen geredelijk aan dat niet ieder
een gelukkig is met alle punten en as
pekten van het regeerakkoord. Politiek
is «de kunst van het mogelijke» en in
dien geen enkele partij over de vol
strekte meerderheid beschikt, wordt het
uiteraard tussen de partners een spel van
geven en krijgen.
Het komt er hoofdzakelijk op aan een
sterke Regerig te hebben, die bij machte
is aan het land het vertrouwen terug te
schenken dat het nodig heeft om uit
impasse te geraken.
O.K. hier is jullie wiel terug I
grondwettelijk vlak een gevaarlijk pre
cedent heeft geschapen.
Want als een partij, waarvan de voorzit
ter zijn medewerking had verleend aan
een moeizaam tot stand gekomen re
geerakkoord, dat zij overigens nader
hand door haar kongres had bekrach
tigd, zich dan plots van dit akkoord dis-
tancieert zonder ontzag noch voor de
formateur noch voor het Staatshoofd en
er derhalve niet voor terugdeinst het
land in een haast uitzichtloze chaos te
storten met alle gevolgen van dien, dan
is het met de politieke zeden pover ge
steld.
Op het gebied van de «goede zeden in
de politiek blijven wij dus achteruitboe-
ren.
Herinner U de Ministers uit de vorige
regering als Périn en consoorten, die
van het Rassemblement Wallon naar de
Liberalen overstapten en verder deden,
alsof er niets verandert was.
Herinner U de verwaande De Rouck. hij
die beweerde geen mandaatjager te zijn
en de cumul verfoeide: van de socialisten
stapt hij over naar de Volksunie, want
hij zou zeker parlementair worden. En
dit alles zo maar. alsof het hier een
doodgewoon veranderen van hemd be
trof.
De daad door de P.C.S. gesteld heeft de
politieke woordenschat verrijkt. Of
verarmd?... Zij heeft immers de «parti-
cratie» in 't leven geroepen, een woord
dat door politieke redacteurs al werd
uitgelegd als «een ongeordende, onge
controleerde en ongeoorloofde machts-,
uitoefening door één partij».
Laten wij dit vergeten als behorend tot
de folklore en vooral attentie hebben
voor het feit dat nooit voorheen de kans
zo reëel is gew eest om definitief komaf
te maken met de communautaire pro
blemen die op België 'n zware hypo
theek leggen, maar waarvan wij nu mo
gen verwachten dat ze eindelijk zal ge
licht worden om in een serene sfeer de
serieuze aanpak van de voor de bevol-
En het is niet omdat de socialisten van
daag in de Regering zetelen dat wij
moeten vergeten wat gisteren gebeurd
is, toen het socialisme hoogtij
vierde onder het uitsluitend motto «te
nemen of te laten».
DE LIBERALE DEMAGOGEN
BEGONNEN REEDS HUN SPEL
Het doet dan ook potsierlijk aan de
Waalse blauwe kemphanen Damseaux
en Defraigne, die al direkt in de Kamer
herrie hebben geschopt, te horen ver
klaren dat de rechten van de oppositie
worden gefnuikt. Weten zij soms niet
meer met welke minachting zij ons heb
ben bejegend of moeten wij nogmaals
verwijzen naar de voorbije legislatuur
en meer speicaal naar de schadalige de
batten over de fusies, de herstel- en pro
grammawetten?
Moeten wij de liberalen er aan herinne
ren hoe zij hun stempel hebben gedrukt
op een conservatieve gedragslijn die de
sociale pause heeft ingeluid als eerste
etappe op de weg van de sociale af
braak?
Van komedianten gesproken!
De Regering Tindemans II is met een
open en fris gelaat naar voren getreden.
Mogen haar daden navenant zijn!
Door aan het land en aan de gemeen
schappen waaruit 't samengesteld is de
rust en de sereniteit te schenken die ver
eist zijn opdat de Belgen opnieuw zou
den kunnen «samen» leven, zal de rege
ring tevens de weg effenen naar een
maatschappij waaruit alle ongelijkhe
den. met op de eerste plaats de «so
ciale», moeten gebannen worden.
Hoe hoopvol wij ook gestemd zijn. toch
zullen wij scherp toekijken. De aan
wezigheid van onze partij is deze op 'n
zo overwegende meerderheid steu
nende Regering 80% van de zetels
is nog geen reden opdat w ij onze aan
dacht zouden verminderen noch onze
waakzaamheid laten verslappen. Want
een boom. hoe talrijk de bladeren
zijn. kent men alleen aan zijn vruchten!