1C
SPREKEN MET...
ONDERWIJSMINISTER JEF RAMAEKERS
DE BESTE WAARBORG VOOR DE TOEKOMST VAN UW KINDEREN
HET RIJKSONDERWIJS
«SOCIALISTISCH
VORMINGSWERK
IN DE AFDELING»
KADERCURSUS TE AALST
11
WERKLOOSHEID
BREIDT ZICH NOG STEEDS UIT
VRIJDAG 26 AUG. 1977
39' JAARGANG NR. 31
WEEKBLAD VAN DE B.S.P
lü^i
JatUje, zei de meester
ge moet beter leren
't Is niet nodig, zei Jantje.
De grote mensen weten het
toch altijd beter.
C.S.C. - Vormingswerk
Gewest Aalst
Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1 9300 AALST
TEL. 053/21.48.69 Postrekening nr. 000-0952464-21
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 1, 9300 AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEE NTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
Sedert het begin van de maand juni. is
Jef Ramaekers, de kersverse minister
van nationale opvoeding, meteen de ze
ventiende in de na-oorlogse periode.
Als onderwijsmens kent hij de kom-
plexe en veelvuldige onderwijsproble
men maar al te goed, wat een onder
wijsminister begrijpelijk heel wat voor
delen biedt.
In een korte periode (amper drie maan
den) nam Jef Ramaekers enkele belang
rijke beslissingen, welke het onderwijs
slechts kunnen ten goede komen. Wij
citeren even: stopzetting van de nume
rus cjausus in het normaalonderwijs en
in de opleiding van kinesie- en ergote-
rapeuten, maatregelen ter bevordering
van de tewerkstelling, opschorting van
het koninklijk besluit in verband met het
buitengewoon onderwijs, verdaging
van de invoering van de moderne wis
kunde op de lagere school, en noem,
maar verder op. Tevens wordt reeds vol
op gewerkt aan projecten in verband
ondermeer met de leerplichtverlenging,
met het buitengewoon onderwijs, met
het Nederlandstalig onderwijs in Brus
sel, met het hoger onderwijs, met de
realisatie van een «open universiteit»,
met de uitwerking van een aangepast
organiek reglement voor de PMS-
centra, met de uitwerking van een per
soneelsstatuut voor de PMS-centra,
enz.
Hoofdbekommernissen van de kers
verse minister houden verband met het
bevorderen van de tewerkstelling (wat
meteen van die aard moet zijn om de
onderwijskwaliteit te verbeteren) en het
creeëren van rust in het onderwijs. Jef
Ramaekers heeft inmiddels (samen met
zijn medewerkers) de nieuwe begroting
klaar gestoomd en de voornaamste
krachtlijnen van zijn onderwijsbeleid
uitgestippeld.
TEWERKSTELLING
Eén van de hoofdpunten uit het rege
ringsprogramma houdt ondermeer ver
band met het bevorderen van de tewerk
stelling. Welke maatregelen hij in de
onderwijssektor voorziet ter bevorder
ing van de tewerkstelling?
«De beperkte financiële middelen
die ons toegewezen worden zullen be
steed worden aan het nemen van peda
gogische maatregelen die gelijktijdig de
tewerkstelling van het onderwijzend
personeel kunnen bevorderen. Zo kan
ik reeds wijzen op maatregelen die ik
samen met mijn kollega Michel heb ge
nomen in verband met de kleine scholen
in de fusiegemeenten, om het recht op
subsidie te behouden volstaat het, dat
een lagere school acht leerlingen telt,
wanneer die school gelegen is in een
gemeente waarvan de bevolkingsdicht
heid minder is dan 50 inwoners per
km2. Door fusies van gemeenten kun
nen scholen die tot zulke kategorie be
horen. overgaan tot een andere katego-
rie, met hogere bevolkingsdichtheid,
waar hetzij 15, hetzij 30 leerlingen ver
eist zijn voor behoud. Wij hebben de
kans gekreeërd op status-quo, in af
wachting dat de toestand opnieuw kan
worden onderzocht. Ook verwijs ik
naar mijn beslissing in verband met de
aanpassingsklassen waarbij een verlen
ging van het experiment met één school
jaar wordt toegestaan met, voor wat het
Nederlands taalgebied betreft, gunsti
ger voorwaarden. De tweede aanpas
singsklas mag in stand worden gehou
den indien de schoolbevolking 90 pro
cent bereikt van de gestelde normen en
niet meer 100 procent zoals voorheen.
Ook voor de VLO-scholen wordt een
gunstiger regeling voorzien, namelijk
één aanpassingsklas voor ten minste
180 leerlingen en twee voor ten minste
410 leerlingen. Voor het personeel van
het gesubsidieerd onderwijs heb ik de
reglementering in verband met de ter-
schikkingsstelling en de reaffektatie
met één jaar verlengd in afwachting van
het opstellen van een statuut voor dit
zelfde personeel. Prioritair, met het oog
op de tewerkstelling, in het algemeen
weliswaar zoals voorgeschreven
door de wet voorafgegaan door be
paalde rationalisatiemaatregelen zal
ernaar gestreefd worden de verschil
lende fondsen voor schoolgebouwen te
laten funktioneren.»
LEERPLICHTVERLENGING
De minister wil vanaf 1 september 1978
de leerplichtverlenging doorvoeren. In
het verleden werd daarover reeds vaak
gepraat
Minister Ramaekers: «Wij zien de
leerplichtverlenging zowel naar bene
den toe, waarmee we dan bedoelen
vanaf 5 jaar, als naar boven, wat bete
kent van 14 tot 16 jaar. De ontstentenis
van de verplichting naar school te gaan,
brengt voor sommige vijfjarigen vooral
uit socio-kultureel zwakke milieus, het
risiko mee, dat een kontinu verlopend
onderzoek ten aanzien van hun school-
rijpheid of hun schoolweerbaarheid in
het gedrang komt. Door het invoeren
van de schoolplicht op vijf jaar zal de
mogelijkheid gekreëerd worden om de
overgang van de speelse begeleiding
naar een meer intensionele, systema
tisch gerichte begeleiding op gekontro-
leerde wijze te volgen en te beïnvloe
den. Het zal zeker mijn bedoeling niet
zijn om het leren voor vijfjarigen als 'n
verplichting op te leggen. Dit zou enkel
de huidige moeilijkheden die wij on
dervinden met de leerplichtige kinderen
verruimen naar de vijfjarigen toe.
Het vervroegen van de schoolplicht zal
niet tot gevolg hebben dat gewoon een
leeftijdsgroep bij het lager onderwijs
wordt gehaakt. In het vervroegd
schoolgaan zouden twee principes moe
ten doordringen: gedeeltelijk de achter
stand inlopen, die sommige kinderen
door hun 'afkomst, op het vlak van
taalgebruik en parate kennis in het al
gemeen hebben opgedaan en ook de
angst voor de grote school overwinnen,
door het kind op een onschoolse,
speelse wijze die zaken bij te brengen
die het kunnen boeien.
De verlenging van de schoolplicht tot
16 jaar zal tot doel hebben de huidige
werknemerssituatie van sommige 14-
jarigen (:en ouder) geleidelijk tot een
leersituatie om te vormen. De oorza
ken, waarom deze kinderen op die leef
tijd de school verlaten zijn ondermeer
schoolmoeheid, familiale toestand, be
paalde leermoeilijkheden, verkeerde
opvattingen van de ouders, verachterde
toestand van sommige leerlingen uit het
lager onderwijs en de onvolledige,
soms verkeerde voorlichting bij de stu
diekeuze. Een nieuwe onderwijsvorm,
naast de bestaande strukturen van vol
ledig voortgezet onderwijs, zal aan de
kategorie van diegenen die voorheen
vroegtijdig de school verlieten, bevre
diging moeten schenken. Het doel van
dit onderwijs zal erin bestaan de 14- en
15-jarigen die niet meer geschikt wor
den bevonden om verder te voldoen aan
de schoolplicht in dagonderwijs, zoals
dit tot op heden werd opgevat, een aan
gepaste verplichte opleiding te geven,
die beantwoordt aan de essentiële eisen
voor mensvorming en die hen in staat
stelt deel te nemen aan de maatschappe
lijke, de kulturele, de sociale en eko-
nomische evolutie van onze samenle
ving.»
BUITENGEWOON
ONDERWIJS
Hoe de minister uiteindelijk definitief
deze uitbouw, ingevolge de leerplicht
verlenging plant, zullen we binnenkort
wel uitvoeriger kunnen toelichten. Eén
van de onderwijssektoren die ontegen
sprekelijk recht heeft op de grootste
aandacht en op volwaardige ontplooiin
gskansen, is ontegensprekelijk het bui
tengewoon onderwijs. Minister Ra
maekers heeft reeds onmiddellijk en
kele beslissingen met betrekking tot dit
buitengewoon onderwijs genomen.
«Ik heb het K.B. van 1 april 1977 in
zijn uitvoering opgeschort, omdat een
aantal principes onduidelijk waren en
de indruk verwekten strijdig te zijn met
de andere reglementaire beschikkingen
en met de wet op het buitengewoon on
derwijs zelf, ondermeer wat betreft de
«pedagogische eenheden», de overhe
veling van kinderen van het ene type
naar het andere en de herziening van de
scholenstrukturen wat de ingerichte ty
pes betreft. Er was een kans dat op alle
niveaus en in alle netten van het buiten
gewoon onderwijs een chaotische toe
stand ontstond. Dit betekent niet dat het
buitengewoon onderwijs me niet be
kommert.
Helemaal niet, integendeel. Het is mijn
bedoeling aan het operatief maken van de
wet op het buitengewoon onderwijs,
prioriteit toe te kennen. Ik zal daaren
boven trachten er de nodige financiële
middelen voor vrij te maken. Afzonder
lijke koninklijke besluiten zullen ge
nomen worden met het oog op het bepa
len van de bekwaamheidsbewijzen van
het personeel, de bijkomende opleiding
van het personeel, de pedagogische in-
spektie en de schoolbevolkingsnormen
in het buitengewoon onderwijs. Met dit
laatste bedoel ik het voorzien van nor
men voor het onderwijzend, het para
medisch. het medisch, het psycholo
gisch, het sociaal en het opvoedend
hulppersoneel, zodat ook in het rijks-
buitengewoon onderwijs, alle perso
neelsleden ter beschikking zullen kun
nen zijn. Binnen het raam van een ge-
koördineerd gehandicaptenbeleid zal ik
een bijzondere aandacht besteden aan
de oprichting van semi-internaten, ge
hecht aan de scholen voor buitenge
woon onderwijs van het rijk»
HOGER ONDERYVLÏS
De socialistische onderwijsminister
maakt momenteel ook werk van een
dossier, dat verband houdt met de op
richting van een hoge raad voor het
universitair onderwijs. In dit verband
vertelde hij ons:
«Naar analogie van wat bepaald is
in de wetgeving betreffende de alge
mene struktuur van het hoger onderwijs
dat niet in de universiteiten wordt ver
strekt zal een Hoge Raad voor het Uni
versitair Onderwijs worden opgericht.
De samenstelling van deze Hoge Raad
zal demokratisch zijn, zodat zij grosso
modo overeenkomt met de samenstel
ling van de raden van beheer van de
universitaire instellingen van de staat,
demokratisering die eveneens door de
vrije universitaire instellingen voor hun
raden van beheer werd ingevoerd. Aan
deze Hoge Raad zal adviesbevoegdheid
toegekend worden, die slaat op alle on
derwerpen die betrekking hebben op het
universitair onderwijs. In dit verband
stel ik prioritair de oplossing van de
problemen gesteld door het weten
schappelijk personeel van de universi
teiten. Ook op dit vlak heb ik reeds
enkele maatregelen genomen: versoe
peling inzake verlenging van mandaten
voor de leden van het wetenschappelijk
personeel die niet kunnen benoemd
worden en een soepele interpretatie van
de veertig-procentregel. afwachting
dat de gepaste formule wordt gevonden
om de bij wet opgelegde grendel minder
sluitend te maken».
Vermits tijdens het gesprek gepraat
werd over universiteiten, maakte Jef
Ramaeckers van de gelegenheid gebruik,
om zijn plan tot realisatie van een zoge
heten «open universiteit» uit de doeken
te doen.
«De examenkommissies van de
staat voor het universitair onderwijs zul
len worden uitgebreid en versterkt op
basis van de sedert 1970 gekreëerde
toestand tot een open universiteit. Naast
het huidig systeem van geleidingsbu
reau en een centraal missies, zullen een
centraal begeleidingsbureau en een cen
traal konsultatiebureau worden ge
kreëerd met als taak de organisatie van
een efficiënt begeleidingssysteem ten
behoeve van de kandidaten van de zo
juist vermelde examenkommissies. In
iedere universitaire instelling zal een
regionaal begeleidingsbureau instaan
voor de pedagogische en de weten
schappelijke begeleiding van de kandi
daten. Ten einde proliferatie te voor
komen en om de financiële weerslag
binnen aanvaardbare perken te houden.
ZATERDAGNAMIDDAG 17 SEPTEMBER 1977 OM 14 UUR
in het Volkshuis. Houtmarkt 1 te 9300 Aalst
Worden besproken:
discussietekst congres (zie ook laatste pagina van Voor Allen)
discussietekst situatie CSC in Gewest (ter beschikking van afdelingen)
Aan de afdelingen wordt een exemplaar van beide teksten bezorgd. Aan de
aanwezigen zal tevens GRATIS het «Handleidingsboek voor CSC-
afdelingen» bezorgd worden.
Wij rekenen op alle gewestelijke en plaatselijke verantwoordelijken.
Alle geïnteresseerden zijn tevens van harte uitgenodigd (inkom vrij)
Gelieve het aanvangsuur te respecteren.
F. Van den Bossche
Gewestelijk secretaris CSC-Vormingswerk Aalst
door Martin HUTSEBAUT
Op 1 maand tijd is de werkloosheid in
ons land andermaal toegenomen met
1100 eenheden. Op 15 augustus jl. be
droeg het aantal uitkeringsgerechtigde
volledig werklozen in ons land 260.424
eenheden, hetzij 6,5% van de totale ac
tieve bevolking. Dit aantal is 200.000 te
veel vermits er zich onder die 6.5%
202.939 normale arbeidsgeschikten be
vinden.
In ons eigen Arrondissement Aalst wa
ren op 15 augustus 3.370 mannen en
5.232 vrouwen volledig werkloos, wat
ook een goede 5.500 te veel is. (5.532
arbeidsgeschikten).
meen ik dat eenzelfde studieprogramma
slechts éénmaal per filosofische oriënta
tie mag worden georganiseerd. De re
gionale begeleidingsbureaus zullen in
staan voor de pedagogische en de we
tenschappelijke begeleiding van de
kandidaten. Daartoe zullen zij gebruik
maken van de bestaande universitaire
struktuur. Het begeleidingsteam, beho
rend tot het onderwijzend, het weten
schappelijk en het administratief perso
neel van de universitaire instellingen,
staat, mits bijzondere omkaderings
normen, ter beschikking van de studen
ten voor individuele kontakten en is te
vens verantwoordelijk voor de toezen
ding van schriftelijk didaktisch mate
riaal, dokumentatie en leerpakketten,
organisatie van residentieel onderwijs,
alsook voor de konceptie van de pro
gramma's uit te zenden door de BRT.
De gedecentraliseerde examenkommis
sie die de deur naar de verdere demokra
tisering van het hoger onderwijs op een
kier heeft gezet zal omgevormd worden
naar een reële «tweede nieuwe kans»
wanneer wij zullen voorzien hebben in
de behoeften van de studiebegelei
ding.»
NEDERLANDSTALIG
ONDERWIJS IN BRUSSEL
Sedert enkele jaren doet 't Nederlands
talig onderwijs in Brussel geregeld
Een dergelijke hoge werkloosheid kun
nen wij als socialisten niet langer leid-
zaam «ondergaan». Allen samen moe
ten wij onze ideeën en voorstellen bun
delen teneinde tot aangepaste oplossin
gen te komen. Een ingrijpende en moe
dige politiek die terug werk verschaft
aan allen die kunnen werken is absoluut
vereist. Volgende week gaan we dieper
in op de mogelijke aanpak van de pro
blemen. Wij durven te vertrouwen op
onze socialistische mandatarissen om
de noodzakelijk geachte maatregelen
met dynamisme door te zetten teneinde
de situatie te keren!
bijzondere normen voor de kleuterklas
sen moeten worden voorzien. Het saldo
van 440 miljoen van het oorspronkelijk
bedrag bestemd voor de bouw van de
rijkslagere en de kleuterscholen in het
arrondissement Brussel, zullen worden
benut. Tevens zullen de verbintenissen
inzake leerlingenvervoer wet moeten
worden; voor beide taairegimes tussen
komst in de vervoerkosten van leerlin
gen van kleuterscholen en van lagere
scholen.
Ik zal aan de regering voorstellen, het
ministerieel komitee dat in 1971 de ver
antwoordelijkheid op zich heeft geno
men in verband met de te treffen maat
regelen inzake Nederlandstalig onder
wijs in het Brusselse, terug samen te
stellen om verder te onderzoeken hoe
het onthaal kan verzekerd worden en
hoe een volledig Nederlandstalig on-
derwijsnet in het Brusselse kan worden
opgericht, versterkt en gestimuleerd.»
Het is duidelijk dat Ramaekers vooral
inzake de «opvang» van de kinderen in
deze Vlaamse scholen in Brussel, be
langrijke wijzigingen wil invoeren,
met name de bewaking van de kinderen
vóór en na de schooluren. Op dit vlak
heeft het Vlaams onderwijs een achter
stand ten overstaan van de Franstalige
sektor. Voor moeders die dagelijks uit
werken gaan, moet 'n betere opvang-
regeling in de Nederlandstalige scho-
heel wat stof opwaaien. Dat het Neder
landstalig onderwijs in Brussel Jef Ra
maekers erg nauw aan het hart ligt.
merk je zo, wanneer je er hem hoort
over praten.
«De akkoorden gesloten in 1971 en
vervat in het verslag aan de koning,
gepubliceerd in het Staatsblad van 19
juni '71 zullen integraal worden uitge
voerd». betoogt hij. «Dit wil zeggen dat
de maatregelen genomen ten overstaan
van de peutertuinen dienen door te lo
pen wat de werking betreft en de midde
len bestemd voorde infrastruktuur, zul
len uitgeput worden. Het saldo van 60
miljoen zal worden besteed. De gunst-
normen voor de lagere scholen in het
arrondissement Brussel - Hoofdstad
zullen worden bevestigd. Voorde kleu
terscholen zal worden onderzocht of
len ontegensprekelijk een erg positieve,
ministeriële beslissing betekenen.
PMS-CENTRA
Wie over onderwijs praat, heeft het
eveneens over de studiebegeleiding van
de kinderen, een taak die de diverse
PMS-centra in het land toegemeten is.
Ook inzake deze PMS-centra. die een
zo belangrijke rol spelen op het vlak van
het pedagogisch- en psychologisch on
derzoek en van de studie-adviezen,
voorziet de nieuwe onderwijsminister
enkele wijzigingen.
Ramaekers: «Meer en meer wordt
inderdaad aandacht besteed aan de per
manente begeleiding om zo volgens hun
mogelijkheden te oriënteren en om te
Lees door blz 5