«WAT
MET
HET
ONDERWIJS?»
WAARHEEN MET DE CULTURELE RADEN
EN CULTURELE CENTRA?
CfV»A
WAT MINISTER GUY MATHOT MOET WETEN!
f I 1 1
B.S.P. FEDERATIE AALST
C.S.C. VORMINGSWERK AALST^^i^-^
DE ERFENIS VAN DE CROO OP
VANGEN
Vrijdag 18 november - 20 u.
Feestzaal
8-urenhuis
Denderleeuw
spreekbeurt door
Minister J. RAMAECKERS
een organisatie van het C.S.C.
TOEGANG GRATIS
IEDEREEN IS WELKOM
BIJ EEN STUDIEDAG OVER CULTURELE RADEN EN CENTRA TE HERZELE
KD. VERNIMMEN NAAR CUBA!
SOCIAAL DIENSTBETOON
VAN VERNIMMEN
RedaktieAdministratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1
TEL. 053/21.48.69Postrekening nr. 000-0952464-21
9300 AALST
VRIJDAG 11 NOV. 1977
39' JAARGANG NR. 42
WEEKBLAD VAN DE B.S.P
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 19300 AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
At - T
Wij vragen uw bijzondere aandacht voor 2 studiedagen die door CSC
Vormingswerk worden georganiseerd en die zeker uw aandacht verdienen:
Op zaterdag 19 november te Herzele gaat het over Culturele raden en
Culturele centra». (Zie ook aankondiging op laatste pagina)
Inschreven tot uiterlijk 15 november.
Op deze studiedag verwachten wij zeker allen die hetzij als mandataris hetzij
als lid van 'n socialistische culturele vereniging bij culturele raden en
culturele centra betrokken zijn. Ook alle geinteresseerden zijn welkom.
Op zaterdag 26 november organiseert CSC-Haaltert een studiebijeen-
komt over -Sociale grondpolitiek en sociaal beleid in de gemeente».
(Zie ook aankondiging onder Haaltert)
Ook hier verwachten we zeker alle gemeentelijke en OCMW-mandatarissen
evenals alle vrienden die in het gemeentelijk beleid geïnteresseerd zijn.
Inschrijven tot uiterlijk 15 november.
Om de nodige praktische schikkingen te kunnen nemen dringen wij er op aan
TIJDIG in te schrijven (vóór 15 november). Men kan ook telefonisch
inschrijven op het nummer 053-2111.63.
Wij rekenen ten stelligste op de deelname van alle geïnteresseerde vrienden.
RIJKSONDERWIJS VRAAGT KORDATE AANPAK
Als nieuwe Minister van Nationale Op
voeding in de regering Tindemans-
Hurez kwam Jef Ramaekers voor een
vrij complexe taak te staan. Hij dient
immers klaarheid te scheppen in de
nogal verwarde situatie hem nagelaten
door zijn liberale voorganger Herman
De Croo. Deze had, gedurende de drie
jaren dat hij het voor het zeggen had,
vaak overhaast en zonder voldoende
voorbereiding, een aantal hervormin
gen doorgevoerd welke nu niet zonder
meer kunnen teniet gedaan worden. Dit
betekent evenwel niet dat Kd. Ramae
kers zinnens is het door De Croo inge
slagen pad verder te bewandelen. Ver
anderingen zullen er meer dan waar
schijnlijk komen, en hierbij pleit het in
het voordeel van de nieuwe minister dat
hij zowat de eerste is in deze branche
met enige effectieve onderwijservaring
(vorming als onderwijzer, maatschap
pelijk werker, prestaties in de senaats
commissie voor onderwijs etc...)
HET V.S.O HERWAARDEREN
De grootste zorg voor minister Ramae
kers betreft ongetwijfeld het V.S.O.
(Vernieuwd Secundair Onderwijs) Dit
werd oorspronkelijk goed voorbereid en
degelijk opgezet onder Piet Vermeylen,
maar kreeg een gans ander uitzicht on
der De Croo. Het V.S.O. in zijn eerste
vorm is enkel nog terug te vinden in het
Stedelijk Onderwijsnet van Antwerpen,
waar de basiskenmerken ervan (een zo
ruim mogelijke gemeenschappelijke
opleiding, een uitgestelde studiekeuze
en betrokkenheid van het onderwijzend
en ander aanverwant personeel) geres
pecteerd werden. Naast de bestaande
Antwerpse structuur hebben het Rijks
onderwijs en het Vrije Katholieke net
elk hun eigen model uitgewerkt. Zodat
uiteindelijk niemand nog weet waar hij
aan toe is. Eén van de belangrijkste ta
ken van minister Ramaekers bestaat er
dan ook in meer eenheid te brengen in
deze warboel. Niet minder belangrijk is
de betrokkenheid van de ouders bij het
onderwijs. De gans nieuwe terminolo
gie die werd ingevoerd met het V.S.O.
(vb. summatieve en formatieve evalua
tie, attitudeverslag, observatie-,
oriëntatie-, en determinatiejaar,
klinkt voor vele ouders onverstaanbaar
en betekent voor hen een vervreemding
weg van het onderwijs.
Daarnaast zijn er nog een aantal andere
problemen binnen het V.S.O. die om
een oplossing vragen. Voorbeelden
hiervan zijn de anti- V.S.O.-mentaliteit
van vele leerkrachten en het feit dat,
door het invoeren van drie of vier jaar
lijkse summatieve toetsen, welke als
evenveel echte examens beschouwd
worden, de studiedruk in wezen nog
verhoogd werd. In het belang van de
leerlingen dient dus wel wat veranderd
te worden aan het V.S.O., zowel wat
betreft vorm als inhoud.
IN HET ONDERWIJS:
SPOREN VAN DE CROO OPRUIMEN.
DEMOCRATISERING HOGER EN
UNIVERSITAIR ONDERWIJS
Naast het V.S.O. zorgende universitei
ten voor een tweede, belangrijke bron
van moeilijkheden. Vorig jaar reeds
ontstond er heel wat heibel toen De
Croo de macht van de rektoren trachtte
te beknotten en hen een paar miljoenen
uit hun budget ontnam. Ook Ramaekers
zal met hetzelfde probleem geconfron
teerd worden en zal meer dan waar
schijnlijk maatregelen moeten treffen
om de «wildgroei» in de universitaire
sector te beperken. Wie over de univer
siteiten spreekt denkt tevens onmiddel
lijk aan de reeds berucht geworden
«numerus clausus», oorzaak van heel
wat studentenprotest in de voorbije ja
ren. Begin vorig jaar besloot De Croo
totaal onverwacht de «numerus clau
sus» in te voeren in een paar studierich
tingen van het niet-universitair hoger
onderwijs. Minister Ramaekers maakte
deze beslissing ongedaan bij het opne
men van zijn ambt. maar hiermee blijft
het probleem van de overvolle afdelin
gen en het overtollig aantal universitaire
diploma's voortbestaan. Het beperken
van het aantal studenten in bepaalde
studierichtingen door middel van de
«numerus clausus» blijft echter een te
verwerpen oplossing omdat deze maat
regel in strijd is met het principe van de
democratisering van het onderwijs. Op
deze manier zou de toegang tot het ho
ger onderwijs, nu reeds financieel niet
makkelijk haalbaar voor kinderen uit de
minder begoede sociale klassen, nog
bemoeilijkt worden. Een betere voor
lichting bij het aanvatten van de studies,
eventueel in samenwerking met de
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
zou gunstiger resultaten afwerpen dan
een beknotting van de wildgroei achte
raf.
WAT MET DE STUDIELENINGEN
Een probleem dat nauw verband houdt
met de toegang tot het hoger onderwijs..
en 'n paar weken geleden nog in de
actualiteit kwam door een bezetting van
het Ministerie van Nationale Opvoe
ding, betreft dit van de studiebeurzenen
studieleningen. De dreiging bestaat dat
binnen afzienbare tijd het stelsel van de
studiebeurzen zou vervangen worden
door studieleningen, welke na het
beetndigen van de studies door de gega
digden zouden moeten terugbetaald
worden. Deze leningen houden op
nieuw een zwaardere belasting in zich
voor studenten en ouders uit de arbei
dersklasse en zullen de studiedruk'dui
delijk verhogen. Ook zullen zij de keu
zemogelijkheden van de studenten uit
de minder begoede klassen beperken,
daar dezen dan zullen kiezen voor stu
dies van het kortere type, om op deze
wijze minder geld te moeten lenen. De
langere en duurdere studies, zoals ad
vocaat, dokter, etc..., blijven op die
manier nog meer dan vroeger voorbe
houden terrein voor studenten uit de ho
gere sociale klassen. Op de vraag of
deze dreiging al dan niet wordt doorge
voerd kunnen enkel de bevoegde minis
ters een antwoord geven. Volgens mi
nister Ramaekers zouden de studiele
ningen slechts een aanvulling zijn van
de studiebeurzen en deze in geen geval
vervangen. Zijn collega van Franstalig
Onderwijs, minister Joseph Michel
(P.S.C.), verklaarde echter het tegen
overgestelde, zodanig dat het wenselijk
is dat er enige klaarte komt in deze dub
belzinnige toestand. Beide ministers
kunnen immers geen aparte politiek ter
zake voeren.
SCHOOLPLICHT VANAF 5 JAAR
Andere, misschien minder nijpende
problemen vormen de oprichting van
peutertuinen en de verlaging van de
schoolplicht tot 5 jaar.
In onze moderne maatschappij, waar
beide ouders vaak uit werken gaan, laat
zich wel de noodzaak voelen om de
peiiters op te vangen, doch op dit ogen
blik ontbreekt het nog aan de nodige
infrastructuur om dit probleem op be
vredigende wijze op te lossen.
Het verlagen van de schoolplicht tot 5
jaar daarentegen vormt een middel om
de achterstand van kinderen uit be
paalde sociale milieu's weg te werken,
alhoewel hierbij ook rekening moet ge
houden worden met de rol van de ou
ders. De achterstand die op deze manier
wordt goedgemaakt dient door de ou
ders achteraf gestimuleerd te worden,
zoniet gaat er een groot gedeelte van
verloren. Ouders en leerkrachten moe
ten elkaar aanvullen bij de opvoeding
van het kind. en slechts een gezonde
samenwerking tussen beide levert
goede resultaten op. In die zin is het
nodig dat bepaalde organisaties, zoals
ouderverenigingen, opnieuw degelijk
gaan functioneren.
VRIJ ONDERWIJS DOET RUK
NAAR RECHTS
Tijdens zijn mandaat zal minister Ra
maekers ook rekening moeten houden
met het bestaan van de twee concurren-
tiële onderwijsnetten in België. Dit
probleem speelde steeds een grote rol in
het Belgische politieke leven en was
oorzaak van heel wat harde confronta
ties, eertijds tussen klerikalen en anti
klerikalen. later voornamelijk tussen
socialisten en katholieken. Deze harde
confrontaties kunnen er in de nabije
toekomst opnieuw komen door het
nieuwe statuut, en de daarbij horende
deontologische kamer, welke het katho
lieke onderwijs zijn leerkrachten wil
opdringen. Vanuit sociaal standpunt
dient erover gewaakt te worden dat.
niettegenstaande dit statuut in feite tot
de innerlijke keuken van het katholieke
onderwijs behoort, de rechten en ar
beidsvoorwaarden van de leerkrachten
beschermd blijven. Waakzaamheid is
hier geboden, zowel voor overheid als
voor vakbonden.
Uit al het voorafgaande blijkt dat Kd.
Ramaekers bij het aanvaarden van zijn
ministerieël ambt tevens een grote ver
antwoordelijkheid op zich nam. Als
minister van onderwijs staat hij in voor
de opvoeding en vorming van naar
schatting twee en een half miljoen kin
deren. hierbij beschikkend over een
budget van ongeveer 200 miljard frank,
zijnde 23 van de totale Rijksbegro
ting. Een lichtzinnige en ondoordachte
politiek en onvoorzichtige experimen
ten zijn hier zeker en vast uitgesloten,
zoniet loopt men het risico dat geknoeid
wordt met enkele generaties kinderen
welke later op hun beurt verantwoorde
lijk zullen zijn voor 's lands beleid.
Van Droogenbroeck Martin,
penningmeester C.S.C.
CULTURELE CENTRA
Voor de socialisten is het evident dat
een cultureel centrum een belangrijk in
strument moet kunnen zijn inzake de
mocratisering van de cultuur. Dit bete
kent dat het in de eerste plaats een ont
moetingscentrum moet zijn, een dienst
verlenende instelling die open staat
voor mensen van alle leeftijden, bevol
kingsgroepen, strekkingen en belang
stellingssferen. Om het eenvoudig te
stellen: een cultureel centrum is een
produkt van de gemeenschap en als
dusdanig heeft het een cultuurversprei-
dende en cultuurstimulerende functie
ten aanzien van de ganse bevolking.
Wij willen de cultuur bevrijden uit de
greep van de financiële krachten en al
dus een einde stellen aan de nog vaak
voorkomende discriminatie waarbij de
cultuur het voorbehouden gebied blijft
voor een of andere sociale groep.
BASISBEGINSELEN VAN EEN
DEMOCRATISCH CULTUURBE
LEID
Twee fundamentele principes die de
overheid in acht dient te nemen inzake
cultuurbeleid zijn de volgende:
1. een rationale besteding van de
gemeenschapsgelden.
De oprichting van culturele centra mag
in geen geval aanleiding geven tot een
unterklaaspolitiek, waarbij op enkele
^vonrrpfhtp nla^fcpn r^nlti
waren, nl. het Cultuurpactdecreet, aan
genomen in de Cultuurraad voor de Ne
derlandse Cultuurgemeenschap op 16
oktober 1973.
Maar beschikken over een wettekst vol
staat niet: waar het nu op aankomt is de
toepassing ervan waarborgen.
Daarom zijn wij er voorstander van dat
op plaatselijk niveau de overheid aan
wezig moet zijn in de organen van het
Cultuurbeleid en meer bepaald in de
gemeentelijke culturele raden, niet om
de visie van een toevallige meerderheid
op te dringen, maar wel om haar ver
antwoordelijkheid t.o.v. de ganse be
volking op te nemen, verantwoorde
lijkheid die erin bestaat de vrijheid van
het cultuurbeleven te verzekeren op ba
sis van de bepalingen van het Cultuur
pactdecreet.
GEMEENTELIJKE
CULTURELE RADEN
Van socialistische zijde is men zich ten
zeerste bewust van het feit dat de ge
meentelijke culturele raden een belang
rijke rol te vervullen hebben in het be
heer van de culturele centra.
Het is bijgevolg van groot belang dat de
socialistische gemeentelijke mandata
rissen in ieder geval zouden eisen dat
een gemeentelijke culturele raad zou
I
k»
De culturele infrastructuur moet
planmatig worden uitgebouwd op
grond van rationele criteria en in
overleg met alle betrokkenen (ideol.
manifest).
Liefst geen cultuurpaleizen die de
gewone man afschrikken en terugsto
ten.
samengesteld worden met inachtne
ming van de bepalingen van het Cul
tuurpactdecreet.
Bovendien moet ook nog worden on
derstreept dat via de gemeentelijke cul
turele raden de CVP klaarblijkelijk een
ernstige poging wenst te ondernemen
om het gemeentelijk cultureel beleid
te monopoliseren.
Dit blijkt uit de handleiding voor de
gemeentelijke raden voor cultuur en
culturele vrijetijdsbesteding die het de
partement van Nederlandse Cultuur aan
de gemeentebesturen heeft toegezon
den. Hierin komen verschillende con
crete beschikkingen voor qua werking,
samenstelling en bevoegdheid van de
raden die grondig afwijken van de bepa
lingen van het decreet. Dergelijke fun
damentele afwijkingen komen ook voor
in sommige uitvoeringsbesluiten, die
vaak erop gericht zijn de inbreng van
andere politieke partijen in de decreet-
geving te ontkrachten.
STUDIEDAG
Deze brochure wordt tevens besproken
op de bijeenkomst te Herzele op zater
dag 19 november a.s.
U kan inschrijven tot uiterlijk 15 no
vember om deel te nemen aan deze stu
diedag waarvan de bedoeling in de eer
ste plaats is om in aanwezigheid van
deskundige vrienden de situatie in het
arrondissement Aalst te bekijken.
op
bevoorrechte plaatsen cultuurpaleizen
zouden opgericht worden die de ge
wone man afschrikken en terugstoten.
In feite zou per provincie een globale
sociologische studie, zowel de meest
efficiënte vestigingsplaats als de ge
wenste omvang voor elk op te richten
cultureel centrum, moeten bepalen. Het
is thans reeds te voorzien dat in de prak
tijk vooral de gemeenten die een streek-
functie vervullen, uiteraard in aanmer
king komen
2. het pluralistisch karakter dient
gewaarborgd door de overheid.
In het kader van een open cultuurbeleid
dient elke vorm van verzuiling zoals wij
die kennen in het onderwijs, absoluut
vermeden te worden.
In geen geval mag het mogelijk zijn. dat
het beheer van een cultureel centrum
misbruikt wordt om een bepaalde le
vensbeschouwelijke visie te doen pri
meren of om enige vorm van censuur uit
te oefenen op de culturele activiteit.
Wij beschikken thans er een wette
lijke basis om het pluralistisch karak
ter van een cultureel centrum te vrij-
Sedert jaren staat Zuid-Oost-
Vlaanderen aan de klaagmuur, niet al
leen omdat de industriële aktiviteit
steeds achteruitloopt maar ook opdat de
wegeninfrastructuur en de verbindingen
met de grote steden onbestaande is. De
baan Geraardsbergen - Gent is een echte
dodenbaari. voor Brussel moet men
steeds over Ninove. Aalst is op de peik-
uren al even moeilijk bereikbaar. Her
haalde interpellaties schijnen geen ge
hoor te vinden, recente kontakten geven
enige hoop maar geen zekerheid. Onze
houding is dan ook zeer duidelijk: in
dien onze achtbare partijgenoot wil dat
wij positief meewerken aan zijn beleid
dan verwachten wij dat hij korrekt en
vooral duidelijk zal antwoorden op de
vragen die wij hem wensen te stellen bij
de bespreking van de begroting open
bare werken. Het heeft nu lang genoeg
geduurd, ons geduld is ten einde
Senator Willy Vernimmen
Onze federatievoorzitter zal samen met oud-minister Petry Irene en de
nationale sekretarissen der B.S.P. een bezoek brengen aan Cuba. Deze reis,
die een eerste kontaktname is tussen de K.P. van Cuba en de B.S.P., gaat
van 9 tot 17 november aanstaande.
Geen zitdagen op vrijdag 1 1 november aanstaande.
Op 18 november zullen volgende partijgenoten Kd. Vernimmen vervangen:
In oudenaarde: Kd. Willy Van Driessche
In Ronse: Kd. Walter Kerckhove
In Brakel: Kd Wilfried Tortelboom
In Geraardsbergen: Kd. Harry Willekens.
Voor dringende gevallen: tel. 054-41 45.77 na 20 uur.