K<fi- VERKEERSVEILIGHEID EN RIOLERING TE MEERBEKE GENIETEN DE VOLLE AANDACHT SOMBERE TIJDEN OP KOMST? RECHTVAARDIGER VERDELING VAN HET ARBEIDSPAKKET WIJ WILLEN VOORUIT! UWS UIT m SOCIAAL EK0N0MISCHE KRONIEK MARCEL COLLA VOOR HET EUROPEES PARLEMENT V/ip Een reportage op pag. 7 s*> Redaktie Administratie—Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1 TEL. 053-70.51.51 Postrekening nr. 000-0052464-21 Maandabonnement: 40 F - Jaarabonnement: 450 F Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 19300 AALST VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT 9300 AALST Vrijdag 24 augustus 1979 41e jaargang nr. 32 Weekblad van de B.S.P. EVOLUTIE DER WERKLOOSHEID Sommige ekonomisten zijn geneigd de krisis van de jaren dertig te vergelijken met de huidige strukturele achteruit gang. De retrospektieve statistische reeksen van de Nationale Bank van Bel gië, die gegevens bevatten gaande van 1920 tot 1970, stellen ons in de moge lijkheid na te gaan indien die stelling juist is. We bekomen de evolutie van de werk loosheid over een periode van 50 jaar waaruit belangrijke vaststellingen kun nen afgeleid. Tevens wordt het mogelijk de omvang van de werkelijke en de ver doken werkloosheid te berekenen. In de vooroorlogse periode, bereikte de Belgische ekonomie haar dieptepunt tussen 1929 en 1934. De werkloosheid, die tijdens de periode 1923-1928 ge middeld slechts 27.000 bedroeg, steeg in vijf jaar tijd tot een rekordcijfer van 350.000 werklozen in 1934. Het was toen dat Hendrik De Man voor de arbei dersbeweging een nieuwe hoop bracht met zijn plan van de Arbeid. Hij lukte erin eerst de stijging van de werkloosheid tot stilstand te brengen en daarna een be langrijke vermindering van het aantal werklozen te verwezenlijken. De Belgische ekonomie had 15 jaar en een wereldoorlog nodig om zich te her stellen van de krisis van de jaren dertig. Tijdens de periode van twintig jaar, 1945-1974, die de huidige strukturele achteruitgang voorafgaat, bedroeg de gemiddelde werkloosheid 127.000 een heden, dus juist geteld 100.000 meer dan in de «goede» jaren van 1923 tot 1928. Het laagste gemiddelde hadden we in 1964 met 60.000 personen waar van 42.000 mannen en 17.000 vrouwen. Het is zeker geen bewijs van pessimisme uit al die cijfers af te leiden dat het objec tief van volledige tewerkstelling en hier bij aansluitend het recht tot arbeid voor iedereen, ten minste voor een lange pe riode als onverwezenlijkbaar dient be schouwd. VERSCHIL MET DE WERKLOOSHEID VAN DE JAREN DERTIG De werkloosheid dreigt de massale pro porties van voor de oorlog aan te nemen. Het jaarlijks gemiddelde van 104.720 uitkeringsgerechtigde volledige werklo zen in 1974 is gestegen tot 282.164 in 1978. Wanneer we hierbij nog het ge middelde voor het jaar 1978 van de ge deeltelijke werklozen voegen, circa 70.000, komen we tot een totaal dat hoger ligt dan de 350.000 in 1934. Er zijn ook nog de 40.000 werkzoekenden die einde april 1979 hetzij verplichtend, hetzij vrij ingeschreven waren bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en niet tewerkgesteld waren. Wanneer we nu al die gegevens samenbrengen bena deren met al die werklozen en werkzoe kenden de 400.000. Maar de inhoud van beide reeksen van cijfers, enerzijds deze van 1934 en an derzijds het totaal van 1979, is verschil lend. In de jaren dertig, bestond het overgroot deel van de 350.000 werklo zen uit gezinshoofden waarvan velen met zware familiale last. Het was toen nog de tijd van de «werkbeurzen» opgericht bij koninklijk besluit van 1 april 1919 en van de zogenaamde gemeentelijke, of pro vinciale werkloosheidsfondsen. De werkloze steun werd alleen maar toege kend na onderzoek betreffende de be staansmiddelen. Praktisch werden de werklozen naar een soort openbare on derstand verwezen. Van deze steun wa ren vele vrouwen uitgesloten, ze waren toen nog meer dan nu het voorwerp van een discriminatie inzake werkloosheids reglementering. De jongeren kwamen maar in aanmerking voor steun na ge ruime tijd gewerkt te hebben. Onbe twistbaar lap 't werkelijk aantal werklo zen in 1934 heel wat hoger dan de 350.000 die toen steun bekwamen van de werkbeurzen of werkloosheidsfond sen. Nu in 1979, vertegenwoordigen de vrouwen meer dan 60% van het totaal der uitkeringsgerechtigde werklozen. De jongeren, mannen en vrouwen van min der dan 25 jaar, bedroeg einde april 1979 95.512 personen, waarvan 31.216 mannen en 64.296 vrouwen. VOORRANG VOOR DE STRIJD TEGEN DE WERKLOOSHEID De krisis van de jaren dertig was er een van algemene achteruitgang, van verar ming. Tussen 1930 en 1935 daalden de lonen nominaal met 40 procent en de prijzen met 24 procent, zo dat zelfs zij, die het geluk hadden niet werkloos te worden, toch hun koopkracht zagen verminderen. Het groot verschil tussen de ekonomi- sche krisis van 1934 en de huidige struk turele achteruitgang is dat voor veel werklozen nu de verarming kon worden vermeden, dankzij het systeem van de sociale zekerheid. Er zijn in de eerste plaats de werkloosheidsvergoedingen, die niet langer tot het mensonwaardig bestaan uit de jaren dertig nopen. Om de omvang van de financiële inspanning te onderlijnen volstaat het de uitgaven voor Kruispunt Hallebaan te Meerbeke Jan met de pet laat zich doorgaans niet in met een Rijksmiddelenbegro ting. Het weze deze voor 1980, waarvan een kladontwerp op 30 juli door premier Martens aan de pers werd voorgelegd. Wel vernam hij via die pers dat een duurder vervoer op komst is: verhoogde spoortarieven, opslag van de benzine en een taksvignet op het gebruik van autosnelwegen. Hij glimlacht allicht als hij hoort over extrabelasting op overdreven win sten in de grote ondernemingen. Even zoveel termen die weinig houvast bieden naar inhoud. Eén frank opslag voor de benzine dat is tastbaar. Even tastbaar als de opslag voor een brood, een pintje bier of een pakje sigaretten. De rest is larie: meer kontrole op de belastingsontduiking, meer uitleg over de aftrekbaarheid van onkosten bij de belastingsaangifte. Er is echter meer. De premier bewaarde het stilzwijgen over 11 miljard bezuiniging in de sociale sector, waarover eerst met de sociale partners moet onderhan deld worden. Dit zal gebeuren op 18 september aanstaande. Het A.B.V.V. heeft al laten weten dat de herziening van het stelsel van de Sociale Zekerheid met voorrang zal worden aangepakt en dat de Staat zijn ver plichtingen dienaangaande zal dienen na te komen. Het precieus opzet van de R.M.Z. meer dan 30 j. geleden mag niet uitmonden in een bodemloze put van onzekerheden! Men zou ook een indexstop invoeren voor maandinkomens boven de 50.000 F en de investeringen in openbare werken afremmen, wat onvermijdelijk de werkloosheid in de bouwsector kan binnenvoeren. De konservatieven in dit land hebben zich steeds met hand en tand verzet tegen een doeltref fende werking van een Nat Investeringsmaatschappij, die arbeidsinten sieve bedrijfssectoren had kunnen steunen of zelf oprichten. En vermits het privéinitiatief in gebreke blijft stijgt de werkloosheid in plaats van te dalen. En een stijging van werkloosheid betekent meer uitgaven voor de Staat De staatsschuld is op onrustwekkende manier gestegen. Men schat voor 1980 het deficiet op 345 miljard F. De betalingsbalans van onze Buiten landse Handel is acht jaren deficitair en insiders zeggen dat de Belgische frank voor een devaluatie staat Daartegenover staat dat nergens zoveel gespaard wordt als hier wat een devaluatie niet ten goede zal komen, en eerder een beleggingswoede zal doen ontstaan en een hoger verbruik van consumptiegoederen, een hogere produktie en minder werkloosheid. Of met andere woorden een neo-kapitalistisch systeem dat veel vragen opwerpt en duistere antwoorden in petto heeft In het pokerspel van de machthebbers van het kapitaal is de regering van een klein land veelal machteloos; de lasten die bepaalde maatregelen meebrengen vallen in haar schoot Maar haar politieke beslissingsmacht hoeft zij niet te misbruiken door die lasten op de schouders te leggen van Jan met de pet, die met de trein rijdt een sigaretje rookt, een pintje drinkt en des zondags via de autosnelweg een uitstap doet En dat, dat onthult de Rijksmiddelenbegroting 1980 nu reeds! F.U. werkloosheidsuitkeringen voor 1978 te vermelden, meer dan 60 miljard. Dit cij fer zal in 1979 overschreden worden. In januari 1979 met 303.000 uitkeringsge rechtigde volledige werklozen en 177.000 gedeeltelijke werklozen, totaal 400.000 personen werden door de uitbe talingsinstellingen voor werkloosheids uitkeringen een totale uitgave van meer dan 8 miljard medegedeeld en dit voor slechts één maand. We zouden zelfs bij de aanvang van het jaar 1979 de 600.000 werklozen en werkzoekende hebben overschreden, indien de regering geen bijzondere maat regelen had genomen in het kader van het Plan Spitaels. Einde maart 1979 was er in toepassing van al die maatregelen: Stagiairs 30.786 Bijzonder tijdelijk kader 26.180 Tewerkgesteld door openbare besturen 32.171 Brugpensioenen: conventioneel 24.235 wettelijk 27.661 oudere werklozen 14.493 155.526 De invloed van de toepassing van het Plan Spitaels neemt af. De toename van het aantal stagiairs enz. bedroeg in de periode september 1978 - februari 1979 2.600 per maand tegenover nog 6.000 per maand tussen januari en september 1978. Uit al die cijfers, blijkt dat we het dichtst bij de volledige tewerkstelling en de ver wezenlijking van het recht op arbeid hebben gestaan circa 50 jaar geleden. Het was ook rond die periode dat we een nieuwe doorbraak van het socialisme hebben gekend. Na de tweede wereld oorlog zijn we nooit onder de 50.000 werklozen geraakt. Ook niet tijdens de «golden sixties». Sedert 1974 vervallen we geleidelijk terug in een massale werk loosheid en het is juist vanaf die periode dat de «politieke energie» grotendeels om niet te zeggen uitsluitend wordt .ge concentreerd op de communautaire twisten. Nochtans is de werkloosheid juist één van die problemen waarvoor de solidariteit van de vlaamse, waalse en brusselse arbeiders volstrekt noodzake lijk is. De walen zullen misschien inroe pen dat ze, in verhouding met het aantal tegen werkloosheid verzekerde perso nen de hoogste werkloosheidsgraad hebben: 13%. De werkloosheidsgraad voor de vlaamse landstreek en Brussel ligt er niet ver onder: 11%. In 1977 en ook in 1978 was, zowel in absolute als in relatieve cijfers, de toename van de werkloosheid het hoogst in Vlaanderen, in totaal voor de twee jaren: 31.000 uit keringsgerechtigde volledige werklozen meer. In Wallonië bleef de stijging be perkt tot 18.000. Een absolute prioriteit voor de strijd tegen de werkloosheid dringt zich op. E. De Nauw Mijnheer de Voorzitter, Waarde Col lega's Opdat wij in de periode van vijf jaar die voor ons ligt, bij de bevolking meer en thousiasme zouden kunnen opwekken voor de europese verkiezingen, is het meer dan noodzaktlijk dat dit Parlement concrete maatregelen kan voorleggen De verlofperiode is voorbij, hopelijk is iedereen voldoende uitgerust om opnieuw aan de slag te gaan. Daarom durven wij vragen ook een kleine inspanning te doen om de oplage van ons weekblad de hoogte in te krijgen. In dit nummer vindt U een bon om een nieuwe lezer aan te werven. Op regelmatige tijdstippen zal dan een lijst gepubliceerd worden met de nieuwe aanwervingen. Hierna alvast een start. Breckpot Jean, Aalst Van Der Scheuren Pros, Aalst Van Der Niepen Paul Verschouffel Remi, Viane Pevenage Frans, Viane Mare Galle De Sutter Em. Faut André, Pollare Saerens Louis Grillade Lucienne, Aalst 1 1 1+2 3 3 11 1 1 1 1 waardoor de mensen het sociale nut van de Gemeenschap kunnen ervaren en waarbij hun problemen van elke dag aan bod komen. Deze gedachtengang kan zich via de begroting vertalen. Mag ik enkele voorbeelden geven: Het is mooi te praten over de be scherming van ons milieu en van de con sumenten. Het is beter praktisch ervoor te zorgen dat de actiemiddelen terzake reëel wordenwaar ze tot nu nog niet één procent van de begroting omvatten. In dezelfde zin is het een dringende opdracht het sociaal beleid gestalte te geven via concrete punten. Wij stellen bijvoorbeeld vast dat onze zogenaamde welvaartstaat niet belet dat nog vele mensen in vuile, ongezonde en zenuws lopende omstandigheden moeten wer ken. Het moet dan toch mogelijk zijn, via de Europese Gemeenschap impulsen te geven ter humanisering van de arbeid. Collega's, met betrekking tot de bespre king van de begroting, die toch het beeld moet vormen van het politieke beleid dat we voor ogen hebben, willen wij een tweede accent leggen. Gezien de huidige economische situatie, is elkeen wel over tuigd van de noodzaak aan een adequate conjunctuurpolitiek. Ik voeg er de nood zaak aan een rechtvaardiger verdeling van het bestaande arbeidspakket via ar beidsduurvermindering aan toe. Maar, vaststellend dat Europa gecon fronteerd wordt met een verouderde en onbruikbare productiecapaciteit, is het bijna huiveringwekkend een bijna totaal gebrek aan een coherente europese in dustriële politiek te moeten beklemto nen. De wil om daarin verandering te brengen zal zich ook in de begroting moeten weerspiegeld zien. Wij beleven ook een structurele crisis die te maken heeft met een nieuwe arbeidsverdeling op wereldvlak, en tevens te maken heeft met een door het patronaat en financiële middens gevoerde kortzichtige politiek. Wij zijn er ons van bewust dat de verdra gen slechts een statische benadering in zake economische politiek inhouden. Wij missen een dynamisch, industrieel luik. Wij zijn er nochtans van overtuigd dat een pragmatische aanpak desondanks mogelijkheden biedt. De door ons voor gestelde industriële politiek moet zowel defensief als offensief gericht zijn. Een defensieve industriële politiek gericht op het redden en gezondmaken onder sociaal aanvaardbare omstandig heden van sectoren In moeilijkheden. Deze zijn ongelukkig zeer talrijk: scheepsbouw, maar ook scheepsher stelling, textiel, staal, leder en papier nijverheid. 't Is daarbij toch onzinnig dat in bepaalde sectoren hier aan afbouw zou gedaan worden en daar aan be scherming. Hier de activiteit zou beperkt worden, en daar nieuwe capaciteit zou gecreëerd worden. Het doel van een offensieve indus triële politiek moet erin bestaan onze po tentiële ontwikkelingsmogelijkheden uit te diepen. Ik zie drie mogelijkheden: het activeren van de productie van uitrustingsgoederen met het oog op uit voer ondermeer naar de ontwikkelings landen, inspanningen in een aantal spitssec- toren zoals de aeronautica en de infor matica, waardoor wij ons zouden kun nen opwerpen als een volwaardige part ner in de toekomstgerichte nijverheid, het beter benutten van onze eigen interne ontwikkelingsmogelijkheden door het stimuleren van onze activiteit inzake milieubescherming, stadsver nieuwing, en sociale woningbouw. Voorzitter, Collega's, gezien de energie- problematiek en gezien ons relatief ge brek aan grondstof, moeten wij er ons goed van bewust zijn dat onze enige overlevingskans op lange termijn vervat ligt in onze industriële en technologische verbeeldingskracht en de middelen die wij daarvoor willen ter beschikking stel len. Marcel COLLA

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1979 | | pagina 1