HET Z0TTEGEMSE GEMEENTEBESTUUR EN
RIJKSWEG 56 GENT - GERAARDSBERGEN
Wegenis, sportinfrastructuur en sociale
kavels zijn te Denderwindeke aan de orde
m
Politieke activiteit
opnieuw hervat
GOUDEN BLOEMBOLLENWORP TE GERAARDSBERGEN
Ekonomische planning in Vlaanderen
op nieuwe wegen
a h
Trace op het
grondgebied te
ex- Leeuwergem
Tunnel
Voetgangers
oversteekplaats
il illÉil Wmï
Een reportage op pag. 7
lees door p. 9
Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1 9300 AALST
TEL. 053-70.51.51 Postrekening nr. 000-0952464-21
Maandabonnement: 40 F - Jaarabonnement: 450 F
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 19300 AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT
vrijdag 14 september 1979
41" Jaargang nr. 35
Weekblad van de B.S.P
Hoewel de aanleg van het nieuwe tracé
van de Rijksweg nr. 56 - Gent - Ge-
raardsbergen een nationale aangelegen
heid is waarin het Zottegemse Gemeen
tebestuur geen enkele verantwoordelijk
heid draagt en daarenboven terzake geen
bevoegdheid heeft, neemt het niet weg
dat ons bestuur meerdere initiatieven
heeft genomen om de negatieve gevol
gen van deze aanleg, inzonderheid voor
de Leeuwergemse bevolking, weg te
werken.
Ons bestuur solidariseerde zich volledig
met de verzuchting van de inwoners van
Leeuwergem een voetgangerstunnel te
graven onder het nieuwe tracé aan de
Leeuwergemstraat. Hun actie «TUNNEL
NU» genoot onze volle steun.
Daarom togen op 27 november 1978
Schepen H. De Loor, M. De Buyst en E.
Otte met deze vraag naar het Kabinet van
de Minister van Openbare Werken. Daar
werd hen echter medegedeeld dat inge
volge een reeks technische moeilijkhe
den het niet mogelijk is een voetgangers
tunnel aan te leggen. Van een voetgan
gersbrug kan er om veiligueidsredenen
evenmin sprake zijn.
Wel ging men op het Kabinet van de
Minister van Openbare Werken akkoord
om de installatie van een handbediende
driekleyrige lichtsignalisatie t.p.v. de
voetgangersoversteekplaats te onder
zoeken. Echter bracht de Bijzondere
Commissie voor Verkeersveiligheid
hieromtrent ongunstig advies uit, en
steunde zich daarbij op volgende argu
menten:
1De voetgangersoversteekplaats is op
nauwelijks 200 m. gelegen van het
kruispunt met de Rijksweg 62, dat met
een driekleurige lichtsignalisatie uitge
rust wordt;
2. Het aantal kruispunten op de nieuwe
Rijksweg 56 dient, om de vlotheid van
het verkeer niet te hinderen, zo veel mo
gelijk Jbeperkt.
Ons bestuur hield evenwel niet af en op 8
maart 1979 hadden de Burgemeester,
Schepenen De Loor, De Buyst en raads
lid Buysse een nieuw onderhoud op het
Kabinet van Openbare Werken om toch
een voetgangersoversteekplaats, even
tueel zonder bescherming door een drie
kleurige lichtsignalisatie te bekomen.
Opnieuw echter bracht de Bijzondere
Commissie voor Verkeersveiligheid on
gunstig advies uit i.v.m. deze vraag.
Desondanks legde ons bestuur zich nog
niet neer bij dit advies en brachten, mede
dank zij de tussenkomst van raadslid F.
De Wolf (Kabinetschef van de Minister
van Verkeerswezen), de Kabinetsattaché
van de Minister Van Openbare Werken
en een afgevaardigde van het Bestuur
der Wegen van de Provincie Oost-
Vlaanderen, een bezoek ter plaatse op 18
juli 1979.
Tijdens het daaropvolgend onderhoud
waaraan werd deelgenomen door de
Burgemeester en Schepen De Loor kon
worden bekomen dat een weg zal aange
legd worden voor voetgangers en fiet
sers zijdelings van de Rijksweg, zodat
de af te leggen omweg toch heel klein
wordt (verbinding Leeuwergemstraat en
het kruispunt met de Rijksweg nr. 62).
Ingevolge deze diverse voetstappen ont
ving ons bestuur bevestiging van deze
overeenkomst vanwege de Minister van
Openbare Werken.
Ten behoeve van onze lezers en van de
betrokken inwoners van Leeuwergem,
publiceren wij hierna integraal de tekst
van de brief van Minister Mathot, die de
beweegredenen weergeeft van de getrof
fen beslissing.
«Betreft: Nieuw aangelegd vak van de
rijksweg nr. 56 te Leeuwergem - (Zotte-
gem)
Voetgangersoversteek ter hoogte van de
Leeuwergemstraat.
In aansluiting met uw tussenkomst voor
het aanbrengen van een voetgangerso
versteek ter hoogte van de Leeuwergem
straat, moet ik tot mijn spijt mededelen
dat ik aan uw vraag geen gunstig gevolg
kan voorbehouden.
lees door p. 6
60
Het OCMW-rusthuis een degelijke verblijfplaats voor onze bejaarden.
Na een eerder korte verlofperiode begint de politieke activiteit in ons land
langzamerhand terug op volle toeren te draaien. De bureau's van de
verschillende politieke partijen vergaderen opnieuw sinds eind augustus,
alle ministers zijn weer uit vakantie en de openingszittingen van Kamer en
Senaat staan voor de deur.
Tevens kregen we reeds een paar voorproeven van de moeilijkheden en
spanningen waarmee de regering dit najaar zal te kampen hebben.
Vooreerst waren er op sociaal-economisch vlak de eisen van de R.T.T.-
vakbonden, meer kzacht bijgezet door stiptheidsacties, en de koude oor
log die ontstaan is tussen het Vlaams Economisch Verbond en de regering,
en vervolgens was er, haast gelijktijdig, de zaak - Komen en de herrie rond
de verklaringen van Minister van Buitenlandse Handel Outers in het
F.D.F.-weekblad «4 Millions 4». In dit weekblad had Minister Outers het
voortbestaan van de regering-Martens in twijfel getrokken en plaatste hij
ook een scherpe uitval tegen de C.V.P. die naar zijn zeggen de val van deze
regering in de hand zou werken. Waarschijnlijk werden zijn verklaringen
geïnspireerd door zijn vrees voor een verdere electorale achteruitgang van
het F.D.F. en door zijn verlangen om deze partij terug in de oppositie te
brengen. In ieder geval is het niet gepast dat iemand die deel uitmaakt van
de regering overgaat tot dergelijke uitspraken. Wat meer respect voor de
ministeriële déontologie zou zeker op prijs gesteld worden.
Van groter belang echter, en met waarschijnlijk meer gevolgen voor de
politieke verhoudingen in ons land, is de zaak - Komen.
Sinds begin dit jaar reeds lijkt het er op dat de onderwijsproblematiek
opnieuw het hete hangijzer wordt in het Belgische politieke leven.
Niet alleen was er reeds de beroering rond de budgettair noodzakelijk
geachte bezuinigingsmaatregelen in het onderwijs en de gevolgen daar
van (herinneren we maar de stakingen en betogingen tijdens het voorbije
schooljaar), maar ook is de ideologische strijd opnieuw ontbrand. Getuige
daarvan is ondermeer het feit dat de C.V.P. sterk aandrong om een eigen
onderwijsminister te bekomen bij de vorming van de regering - Martens en
het opnieuw ter sprake komen van de schoolpaktwetten, dit o.m. omdat
het katholiek onderwijsnet zich al te geremd voelt in haar ontplooi
ingskansen.
Bij al deze moeilijkheden voegen zich dan nog eens communautaire aspec
ten. Eerder dit jaar reeds kenden we de strubbelingen rond de school te
Linkebeek en nu wordt de aanvraag om een nederlandstalige school op te
richten in de taalgrensgemeente Komen, in feite een louter administratief
te regelen aangelegenheid, aangegrepen om er opnieuw een communau
taire struikelblok van te maken.
Hopelijk is echter voldoende goede wil aanwezig om, zoals het geval was
te Linkebeek, in alle sereniteit een bevredigende oplossing te vinden.
Al deze moeilijkheden bij de hervatting van de politieke activiteiten
voorspellen echter weinig goeds voor de nabije toekomst Het heeft er alle
schijn van dat de regering, zoals bij de vorming ervan dit voorjaar werd
vooropgesteld, een «hete herfst» te wachten staat
Niet alleen zal de verdere uitwerking van de gewestvorming nog voor de
nodige communautaire twisten zorgen, maar ook op sociaal - economisch
vlak staan er, o.a. in verband met de door de regering geplande bezuin
igingsmaatregelen, nog enorm veel moeilijkheden te wachten.
Daarbij komt nog dat er intussen ook een aantal politieke factoren gewij
zigd zijn. Van de kring van partijvoorzitters, zoals die bestond in de periode
Egmont - Stuyvenberg, blijven er niet zoveel meer over. R.W., P.R.L en
C.V.P. veranderden reeds vroeger van kopman, en vorig weekend werd bij
de V.U. Hugo Schiltz, wiens troon reeds geruime tijd aan het wankelen was,
buiten spel gezet ten voordele van Vic Anciaux.
Nog belangrijker echter zal de voorzitterskeuze bij de P.S.C. worden. Voor
de functie die vrijkwam nadat Ch. F. Nothomb kamervoorzitter werd zijn
meerdere kandidaturen in omloop, maar zoals de kaarten nu liggen zal het
waarschijnlijk uitdraaien op een tweestrijd tussen defensie-minister P.
Vanden Boeynants en diens kabinetschef Gérard Deprez.
Ongetwijfeld zullen de verschuivingen aan de top van deze partijen een
invloed uitoefenen op het verdere politieke verloop. In welke zin is nog
niet bekend, maar zoals normaal is zullen ook de andere partijen hun
houding enigszins dienen aan te passen.
Als men rekening houdt met al deze factoren is het duidelijk dat de
regering nog vrij moeilijke tijden te wachten staan.
Toch mag, gezien de nood op sociaal - economisch vlak steeds maar groter
wordt en deze problematiek eindelijk eens op kordate wijze dient aange
pakt te worden, niet nogmaals kostbare tijd verloren gaan met nodeloze
verwikkelingen, uitvluchten en krisissituaties.
Volksvertegenwoordiger Paul Van der Niepen
Voor de zesde organisatie van nun
«Gouden Bloembolworp» hadden de or
ganisatoren van het «Werk der Volks-
tuinen» de gewaardeerde medewerking
van de weermaker, een troef hoogstno-
dig voor het welslagen van dergelijk in
itiatief.
Reeds van dagen te voren waren de le
den druk in de weer om hun standen
klaar te krijgen, welke ieder jaar als bij
zondere attractiepolen dienen (zie foto's
hierbij).
De duizenden begonia's, aangebracht
als bloementapijt of als versiering van de
praalstukken, samen met de standen
voor groenten en fruit en de kraampjes
der deelnemende tuinders, gaven aan de
Grote Markt een ongewoon uitzicht.
De liefhebber kon er zijn gading vinden
voor de decoratie van zijn tuintje. Bloe
men waren er in overvloed te koop voor
de talrijke bezoekers op het Marktplein.
De inrichters hadden er opnieuw voor
gezorgd dat de jeugd weer aan zijn trek
ken kon komen. Deze konden hun creati
viteit botvieren, knutselend aan een
mini-tuinhuisje of ander tuinornament.
Voor de tekenwedstrijd de zondagmor
gen daagden niet minder dan 124 deel
nemers op. De jury stond dan ook voor
geen gemakkelijke taak om er de beste
werkjes uit te kiezen. Zij die een prijs
wonnen kon men het aanzien dat ze bij
zonder fier waren.
Het hoogtepunt van de tweedaagse acti
viteiten was ook nu weer de spectacu
laire bloembolworp van de zondagna
middag.
Rond 17 uur verdrongen honderden be
langstellenden zich op het marktplein.
De enen om zoveel mogelijk van de
4.000 prachtige bloembollen te grabbe
len met de illusie dat ze wel eens de
gelukkige bezitter van het gouden juweel
zouden kunnen worden. De anderen om
te genieten van het spektakel geboden
door deze wriemelende massa.
Wij hebben kunnen vaststellen dat de
belangstelling steeds maar cresendo
gaat. Dit jaar kon de verzamelde menigte
bijna de vergelijking doorstaan met de
belangstelling voorde Krakelingenworp.
Het spreekt vanzelf dat het bestuur en de
leden van het «Werk der Volkstuinen» er
met stralende gezichten bijliepen.
Gedurende meer dan een kwartuur heb
ben wij van het schouwspel genoten
vanop de pui van het stadhuis. Samen
met de andere genodigden hebben wij
dan gespannen gewacht op de winnaar
van de «Gouden Bloembol».
Dit keer is het geluk te beurt gevallen van
het jonge gezin Bruylandt Erwin, wo
nende Bovenstraat 84 te Onkerzele. De
felicitaties en het eerbetoon zullen deze
mensen ongetwijfeld nog lange jaren in
het geheugen blijven.
Na de bloembollenworp werd door het
stadsbestuur een receptie aangeboden
in de raadszaal van het stadhuis.
Op voorstel van Mare Galle, Minister van
het Vlaamse Gewest en als dusdanig on
der meer bevoegd voor de gewestelijke
planning, heeft de Vlaamse Executieve
beslist het advies van de Gewestelijke
Economische Raad voor Vlaanderen in te
winnen inzake de procedure en de con
ceptie van de planning. In zijn voorstel
steunde Minister Galle zich op akkoor
den inzake planning die opgenomen
werden in het regeerakkoord en in de
algemene beleidsverklaring van de
Vlaamse Executieve. In het'regeerak
koord staat inzake planning onder meer
het volgende: «De plangedachte dient te
worden herwaardeerd als uitdrukking
van de gemeenschappelijke beleidslijnen
in het politieke en het sociaal-
ekonomische leven». Tevens werd een
wijziging van de wet van 15 juli 1970 «tot
organisatie van de ekonomische plan
ning en decentralisatie» aangekondigd
en de oprichting van regionale planbu-
reau's, die nauw zouden betrokken wor
den bij het opmaken van het nationale
plan 1981-1985.
Over dit plan werd in het regeerakkoord
gezegd dat het selektiever moest zijn
(d.w.z. een vastleggen van de prioritei
ten), operationeler en soepeler.
Ook in de algemene beleidsverklaring
van de Vlaamse Executieve wordt aan
dacht besteed aan de planning in Vlaan
deren.
Gewezen wordt op de noodzaak het be
leid van de gewestelijke overheid en de
aktiviteiten van het Vlaamse bedrijfsle
ven te coördineren. Ook in deze beleids
verklaring komt tot uiting dat het opstel
len van een lijst van prioritaire doelstel
lingen op sociaal-ekonomisch vlak een
eerste taak zal zijn van het regionaal
planbureau.
Tevens wordt gesteld dat een duidelijk
onderscheid moet gemaakt worden tus
sen de imperatieve, contractuele en indi
catieve planning.
Belangrijk hierbij is dat er zal naar ge
streefd worden de gewestelijke over
heidssteun aan investeringen op con
tractuele basis vast te leggen, ten einde
de doelstellingen van het plan zo volledig
mogelijk te realiseren. Ook de doelbe
wuste ondersteuning van nieuwe techno
logen en de ontwikkeling van nieuwe
produkten zal centraal gesteld worden.
Uit deze twee beleidsverklaringen blijkt
duidelijk het dringende karakter van de
voorbereiding van het Plan 1981-1985
en de herziening van de kaderwet van 15
juli 1970.
Omdat op gewestelijk niveau nog enkele
knelpunten met betrekking tot de proce
dure nog grondig moeten onderzocht
worden heeft Minister Galle dan ook een
dringend advies gevraagd aan de GERV
betreffende de procedure en conceptie
van deze planning.
Manfred Janssens
Duizenden begonia's werden gebruikt om deze mooie resultaten te verkrijgen.
De markt te Geraardsbergen had verleden week een zeer fraai uitzicht dankzij de
kunstig gemaakte praalstukken.