DE CONCURRENTIESLAG VAN AMYLUNI 00K GREGG STAATSOEDRIJF Bevoegdheden van Mare Galle, Minister van de Vlaamse Gemeenschap OPLOSSING VOOR MONDIALE WIJ STEUNEN DE SOCIALISTISCHE PERS ARRONDISSEMENTEN AALST EN OUDENAARDE DUIDELIJKE ECONOMISCHE ONTWIKKELINGS GEBIEDEN Mare Galle drukt beslissing door: S.P.-FEDERATIE AALST FEDERAAL CONGRES: GEZONDHEIDSZORG IN VLAANDEREN Deze week in Voor Allen Belangrijke tentoonstelling over Gentse textielarbeiders Congres van socialistische gepensioneerden Schoolpact en vrijzinnigheid Europees parlementook de landbouwers verdienen onze aandacht Familiebedrijf Milieu Concurrentie Voorsprong Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. 1 9300 AALST TEL. 053-70.51.51 - Postrekening nr. 000-0952464-21 Maandabonnement: 40 F - Jaarabonnement: 450 F Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen, Houtmarkt 19300 AALST VERSCHUNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT vrijdag 21 november 1980 42e jaargang nr. 45 Weekblad van de S.P. Het glucose bedrijf G.R. Amylum N V. uit Aalst zit momenteel verwik kelt in een harde concurrentieslag op de Europese markt. Opzichzelf niet zo opzienbarend ware het niet dat er afvloeiing van arbeidsplaat sen mee gemoeid kunnen gaan. En daar zijn ze in de reeds zwaar geteisterde Denderstreek erg ge voelig voor. Maar zover is het nog niet! De G.R. Amylum is van een klein familiebedrijf uitgegroeid naar een multinational. In 1875 werd het als bedrijf «Callebaut Frères» opge richt. In 1926 kwam het tot een fusie met «De Blieck Frères» uit Brussel. Van dan af noemde het bedrijf «Glucoseries Réunies». Een tiental jaren geleden werd de ze al te franstalige benaming ver vangen door Amylum. Een belangrijk deel van het kapi taal is in handen van de Bank Brussel Lambert en de familie Cal lebaut. Meer dan de helft is buiten lands kapitaal. De G.R. Amylum is verbonden met de aktiviteiten van Tunnel Refineries Limited te Lon den en Campo Ebro Industrial S.A. te Zaragoza, Spanje. Het telt nu 831 werknemers: arbei ders, bedienden en kaderleden sa men. Sociale moeilijkheden heeft het bedrijf de laatste jaren weinig of niet gekend. De werknemers wor den er naar verluidt goed betaald. De enige moeilijkheid waarmede men op plaatselijk vlak heeft af te rekenen is milieuhinder. De laatste jaren kende het bedrijf een zodani ge monumentale uitbreiding dat het als een mastodont op de omgeving is gaan drukken. Zo werd het een ware reus met talrijke cylos van redelijke hoogte op nauwelijks 150 meter van de Grote Markt in Aalst. Voorwaar geen esthetisch uitzichtl Ook werd de Dender herhaaldelijk door het bedrijf bevuild. De directie heeft dan een eigen zuiveringsin stallatie laten plaatsen en verdere inspanningen gedaan om het be vuilen tegen te gaan. Aan het uitzicht kon men nog moei lijk wijzigingen aanbrengen. Nie mand heeft het ooit durven ver moeden dat het familiebedrijf zo n uitbreiding zou nemen. Een aanpa lende «sociale wijk» werd pas aan gelegd nadat het bedrijf reeds in volle expansie was. De grootste hinder ondervindt het bedrijf nu van de Amerikaanse mul tinational Cargill. Deze koesterde eerst het voornemen zich in de Kempen te vestigen om er een nieuwe fabriek te bouwen voor de produktie van glucose. De realisa tie van dit project zou Amylum er toe hebben gedwongen tot een grondige herstructurering over te gaan met verliezen van vele ar beidsplaatsen. Cargill kreeg van de regering (1976) geen toestemming om zich hier te vestigen. Maar in Nederland kreeg het dat wel. De concurrentieslag op de Europese markt kon beginnen. Het bedrijf Amylum heeft nu te kampen met een meedogenloze prijzenoorlog. De reuzen van de zetmeelindustrie Cargill en Corn- products verzadigen de markt met overproduktie. Ze laten niets on verlet om de Europese markt te veroveren. Het gevolg daarvan is dat soortgelijke bedrijven in Neder land en West-Duitsland met zware moeilijkheden te kampen hebben. Vermits Amylum 80% van haar produktie in het buitenland afzet is het begrijpelijk dat men met moei lijkheden te kampen kan hebben, indien er niet vlug wat verandert. Tegen de overproduktie op de Eu ropese Markt heeft Europarle mentslid W. Vernimmen (SP) het onlangs op de EG-kommissie in Luxemburg gehad. Hij waarschuw de ervoor dat het opleggen van een invoerheffing, op het ekwivalent maïs, in de ingevoerde bijproduktie onhoudbaar wordt. Tenzij, zo stel de Vernimmen, de Europese fabri kanten hun maïs vrij van heffing kunnen invoeren. De hele bedoening is een school voorbeeld van hoe Amerikaanse bedrijven de Europese markt kun nen inpalmen. De G.R. Amylum heeft in elk geval enkele waarde volle troeven in handen om deze concurrentieslag zonder kleer scheuren te boven te komen. Men heeft in Aalst een niet te onder schatten technologische en com merciële voorsprong op de concur rentie. Men heeft verder wel enkele alternatieven in peto voor het zover kan komen. Van vakbondszijde blijft men voor alsnog op afstand. Voorlopig denkt Amylum er immers niet aan om arbeiders te laten afvloeien, zo zegt men. Er wordt ook om geen inlevering gevraagd. Dat neemt echter niet weg dat men in Aalst nauwlettend toekijkt op de verdere evolutie. Een nieuw verlies aan werkplaatsen kan voor de hele streek van katastrofaal belang zijn. (mva) De derde keer is de goede keer zo luidt het spreekwoord. Vorige maandag is minister Mare Galle andermaal het Gregg dossier gaan verdedigen in de Vlaamse deelre- gering. Tot op heden was er hevig verzet gerezen vanwege de rech terzijde tegen het voornemen van de SP om het tot een staatsbedrijf om te vormen. Er zijn nochtans argumenten ge noeg om het bedrijf verder te ex ploiteren. Finaal heeft onze minis ter het gehaald in het voordeel van de werknemers. Volgens het Koninklijk Besluit tot bepaling van de ministeriële bevoegdheden voor de aangelegenheden van de Vlaamse Gemeen schap is Mare Galle ais Minister van de Vlaamse Gemeenschap bevoegd: 1) Voor wat de ondergeschikte besturen betreft: de organisatie van de procedures en de uitoefening van het admini stratief toezicht op de provincies, de gemeenten en de agglomeraties en federaties van gemeenten. de werkwijze, de controle en de vaststelling van het ambtsgebied van de verenigingen van gemeenten tot het nut van het algemeen en de toepassing van de organieke wetten betreffende die verenigingen de omslag van het aantal van het gewest in het gemeentefonds de toelagen voor werken uit te voeren door de provincies, de gemeenten en andere publiekrechterlijke personen, met uitzondering van de toelagen voor werken uitgevoerd door kerkfabrieken. 2) Voor wat landinrichting en natuurbehoud betreft: de natuurbescherming en het natuurbehoud de grondgebieden, parkgebieden en groene ruimten de bossen de jacht de visvangst de industrialisatie van de visteelt de ontwatering 3) Voor wat het cultureel patrimonium betreft is Mare Galle bevoegd voor de landschappen 4) Inzake leefmilieu de bescherming van het leefmilieu de ophaling en verwerking van afvalstoffen 5) Inzake waterbeleid de waterproduktie en watervoorziening de zuivering van afvalwater de riolering 6) Inzake ekonomisch beleid de gewestelijke planning openbaar industrieel initiatief op gewestelijk vlak de gewestelijke aspecten van het vervoerbeleid de gewestelijke aspecten van het buitenlandse handel geschat. Gregg heeft nog steeds een orderboek ten bedrage van 2 miljard en gisteren kreeg een vak bondsdelegatie van minister Galle te horen dat de DDR nog een grotere bestelling dan de geplaat ste van 400 miljoen fr. op het oog heeft. Verwacht wordt dat de te werkstelling na 12 maanden kan oplopen tot 240 werknemers. Toestand Gregg-Europe krijgt in een eerste fase een kapitaal van 300 miljoen fr., waarmee de overname van het bedrijf en de eerste aankoop moet kunnen gefinancierd worden. Er moet nog een akkoord met de curator van het faillissement geslo ten worden. De 300 miljoen zullen voor twee derden gedragen wor den door het Fonds voor Industri ële Vernieuwing en voor één derde geput worden uit de begroting van het Vlaamse Gewest. Daarnaast wordt een lening van 200 miljoen met converteerbare obligaties uit geschreven om private geïnteres seerden de kans te geven te parti ciperen in het bedrijf. Dat zou dan een gemengde vorm krijgen. Die lening zal uitgezet worden via het Fonds voor Industriële vernieu wing. Verwacht mag worden dat het be drijf weer zal starten begin volgend jaar. Het opzetten van een nieuwe raad van beheer en nieuw mana gement zal zowat een maand in beslag nemen. De tewerkstelling Iwordt in de beginfase op 115 man Overheidsinitiatief Het past bij deze gelegenheid er aan te herinneren dat de SP aan gaande het overheidsinitiatief niet bij de pakken is blijven zitten. Eer der al dit jaar werd de fietsenfab- riek Flandria door de staat overge nomen. Dit nieuwe initiatief dat door Mare Galle en zijn medewer kers deskundig werd voorbereid komt tegemoet aan de eis van de vakbonden. Deze hebben al ge zegd dat ze er een voorbeeld voor het overheidsinitiatief zullen van maken. De SP-Federatie Aalst feliciteert in elk geval Mare Galle met deze hoopgevende resultaten. Roger D'Hondt/De Morgen De Vlaamse Deelregering besliste vorige week om een exploitatie maatschappij op te richten voor de N.V. Mondiale te Vilvoorde. De op dracht wordt aan de G.I.M.V. toe vertrouwd. Met de vakverenigingen zal ge praat worden over de tewerkstel ling en de tewerkstellingsvoorwaar- den (verworven rechten...) Indien met de curator van de N.V. Mondiale een akkoord kan worden bereikt binnen een door de Deelre gering vooropgesteld financieel ka der zal de Vlaamse Deelregering overgaan tot de oprichting van een nieuwe maatschappij. Er zal gestreefd worden naar een samenwerking met Muller Pesant langs een kruisgewijze participatie. De onderhandelingsopdracht ter zake wordt eveneens toevertrouwd aan de G.I.M.V. In een latere fase zal onderhandeld worden met mogelijke belangstel lenden uit de privé-sector met het oog op een participatie in de nieu we N.V. Mondiale teneinde te ko men tot een gemengde onderne ming. De Minister van de Vlaamse Gemeenschap Mare Galle werd belast met de uitvoering van deze beslissing. Op 18 april 1980 maakte de Gewestelijke Economische Raad voor Vlaanderen (GERV) aan de Executieve van de Nederland se Gemeenschap en het Vlaamse Gewest zijn advies over betreffende een «technische nota: Belgische Ontwikkelingsge bieden» van de Commissie van de Europese Gemeenschap pen, meer bepaald over de afbakening van ontwikkelingszones in Vlaanderen. In het laatst verschenen nummer 28, van de GERV-Berichten wordt dit advies gepubliceerd. In het kort komen de onderzoekscriteria neer op het volgende. Oorspronkelijk, met name in de bepalingen van de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie en de adviezen van de GERV terzake van 1971, 1972 en 1973, werd het accent gelegd op het wegwerken van inkomensverschillen tussen de regio's. Nu wordt het accent echter verschoven op de werkgelegenheidsbehoefte en dit zal in de toekomst wel licht nog meer het geval zijn. In deze optiek wordt de sociaal- economische situatie van de Vlaamse subregio's beoordeeld aan de hand van het voorziene werkgelegenheidstekort in 1985 en van het relatief laag inkomensniveau. Bij de beoordeling van de inkomens- en werkgelegenheidssituatie per arrondisse ment werden volgende drempel voorwaarden genomen: als arrondissementen met een laag inkomensniveau wor den beschouwd deze waar het gemiddeld belastbaar inkomen 10% lager ligt dan het Rijksgemiddelde; als belangrijke werkgelegenheidsbehoeften worden be schouwd deze welke minstens 20% hoger liggen dan het Rijksgemiddelde. Hierna volgt het advies van de GERV betreffende de opname van de arrondissementen Aalst en Oudenaarde als economi sche ontwikkelingsgebieden. Wat betreft de economische structuur en de toekomstige werkgelegenheidssituatie komt het ARRONDISSEMENT AALST bijzonder zwak naar voren. De werkgelegenheidsbe hoefte lag in 1977 al meer dan 20% boven het Rijksgemiddelde evenals de werkloosheidsgraad. Het negatieve migratiesaldo en de vrij omvangrijke pendel beinvloeden sterk de ongunstige werkgelegenheidssituatie. Bovendien ligt het gemiddeld inko men per inwoner in het arrondissement Aalst nog bijna 6% onder het rijksgemiddelde niettegenstaande mag aangenomen worden dat de inkomens verdiend door de pendelaars, meestal naar Brussel, het gemiddeld inkomen van het arrondissement naar boven trekken. Daarnaast was het globaal verlies aan tewerkstelling eveneens zeer groot (meer dan 20% boven het rijksgemiddelde) en dat hoofdzakelijk in de industrie (tussen 1974 en 1978 ging 19,3% van de totale industriële tewerkstel ling verloren). Het feit dat de industriële werkgelegenheid voor 43% verzekerd wordt door de sectoren textiel en kleding vormt bovendien een ernstige structurele moeilijkheid, vooral voor de toekomst. Het ARRONDISSEMENT OUDENAARDE wordt gekenmerkt door een betrekkelijk laag inkomensniveau, maar die op het vlak van de berekende verwachte werkgelegenheidsbehoefte voor 1985 de vooropgestelde drempel niet bereikt. De zeer ongunstige werkgelegenheidssituatie in het arrondissement is frappant. Tussen 1974 en 1978 ging 7,7% van de totale RSZ- tewerkstelling verloren. Dit globaal verlies aan werkgelegen heid is in hoofdzaak gesitueerd in de industriële sector, net als het arrondissement Aalst tenandere. Voor de periode 1974- 1978 kende Oudenaarde een verlies aan industriële werkgele genheid van meer dan 20% (voor Vlaanderen was dit 13,9%). Binnen de industriële sector concentreert het tewerkstellings- verlies zich in de subsectoren textiel en confectie, in casu Oudenaarde ruim 95%. Het arrondissement blijft voor een groot deel van de tewerk stelling nog afhankelijk van de zogenaamde regressieve secto ren kleding en textiel (33% van de totale tewerkstelling en 65% van de industriële tewerkstelling). Verder moet er naast de ongunstige werkgelegenheidsstructuur en -situatie ook reke ning gehouden worden met de negatieve migratiecijfers, de belangrijke sociaal onverantwoorde pendel en de vrij ernstige werkgelegenheidsbehoefte. Hopelijk brengen de adviezen van de GERV concrete over heidsmaatregelen met zich mee die leiden tot een herwaarde ring en sociaal-economische herstructurering van onze be dreigde arrondissementen Aalst en Oudenaarde. (GERV-Berichten, nr. 28, 1980 (4), blz. 9-68) Chris Vancoppenolle dd. federaal secretaris Vri jdag 21 november in het Achturenhuis. Stationsstraat te Dender leeuw om 20 uur Ter voorbereiding van het Nationaal Congres rond dit thema van 22 en 23 november in het A.Z. te Gent. Inleiders: Dr. L. Tielemans, directeur van het A.Z. van de VUB. Prof. E. Vermeersch. van de R.U.G. Dr. N. Van Larebeke, medewerker aan het Provinciaal Instituut voor Hygiëne van Brabant. Lees p. 2 Lees p. 6 Lees p. 6-7 Lees p. 7

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1980 | | pagina 1