Mare Galle haalt voorstel
door deelregering
ABVV EN
ACV SAMEN:
De restauratie van de Wilder molen
WEEKBLAD
Succesrijk bal Van Der Niepen
«Krachtlijnen voor een
tewerkstellingsbeleid»
SP-CONGRES
«Onderwijs en Wetenschappelijk
onderzoek»
ONTWERP AFVAL WET GOEDGEKEURT
APPELTERRE-E1CHEM
Zaterdag 28 maart 1981 om 10 uur
Gent, Congressenpaleis (Stadspark)
Voorzitters:
Jef Ramaekers
Denise De Weerdt
De militanten worden opgeroepen om zo talrijk mogelijk aan
dit congres deel te nemen
Het ontstaan
van de
korenwindmolen
Tewerkstelling
Vrijdag 27 maart 1981
43* jaargang nr. 13
Weekblad van de S.P.
Zoals bekend werd gemaakt via de
media is op maandag 23 maart 1981 het
ontwerp van decreet van minister Mare
Galle betreffende de afvalstoffen, door
de Vlaamse deelregering goedgekeurd.
Hierbij dient aangestipt dat de Vlaamse
Gemeenschap de eerste in België is die
zich in orde stelt met de E.E.G.-richtlij
nen; tegen België loo'pt op dit ogenblik
een procedure wegens niet-naleving van
de E.E.G.-richtlijnen van 15.7.1975
waarbij de lidstaten werd opgedragen
zich binnen de 24 maanden wettelijk in
regel te stellen wat de afvalstoffen be
treft, wat de richtlijnen over afvalolie en
specifieke afvalstoffen aangaat en het
verdrag van Oslo inzake het storten van
afval in zee toe te passen.
Belangrijkste elementen van het afval-
decreet:
de meldingsplicht: eenieder die afval
stoffen produceert, met uitzondering
van huishoudelijk afval, moet dit melden
aan de afvalmaatschappij; het is verbo
den afvalstoffen achter te laten.
De Vlaamse Deelregering kan de pro-
duktie van afvalstoffen die moeilijk te
verwijderen zijn of waarvan de verwij
dering te duur uitvalt reglementeren en
verbieden.
databank-afvalbeurs: de afvalmaat
schappij moet een afvaldatabank op
richten waarin alle gegevens (waarvoor
de meldingsplicht zorgt) inzake afval
gekontroleerd worden; deze databank
heeft terminals bij de Gewestelijke Ont
wikkelingsmaatschappijen. Het be
drijfsleven zal via de dienst afvalbeurs
geïnformeerd worden over de aard en
hoeveelheid van afvalgrondstoffenpro-
duktie. Deze grondstoffen zullen wor
den verkocht.
afvalplan: in samenwerking met de
GOM's zal via een demokratische pro
cedure een globaal afvalplan voor
Vlaanderen worden opgesteld. Dit plan
zal verordenend zijn en bepalen waar en
hoe de verwerking van afval moet ge
beuren op basis van een analyse van
produktie en verwerking van afval. Dit
afvalplan zal door de Vlaamse Deelre
gering worden vastgesteld.
de afvalstoffenmaatschappij: zal als
taak hebben het opstellen van een plan;
het bouwen van installaties, de controle
op het toezicht van de oprichting van
een afvalbeurs en databank.
Via heffingen (Europese richtlijn: de
vervuiler betaalt!) zal de maatschappij
na enkele jaren een belangrijk deel van
haar aerkmiddelen bekomen.
De maatschappij zal in de plaats treden
van bedrijven en gemeenten op hun
verzoek of als ze in gebreke blijven.
controle en toezicht: zal gebeuren
door de ambtenaren van de afvalmaat
schappij; deze aangeduid door de
Vlaamse Deelregering (met recht van
toegang) en deze aangeduid door de
burgemeesters alsook door de officieren
van de gerechtelijke politie.
strafmaatregelen: voor het overtre
den van de bepalingen van het afvalde-
kreet of voor het verhinderen van con
trole zijn straffen voorzien in de vorm
van gevangenisstraffen van acht dagen
tot één jaar en boetes van 100 tot
100.000 fr. (x 50)
Bij herhaling van overtreding binnen de
drie jaar wordt de maximumstraf ver
dubbeld (dus 200.000 x 50 10 miljoen
frank).
Tegenover de stijgende werkloosheid
moet een aktieve tewerkstellingspoli
tiek geplaatst worden. Een verder door
zetten van deze situatie dreigt niet al
leen de fundamenten van onze ekono-
mie, maar ook van onze demokratie aan
te tasten, dat zeggen ABVV en ACV in
een gemeenschappelijke nota, opge
steld naar aanleiding van de N.A.K.
Men spreekt zich uit voor een politiek
gericht op heropleving van onze ekono-
mie rond 4 centrale thema's:
de versterking van de solidariteit
(o.a. vermindering van de arbeids
duur en rechtvaardiger verdeling
van het beschikbare werk)
voorrang aan de tewerkstelling door
steun aan de groei
hervorming van de produktieve
sektoren
demokratisering van de ekonomie.
Een aktief tewerkstellingsbeleid vormt
hierbij een hoofdfaktor voor de onder-
steuning van de vraag. In de huidige
context is het echter noodzakelijk dat
binnenlandse vraag georiënteerd wordt
naar produkties van goederen en dien
sten die zowel de nationale produktieve
strukturen versterken als het gewicht
verzachten van de invoer (met gunstige
invloed op de betalingsbalans). We
moeten deze heroriëntering van het ver
bruik bekijken vanuit de optie voor een
kwalitatief konsumptiemodel, zeggen
beide vakbonden. De kwaliteit van de
produkten (vb. duurzame i.p.v. weg-
werpprodukten en de kwaliteit van het
leven vb. via beter openbaar vervoer)
staan hierbij centraal.
Deze heropleving van de selektieve
groei vraagt een politiek, waarvoor niet
alleen op nationaal maar ook op provin
ciaal (via GOMOV) en gewestelijk (vb.
S.T.C.'s) vlak een bijdrage kan gele
verd worden.
Men denkt hierbij aan:
een programma voor rationeel ener
gieverbruik (vb. stadsverwarming
via huisvuilverbranding)
een inspanning tot renovatie van het
patrimonium (vb. stadskernvernieu
wing, vernieuwbouw) die naast een
positieve ekonomische weerslag te
vens een verbetering van de kwali
teit van het leven tot gevolg kan
hebben
Zoals we u beloofden in Voor Allen»
van 27 februari jongstleden, volgt hier
dan een woordje uitleg over de Wilder-
molen, met erbij aansluitend een brok
geschiedenis over het malen en bakken
in het algemeen en de windkorenmolen
in het bijzonder.
Zoals iedereen wel weet is de Wilder-
molen enkele jaren terug «geklas
seerd». Dit brengt natuurlijk verplich
tingen met zich mee, zowel voor de
stad, de provincie als de staat.
De stad Ninove heeft voor dit jaar het
initiatief genomen om een aanvang te
maken met de broodnodige restauratie
en heeft deze uitgave dan ook voorzien
in zijn begroting. Zoals het steeds ge
beurt baseert men zich hierbij op een
raming van de kostprijs, die hier geluk
kig, zoals uit de aanbestedingen is ge
bleken, nogal aan de hoge kant lag.
Voor iets minder dan de helft van wat
voor dit jaar was voorzien in de begro
ting, kon onze molen gerestaureerd
worden.
Het door de stad bij te dragen deel
(20%) bedraagt 185.000 fr., alles hangt
nu nog af van het departement van
mevr. De Bakker om het licht op groen
te zetten, en het nodige «steentje» bij te
dragen.
De Wildermolen is aangekocht gewor
den te Elingen bij Halle door Adriaan
D'Hauwer, die hem optimmerde in
1801.
Deze molen is een korenwindmolen en
meer bepaald wat men een wipmolen
noemt. Sedert 1953 wordt er niet meer
mee gemaald. Dat zijn toestand er niet
is op verbeterd moge blijken op bijge
voegde foto's.
Het koren bevat alles wat men als
voortreffelijk voedsel kon beschouwen
maar de graankorrel is niet direkt als
dusdanig bruikbaar. Daartoe is een
voorafgaande bewerking nodig.
Voor men er toe gekomen is het als
meel te gebruiken voor het bakken van
brood, is er heel wat tijd overheen
gegaan. De eenvoudigste vorm van ver
bruiken bestond erin de graankorrels te
breken en ze tot brij te koken, van deze
brij bakte men dan een soort koeken.
Hoe men dan nadien is overgestapt tot
de bereiding van brood uit meeldeeg
onder bijvoeging van een gistsubstantie
is niet bekend. Feit is dat de eerste
broden meer de gedaante hadden van
platte koeken (vandaar geschriften over
het breken van het brood in het laatste
avondmaal bijvoorbeeld).
De beschaving, zou men kunnen zeg-
Willy Vernimmen hield een korte
hulde bij de overhandiging van de
nieuwe vlag voor de gepensioneerden.
Onder de aanwezigen bemerken
wij eveneens senator De Smeyter.
gen, is even oud als het broodbakken.
Het nomadenleven nam er een einde
men deed aan graanbouw en bakte
broden om in zijn levensonderhoud te
voorzien.
Met de ontwikkeling van het maat
schappelijk leven en het wonen in dor
pen en steden veranderde stilaan het
malen en bakken van een typisch huise
lijke bezigheid naar een beroepsbezig
heid. Bij de oude Grieken en bij de
Romeinen had men reeds evengoed
bakkers als bij ons maar molenaars
kende men er nog niet. In iédere bakke
rij stond een door ofwel mensen of
dieren aangedreven molen die het graan
tot meel maalden. Eerst later werden
beide beroepen gescheiden en ontston
den afzonderlijke molenaars.
Laat ons nu het malen, een zuiver
mechanische bewerking, even onder de
loupe nemen.
Als wij van de oude volken lezen dat zij
hun graan tussen twee stenen fijn maak
ten, denken wij er misschien niet zo
direkt aan dat wij in de grond nog steeds
hetzelfde doen.
Een der oudste hulpmiddelen schijnt
geweest te zijn dat men de graankorrels,
zoals wij met koffie doen, brandde om
ze des te gemakkelijker tot poeder te
kunnen stampen. Eigenlijk brood kon
er echter op deze wijze niet van komen.
Toen men geleerd had brood van gegist
meel te maken, moest men het graan
ongebrand fijn malen. Wegens de taai
heid ervan was het fijnstampen geen
oplossing, verbrijzelen door wrijving
was het enige middel. Hiertoe gebruikte
men handmolens (reeds in de Odyssea
van Homerus f vermeld). De vorm
(waarschijnlijk de oudste) van deze toe
stellen doet nog denken aan vijzels en
stampers. Mettertijd ontstonden echter
doelmatiger toestellen.
Bij het opgraven van een bakkerij te
Pompei, heeft men maaltoestellen ge
vonden die doen denken aan onze vroe
gere koffiemolens, mechanische buil-
toestellen kende men in de oudheid niet
en men kan zich voorstellen hoeveel
bakkersknechten dagelijks aan het werk
waren om het meel te ziften, dat nodig
was om een stad als Rome bvb. van
brood te voorzien.
Reeds vroeg schijnt men zich van trek
dieren, tot het ronddraaien van de
maaltoestellen bediend te hebben. La
ter is men ertoe gekomen de kracht van
stromend water te gebruiken. Ongeveer
ten tijde van het begin van onze tijdre
kening, onder keizer Augustus, werd te
Rome de eerste watermolen vervaar
digd en als een groot wonder aange
gaapt. Het duurde nog meer dan drie
eeuwen eer de watermolens in de om
trek van Rome algemeen in gebruik
waren. Windmolens waren aan de Ro
meinen totaal onbekend. Zij ontston
den in Europa eerst in het midden van
de elfde eeuw en ze zijn naar het schijnt
afkomstig uit het Oosten. In een frans
plaatwerk uit de 16e eeuw vindt men
een afbeelding van een molen waaruit
blijkt dat reeds destijds, ook toen men
zich nog van handmolens bediende, het
werk reeds over verschillende verdie
pingen verdeeld was. In het midden van
die eeuw onderging het molenwerk een
eerste grote verbetering daar men er het
huilwerk met zijn toebehoren bij
plaatste.
Het builen heeft tot doel uit het fijn
verdeelde meel de zemelen en andere
minder fijne stoffen te verwijderen en
daarna het meel volgens de kleur en de
graad van fijnheid in soorten te verde
len. Laat ons nu maar eens kijken hoe
een korenwindmolen er in feite uitziet
(zie figuur 1).
Bij de windkorenmolens ligt boven in
de zogenaamde kap een zware as, aan
wiens uiteinde aan de ene kant de
wieken zijn bevestigd. Zij rust aan de
voorkant van de molen in een kussen en
steunt met het achtereinde in een pot.
Gewoonlijk helt zij onder een hoek van
10 a 18° op de horizon. De rede daar
voor is de weids verspreide mening dat
de luchtstroming niet horizontaal maar
onder een kleine hoek met de horizon
bewegen.
Men beoogt echter met de hellende
stand van de as nog een ander doel, met
name de wieken van de molen verder
van de onderbouw van de molen te
verwijderen om deze breder te kunnen
uitbouwen, wat de stabiliteit natuurlijk
ten goede komt.
Loodrecht op de as staan twee roeden
die mekaar kruisen onder een rechte
hoek en achter mekaar zijn geplaatst.
Lees door pag. 2
een grondige verbetering van het
openbaar vervoer
stimuleren van technologische
sektoren
selektieve opvoering van openbare
investeringen
ontwikkeling van door de overheid
opgelegde normen (isolatie, veilig-
heidsduurzaamheidsnormen enz...)
Het spreekt vanzelf dat aan deze ekono
mische politieke optie een aktief ingrij
pen op de arbeidsmarkt noodzakelijk
maakt. Een stelselmatige inspanning
om het opleidingsniveau van de werk
zoekende te verbeteren dringt zich op.
Hiervoor moeten de beroepsopleiding
in de R.V.A. een belangrijker rol
spelen.
Het spreekt vanzelf zo stelt men verder,
dat bovenstaande opties zich moeten
concretiseren naargelang de verschillen
de noden van de gewesten in Oost-
Vlaanderen.
Er werd vooral aandacht besteed aan de
veranderingen in de werkloosheidsre
glementering. A.B.V.V. en A.C.V.
veroordelen elke jacht op werklozen en
menen dat prioriteit moet gegeven wor
den aan een echt tewerkstellingsbeleid.
In dit kader beslisten zij om gemeen
schappelijk een reeks initiatieven te
nemen in de verschillende gewesten van
Oost-Vlaanderen.
In alle subregionale tewerkstellingsco-
mité's zal een duidelijke evaluatie ge
maakt worden van de werking. Aan het
echte doel. stimuleren van de tewerk
stelling, schieten ze immers te dikwijls
voorbij. Zo worden zij al teveel herleid
tot organen om de werkgevers te laten
ontsnappen aan bepaalde wettelijke
verplichtingen (vervanging brugpen
sioen door jongeren, stagiaires, enz...),
zo wordt vastgesteld in het gemeen
schappelijk communiqué.
Tevens wil men dat in de verschillende
gewestelijke burqaus van de R.V.A. de
arbeidsbemiddeling aktiever wordt aan
gepakt. In dit kader zullen zij de idee
van job-infobeurzen overal propageren.
Met de gewestelijke arbeidsinspekteurs
zal men een onderhoud hebben over de
wijziging van de reglementering. Men
wijst erop dat de toepassingen van arti
kel 143 in verband met langdurige werk
lozen in de huidige conjunktuur funda
menteel onrechtvaardig is. Bovendien
wordt elke voorafgaande diskussie met
de vakbonden uitgesloten door afschaf
fing van de Commissice van Advies, wat
de willekeur van de uitsluiting nog ver
hoogt.
Redaktie Administratie Publiciteit: Houtmarkt, nr. I 9300 AALST
TEL. 053-70.51.51 - Postrekening nr. 000-0952464-21
Maandabonnement: 40 F - Jaarabonnement: 450 F
Verantwoordelijke uitgever: Willie Vernimmen. Houtmarkt 19300 AALST
VERSCHIJNT IN ALLE GEMEENTEN VAN HET ARRONDISSEMENT