TWEEJAARLIJKS NATIONAAL CONGRES VAN CSC-VORMINGSWERK «SLEUTEL MEE AAN JE GEMEENTE» P AKKOORD MET HET PLAN VAN DE ARBEID? Rijksschool DrO vide Decroly in de kijker OP 13 SEPTEMBER AAN DE GAVERS TE GERAARDSBERGEN Stijlvolle herdenking BERICHT AAN DE SP-AFDELINGEN TOMBOLA EMILE VANDER VELDE Een dagje uit met de familie De SP-afdelingen wor den verzocht zo spoedig mogelijk de verkoch te loten af te rekenen (80 frank per boekje). Het bedrag dient gestort op rekening 870- 0001030-26 van CSC-Vormingswerk, Hout markt 1 te 9300 Aalst. De resterende loten moeten ten laatste terug in het bezit der federatie zijn op maandag 15 juni 1981. Na die datum worden er geen overschotten meer aanvaard, en is de afdeling verplicht deze voor haar rekening te nemen. N.B.: de verkochte loten kunnen ook persoon lijk vereffend worden op het federaal secreta riaat. Freddy Van den Bossche federaal penningmeester Redaktie - Administratie - Publiciteit: Houtmarkt 1 te 9300 AALST Tel.: 053/70.51.51 - Postrekeningnr. 000-0952464-21 Maandabonnement: 40 fr. - Jaarabonnement: 450 fr. Verantwoordelijke uitgever: Willy Vernimmen, Houtmarkt 1, 9300 Aalst vrijdag 5 juni 1981 43° jaargang nr. 23 Weekblad van de S.P Partijvoorzitter Karei Van Miert had er aan gehouden op dit congres het woord te voeren over de rol en de betekenis van CSC. Op zaterdag 23 mei laatstleden had in het Westvlaamse Deerlijk het tweejaarlijks landelijk congres van CSC-Vormingswerk plaats. De fe deratie Aalst was, alle omstandig heden in acht genomen (een plots overlijden en een aantal veront schuldigingen), relatief goed ver tegenwoordigd. De afdelingen Ni- nove en Erpe-Mere verdienen ech ter een speciale pluim voor hun aanwezigheid. En sorry, we waren bijna Zottegem vergeten. Persoon lijk vinden we het echter betreu renswaardig dat niemand van Aalst, nochtans de grootste stad van de federatie, en met niet min der dan 8 CSC-kringen (de buiten gemeenten inbegrepen) in het Cul tureel Centrum te Deerlijk was op gedaagd. Het betrof nochtans een materie met een bijzonder grote impact en belangrijkheid in het vooruitzicht van de gemeente raadsverkiezingen van 1982. Maar kom, terug naar het congres. Na een welkomstwoord en een kor te situering van het congres door voorzitter van CSC-Vormingswerk volksvertegenwoordiger Eddy Bal- dewijns gaven landelijk secretaris (of directeur volgens de nieuwste terminologie) Freddy Van den Bos sche en stafmedewerker Martine Lemonnier respectievelijk een overzicht van de inhoud van het actieplatform «Sleutel mee aan je gemeente», en een inhoudelijke toelichting bij de werkgroepen van de namiddag rond «Functie en op drachten van een CSC-afdeling in het lokale cultuurgebeuren». De socialistische welzijnspolitiek heeft in eerste instantie betrekking op het streven naar gelijkheid van burgers in rechten en kansen, maar ook het streven naar zelfbestuur en medezeggenschap van de burgers in hun woon- en werksituatie en op socio-cultureel vlak. De lokale overheid moet richting geven aan dit streven. Achterge stelde groepen dienen meer kansen te krijgen door het nemen van algemene structurele en specifieke beleidsmaatregelen voor verschil lende sectoren en op verschillende terreinen. Deze beleidsmaatrege len moeten geschraagd worden door de steun en inbreng van de basis. Het is hier dat de plaatselijke CSC-afdelingen een daadwerkelij ke bijdrage kunnen leveren. De bedoeling is immers als afdeling van CSC-Vormingswerk te ijveren naar in de eerste plaats een socialis tisch cultuurbeleid in elke gemeen te, maar waarbij ook andere aspec ten van het maatschappelijk leven geenszins uit de weg mogen gegaan worden. Chris VANCOPPENOLLE Gew. secretaris CSC lees door p. 2 m. Landelijk secretaris Freddy Van den Bossche tijdens zijn voorstelling van het actieplatform. Tot op heden is er weinig pro of contra repliek geweest op het «Plan van de Arbeid» dat door onze partij bij monde van haar voorzitter K. Van Miert, op 1 mei werd gelan ceerd en in onze «Voor Allen» praktisch in extenso werd afge drukt. Valt er dan zo weinig over te zeggen of is iedereen akkoord met de verschillende voorstellen die in het plan werden gedaan? Bij de publikatie en bespreking in de dag bladen refereerden sommigen naar het toenmalige «Plan de Man» als een vb. van een socialistisch alter natief op de krisis. Het huidige plan lijkt mij in die mate verschillend dat we er (noodgedwongen?) in aanvaarden dat we leven in een «kapitalistisch markt economisch stelsel». Betekent dit dat wij niet langer meer vertrekken vanuit een marxistische visie op de economi sche waarden? We kunnen de val len ook even omdraaien en voorop stellen dat de partij meer is gaan rekening houden met de realiteit. Het «plan van de arbeid» lijkt mij in elk geval dichter bij deze laatste visie te zitten dan bij elke andere. «Wat wij voortaan voorstaan, zo zegt het plan, is enerzijds een selek- tieve matiging van de konsumptie en anderzijds gelijktijdig een om buiging van ons konsumptiepa- troon in de richting van maatschap pelijk verantwoorde behoeften». In hoeverre zijn wij socialisten in staat de konsumptie als economisch mid del af te bouwen, wat betekenen de investeringen in sociale behoeften. De kans is groot dat de vrije markt economie zich gaat toespitsen op de produktie van deze middelen. De vraag stelt zich dan ook: hoe kun nen wij als socialisten van de gele genheid gebruik maken om deze liberale visie op het verbruik van de goederen te dwarsbomen. De over- heidsholding, die zelf in de produk tie van goederen kan investeren, hebben we nog niet gerealiseerd. We moeten ons beperken tot parti cipatiepraktijken die weliswaar hun nut hebben in de vrijwaring van de werkgelegenheid voor sommige be drijven maar waarmede we niet kunnen doorstoten naar de top. Het nieuw industrieel beleid kun nen we misschien aangrijpen om meer gericht in de economische weegschaal te werpen. Alleen al dat aspekt, dat we medezeggings kracht en beslissingsrecht zouden verwerven in dit nieuwsoortig be leid, kan er ons toe verleiden te participeren in een regering. De steun vanuit de regering naar de bedrijven toe mag zich niet beper ken tot een positief tewerkstellings- effekt. Een systeem van kontrole moet gelijktijdig met de steunmaat regelen worden ingebouwd. Het lijkt mij een kordater standpunt dan alleen maar te gewagen van struktuurhervormingen Het «plan van de arbeid» pleit verder voor een uitgebreid pro gramma van arbeidscreërende in vesteringen in de sector van de gemeenschapvoorzieningen. Meer bepaald de spitssectoren als de tele communicatie trekken daarin dë aandacht. De overheid moet hierin haar rol ten volle spelen door deze sectoren globaal naar zich toe te trekken. Gelukkig maar is de steeds verder lopende privatisering van PTT en RTT afgeremd met de komst van een socialistisch minis ter. Deze overheidsdienst dreigde in zijn totaliteit verloren te gaan onder de druk van private leveran ciers als «Bell Telephone» en ande ren. Het socialistisch plan moet er zich dan ook duidelijk over uitspre ken dat in deze toekomstgerichte sectoren door de staat een meer derheidsparticipatie moet verwor ven worden met een zeer nadruk kelijke beleidslijn. Een ander aspekt in het plan is dat van het prijzenbeleid waarvoor men zich uitspreekt. Een dergelijk prijzenbeleid kan mijns inziens en kel nuttig zijn als de produktiever- houdingen gerespekteerd en dus ook gekontroleerd zouden worden. Het prijzenbeleid zoals het nu wordt toegepast komt wel tegemoet aan een beperking van de winst marges voor de producent maar daar zijn de fundamentele onkos ten van de grondstoffen reeds be paald, niet door de staat maar door de holdings die de goederen be heersen. De grondstoffenpolitiek hebben wij niet in handen. Een poging van de socialisten om via Ibramco vat te krijgen op de grond stoffen stuitte indertijd op hevig verzet van de rechterzijde. Noch tans is dit fundamenteel om een prijsbeheersing te kunnen door voeren. Het «plan van de arbeid» vervat nog veel in details waarover wij zouden kunnen diskutiëren met het oog op een verdere basis voor de politiek van onze partij in de jaren tachtig. Het zou fundamenteel ver keerd zijn als we het debat niet zouden openen. Roger D'Hondt Politiek Secretaris SP Aalst Zaterdag laatstleden beleefde het Rijksonderwijs te Ronse opnieuw een hoogdag. Zoals we vorige week reeds uitvoerig konden berichten stond de hele dag in het teken van de Decroly-herdenking. In aanwezigheid van Minister Caluwaert en Minister van State P. Vermeylen en tal van prominenten werd vooreerst de eerste afstempeling van de postzegel uitgevoerd, waarna een bezoek werd gebracht aan het geboortehuis van de Ronsische psyco-pedagoog. Op het stadhuis werden, tijdens de akademische zitting, origineel opgeluis terd door smaakvolle klavecimbelmuziek, een aantal opgemerkte toespra ken gehouden en dit voor een nokvolle zaal. Minister Callewaert aan het woord tijdens de academische zitting. In zijn slottoespraak onderlijnde Minister van Nationale Opvoeding Willy Calewaert het belang van de figuur Decroly en legde hij ook de link naar het heden. Indien we pogen de fundamentele opvattingen van Decroly over de school samen te vatten, ontdekken wij beginselen die met klem her haald worden in de lopende ver nieuwing van het lager onderwijs: de school moet in eerste instan tie een aktief milieu zijn waar een ruime plaats voor de individuele leerarbeid van het kind wordt inge ruimd, kortom geen «praatschool» maar een «doe-school». Opvoeding en onderwijs moe ten vertrekken uit de wezensken merken van het kind, beantwoor den aan zijn aanleg, ontwikkelings niveau en ontwikkelingstempo. Dus «een school naar de maat van het kind». De school moet zich liefst in volle natuur bevinden om een per manent en levend kontakt met die natuur mogelijk te maken. De opvoeder moet de kinderen zoveel mogelijk eigen initiatieven laten nemen in eigen initiatief en onder eigen verantwoordelijkheid. De onderwijzer staat het kind bij in een dienende, eerder dan in een leidende rol. De Rijksbasisschool te Ronse, de grootste basisschool van ons land met haar franstalige sëktie, krijgt dus voortaan de officiële naam «Rijksschool Dr. Ovide Decroly». Dit is ongetwijfeld een grote eer en meteen een zware opdracht. Wer ken in de Rijksschool Dr. Ovide Decroly betekent niet een pedago gisch museum te creëren. Het bete kent gestalte geven aan die grenze loze en principiële liefde en eerbied voor het kind, wat voor een kind het ook zij, arm of rijk, blank of gekleurd, jongen of meisje. Na de toespraak van Willy Cale waert, begaf het hele gezelschap zich naar het Astridplein, waar Piet Vermeylen het prachtige stand beeld onthulde, waarna W. Cale waert de nieuwe naamplaat van de school voor de aanwezigen zicht baar maakte. Hierna volgde in de gebouwen van de gloednieuwe «Dr. Ovide Decro ly school» de voorstelling van het boek gewijd aan deze beroemde Ronsenaar. Het officiële gedeelte van deze dag werd afgesloten met een receptie en een smaakvol feestmaal. F.V. FEEST VAN VOOR ALLEN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1981 | | pagina 1