De Morgen
Progressief
dagblad voor
Vlaanderen
Federico Garcia Lorca
Tranen voor Ignacio Sanchez Mejias (1935)
1.
2de Cyclus Gemeentebeleid
De hoornstoot
en de dood
2.
Het vergoten
bloed
3.
Bij het lichaam
4.
Afwezige ziel
Vredesboek is af
Bluesmusicus Sam Lightnin' Hopkins
overleden
Tentoonstelling werken van
Jean Breckpot en Harry De Smedt
4 -12 februari 1982 - «Voor Allen»
C.S.C. - Aalst-centrum
C.S.C.-VORMINGSWERK GEWEST AALST
door C.S.C.-Vormingswerk Aalst
Aan mijn lieve vriendin
Encarnación López Jülvez
(Vertaling Mare Galle)
Om vijf uur na de middag.
Het was precies vijf uur na de
middag.
Een knaap bracht het witte laken
Om vijf uur na de middag.
Een mand met kalk stond al klaar
Om vijf uur na de middag.
De rest was dood en alleen maar
dood
Oin vijf uur na de middag.
De wind joeg vlokken watten op
Om vijf uur na de middag.
En zuurstof zaaide kristal en nikkel
Om vijf uur na de middag.
De duif en de luipaard vechten al
Om vijf uur na de middag.
En een dij met een troosteloze
hoorn
Om vijf uur na de middag.
De zware klok begon te bonzen
Om vijf uur na de middag.
De klokken van arsenicum en rook
Om vijf uur na de middag.
Om de hoeken groepen van stilte
Om vijf uur na de middag.
En de stier alleen hoog het hart!
Om vijf uur na de middag.
Toen het sneeuwzweet uitbrak
Om vijf uur na de middag.
Toen de arena volliep met jodium,
Om vijf uur na de middag.
Legde de dood haar eieren in de
wonde
Om vijf uur na de middag.
Om vijf uur na de middag.
Om vijf uur precies na de middag.
Een doodskist op wielen is zijn bed
Om vijf uur na de middag.
Botten en fluiten klinken in zijn oor
Om vijf uur na de middag.
De stier loeide al langs zijn gezicht
Om vijf uur na de middag.
De kamer kreeg alle kleuren van de
doodstrijd
Om vijf uur na de middag.
In de verte nadert al het koudvuur
Om vijf uur na de middag.
De leliehoorn door de groene
liezen
Om vijf uur na de middag.
De wonden gloeiden als zonnen
Om vijf uur na de middag.
En de menigte gooide de ruiten
stuk.
Om vijf uur na de middag.
Om vijf uur na de middag.
Ai! Vreselijke vijf na de middag!
Het was vijf uur op alle klokken!
Het was vijf uur in de schaduw van
de middag!
Neen, ik wil het niet zien!
Zeg aan de maan dat ze kome,
Want ik wil Ignacio's bloed niet
zien
Op het zand
Neen, ik wil het niet zien!
De maan wijd open.
Paard van rustige wolken,
En de arena grijs van droom
Met treurwilgen rondom
Dat ik het niet wil zien!
Nu mijn herinnering opbrandt
Dat men het zegge aan de jas
mijnen
Met hun kleine blankheid!
Dat ik het niet wil zien!
De koe van de oude wereld
Ging met haar droeve tong
Over de muil van bloed
Vergoten in het zand,
En de stieren van Guisando,
Bijna dood en bijna steen,
Loeiden als twee eeuwen
Moe van het stampen op de aarde.
Neen.
Dat ik het niet wil zien!
Over de gradinen klimt Ignacio
Met heel zijn dood op de schou
ders.
Hij zoekt de dageraad,
En er was geen dageraad.
Hij zoekt zijn juiste profiel
En de droom leidt hem af.
Hij zocht zijn mooie lichaam
En vondt zijn open bloed.
Zeg me niet dat ik ga kijken!
Ik wil de straal niet voelen
Die telkens zwakker wordt;
Die straal die de zitplaatsen verlicht
En dan neerstort op fluweel en
leder
Van de vurig verlangende menigte.
Wie roept daar dat ik komen moet!
Zeg me niet dat ik ga kijken!
Zijn ogen sloten zich niet
Toen hij de hoorns dichtbij zag.
Maar de verschrikkelijke moeders
Hieven het hoofd op.
En door de stierenfokkerijen,
Waaiden geheime stemmen
Roepend naar hemelse stieren,
Herders van bleke mist.
Geen prins van Sevilla
Kan de vergelijking met hem door
staan,
Geen degen zoals zijn degen,
Geen hart zoals het zijne vol vuur.
Zijn wonderbaarlijke kracht
Een stroom van leeuwen
En zijn oordeel afgetekend.
Als een marmeren torso.
Zijn houding van het Andalusische
Rome
Verguldt hem het hoofd
Waar zijn lach nardus was
Van geestigheid en intelligentie.
Wat een groot stierenvechter in de
arena!
Wat een goed bergbewoner in de
Sierra!
Hoe zacht was hij met de kore
naren!
Hoe hard met de sporen!
Hoe teder met de dauw!
Hoe verblindend op de feria!
Hoe geducht met de laatste
Banderilla's van de nacht!
Maar nu slaapt hij al zonder einde
Het mos en het gras openen al
Met zekere vingers de bloem van
hun doodskop
En zijn bloed komt al zingend aan:
Zingend door moerassen en
weiden,
Glijdend langs verstijfde hoorns,
Wankelend zonder ziel door de
mist,
Struikelend tegen duizend gesple
ten hoeven
Als een lange, duistere, droeve
tong.
Uitlopend in een plas van doods
angst
Bij de Guadalquivir van de sterren,
O witte Spaanse muur!
O zwarte stier van smart!
O harde bloed van Ignacio!
O nachtegaal van zijn aders!
Neen.
Dat ik het niet wil zien!
Want er is geen kelk die hertfevat.
Er zijn geen zwaluwen die het
drinken
Er is geen rijp van licht die het
koelt,
Er is geen lied of stroom van witte
lelies
Er is geen kristal dat het met zilver
kan dekken.
Neen.
Dat ik het niet wil zien!!
De steen is een voorhoofd waar drom.ii kermen
Zonder gekronkeld water of bevroren cypressen
De steen is een rug om de tijd te dragen
Met bomen van tranen en linten en planeten.
Ik heb grijze regens zien waaien naar de golven,
Met de tedere doorzeefde armen omhoog.
Om niet bejaagd te worden door de verlengde steen
Die hun leden losmaakt zonder het bloed te drinken.
Want de steen grijpt zaden en wolken,
Geraamten van leeuweriken en schemerwolven,
Maar hij heeft geen klank, geen kristal of vuur,
Wel arena's en arena's en nog arena's zonder muren.
Nu ligt de hooggeboren Ignacio op de steen,
Het is voltooid, wat gebeurt er? Aanschouw zijn gelaat,
De dood heeft het bedekt met bleke zwavels
En gaf hem het hoofd van een donkere minotaurus.
Alles is voorbij. De regen dringt door zijn mond
De lucht verlaat als gek zijn ingevallen borst,
En de Liefde, doordrenkt met tranen van sneeuw!
Wamrt zich aan de toppen van de süerenfokkerijen.
Wat zeggen ze? Een stilte vol stank slaat neer.
We staan bij een lichaam dat wegdoezelt,
Bij een doorzichtige vorm, vroeger vol nachtegalen,
Die zich vult met gaten zonder bodem.
Wie verkreukelt het doodskleed? Het is niet waar wat hij zegt!
Hier zingt niemand, niemand weent in een hoek,
Niemand geeft de sporen, niemand verjaagt het serpent:
Hier wil ik niets anders dan ronde ogen
Om dit lichaam te zien dat niet kan rusten.
Ik wil hier de mannen zien met krachtige stem.
Zij die paarden temmen en de rivieren beheersen:
De mannen met klinkend skelet en die zingen
Met een mond vol zon en vuursteen.
Hier wil ik ze zien, vóór de steen.
Vóór dit lichaam met gebroken teugels.
Ik wil dat ze me tonen waarlangs hij kan weggaan.
Deze kapitein die door de dood wordt vastgehouden.
Ik wil dat ze me leren een klacht als een rivier
Die zachte nevels heeft en diepe oevers,
Om Ignacio's lichaam mee te nemen, en dat het zich verlieze
Zonder te luisteren naar het dubbel snuiven der stieren.
Laat het zich verliezen in de ronde arena van de maan,
Die als troosteloze sikkel is, veinst een onbeweeglijke vechtstier te zijn;
Dat het zich verlieze in de nacht zonder zang van vissen
En in het witte struikgewas van bevroren damp.
Ik wil niet dat zijn gelaat bedekt wordt met doeken
Opdat het zich wenne aan de dood die het draagt.
Ga, Ignacio: je hoort het hete geloei niet meer
Slaap, vlieg en rust: ook de zee gaat dood!
Ze kennen je niet, de stier en de vijgeboom,
De paarden of de mieren in je huis,
Ze kennen je niet, het kind en de avond
Omdat je dood bent voor altijd.
Ze kennen je niet, de rug van de steen,
Het zwarte satijn waarin je wordt vernield,
Ze kent je niet, je verstomde herinnering,
Omdat je dood bent voor altijd.
De herfst zal komen met caracollen,
met druiven van mist en verzamelde bergen
Maar niemand zal naar je ogen willen kijken
Omdat je dood bent voor altijd.
Omdat je dood bent voor altijd,
Zoals alle doden van de Aarde,
Zoals alle doden die vergeten zijn
In een hoop van uitgedoofde honden.
Niemand kent je. Neen. Maar ik bezing je.
Ik bezing voor hen die komen, je profiel en gratie.
De vermaarde rijpheid van je verstand.
Je hunker naar de dood en naar de smaak van zijn mond.
De droefheid op de bodem van je dappere vreugde.
Lang zal het duren vóór hij geboren wordt, als hij ooit geboren wordt
een Andalusiër zo lichtgevend als hij, zo rijk aan avontuur.
Ik bezing zijn sierlijkheid met wenende woorden
En denk aan een droeve bries door de olijven.
We hielden woord. Onze streefda
tum was eind januari en op 2 fe
bruari was Ons Vredesboek kant en
klaar!
Op donderdag 4 februari overhan
digden de 4 ijverigsten (Moham
med Amri, Chris en Elsie De Man
en Tania Van den Broeck de
mocratisch beslist) Ons Vredes
boek aan onze direkteur die hun en
allen die eraan hadden meegewerkt
van harte proficiat wenste. Hij zei
fier te zijn over de geleverde pres
taties en stelde voor het boek een
dag bij zich te houden om het eens
rustig door te nemen. Mohammed
Amri, de ontwerper van ons titel
blad, kwam op het idee Ons Vre
desboek ter inzage te leggen tijdens
het oudercontact dat 's ande
rendaags (5 februari) in onze school
doorgang zou vinden. De directeur
vond dat uitstekend en zo konden
verschillende ouders, samen met
hun kinderen die fier hun werk
toonden, die avond met Ons Vre
desboek kennis maken.
«Ja, bij de jeugd moet men begin
nen». «Wij zijn fier dat onze kinde
ren daar hebben aan meegewerkt».
«Dat ze in de middenschool hebben
deelgenomen aan een vredespro-
jekt, zal ze heel hun leven bijblij
ven», ziedaar enkele veelzeggende
appreciaties. De leerlingen zelf zijn
verbaasd over het resultaat. Wie
meewerkte, is gelukkig er bij te
zijn, wie er toen niet zoveel voor
voelde, heeft nu spijt... Graag zou
den ze allemaal dat boek kunnen
kopen. Hoe dat te verwezenlijken
is, blijft voorlopig een groot vraag
teken, tenzij Wereldwinkel VA-
KA-afgevaardigden komen Ons
Vredesboek inkijken daar een op
lossing voor vinden...
Ook de vrienden van Het Vredes
boek in Leuven verwachten fotoko
pieën van de teksten om ze te
publiceren in hun Vredesgazet
waarmee ze binnenkort starten. M.
Beek deelde ons telefonisch mee
dat de eerste oplage 200.000
exemplaren zal bedragen! Al wie
voor de vrede is en wie zou dat
niet zijn? zal door hun Vredes
boek ruim geïnformeerd worden.
Wij hebben de Vrienden van het
Vredesboek alvast onze medewer
king toegezegd.
Voor onze school is Ons Vredes
boek een waardevol bezit! Het is
het bewijs van wat leeft onder onze
jonge mensen. Het is een bewijs
van hun mondigheid, van hun be
wustwording i.v.m. het atoomge
vaar, van hun vertrouwen in de
toekomst.
Het woord vooraf werd zorgvuldig
door Elsie De Man (III T Handel)
in haar bijzonder mooie handschrift
neergepend.
De zeer geslaagde tekening van
Richard Breckpot, vader van Elsie
en Peter uit I A, die van 12 tot 15
februari tentoonstelt in de Congres
zaal van het Volkshuis Houtmarkt
Aalst, wordt door iedereen zeer
gewaardeerd en bewonderd.
Het waarom een «Ons Vredes
boek» wordt verwoord door leerlin
gen van ons 4e beroeps op blad 25.
Er zijn niet minder dan 153 bladen,
meestal aan één kant, soms ook
recto verso beschreven, beschil
derd, volgetekend of volgekleefd!
Dat betekent een grote inzet van
velen!
Naast heel wat kopieerwerk (tel
kens met persoonlijke inslag van de
leerling) komen in Ons Vredesboek
ook heel wat zelfgeschreven ge
dichtjes en teksten en composities
vol pittige, sprankelende ideeën
voor!
Ouders, familie of vrienden van de
talrijke medewerkers en allen die
belangstelling mochten hebben
voor Ons Vredesboek kunnen het
elke schooldag (behalve op woens
dag) komen inkijken.
Tijdens ons schoolfeest zullen we
alweer in 't teken van de Vrede,
een happening beleven. Daar hoort
u later nog meer over.
L. Van Den Wijngaerde - Verlé
R.M.S. V Binnenstraat 308
AALST
Op zaterdag 30 januari 1982 over
leed in Houston (USA) de zwarte
bluesmusicus Sam Lightnin' Hop
kins. Hij was samen met John Lee
Hooker en Muddy Mississipi Wa
ters één der uitdragers van de plat
telandsblues (zgn. Countryblues)
die later talrijke rhythm blues-
groepen zou inspireren (o.a. the
Rolling Stones).
Lightnin' Hopkins, geboren in
1912, maakte in 1946 z'n eerste
plaatopname voor het bekende
United Artists-label (toen nog
Aladdin). De grootste hits uit die
periode zijn «Short haired wo
man», «Unsuccesfull blues» en «Gi
ve me central 209».
Net als de meeste oudere bluesmu
zikanten ontstaat er eind jaren vijf
tig een vernieuwde belangstelling
voor z'n werk, maar in tegenstelling
tot tijdgenoten als Waters, Sonny
Boy Williamson of Howlin'Wolf
die verder geëvolueerd waren tot
de Chicagoblues (die deel uitmaakt
van de populaire cityblues), bereik
te Hopkins nooit meer dezelfde
intensiteit als in zijn beginperiode.
De talrijke elpees die nog volgen,
bieden weinig creatiefs en ook zijn
recente optredens waren van een
bedenkelijk niveau.
Niettemin kan Lightnin' Hopkins
worden beschouwd als een groot
meester van zijn tijd omdat hij tot
de elite van bluesmusici behoorde
die de weg vrijmaakte voor mensen
als Chuck Berry, the Stones, the
Butterfield Blues Band, Mike
Bloomfield, Eric Clapton, Jimmy
Johnson enz... Daarom dat vorige
week de muziekwereld één van zijn
basispionnen heeft verloren.
C.S.C. De Rank - C.S.C. Wijkklub Drievelden - C.S.C.
Wijkclub De Rode Pluim - C.S.C. Wijkclub Henri Flips - J.S.
Kultuuropbouw
Officiële opening: vrijdag 12 februari 1982 om 19 u (receptie
en inleidingen van W. Baite en M. Galle)
De tentoonstelling is verder open op zaterdag 13 februari
(10-13 u en 14-21 u) en zondag 14 februari 1982 (10-13 u).
Volkshuis, Houtmarkt 1 te Aalst (Congreszaal, 2de verdie
ping)
Zaterdag 6 maart: gemeenteschool te Burst: thema: gemeen
telijk kultuurbeleid.
Zaterdag 27 maart: Achturenhuis Denderleeuw: thema:
O. C.M.W.-problematiek
Zaterdag 5 juni: C.O.C. Velzeke: thema: Financieel beleid
van de gemeente: begroting.
Alle kaderdagen beginnen om 10 uur stipt en eindigen omstreeks 16
uur. Net zoals voorgaande malen zal in de middagpauze gezorgd
worden voor smakelijk verse belegde broodjes en koffie. Tevens
krijgt men bij aanvang een dokumentatie- en werkmap. Dit alles
kost 300 fr. voor de drie kaderdagen samen.
Deelnemen aan deze drie belangrijke kaderdagen kan door over
schrijving van 300 fr. op rekening nummer 870-0001030-26 van CSC-
Vormingswerk, Houtmarkt 1 te 9300 Aalst met vermelding «Kader
dagen Gemeentebeleid».