En... wat hebben de vrouwen aan Europa
VROUWE!
IDtIN M
Vrouwen op de arbeidsmarkt
Op de vrouw af
Gelijke kansen voor de vrouwen van 1985?
i m 0* w* m. m M
MflMH
Laten we het maar toegeven: van ons eigen Belgisch
systeem hebben we als vrouwen voorlopig niet veel
meer te verwachten.
Wat is er tot nu toe in
Europa voor de vrouw ge
daan?
Let op onze woorden.
Maar ook op onze daden.
Marijke
VAN HEMELDONCK
Het Europees Bureau Bu
reau voor de Statistiek
heeft een studie gepubli
ceerd over de ekonomi-
sche en sociale positie van
de vrouw in de Europese
Gemeenschap. De ontle
ding van de statistieken,
meer dan 300 bladzijden,
moet toelaten na te gaan
of de evolutie in de andere
landen van de EEG ver
schillend is van bij ons in
België. De gegevens wer
den verzameld door de
Centrale van de Metaalbe
werkers van het ABW.
Gelijke behandeling
van mannen en
vrouwen
Demografische
evolutie
Aktiviteit
en werkloosheid
E. DE NAUW
«Voor Allen» - 19 februari 1982 - 7
Ons recht op arbeid en op een
eigen ekonomisch bestaan wordt
bedreigd. Voor de dop en voor de
belastingen zijn we als vrouw niet
eens meer een persoon, maar «een
persoon ten laste» of een «inwo
nende».
Voor de RVA zijn we een soort
onvolledige .werknemer, voor 'w'ie
men alleen maar halve jobs aan de
rand van de arbeidsmarkt kan in
ruimen: deeltijds werk, interim-
werk, bandwerk, uitzichtloos werk
zonder kans op promotie. Dat, of
werkloosheid. De laatste aange
worven als het goed gaat, de eerste
weer op straat als het inleveren is
geblazen.
Als ze ons dan al werk gunnen.
Want je hoort méér en méér het
oude model aanprijzen: de man als
kostwinner, de vrouw als huis-
vrouw-thuisvrouw. Alsof men zich
die luxe kan permitteren in huis
houdens met een laag inkomen, of
in huishoudens waar de vrouw er
alleen voor staat!
Verborgen werkloosheid, vooral
van de gehuwde vrouw, wordt nu
verpakt als een ideaal van gezellige
huiselijkheid. En met dat foefje
krijgt de vrouw alle onbetaalde ar
beid op haar nek. Moeder doet
immers toch altijd alles gratis voor
niets in het gezin, ook die aktivitei-
ten die elders wel tot de betaalde
arbeid worden gerekend!
We zijn er ons wel bewust van, dat
vrouwen in ee kapitalistisch sys
teem in een afhankelijke positie
worden gehouden, voor het onbe
taalde werk moeten opdraaien en
niet eens een stukje mogen meebe
slissen.
Aan gelijkheid tussen man en
vrouw, aan méér mogelijkheden
voor mensen, door hen te verlossen
van traditionele rolpatronen kan en
moet in Vlaanderen nog veel ge
daan worden. Maar deze proble
men zijn niet alleen in eigen land
op te lossen. We kunnen niet langer
een strijd voeren op een nationaal
eiland.
Daarom rekenen we op de solidari
teit van andere socialistische vrou
wen, in eigen land maar ook binnen
het Europa van de Tien. En we
eisen de solidariteit van de socialis
tische mannen. Zo zijn we de Euro
pese verkiezingen ingegaan met de
leuze «Samen staan we sterk». Zo
treden we ook op als socialistische
fraktie in het Europese Parlement.
Het recht op arbeid van de vrouw,
op betaalde en volwaardige arbeid,
moet op Europees vlak geregeld
worden.
Daarom vaardigde de Europese
Commissie drie RICHTLIJNEN
De strijd die de vrouwen voeren
voor een positie die gelijk is aan die
van de mannen is een langdurige
zaak. De afgelopen tien jaar werd
op dit gebied belangrijke vooruit
gang geboekt. Er wordt nu al be
weerd dat de jeugd van vandaag
gelijkheid van jongens en meisjes al
vanzelfsprekend vindt en er niet
moeilijk over doet.
Dat kan wel zo zijn... maar niette
min wordt het principe van gelijk
heid nog steeds bevochten door
bepaalde wettelijke, juridische, fis
cale en andere verordeningen. Bo
vendien kan eenieder vaststellen
dat, te beginnen bij de overheid en
in de politiek, functies nog voorna
melijk beheerst en bekleed worden
door mannen. Ondanks goede
schijn is de strijd voor gelijkheid
nog niet gestreden en moet er nog
veel gebeuren.
De Europese Gemeenschap loopt
al verschillende jaren voorop in
deze strijd. De Gemeenschapsacti
viteiten die gericht zijn op het ver
beteren van de positie van de
vrouw stammen uit de zestiger ja
ren. Toen verschenen studies en
aanbevelingen over de toepassing
in de Lid-Staten van artikel 119 van
het verdrag van Rome, het artikel
dat gelijke beloning van mannen en
vrouwen voorstaat. Pas in 1974
werd een beslissende stap geno
men, de Europese ministers gaven
de wens te kennen dat zij wilden
zorgen voor gelijkheid voor vrou
wen inzake toegang tot banen, op
leidingen en arbeidsvoorwaarden.
Dit uitgebreide programma werd
concreet gemaakt door het goed
keuren van drie belangrijke en aan
vullende richtlijnen. De eerste
richtlijn, die gelijke beloning be
treft, dateert van 10 februari 1975;
de tweede over gelijke behandeling
in het beroep ié van 9 februari 1976;
de derde over gelijke behandeling
op het gebied van de sociale voor
zieningen werd 19 december 1978
goedgekeurd.
Deze drie richtlijnen zijn erop ge
richt het proces te versnellen waar
bij de nationale wettelijke bepalin
gen worden goedgekeurd zodat het
uit, die in nationale wetten moeten
worden vastgelegd, om tenminste
de 50 miljoen werkende vrouwen in
de tien lidstaten recht te geven op:
- gelijke beloning (eerste richtlijn,
1975; in België omgezet in
C.A.O. 25).
- gelijke behandeling in het ar
beidsproces (tweede richtlijn,
1976, in België wettelijk vastge
legd in hoofdstuk V van de wet
van 4.8.1978).
- gelijke behandeling in de sociale
zekerheid (derde richtlijn, 1978,
in België in wetteksten om te
zetten ten laatste tegen 1984).
Verder wordt het Europees Sociaal
Fonds sedert 20.12.1977 ook ge
bruikt om de beroepsopleiding van
de vrouw te verbeteren, vooral
voor vrouwen boven de 25 jaar die
zonder werk zijn geraakt of na een
onderbreking weer willen gaan
werken en voor de vrouwen zonder
beroepsbekwaamheid of met on
voldoende beroepsbekwaamheid,
indien ze een niet-traditioneel be
roep willen aanleren. België heeft
de mogelijkheden van het Fonds
echter onvoldoende benut: er wer
den slechts aanvragen ingediend
voor de opleiding van 350 vrouwen,
terwijl Nederland er 2.000, Frank
rijk 6.000 en Duitsland 28.000 in
schreef.
Als deskundige bij de Commissie
Vrouwenarbeid heb ik het vraag
stuk daar gesteld en een omscho
lingsplan voor vrouwen naar de
speerpunt technologieën voorge
steld.
Om de toekomstmogelijkheden
voor vrouwenarbeid te bespreken
heeft de EEG ook in mei 1980 te
Manchester een conferentie georga
niseerd, waaraan werd deelgeno
men vanuit de nationale commis
sies Vrouwenarbeid en de vak
bonden.
Op initiatief van de socialistische
fraktie heeft het Europese Parle
ment een ad hoe commissie over de
rechten van de vrouw opgericht.
Deze werd eerst voorgezeten door
de Franse socialiste Yvette Roudy.
Toen Mitterrand haar in mei 1981
tot minister voor Vrouwenrechten
aanstelde werd ze vervangen door
een andere Franse socialiste Marie-
Claude Vayssade.
Op 11 februari 1981 stemde het
Europese Parlement een uitgebrei
de resolutie, voorgelegd door de ad
hoe Commissie over de positie van
de vrouw en Europa. De resolutie
bestreek vijf domeinen: de deelna
me van de vrouw aan het ekonomi-
sche en sociale leven, scholing en
beroepsopleiding, gezondheids
zorg, de bijzondere situatie van
bepaalde groepen zoals vrouwen
van gastarbeiders, vrouwen die
werken in familiale bedrijven en
tenslotte onze invloed op de situa
tie van de vrouw in de Derde
principe van gelijkheid in de ver
schillende Lid-Staten kan worden
gewaarborgd. Uit recente onder
zoeken bleek echter dat deze wet
ten in de Gemeenschap niet op
dezelfde, bevredigende wijze wor
den toegepast.
De Commissie besloot ook via het
Europees Sociaal Fonds financiële
steun te verlenen aan programma's
voor beroepsopleiding. Deze pro
gramma's moeten het makkelijker
maken voor vrouwen een baan te
vinden daar waar ze traditioneel
nauwelijks aan bod komen. Maar
ook hier wijzen de feiten uit dat
men er niet alleen komt met goede
bedoelingen. De slachtoffers van
de huidige Europese werkloos
heidscrisis zijn voornamelijk vrou
wen. Er zijn vele oorzaken voor de
stijging van de werkloosheid van
vrouwen. Een ervan is de invoering
van nieuwe technieken waardoor er
minder behoefte is aan ar
beidskrachten op gebieden waar
/oornamelijk vrouwen werken
zoals de administratie en de detail
handel.
In antwoord op de oproep van het
Europese Parlement in februari
1981 besloot de Europese Commis
sie haar activiteiten voor de rechten
van de vrouw uit te breiden. Onder
de heer Ivor Richard, commissaris
belast met werkgelegenheid, socia
le zaken en onderwijs, werd een
nieuw actieprogramma uitgewerkt
dat de periode 1982-1985 bestrijkt.
Dit programma omvat 16 concrete
actievoorstellen, onderverdeeld in
twee grote onderdelen: in het eer
ste wordt de persoonlijke rechtspo
sitie versterkt en in het tweede
wordt aangegeven hoe gelijke kan
sen in de praktijk kunnen worden
gerealiseerd. Het eerste onderdeel
streeft in wezen naar het verlengen
en waarborgen van de drie reeds
van kracht zijnde richtlijnen, met
name door het invoeren van de
mogelijkheid om in beroep te gaan
tegen inbreuk op de bepalingen.
De Commissie heeft zich bereid
verklaard toe te lichten welke ge
volgen de richtlijnen op het gebied
van civiel, commercieel en fiscaal
Wereld.
Deze resolutie is een belangrijke
politieke stellingname. Vooral in
zake abortus en de daadwerkelijke
uitoefening van politieke rechten
gaat ze heel wat verder dan wat we
in eigen land gewend zijn.
De socialistische commissaris voor
Sociale Zaken, Ivor Richard, is van
die resolutie vertrokken om een
aktieprogramma inzake de bevor
dering van gelijke kansen voor de
vrouw voor te leggen. Op 9 decem
ber 1981 werd dit driejarenplan
goedgekeurd.
Het Europese akiicplar, kan een
houvast en een leidraad worden
voor het opstellen van een natio
naal aktieplan voor de vrouw, waar
de socialistische vrouwen in ons
land al jaren op aandringen.
Marijke Van Hemeldonck is
zopas lid van het Europees
Parlement geworden. Haar
jarenlange militantenwerk
binnen de partij en vakbond
is zeker voor ons de beste
waarborg. Wij wensen haar
het allerbeste en hopen van
tijd tot tijd op een bijdrage
voor ons weekblad «Voor
Allen».
Er is dus zeker een positief beleid
voor de vrouw vanuit Europa.
Zijn de socialistische vrouwen dan
zo gelukkig met de hele Europese
bedoening tot nu toe?
Neen. Als vrouw en als socialiste
maak ik me zorgen over de schaal
vergroting over de afstand tussen
de gewone mens en het Europa van
de Tien, over het kapitalistisch ka
rakter van de Europese ekonomie.
Als vrouw in de politiek zal ik
evenzeer als mijn mannelijke colle
ga's vaak met minder genoegen
moeten nemen dan ik zou wensen.
Politiek is de kunst van het haalba
re, en Rechts is goed vertegen
woordigd in Europa...
In de Commissie Leefmilieu, Ge
zondheid en Verbruikersbelangen
recht alsmede op het gebied van de
sociale voorzieningen hebben.
Vooral op het gebied van de sociale
voorzieningen heersen nog opvat
tingen die nauwelijks iets te maken
hebben met de realiteit van van
daag en die daarom veranderd
moeten worden (b.v. het idee dat
de man verantwoordelijk is voor
het gezinsonderhoud).
Een andere serie activiteiten streeft
ernaar de leef- en werkomstandig
heden van de vrouw te verbeteren.
Men houdt zich hier vooral bezig
met verlof om gezinsredenen even
als zwangerschaps- en moeder
schapsbescherming. Gestreefd
wordt naar een juistere verdeling
van de ouderlijke verantwoorde
lijkheden en het vermijden van be
roepsdiscriminatie
Het tweede onderdeel van het pro
gramma dat door de Commissie
werd voorgesteld heeft tot doel de
obstakels op te ruimen die gelijke
kansen in de weg staan, voorzover
deze niet onder de wet vallen. Het
betreft hier vooral beperkingen en
geconditioneerde houdingen die
gebaseerd zijn op de traditionele
rolverdeling in de maatschappij.
De Commissie wil, uitgaande van
maatregelen die in de Verenigde
Staten en Scandinavië werden uit
geprobeerd, positieve projecten
lanceren op het gebied van infor
matie, beroepsopleiding (waaron
der ook de bedrijfsopleiding valt)
en de opname in het actieve ar
beidsleven. De inspanningen om
meer banen toegankelijk te maken
voor vrouwen zouden reeds op
school moeten beginnen door meis
jes voor te lichten over de keur van
loopbanen die ze kunnen volgen.
Tenslotte zal een specifieke actie
worden opgezet voor vrouwen van
migranten, die vaak nog meer te
gen hebben op de arbeidsmarkt.
Hier moet nog worden opgemerkt,
dat, parallel aan de tenuitvoerleg
ging van dit breed opgezette actie
programma, de Europese Commis
sie besloten heeft het goede voor
beeld te geven door de ongelijke
beloning die nog bestond voor haar
mannelijk en vrouwelijk personeel,
op te heffen.
van het Europese parlement zal ik
me als vrouw en als moeder met
een huishouden zoveel mogelijk in
zetten om de kwaliteit van het le
ven te verbeteren voor de gewone
mens, om de wereld menselijk te
houden.
In de begrotingscommissie zal ik
vooral met argusogen waken over
de kredieten ten gunste van de
tewerkstelling, van het vrouwenak-
tieprogramma, voor de bescher
ming van het leefmilieu en voor de
Derde Wereld.
Ik wil ook proberen de politiek als
vrouw, op een menselijke manier te
blijven benaderen. Niet mee te
doen aan de hanigheid en agressivi
teit van de traditionele mannenpo-
litiek. Socialisten moeten niet al
leen herkenbaar zijn door de be
leidsvoorstellen die ze doen. Ook
door de manier waarop ze omgaan
met collega's en politieke tegen
standers.
Alleen dan kunnen we mensen
overtuigen dat politiek niet auto
matisch hoeft te leiden tot hard
heid, ongevoeligheid en eigenbe
lang. Want dat beeld schrikt de
mensen en vooral de vrouwen af.
Hierdoor ontstaat politieke onver
schilligheid. Een groot gevaar voor
de demokratie. Een hinderpaal
voor de socialistische maatschappij
die we tot stand willen brengen.
Om dicht bij de gewone mensen en
hun problemen te blijven hebben
we uw steun en uw hulp nodig. Laat
ons uw voorstellen, vragen, uw pro
blemen weten. Geef ons uw steun
maar spaar uw kritiek niet.
Alleen samen staan we sterk in
Europa. Mannen en vrouwen. So
cialisten uit alle landen. De basis en
haar mandatarissen.
Ons adres: Europa-parlement, Ka
mer 485, Belliardstraat, Brussel.
De laatste jaren heeft de Gemeen
schap steeds meer aandacht ge
schonken aan de vrouwenproble
matiek zowel op het stuk van wet
geving, als inzake financiële steun
en voorlichting. Ondanks het feit
dat vrouwen in de meerderheid
zijn, maken ze maar sinds kort
werk van hun aanspraken op gelij
ke behandeling met mannen en dit
in ekonomisch en sociaal opzicht.
Die richtlijnen zijn van kracht be
treffende de gelijkbehandeling van
mannen en vrouwen. De eerste
richtlijn betreft gelijke beloning. In
de tweede gaat het om gelijke be
handeling bij tewerkstelling,
beroepsopleiding en arbeidsvoor
waarden. De derde legt de nadruk
op de gelijke behandeling inzake
sociale zekerheid.
Het Sociaal Fonds van de Europese
Gemeenschap heeft projekten in de
beroepsopleidingssektor gefinan
cierd voor vrouwen, die speciale
problemen op de arbeidsmarkt on
dervinden. De financiële steun
moet ertoe dienen de verschillen in
de hiërarchie op de arbeidsmarkt te
verkleinen en de vrouwen helpen
werk te vinden in sektoren die tot
nu toe alleen aan de mannen wer
den voorbehouden.
Erg belangrijk zijn de statistische
gegevens die het Bureau voor de
Statistiek van de Gemeenschap uit
de vele verscheidene bronnen heeft
kunnen samenstellen. De studie
gaat over demografische ontwikke
lingen: geboorten, huwelijken,
sterftecijfers enz.
Hoewel de 133 miljoen vrouwen in
Europa veel gemeen hebben zijn er
een aantal interessante verschillen
per land. Er zijn meer vrouwen dan
mannen. De Europese bevolking
bestaat voor 51,3 procent uit vrou
wen. In de Bondsrepubliek Duits
land wonen naar verhouding de
meeste vrouwen nl. 52,4 procent.
De twee wereldoorlogen zullen een
belangrijke invloed hebben gehad.
In Ierland daarentegen zijn er meer
mannen dan vrouwen.
Er worden meer jongens dan meis
jes geboren, maar de evolutie is
verschillend volgens de leeftijds
groepen. Onder de 15 jaar zijn er
meer jongens dan meisjes. In de
leeftijdsgroep van 15 tot 64 jaar zijn
er evenveel mannen als vrouwen.
Boven de 65 jaar zijn er drie vrou
wen tegenover twee mannen. De
vrouwen leven langer en de Euro
pese vrouwen die nu geboren wor
den kunnen op een levenstijd van
75 jaar rekenen.
De Belgische vrouwen trouwen het
vroegst, gemiddeld op 22 jaar. Ita
liaanse en Deense vrouwen wach
ten hiermee tot ze 24 jaar oud zijn.
Ierland heeft het hoogste geboorte
cijfer (214 per 1.000), de Bondsre
publiek Duitsland het laagste (9,5).
Alhoewel het moeilijk is het aantal
scheidingen te vergelijken omdat
de nationale wetgevingen verschil
len (in Ierland bestaat geen echt
scheidingswetgeving en in Italië is
ze pas ingevoerd) tonen de cijfers
toch dat het aantal scheidingen
stijgt, vooral in Denemarken en in
het Verenigd Koninkrijk.
In Europa zijn 52 procent van de
vrouwen geklasseerd als «niet ak-
tief». Bij onze noorderburen, in
Nederland, is dit percentage het
hoogst: 61,2 procent. Het is het
laagst in Denemarken met 32,6
procent. Vooral in Denemarken,
het Verenigd Koninkrijk en Frank
rijk hebben de meeste vrouwen een
volledige loopbaan. Van de wer
kende vrouwen zijn 86 procent in
loondienst en slechts 6,8 procent
behoren tot de werkgevers of de
zelfstandigen. In de laatste katego-
rie zijn er in Ierland slechts 3,8
procent werkzaam, gevolgd door
Verenigd Koninkrijk en Neder
land. Het hoogst aantal zelfstandig
tewerkgestelde vrouwen is in Italië
namelijk 14,3 procent, gevolgd
door België met 11,1 procent.
Van de werkende vrouwen zijn
twee derden werkzaam in de dien-
stensektor met het hoogst aantal
vrouwen in Nederland. In de indus
trie werken 26,7 procent en 6,6
procent in de landbouw, veelal op
familiebedrijven. In deze sektor is
het aantal vrouwen in Italië het
hoogst. Meer vrouwen dan mannen
hebben een tijdelijke baan, meer
dan 2 miljoen tegenover 1,5 mil
joen mannen. We moeten doen
opmerken dat het om gegevens
gaat van 1977. Meer dan de helft
van deze vrouwen werkt in de dien-
stensektor.
Steeds volgens de studie van de
EEG stijgt het aantal werkloze
vrouwen in de Gemeenschap. Ter
wijl meer mannen dan vrouwen
werden ontslagen, nemen meer
vrouwen dan mannen zelfs ontslag,
en zijn het ook voornamelijk de
vrouwen die van baan willen veran
deren. Meer dan een derde van de
vrouwen zoekt sinds meer dan een
jaar naar een baan en één op vijf
gedurende 6 tot 11 maanden. Meer
dan de helft van de werklozen in de
leeftijdsgroep van 14-24 jaar zijn
vrouwen.
We voegen er aan toe dat de vele
informatie die de statistische tabel
len bevatten volgens de auteurs
geen volledig beeld geven van het
werkende leven van vrouwen van
daag, omdat de informatiebronnen
eerder ekonomische produktieve
rollen in overweging nemen dan de
rol van vrouw in het huishouden en
bij de verzorging van het gezin. Er
is dus een duidelijk onevenwicht
tussen de vele gegevens over «ak-
tief» werken en het gebrek aan
informatie over huishoudelijk
werk. Bovendien kunnen vrouwen
die een aktiviteit buiten het huis
houden om hebben, hun traditione
le rol niet opgeven. Ze hebben dus
twee of zelfs drie jobs (baan, huis
houden en verzorging van het ge
zin). Informatie hierover is of niet
voorhanden of verre van volledig.