Devalueren is verarmen
Gevaar voor
krediet systemen
Nog strengere
Poolse repressie?
BUITENLAND
Verkopen en leningen
op afbetaling
Het aantal contracten
Het totaal bedrag van de
kredieten in omloop
Aantal schuldenaars die
in gebreke bleven
Konklusie
Vervolg
Mijnheer de Eerste Minister, wij
hebben ook samen de erelonen van
de geneesheren en van de para
medici geblokkeerd, maar wij
voegden er de geïntegreerde fiskalt^
strook aan toe, maar wij zetten nog
een stap verder... (onderbreking
van de Heer Minister van Fi
nanciën).
Ia, Mijnheer De Clercq, U hebt de
fiskale strook ingetrokken.
Wanneer ik pleitte voor de medi
sche eenheidscontrole voor de mu
tualiteiten, dan weet U dat ik geen
sukses behaalde en U weet ook
waarom! Wij voerden eveneens een
streng, selektief prijzenbeleid en de
inflatieresultaten van de laatste ja
ren zijn nog zo slecht niet, zou ik
denken. Wij hebben op een zeker
ogenblik geblokkeerd om nadien
selektief te deblokkeren. Wanneer
ik pleitte om een paar maanden
méér te krijgen voor een selektieve
deblokkering, dan moest de heer
Desmarets komen zeggen dat hij
zulks bij zijn CEPIC-vrienden niet
langer kon doorhalen.
Mijnheer Martens, wij hebben sa
men heel wat weg afgelegd inzake
matiging, maar één diskussiepunt is
open gebleven, namelijk de fameu
ze index.
Voor wat de Vlaamse socialisten
betreft, durf ik U eraan herinneren
dat wij bereid waren te diskussiëren
over het systeem: centen, geen pro
centen, op voorwaarde:
1. dat er zou worden gekoncer-
teerd. Wat deze koncertatie be
treft, zowel uw ACV-broeders
als de mijne, en blijkbaar nu
ook het ♦Liberaal Vakverbond,
waren niet erg scheutig.
2. Het omkaderen van een alge
meen vernieuwd tewerkstel-
lings- en industrieel beleid;
3. het niet lineair benaderen. Met
andere woorden, wij wensten
7/9&S
dat de lagere inkomens - en dat
is nog wat anders dan de mini-
mex en de minimumlonen - niet
zouden worden geraakt. Ik
haast mij U te zeggen, Mijnheer
de Eerste Minister, dat ik het
met de huidige formule grondig
oneens ben. Collega's Willockx
en De Batselier zullen hierop
later dieper ingaan.
Ik wil U zeker niet kwetsen. Mijn
heer de Eerste Minister, maar het
simplisme waarmee U deze proble
matiek toen en blijkbaar ook nog
vandaag benadert, is mij speciaal
bijgebleven.
Nu het derde element. Ook wij
hebben getracht, misschien met
wisselende kansen, het investe
ringsklimaat te verbeteren en mo
gelijkheden te scheppen voor een
nieuw industrieel beleid.
Op fiscaal gebied werden voor alle
In vroegere tijden sprak men het
vele arbeidersvrouwen ten schande
dat ze hun toevlucht namen tot de
«aankoop op de plak». Gezien de
lage lonen die toen werden uitbe
taald, waren vele huismoeders ver
plicht na een zekere periode de
bakker, de kruidenier, de beenhou
wer,-enz. te vragen brood, vlees en
andere waren te geven zonder kon-
tant te betalen maar met de belofte
alles te regelen bij de volgende
«quinzaine». Het was een vernede
rende toestand waarvan het moei
lijk was zich los te maken.
Onder deze vorm is de kwaal
meestal verdwenen, maar in onze
huidige konsumptiemaatschappij
komt het gevaar onder andere ge
daanten dreigen. Het gaat om de
enorme uitbreiding van de krediet
systemen: enerzijds de verkopen en
leningen op afbetaling en ander
zijds de persoonlijke leningen of
leningen onder handtekening.
Deze vorm van verbruikerskrediet
deed zijn intrede in de konsump
tiemaatschappij als de toverformu
le waarmede de arbeider zijn wa
gen, T.V., koelkast, enz. zou kun
nen kopen. Het is in zekere mate
vanuit Amerika naar onze gewes
ten overgekomen. In dagbladen,
folders, op grote aanplakbrieven
vindt men de reklameslogans: «U
koopt, Wij betalen», «Vandaag
meenemen, morgen betalen», «U
betaalt op uw gemak». Het kopen
op krediet wordt aldus voorgesteld
als de ideale manier om aan luxe te
geraken zonder ze te betalen.
Maar samen met de ekonomische
krisis: afdankingen, stijging van de
werkloosheid, sluitingen van onder
nemingen en daar nu bovenop de
beslissingen van de nieuwe regering
met belangrijke daling van de
koopkracht van iedereen: arbeiders
en gepensioneerden; komen de vele
gevaren van de kredietsystemen
naar boven. Velen worden in een
armoedetoestand geduwd en het zal
moeilijk zijn hen eruit te helpen.
Om de nadruk te leggen op de
gevaren, verwijzen we naar enkele
statistische gegevens: het aantal
contracten van afbetalingen, de be
dragen van de kredieten in omloop:
de enorme stijging van de contrac
ten achter in de afbetalingen ervan.
Voor leningen op afbetalingen be
liep einde 1980, laatst beschikbaar
cijfer: 1.491.480. Er is een belang
rijke daling van het aantal in verge
lijking met 1.726.461 in 1973 maar
er is daarentegen een belangrijke
stijging van het gemiddeld krediet
per contract, in 1980, 30.809 fr.
hetzij meer dan het dubbel van
1973: 14.800 fr.
We moeten doen opmerken dat, in
functie van de algemene con
junctuurevolutie, van overheidswe
ge de reglementering inzake verko
pen op afbetaling en hun financie
ring. voortdurend wordt gewijzigd.
Deze aanpassingen hebben betrek
king enerzijds op het maximum
voorschot (contant betaald gedeel
te) en anderzijds de maximale te
rugbetalingstermijn dat toegestaan
wordt. Zij hebben op de krediet
verlening een restrictieve of een
versoepelende invloed. In 1974 met
de hoog conjunctuur toen men de
verkopen trachtte te remmen,
moest 50% kontant betaald wor
den, nu is 25% voldoende. In 1974
moest de terugbetaling in 24 maan
den gebeuren, nu is die termijn
verlengd tot 42 maanden.
Bedroeg in 1973: 36 miljard. Einde
1980 was dat bedrag meer dan ver
dubbeld, 75 miljard, er is een da
ling in vergelijking met vorig jaar,
toen 81 miljard.
U stelt zich waarschijnlijk de vraag
waarvoor worden die kredieten
aangevraagd. Er is een belangrijk
wijziging in de evolutie van de
verstrekte kredieten voor de voor
naamste goederengroepen (relatie
ve cijfers). In 1963 vertegenwoor
digden de verstrekte kredieten voor
auto's: 38.% van het totaal van de
kredieten, in 1980 is dat gestegen
tot 59%. De kredieten voor huis-
houdartikelen die in 1963 nog meer
dan 30% van het totaal opslorpten
zijn teruggevallen tot 16,3%. De
kredieten voor textielwaren, bont
artikelen en kleding zijn ook ge
daald van 5,3% tot 1,1%.
Vooral angstwekkend is het aantal
schuldenaars die in gebreke bleven
zijn tot het betalen van 3 of meer
vervallen gebleven zijn. Er waren
op 30 juni 1980, 66.006 schulde
naars in gebreke. Maar het is ver
schuldigd bedrag, dat onbetaald is
gebleven, dat loodrecht omhoog
gaat. Einde 1973 was het 343 mil
joen. Einde 1978 917 miljoen, eind
1979 1979, 1262 miljoen en op 30
juni 1980, 1316 miljoen. Over de
evolutie in 1981 en 1982 zijn nog
geen gegevens bekend, maar alles
wijst erop dat die stijging zich ver
der zal voortzetten.
Weinig verbruikers beseffen dat ze
met hun handtekening te plaatsen
op een kontrakt voor lening op
afbetaling, ze niet alleen het zo
gegeerde nieuwe salon, maar het
gevaar lopen ook de deurwaarder
in huis te halen, dit wanneer zij
achter zijn met hun afbetalingen.
Vanaf dat moment stelt de wet alle
deuren open voor vervolgingen
door de schuldeiser. De drukkings-
middelen variëren van dagvaarding
tot inbeslagname van privéeigen-
dommen, met alle gevolgen
vandien.
De kredietsystemen en de gevaren
eraan verbonden zullen we verder
behandelen in een volgend artikel.
E. De Nauw
vennootschappen - en dat was on
der uw regering Mijnheer Martens
- de reserveerde winsten voor 30
procent vrijgesteld indien binnen
drie jaar opnieuw werd geïnves
teerd. Alle andere ondernemingen
genoten trouwens 5 procent, Wat
Sol. I betreft werd de belastbare
basis verminderd met 400.000 fr.
per bijkomende tewerkstelling;
voor Sol. II was dat 750.000 fr. De
geherinvesteerde meerwaarden
werden permanent vrijgesteld. Het
risikodragend kapitaal werd bevor
derd aangezien de venootschapsbe-
lasting op dividenden werd vrijge
steld in die mate dat ze werd toege
kend aan nieuwe vennootschapska
pitalen. De winst werd ten belope
van 15% vrijgesteld voor aanvul
lende investeringen. De research-
investeringen mochten tot 110 pet.
worden afgeschreven. De energie
besparende investeringen mochten
ad libitum worden afgeschreven en
voor de K.M.O.'s werd de belast
bare winst verminderd met 150.000
fr. per bijkomend personeelslid.
Ook inzake de bouwrelance bleven
wij niet afwezig. Wij beslisten toch
over een bijzondere toelage voor
de bouw en vernieuwbouw onder
de vorm van een teruggave van de
BTW. Wij trokken het grensbedrag
van 400.000 fr. tot 800.000 fr. op,
bedrag waarop de fiskale aftrek
baarheid van kapitaalaflossingen
van toepassing was.
Wat men er ook achteraf moge van
zeggen, Mijnheer de Eerste Minis
ter, wij waren strijdmakkers bij de
operatie Maribel die het bedrijfsle
ven voor ruim 30 miljard heeft
gestimuleerd via vermindering van
de RSZ-bijdragen. Mijnheer Mar
tens, wij hebben samen een Fonds
voor industriële vernieuwing opge
richt dat in drie jaar tijd 4 miljard
ter beschikking heeft gesteld voor
nieuwe industriële projekten. In
een laatste programma van over
heidsinvesteringen - en dat was
onder Eerste Minister Eyskens -
werd in een selektieve tranche van
20 miljard voorzien voor bestellin
gen in toekomst gerichte sektoren.
Mijnheer de Eerste Minister, wij
hebben ook de elektriciteitstarie
ven met anderhalf miljard vermin
derd, dit zonder SOL I en SOL II af
te schaffen, dus zonder een cadeau
te doen aan de energiesektor van 3
miljard te doen en zonder afstand
te doen van onze optie tot het
wijzigen van het fundamenteel on
eerlijk fiskaal systeem wat de inter-
kommunales betreft. De h. Tem
merman zal daarover tijdens het
debat meer zeggen.
In goed anderhalf jaar tijd, Mijn-
heèr de Eerste Minister, hebben
wij samen, een pakket steunmaat
regelen van 80 miljard ten gunste
van het bedrijfsleven beslist. Zoals
nu, werkten wij ook toen met wis
selende kansen aan complexe, deli-
kate, sektoriële programma's, als
ook aan een helaas veel te hoog
aantal dossiers «bedrijven in moei
lijkheden».
Als U het mij vraagt, ook op dat
punt - en ik citeer U, toen U hier
stond als Eerste Minister Martens
IV - «een niet onbehoorlijk bilan».
Mijnheer de Eerste Minister, wij
waren in die tijd, zoals vandaag
trouwens, even bekommerd om de
tewerkstelling, om de problemen
inzake jeugdwerkloosheid, vrou
wenwerkloosheid, om de proble
men van moeilijk te herplaatsen
oudere arbeiders. Moet ik eraan
herinneren dat, beginnend onder
de regering Tindemans II, het de
socialist Guy Spitaels was die de
basis legde van een uitgebreid pro
gramma voor tijdelijke tewerkstel
ling, dat achteraf bijgestuurd en
uitgebreid werd door de heer De
Wulf, tot een systeem, dat vandaag
voor meer dan 90% als model staat
in de EEG-raden voor sociale
zaken?
Werkelijk, Mijnheer de Eerste Mi
nister, U hebt uzelf maar gok de
politiek in het algemeen geen
dienst bewezen door de socialisten
op een brutale wijze voor te stellen
als bijna zijnde een bende onder
ontwikkelde en onverantwoordelij
ke politici, aansprakelijk voor een
Belgische puinhoop, waarop de top
al gedurende 30 jaren door de CVP
wordt bezet.
Overigens, en dat is misschien het
belangrijkste, lijkt het mij fout en
het is bovendien zeer gevaarlijk
voor het regime, enkel de politieke
klasse vandaag met alle zonden van
Israël te belasten. Belangrijke ver
antwoordelijkheden liggen elders
en de problematiek is trouwens
veel complexer dan dat.
Maar er is veel meer. Voor het
eerst sinds vele jaren, en dat was
voor mij voldoende, stond de ver
dediging van de munt niet meer
centraal, niet meer als een essen
tieel objektief in de regerings
verklaring.
Geen woord daarover, voor inge
wijden was het trouwens bekend
dat, vanaf de start van deze rege
ring, deze verdeeld was tussen
voor- en tegenstanders van de de
valuatie. Daarenboven hebt U het
budget rechtstreeks en de" munt
onrechtstreeks verder ondermijnd
door - ik herhaal het - het onge-
kontroleerd verstrekken van «ca
deaus» en het verwerpen van alle
inkomsten vervat in het begrotings-
ontwerp Eyskens. Iedereen, zowel
in het binnenland als in het buiten
land, wist en weet dat het aldus
ontstane supplementaire tekort -
de h. Maystadt sprak enkele weken
-geleden van 180 miljard; vandaag
durf ik spreken van 230 miljard -
niet volledig door bijkomende be
sparingen kan worden opgeslorpt.
Iedereen besefte en beseft dat U
voortaan nog meer beroep zult
moeten doen op de internationale
kapitaalmarkt. Aldus ondergroef U
nog meer de positie van de Belgi
sche munt en koos U daardoor
bewust voor de devaluatie.
Een deel van de weldenkende pers
schreeuwt het vandaag uit: «Enfin,
un gouvernement qui gouverne!».
Wat is devalueren? Dat is vóór alles
verarmen. Devalueren is boven
dien een immorele operatie omdat
het de meest lineaire aanpak is die
men zich kan indenken. Aldus wor
den de bescheiden inkomens het
eerst en het hardst getroffen, ter
wijl de spekulanten winst boeken
en bovendien aan de matigingsin
spanning ontsnappen.
Mijnheer de Eerste Minister, deva
luatie is een agressie tegen de Euro
pese partners, speciaal tegen onze
Luxemburgse partner, maar ook
een agressie tegen de sociale recht
vaardigheid.
Het ergste wat ons bovenop zou
kunnen overkomen is de totale ont
sporing van de levensduurte, van
de inflatie. De regering stelt een
totale prijsblokkering voor van één
maand en dan gedurende twee
maanden een selektieve blokkering
of deblokkering zoals U het wil
noemen. Naar mijn bescheiden me
ning is dit volstrekt onvoldoende.
Een gezegde luidt dat er bij elke
devaluatie winnaars en verliezers
zijn. De verliezers zijn gekend. Dat
is Jan en Alleman. De winnaars
zijn zij die door spekulatie aanspra
kelijk zijn voor de ondermijning
van onze munt en bovendien voor
het verdwijnen van meerdere hon
derden miljarden van onze reser
ves. Zij zijn tot nader order niet bij
de lurven te vatten.
Ik weet best dat het Verdrag van
Rome het vrije verkeer van men
sen, goederen en kapitalen organi
seert.
Het is in die zin dat ik een wets
voorstel heb ingediend strekkende
tot de oprichting van een parlemen
taire onderzoekskommissie in dit
verband.
De nog jonge PW-voorzitter heeft
reeds meesmuilend gereageerd
door te stellen dat men beter zou
zoeken naar de oorzaken dan naar
de gevolgen. Ik heb geen bezwaar
tegen een debat over de oorzaken.
Ik hoop echter dat het niet de
bedoeling van de heer Verhofstadt
is om het nogal stinkend spekulatie-
potje dicht te houden, zoniet zou ik
.hem moeten betitelen als een zeer
reaktionair heertje. Ik hoop in elk
geval bij de meerderheid van deze
Kamer meer begrip en meer in
stemming te vinden.
U heeft nu gedevalueerd en dat is
een zware aderlating voor de door
snee-burger. Graag wenste ik dat U
mij op volgende vraag met ja of
neen zoudt antwoorden.
Mijnheer de Eerste Minister, wat
de bedrijven in moeilijkheden be
treft, zou ik willen weten of U
bovenop de indexingreep, bovenop
de devaluatie nog een specifieke
inspanning gaat vragen aan de ar
beiders, bedienden en kaderleden
van deze bedrijven. U kan het
houden bij één voorbeeld om de
heer Dhoore een pleziertje te doen.
Gaat U aan de Limburgse mijnwer
kers nog een supplementaire in
spanning vragen, bovenop in
dexinlevering en devaluatie?
Vermits er nu toch zo een gekoör-
dineerd beleid is moet de Regering
de moed hebben om te zeggen
welke haar bedoelingen zijn. Ik stel
echter vast dat U helemaal*niet
reageert.
Hoe dan ook. Mijnheer de Eerste
Minister, mijn konklusie zal ik naar
voren brengen onder vorm van
anekdote.
Er kwam eens op een mooie dag
een jong minister voor het eerst op
zijn kabinet en hij werd ontvangen
door een ervaren, ouder minister,
die de machtsoverdracht organi
seerde. Bij het afscheid nemen zei
de oudere, afscheidnemende minis
ter: «Mijn waarde goede vriend, U
gaat moeilijkheden kennen. Ik heb
voor U drie genummerde omslagen
voorbereid en als U voor grote
moeilijkheden komt te staan, doe
dan één van de omslagen open in
de juiste volgorde.»
De jonge minister, voor de eerste
keer geplaatst voor grote moeilijk
heden, opende de eerste omslag en
las volgende tekst: «Steek al de
fouten op uw voorganger». Dat is
blijkbaar al gebeurd...
Even later werd hij opnieuw met
ernstige moeilijkheden gekonfron-
teerd en hij opende de tweede
omslag. Daarin kon hij het volgen
de lezen: «Kondig een grootse
struktuurhervorming aan». Indien
ik de konklusies van uw speech
goed heb gelezen, is dat er ook
reeds bij.
Maar ook dit bleef niet duren en er
rezen nieuwe moeilijkheden. Ten
einde raad opende hij zijn derde
omslag. Daar stond te lezen: «Pre
pareer drie omslagen voor uw op
volger».
Ik hoop dat U dit spoedig zult
doen!
<Voor Allen» -12 maart 1982 - 5
Dirk DE U H
Bijna drie maanden lang lijdt het Poolse volk onder de door premier
Jaruzelski uitgeroepen staat van beleg. Het einde is zeker nog niet in
zicht. Alhoewel er thans wel een zeer beperkt aantal versoepelingen
aangekondigd zijn, schijnt het Pools verzet zich steeds beter te
organiseren.
Voorlopig lijkt de Sovjet-Unie anderzijds wel tevreden met het
resultaat dat de actie van de Poolse militaire top tot op heden heeft
behaald. De Poolse premier, partijleider en generaal Wajeiech
Jaruzelski werd in alle geval vorige maandag met groot eerbetoon
ontvangen bij zijn aankomst in Moskou. Naast Brezjnev waren op
de verwelkoming eveneens een aantal kandidaat opvolgers van de
Russische partijleider aanwezig. Het feit dat ook minister van
Defensie Tikohonov en partijvoorman Tsjernenko van de partij
waren, toont voldoende het belang aan dat in de Sovjet-Unie
gehecht wordt aan het bezoek van Jazuzelski.
Naar de reden van het plotse bezoek van deze laatste aan de Sovjet-
Unie moet niet lang gegist worden. Allereerst is er zeker het
blijvende en steeds beter georganiseerde verzet tegen de staat van
beleg, dat, naast de houding van de Poolse kerk, voor de Poolse
partij in alle geval een blijvende zorg betekent. Anderzijds betekent
vooral de economische chaos van Polen de meest bezwarende factor
voor het land en bijgevolg voor het partijinstrument.
Niettegenstaande de grote voedselleveringen vanuit het Westen en
de Sovjet-Unie geraakt de hongersnood zeker niet gelenigd. Dat is
niet zo verwonderlijk. Voedselleveringen, hoe lovenswaardig deze
hulp ook moge zijn, zijn slechts een doekje voor het bloeden. Wat in
eerste instantie opnieuw dient aangezwengeld, is de economie. En
dat lijkt vandaag de dag in Polen een ander paar mouwen. De
belangrijkste factor in het productieproces, nl. de arbeid, is de
meest bezwaarde factor in de Poolse maatschappijDoor de
onderdrukking van de vrije vakbond «Solidariteit» werd de
spreekbuis van de Poolse arbeiders monddood gemaakt. Dit
resulteert thans, na het straatrumoer van de eerste dagen in lijdzaam
ondergronds verzet en sabotage welke veel wurgender zijn voor de
industrie dan op het eerste gezicht zou kunnen blijken. Dit beseft
Jaruzelski en het ganse Poolse partij-apparaat terdege. Ze zouden
immers terecht uiterst naïef kunnen genoemd worden wanneer zij
thans op de good-will van de arbeiders zouden wensen te rekenen,
dit nadat zij dezelfden opnieuw tot knechten van een totalitair
regime willen degraderen.
Er zit bijgevolg voor de Poolse partij niets anders op dan steeds
opnieuw in de hen omringende landen, uiteraard voornamelijk bij
grote broer Sovjet-Unie, om economische hulp te gaan bedelen.
Deze kan vrijwel onmogelijk de gevraagde hulp weigeren, hulp die
onontbeerlijk is voor de instandhouding van het communistisch
systeem in één harer belangrijkste satellietstaten. Het enige wat
partijleider Brezjnev ervoor in ruil kan vragen, is de nog strengere
repressie van ieder verzet bij de arbeiders. En dat verzet kan niet
gebroken worden door de opvoering van het aantal lesuren
Marxistische filosofie en economie voor de universiteitsstudenten.
Dirk DE PAUW
e» 1 .„kW"*
t,. ci'W-
Hierbij geven wij afdruk van een
bladzijde uit een derde in voorbe
reiding zijnde boek van partijge
noot Abraham RUIZ.
Het kleine dorp dat ik heb gekend,
het kleine dorp waar ik geboren
ben en toch groot genoeg om een
groep woningen te omvatten in het
wilde weg opgetrokken en ook om
een verharde straat te hebben met
als middelpunt de steeds weerke
rende kerk met in de onmiddellijke
omgeving de stilte van het kerkhof
om het stoffelijk overschot van de
goede, werkzame, gehoorzame, ge
lovige dorpszielen de eeuwige rust
te verzekeren.
Slechts veel verder, achter rotsen
en bossen, waren de rode daken te
zien van de andere dorpen, waar
andere mensen hetzelfde leven
sleten.
Ik sliep op een kleine zolderkamer,
vlak onder de pannen. Wel warm
ingeduffeld, maar toch had ik het
bij dit gure weer zeer koud. In deze
winterdagen was het zelfs voor een
kind niet makkelijk om de slaap te
vatten. De wind scheerde over de
pannen, blies soms sneeuw en wa
ter binnen, terwijl zijn angstwek
kende geluiden weinig geschikt wa
ren om rust te vinden.
Nu ligt het dorp stil en verlaten. De
opkomende industrie heeft het
werkvolk naar de fabrieken ge
wenkt...
Een nieuwe slavernij was geboren.