ibfo n 1979-1984Vijf jaar Europese inzet voor de Vlaamse textiel en kleding IPM Waarheen met ons inkomen? De strijd gaat verder Wijzigingen inzake gewaarborgd inkomen voor bejaarden Editoriaa! Jongeren: de gastarbeiders van morgen? DIF V&hJ Binnen in Willy Vernimmen Uittredend Europees parlementslid 2d' Kandidaat op de SP-lijst nr. 10 Europese Verkiezingen D Erwin France us V.U. te Aalst: oppositie- of meerderheidspartij? pag. 2 Denderleeuwse gemeentelijke sportinstelling stilaan ontmanteld, pag. 3 De ontvolking te Geraardsbergen, pag. 6 Herzele 1984: Jaar van de verkeersveiligheid, ook voor Ressegem! pag. 8 Preventief kankeronderzoek te Zottegem pag. 8 Inleiding Vier krachtlijnen Vier tussenkomsten Resultaten Besluit Zondag 13 mei 1984 gaat de tweede Jongerenmars voor Werk door. We hopen dat jij er dit jaar ook bij bent. Meer informatie over jeugdwerkloosheid en prakti sche gegevens over de Jongerenmars voor Werk 1984 vind je op de binnenpagina's. Normalerwijze wordt ons in komen verworven door ar beid, al dan niet in dienstver band. Ten einde een aantal risiko's op te vangen, voor mensen die (tijdelijk) uit het arbeids proces wegvielen omwille van ziekte, werkloosheid,... voorzag onze sociale zeker heid in de vervangingsinko mens. De Staatssekretaris voor Pensioenen heeft in een me dedeling over het koninklijk besluit van 10 april 1984 ge wezen op: 1. het bedrag van het ge waarborgd inkomen voor bejaarden dat wordt ver hoogd; 2. het algemeen regle ment betreffende het ge waarborgd inkomen voor bejaarden dat wordt gewij zigd. Verhogingen, maar alleen voor een minderheid naar Hopmarkt 45 te en Culturele Centrale blijven op Houtmarkt i te Aalst. Redaktie - Administratie - Publiciteit: Houtmarkt 1 9300 AALST Tel.: 053/70 51 51 Postrekeningnr. 000-0952464-21 Maandabonnement: 50 fr. - Jaarabonnement: 600 fr Verantwoordelijke uitgever: Willy Vernimmen, Houtmarkt 1, 9300 Aalst. Vrijdag 11 mei 1984 46' jaargang nr. 19 Weekblad van de S.P «Vernimmen eist EEG-steun voor Vlaams Textiel», titelde De Standaard op 3 juli 1980; in het artikel zelf bracht deze Vlaamse katholieke krant het verhaal van mijn inspanningen in het Europees Parlement voor onze Vlaamse tex tielindustrie. Wanneer men voor een zaak vecht die men belangrijk acht, is het steeds verheugend vast te stellen dat men ook buiten zijn eigen politiek milieu op waardering mag rekenen voor dat werk. Wel licht vond men bij De Standaard het onderwerp de moeite waard en mijn 'aanpak niet oninteressant. Vandaar... Als Vlaams socialist en gewezen ABVV-vakbondssekretaris heb ik de glorietijd van de Vlaamse tex tielnijverheid van dichtbij meege maakt. In de gouden zestiger jaren zaten we op rozen: er was ekonomi- sche groei en er was werk, ook in onze Vlaamse textiel- en kleding- nijverheid. In de zeventiger jaren sloeg de ekonomische krisis toe; de ekonomische groei verslapte en te gelijkertijd nam de import van goedkoop textiel uit lage loonlan- den sterk toe. Alsof dit alles nog niet voldoende was gingen ook ten gevolge van de invoering van steeds nieuwe technologieën duizenden werkplaatsen verloren. Traditionele textielstreken kwamen in ernstige moeilijkheden. Zo ken de onze Vlaamse textiel- en kon- fektienijverheid rond maart 1980 circa 30.000 volledig werklozen. Als Vlaams en socialistisch Euro pees parlementslid vond ik dat de Europese Gemeenschap ook een belangrijke rol te vervullen had t.o.v. de duizenden arbeiders en bedienden die in deze traditionele Vlaamse industriesektor hun brood verdienden. Al mijn tussenkom sten, resoluties en vragen in het Europees Parlement gingen dan ook uit van deze overtuiging. Ik was van mening dat de EEG niet enkel inspanningen moest leveren ten bate van de werknemers die getroffen worden door de krisis in de staalnijverheid, maar dat ook onze Vlaamse textielarbeiders en - bedienden recht hadden op steun. Mijn voorstellen steunden op 4 krachtlijnen: 1. Het is nodig de toekomst van onze Vlaamse textiel- en kle- dingnijverheid veilig te stellen voor de toekomst; dit vereist een verantwoordelijk handels beleid dat onze markten niet laat overspoelen door goedkoop import-textiel. 2. Onze textiel en kledingnijver- heid moet permanent opgewas sen blijven tegen de hoge kwali tatieve eisen van de markt, wat een dynamisch industrieel beleid vereist. 3. Een sociaal beleid dient bij te' dragen tot een verhoogde pro fessionele bekwaamheid van de arbeidskrachten en een verbete ring van hun arbeidsvoorwaar den; tevens dienen de negatieve gevolgen van de herstructure ring van de bedrijfstak hierdoor opgevangen te worden. 4. Tot slot dienen in de getroffen textielregio's nieuwe arbeids plaatsen geschapen te worden ingevolge een regionaal diversi- fiëringsbeleid. Op 12 februari 1980 pleitte ik in het Europees Parlement voor een ge- koördineerd Europees textielbeleid en met name voor akties op het gebied van het handelsbeleid, het industrieel beleid en het sociaal beleid. Op 25 maart 1980 kloeg ik in een schriftelijke vraag aan de Europese Commissie de stijgende werkloos heid in de Vlaamse textiel- en kon- fektienijverheid aan. Bij die gele genheid pleitte ik voor de opening van het Europees Regionaal Fonds voor steunverlening aan de getrof fen Vlaamse textielregio's. De Europese Commissie beloofde mij in haar antwoord dat zij mijn vraag in een positieve zin zou on derzoeken, iets wat dan ook ge beurde en tot resultaten leidde zoals U verder kunt lezen. Op 19 november 1980 informeerde ik andermaal bij de Europese Com missie via een schriftelijke vraag naar de invloed van het multivezel- akkoord op de in- en uitvoer van textiel in de Europese Gemeen schap. Ik kreeg een zeer gedetailleerd ant woord, wat me toeliet in augustus 1981 in een ontwerp-resolutie voor het Europees Parlement de Euro pese Commissie te verzoeken tij dens de onderhandelingen omtrent de vernieuwing van het multivezel- akkoord een zeer strikte houding aan te nemen in het belang van de tewerkstelling in de Europese tex tielindustrie; ik wees er bij die gelegenheid op dat een goed begre pen ontwikkelingssamenwerking immers niet kan opgebouwd wor den op de ruïnes van de Europese textielindustrie! Op 19 november 1981 kwam ik tijdens het debat in het Europees Parlement omtrent de vernieuwing van het multivezelakkoord nog maals tussen om te pleiten voor: a) onderhandelingen omtrent een nieuw multivezelakkoord, geba seerd op de zorg voor de beveili ging van de tewerkstelling in de Europese textielindustrie, wat o.a. strikte en bindende import volume-afspraken vereist; b) waterdichte garanties voor het naleven van de overeengeko men import-hoeveelheden; c) het regelmatig raadplegen van de Europese textielvakbonden in de loop van de onderhande lingen. Zoals gezegd kunnen wij op van daag reeds enkele belangrijke re sultaten voorleggen van ons Euro pees werk ten bate van de werkne mers uit de Vlaamse textiel- en kledingnij verheid. Op het vlak van het handelsbeleid mogen wij stellen dat onze plei dooien zeker resultaten hebben af geworpen: het 3de multivezelak koord van december 1981 was ein delijk een realistischer akkoord dan de twee vorige. Wij kunnen nu opnieuw adem halen. Op 18 november 1981 keurde de Europese Commissie een bedrag van 6,8 miljard BF goed ten behoe ve van steunprogramma's voor de Belgische textiel- en kledingindus trie voor 1981. Voor 1983 keurde de Commissie op 9 februari 1983 een bedrag van 4 miljard BF goed. In de afgelopen drie jaar (1981- 1983) heeft de Europese Commis sie voor de uitvoering van de steun maatregelen van het Europees So ciaal Fonds in de Belgische textiel- en kledingindustrie 36 miljoen uit getrokken. Deze steun was be stemd voor werknemers die de sek- tor verlaten en voor werknemers die betrokken zijn bij omschake- lings- of herstruktureringsprogram- ma's voor deze sektor. Op 18 januari 1984 keurde de Eu ropese Ministerraad de verorde ning goed voor specifieke EEG- steun aan traditionele textiel- en kledingzones, waaronder Vlaamse zones. De EEG stelt voor de ko mende vijf jaar ongeveer 400 mil joen BF beschikbaar voor het scheppen van nieuwe tewerkstel ling in deze gebieden. Het is klaar dat ons werk niet af is. Ook morgen zal nodig zijn om in te spelen op nieuwe toestanden en zal met volharding verder gewerkt moeten worden aan de verdediging van de jjelangen van de Vlaamse textiel- en kledingwerknemers. Vermits ik - zoals uit het voorgaan de blijkt - bewezen heb dat de problemen van de Vlaamse textiel en kleding ook mijn problemen zijn, durf ik voor de komende Eu ropese verkiezingen van juni a.s. op uw steun rekenen. - j Deze foto werd genomen op de jongerenmars 1982 (foto Werner van den Stockt) Daarenboven werden in de gouden zestiger jaren een aantal bijkomen de voorzieningen gekreëerd. Men had immers (gelukkig!) gemerkt dat een groot deel van de bevolking toch nog in de kou bleef staan, o.a. mindervaliden, bejaarden, niet-be- schermde personen... Zo ontstond het Rijksfonds voor Sociale Reklassering van Minder validen, het gewaarborgd kinder bijslag, gewaarborgd inkomen voor bejaarden... De kroon op het werk moest het bestaansminimum worden en meer algemeen het inkomensbeleid van de nieuw opgerichte OCMW's dd. 1976. Centraal hierbij stond artikel 1 van de wet op de OCMW's: «Éénieder in de mogelijkheid stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid». Maar!!! Toen begon langzaam de krisis te woekeren! Onze huidige CVP-PW-regering heeft er inmiddels reeds voor ge zorgd o.a. via haar volmachten, om geruisloos allerlei besparingen door te voeren in onze traditionele socia le zekerheid. Resultaat was dat meer en meer mensen uit de sociale zekerheids boot vielen (langdurig werklozen, invaliden zonder persoon ten laste...). De bijkomende voorzieningen wer den afgeschaft, verminderd of lam gelegd, o.a. bijdragen WIGW-ver- zekerden, drastische besparingen in het Rijksfonds en in de invaliditeitsuitkeringen. En wat met het kroonstuk... de jaarlijkse indexaanpassing van de wet op het bestaansminimum werd vastgesteld op 1! Wat staat ons morgen te wachten? Sommigen zeggen dat de krisis nog moet beginnen. Wie gaan de eerste slachtoffers zijn? De maatregelen in de gehandicap- tensektor zijn nog steeds ter studie, de tegemoetkomingen voor min- der-validen worden opnieuw her zien... en... last but not least: wat gaat er gebeuren als de negatieve inkomstenbelasting naar neo-libe- raal model erdoor komt? Gemeenteraadslid Onze 1 Mei-optochten en manifestaties zijn weer eens echter de rug. Overal kenden ze een massale belangstelling van partijgenoten, militanten en sympathisanten, die heel goed wisten waarover het deze keer ging. De dag van de Arbeid stond dit jaar meer dan ooit in het teken van de strijd voor vrede, werk en welvaart. Het was dus geen normale feestdag. Dit kon moeilijk anders, na 27 maanden van neo-liberaal beleid van de regering Martens-De Clercq, waardoor de werkloosheid enorm is toegenomen, de prijzen evenals de belastingsdruk zijn blijven stijgen en de twee devaluaties het verarmingsproces bij de bevolking nog hebben versneld. Voor de Vlaamse socialisten van het arrondissement Aalst was er zeker geen reden om te feesten, wegens de smadelijke aanslag die op de vooravond van 1 mei op het huis der socialisten, ons dierbaar patrimonium, te Aalst door rechtse fascisten werd gepleegd. Tegen de aanslag van de regering op onze volkswelvaart en tegen het brutaal fascistisch geweld hebben terecht andermaal duizenden socialisten hun strijdvaardigheid en verzet gemanifesteerd. Maar of dit zal volstaan om deze neo-liberale regering tot andere inzichten te brengen, laat staan van politiek doen te veranderen, valt te betwijfelen. Zij gaat immers onverstoord verder met haar verarmingspolitiek. De nieuwe trein volmachtsbesluiten van einde maart begint reeds zijn nefaste uitwerking te hebben. Inmiddels is ook de eerste herstelwet bestaande uit een ganse serie van drakonische maatregelen, neergelegd in de kamer van volksvertegenwoordigers, waar men reeds aan de bespreking begonnen is. Daarbij blijft het patronaat een flinke steunpilaar voor de huidige regeringsploeg. Met het aantreden van de heer Leysen als de nieuwe voorzitter van het Verbond der Belgische Ondernemers speelt het patronaat handig in op de huidige regeringspolitiek. Uit recente diverse verklaringen blijkt dat in de werkgeverskringen een bewustwording groeit, die aanzet tot het mobiliseren van de energie met de bedoeling de kansen te grijpen die het land krijgt. In het licht hiervan is het centraal overleg tussen de vakbonden, de middenstand, het patronaat, de landbouwers en de regering allesbehalve hoopgevend. De eerste vergadering van vorige maandag heeft dit reeds heel duidelijk aangetoond. Hopelijk zullen de vakbonden zich eensgezind en krachtig genoeg kunnen opstellen tegen dit gemeenschappelijk front van rechtse politiek. Hoe dan ook, om dit rechts front te breken en het tij te doen keren, blijft er niets anders over dan de strijd in alle hevigheid verder te zetten. Alleen een groeiend verzet, dat ergens zijn weerslag vindt, kan het patronaat en deze regering doen zwichten. Laten wij er voor zorgen dat deze weerslag duidelijk zichtbaar wordt bij de Europese Verkiezingen van 17 juni aanstaande. Als Vlaamse socialisten is dit vandaag onze eerste opdracht. Paul Van der Niepen Senator Zoals de zaken werden voorge steld, loopf men het gevaar bij vele gepensioneerden, werknemers en zelfstandigen, de illusie te verwek ken dat ook zij aanspraak kunnen maken op een verhoging van hun pensioentje dat in vele gevallen lager ligt dan het gewaarborgd in komen voor bejaarden dat sedert mei 1984, 17.834 fr. bedraagt voor gezinnen en 12.841 fr. voor al leenstaande bejaarden. Het verwijt geldt niet alleen voor Mainil de Staatssekretaris, maar ook Dehae- ne, de minister van Sociale Zaken. Een eerste algemene opmerking: in de mededeling van de Staatssekre taris voor Pensioenen werd ver zuimd mede te delen dat het ge waarborgd inkomen voor bejaar den maar wordt toegekend na een streng onderzoek betreffende de bestaansmiddelen, een soort terug keer naar de staat van behoefte. Inlichtingen worden gevraagd bij de diensten van de belastingen om het belastbaar inkomen te kennen en ook bij de registratie inzake eigendommen, enz... Tweede opmerking: voor het bepa len van het recht op gewaarborgd inkomen wordt rekening gehouden met alle inkomens, o.a. met het pensioen (wanneer het om een ge zin gaat worden gebeurlijk de twee pensioenen samengevoegd), met het loon van de nog verrichte ar beid of de winst van de nog uitgeoe fende zelfstandige zaak; met het kadastraal inkomen van de onroe rende goederen (andere dan de woning die men zelf betrekt); met andere vergoedingen of tegemoet komingen, enz... Het is slechts wanneer het totaal van al die inkomens lager is dan het plafond van het gewaarborgd inko men van bejaarden: 17.834 fr. voor een gezin en 12.841 fr. voor een alleenstaande, dat een aanvullend deel van het bestaansminimum wordt toegekend. In vergelijking met de gewone ge pensioneerde werknemers of zelf standigen, krijgt het gewaarborgd inkomen voor bejaarden uitzonder lijke verhogingen: 5% op 1 februari 1983, 2% op 1 januari 1985 en 2% op 1 januari 1986. Daarenboven blijft voor hen de aanpassing van de index integraal en volledig doorlo pen. Zij moeten geen indexaanpas sing laten vallen. Lees door pag. 4

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1984 | | pagina 1