Vrijzinnig Centrum voor Lectuurbegeleiding laakt besparingsmaatregelen in openbare bibliotheken De spijt van een geboren verteller Braaf Werken met groepen RienPoortvliet Toneelavond: "Taboe" door CSC-Vormingswerk Gewest Aalst Tedere anarchist Bij Hadewijch is een juweeltje van een boek verschenen: Sprookjes van spijt van N.E. Fonteyne (1904-1938), een postuum uitgegeven bundel met merkwaardige tekenin gen van zijn kleinzoon Hans Fonteyne en een nawoord van Fernand Bonneure (58 blz. 398 fr.). Deze sprookjes voor volwassenen worden verrijkt door de persoonlijk gekleur de taal van de helaas te vroeg overleden auteur. Houten, Holkema Waren- dorf, 1986, 236 blz., ISBN 90 269 4879 4, in België ver spreid door De Standaard Uitgeverij Antwerpen. Vormingscentrum Herman Vos - Vormingscyclus Doelgroep Doelstelling Werkwijze Programma Praktische Informatie CSC Studiekring Zottegem Info-avond met diavoorstelling: Vakantiecentrum "Den Blekkaard" CSC De Rank - Masereelfonds - Vriendenkring HRIT0 - L.P. Boon Benootschap Door Teater Paljas met Kris De Volder en Gerd De Ley Regie: Hugo Danckaert «Voor Allen» - 23 januari 1987 - 5 lekensbaan schetste de op- en neer gang van het socialisme, Jan de Lichte werd geradbraakt en de anarchisten trokken, net als de geu zen, aan het kortste eind. Boon schildert de hele tijd een socialisti sche beweging die gedoemd is in haar strijd te mislukken - indien hij in een kladderadatsch gelooft, dan is het wel een zeer hallucinante ineenstorting van de beschaving: "eens zal alles eens zijn". Het so cialisme als doodlopend straatje is echter slechts één element in de lange ketting en het vergt bijzonder veel tijd om dat te ontdekken, want het gaat niet om de eindschakel. Boon schreef ooit dat De bende van Jan de Lichte een boek met ondergrondse bedoelingen was en als dat inderdaad zo is, dan is de uitzichtloosheid van die roman en alle andere "geschiedkundige" wer ken van Boon bedoeld als de steen des aanstoots: als we niets meer te verliezen hebben, dan hebben we alles te winnen! Het is bijna een dialectisch proces. Ook Piet van Aken (Klinkaart) en Marcel Mat- thijs (Doppen) hebben deze tech niek gebruikt. De negatie van het socialisme als maatschappelijke uit weg in heel wat van Boons werken wordt door hemzelf meermaals ge negeerd, zo onder andere door de verklaring dat het boek over Klijs- terlicht een werk met ondergrondse bedoelingen is en door de overwin ning van Alfred Nichels in Pieter Daens. Volgens de oude grammati cale regel is een dubbele ontken ning een bevestiging (duplex iiega- tio affirmat); ik geef grif toe dat het me veel tijd en studie gekost heeft om dit onderliggend principe in Boons werk te ontdekken. Anderzijds is het ook zo dat Boon niet in goedkope slogans gelooft en weet dat het socialisme niet alleen van boven af, maar ook van onder uit gerealiseerd moet worden. Het socialisme wordt voortdurend be dreigd door een gebrek aan solida riteit (ik heb daar reeds uitvoerig op gewezen in Kruispunt nr. 81, maart 1982: Van Jan de Lichte tot de Geuzen) en ik wil hier dan ook alleen Boons harde waarschuwing herhalen: "Dat is de eeuwige dom heid van de kleine man, die zich voorstelt, peins eens, dat ook hij al mag beginnen a-sociaal te leven" Ook de afbreker bouwt op, 1982: 77). Net als voor Hendrik de Man was het socialisme voor Boon "een maatschappelijk toegepaste ethiek" en dat betekende dat hij in zijn werk de zweep niet mocht sparen; wat hij zijn lezers voorhield was de misschien voor velen ontnuchteren de boodschap dat het socialisme in hun eigen woonkamer begon, voor aleer het op de straat kon afge dwongen worden. Misschien mag ik er ook even een citaat uit de auto biografie van Hendrik de Man aan kuituur toevoegen: het vraagstuk na melijk van een 'verburgerlijking', die met zich meebracht dat arbei ders, zodra ze economisch een veer van de mond konden blazen, hun oorspronkelijke solidariteitsethos dreigden te verliezen en terugvielen in een soort van mini-kapitalisti sche mentaliteit". Het is precies tegen die achtergrond dat men "Wat heeft het alles voor zin?" - een vraag die ik overigens ten zeerste betreur, want het had (en heeft) zin - moet zien. Toen Mijn kleine oorlog in een opgepoetste versie beschikbaar werd, waren reeds heel wat van Boons eneratie- genoten aan de nieuwe "weelde" gewend geraakt en de grote linkse stroming, die men onmiddellijk na de oorlog had vastgesteld, was doorbroken door de eeuwenoude, traditionele Vlaamse behoudszin, met al de daaraan verbonden geva ren van inmenging. Precies in die periode ontstond, eerst op beperkte schaal, nieuwe interesse voor Boon. Enkele jonge progressieve kunstenaars - Wever- bergh, De Wispelaere, Weisberger, e.a. - ontdekten Boon, maar ze hielden zich toen vooral bezig met de literaire aspecten van zijn werk en veel minder met de maatschap pelijke context waarin het was ont staan; een boek is een feit en een feit kan niet bestaan buiten de tijd. De tijd waarin Boon zijn meest pregnante indrukken heeft onder gaan was een tijd van gruwel, chaos, geweld en een hallucinante negatie van de menselijke waardig heid. Later heeft vooral De Wispe laere deze lacune opgevuld in zijn reeds vermeld boek dat van de door Lampo bedachte eretitel, tedere anarchist, gemeengoed heeft gemaakt. Naar zijn eigen motto heeft Boon eerst het socialisme (samen met veel andere dingen) afgebroken, om het opnieuw te kunnen opbou wen; zijn boodschap is een variante op de oude stelling dat het socialis me op de puinen van het kapitalis me gevestigd zal worden; dat is waar, maar voor Boon is er een bijkomende voorwaarde: laat ons eerst ook het socialisme afbreken en het solidariteitsethos herwaarde ren. Het is een boodschap waaraan we ons ook vandaag niet kunnen onttrekken. Romain John van de Maele NOTEN (1) Van Bork G.J. Ten Houten- Biezeveld, G. Over Boon, Thespa, Amsterdam, 1977 (2) Ranke, B. "Kroniek van het Vlaamse Proza. Louis Paul Boon - Abel Gholaerts", Het Laatste Nieuws. Het krante knipsel werd me bezorgd door Boons vriend Frans Beeck- man; hij heeft er eigenhandig de naam van de krant op ver meld, maar de datum ont breekt. Ook de andere vroege besprekingen (nogmaals Ran ke, De Vree, Demedts en De- mal) werden me door Frans Beeckman bezorgd: de data werden door hem aange bracht. (3) Het knipsel vermeldt niet uit welk blad het gehaald werd, maar de wikkel van Abel Gho laerts (eerste druk), waarop enkele recensies worden geci teerd, vermeldt als bron "Het Nieuws van den Dag". Het Humanistisch Vrijzinnig Cen trum voor Lectuurbegeleiding stelt met grote ongerustheid vast dat nieuwe besparingen de openbare bibliotheeksektor andermaal bela gen, dit alles in schrille tegenstel ling tot de door Gemeenschapsmi nister voor Cultuur, P. Dewael, gevoerde promotiecampagne ter bevordering van het bibliotheekge bruik. Ondanks hun betwistbare culturele en maatschappelijke opdracht en hun leesbevorderende werking werden op de openbare bibliothe ken reeds in 1982 drastische bezui nigingen toegepast door de kollek- ties, de openingsuren en het perso neel met 20% te verminderen. De personeelstoelagen van de Vlaamse Gemeenschap aan de in richtende besturen werden vermin derd met 15%, terwijl de oprichting van het Nationaal Centrum voor Openbare Bibliotheken en van de 13 Centrale Openbare Bibliothe ken op de lange baan werd ge schoven. Per 1 januari 1987 wil de Vlaamse Exekutieve de destijds als tijdelijk aangekondigde maatregelen laten gelden als definitieve uitvoerings modaliteiten van het dekreet op het openbaar bibliotheekwerk in Vlaanderen. Verder wil de Vlaamse Exekutieve bovenop de vermelde besparingen, nog daterend van 1982, nieuwe (ook) definitieve besparingen door voeren, zoals de invoering van een normverlaging inzake personeels- kaders, de verdere vermindering van de kollekties tijdschriften en non-fiction werken en de stimule ring van deeltijds werkende (dus minder toegankelijke) bibliotheken via een ongelijke personeelsbetoe- laging. Het Humanistisch Vrijzinnig Cen trum voor Lectuurbegeleiding is na bestudering van de vooropgestelde initiatieven van de Vlaamse Exeku tieve van oordeel dat de huidige reeks maatregelen NIET kunnen beschouwd worden als besparin gen, maar dat de huidige plannen een algemene deprofessionalisering en schaalverkleining van de Vlaam se openbare bibliotheken voor ge volg zullen hebben, waardoor de basisprincipes van het bibliotheek dekreet (mede onderschreven door de vrijzinnige gemeenschap!) zwaar op de helling worden geplaaltst. Het Humanistisch Vrijzinnig Cen trum voor Lectuurbegeleiding doet dan ook een dringend beroep op de Gemeenschapsminister voor Cul tuur, P. Dewael, om een goed am bassadeur te zijn bij de leden van de Vlaamse Executieve en de leden van de Vlaamse Raad teneinde de openbare bibliotheken eindelijk de nodige middelen te geven om hun belangrijke maatschappelijke rol te kunnen vervullen en de tijdelijke vertraging in de uitvoering van het bibliotheekdekreet niet om te vor men in een definitieve afbraak van het openbaar bibliotheekwezen in Vlaanderen. Zes sprookjes bevat dit boekje en ze hebben alle gemeen dat ze een wat wrange nasmaak hebben. Het huis met de gouden ramen, het eerste, is niet alleen een zeer per soonlijke kijk op het gezegde dat de mooie schijn bedriegt, het is een bitter sociaal-maatschappelijk sprookje waarin de milieufactoren een zeer grote rol spelen. Niet toevallig gaat dit sprookje over een jongen en een meisje die in een gore fabrieksstad wonen en hun dromen (aan de horizon van de stad) voor waar nemen, maar wie voor een kwartje geboren is... of zoals de auteur het in het derde sprookje zegt: «het waterdropje bleef een waterdropje». Boon schreef ooit een roman, Niets gaat ten onder, maar hier gaat alles ten onder, want na de desillusie is er ook nog de straf. En dat is geen sprookje, want uit de sociologische literatuur is ondertussen voldoende bekend dat wie de normen van zijn milieu de rug toekeert, vaak met allerlei hardhandige vormen van sociale controle tot de orde wordt teruggeroepen. Het is een wel zeer pessimistische, maar al te begrijpe lijke visie. Fonteyne heeft immers zijn beste jaren, na een door de eerste wereldoorlog verstoorde jeugd, in de crisistijd van de jaren dertig geleefd. De weg naar boven, het tweede sprookje, heeft bij mij herinnerin gen aan De gletsjer van Nobelprijs winnaar J.V. Jensen opgeroepen, maar terwijl de figuren in Jensens boek het belang van de geschiede nis inzien, breken de vlaktebewo ners in Fonteynes boek met het verleden, met hun oorspronkelijk milieu en gaan eraan ten onder. Het vierde sprookje gaat over mo lenaars, die elkaar geen plekje on der de zon gunnen, of anders ge zegd over hat gebrek aan menselij ke solidariteit en de nare gevolgen daarvan. In Het elfje, waaruit een grote bewondering voor de natuur blijkt, is het thema, net als in De groet en het eerste sprookje, dat je wel een illusie kunt achternahollen, maar er alleen bloed en tranen aan overhoudt. Het elfje is uiteraard een metafoor. Het laatste verhaal tje, De opgang, is er een dat allen die het milieu verloederen zouden moeten lezen. Mens en samenle ving worden voor een illusie vernie tigd. Sociologisch is dit sprookje de weerspiegeling van de evolutie van gemeenschap naar maatschappij en precies daarom heb ik deze bespre king De Spijt van een geboren verteller genoemd, want het is maar al te duidelijk dat Fonteyne met de moderne «samen»-leving niet opgezet was. Uit het nawoord blijkt dat Fontey ne een depressief man was, ge plaagd door een hartkwaal en ge desillusioneerd door het avontuur van de activisten, maar eigenlijk was dat al tussen de regels te lezen in de sprookjes zelf. Hoe somber ook, deze bundel past precies in deze tijd, want hij is een waarschu wing tegen het achternabollen van illusies, het gebrek aan solidariteit en historisch besef (zo prachtig ver woord in De weg naar boven). Het zijn de centrale problemen" van de jaren tachtig. R.J. van de Maele Het is een typisch Poortvlietpro- dukt: de auteur komt er 100% in aan zijn trekken als dierenliefheb ber én kunstschilder. Het lievelingsdier dat hij thans van alle kanten en zijden belicht, is de hond. De ervaringen met zijn eigen honden - niet minder dan zes waar onder Jack Russels, Duitse draad haren en ruwharige teckels - zor gen voor het uitgangspunt en de inspiratie. Zijn belangstelling breidt hij vervolgens uit tot andere rassen en soorten. Telkens tracht hij zo getrouw mogelijk het werke lijk uitzicht weer te geven. De wen ken die hij in zijn begeleidende, in handschrift gereproduceerde kom- mentaar ten beste geeft, zijn van praktische aard. In een adjectief of een beknopte beschrijving typeert hij vaak raak het uitgebeelde dier. Gegevens van technische of biolo gische aard worden tevergeefs gezocht! Dit boek richt zich dan ook in de eerste plaats naar de liefhebber van de hond om het dier zelf. De ogen van de afgebeelde honden kijken de lezer vriendschappelijk en be grijpend aan. Poortvliet heeft zijn eigen dierenliefhebbend hart erin gelegd. Daartoe wendt hij als mees terlijk schilder allerlei technieken aan: aquarellen, olieverfschilder ijen, tekeningen en schetsen wor den met zeer veel zorg kwalitatief zeer goed gereproduceerd! Aan dit boek is geen leeftijdskatego- rie vast te koppelen. Zowel jong als oud, ongeschoolde als intellectueel, kunstminner als hondenliefhebber kunnen er hun hart aan ophalen louter al kijkend en bewonderend. Eerder dus een geschenkboek dan een naslagwerk. Paul Van den Wijngaerde De kursus "Werken met groepen" richt zich in de eerste plaats tot medewerkers (zowel beroepskrach ten als vrijwilligers) die aktief zijn in één van de sektoren van het sociaal-kultureel werk. De kursus is aanvaard door de Gemeenschapsminister van Cul tuur en geldt dus als onderdeel van het vereiste bekwaamheidsbewijs (art. 22, 3° en 4° decreet van 11.6.1985). Het pakket maakt deel uit van de "Systematische opleiding voor het sociaal-kultureel werk" van het VCVO (C. formule, modu le 4/1/e) Inzicht verwerven in het groepsge beuren en ervaring opdoen in het omgaan met groepen. Dit betekent dat er aandacht wordt geschonken aan groepsdynamica, het begelei den van taakgerichte groepen, ge- spreks- en vergadertechnieken, waarnemen en luisteren. Elk onderwerp wordt kort ingeleid en vergezeld door praktische oefe ningen zodat de inbreng van de deelnemers zo groot mogelijk is. De nadruk ligt zeker niet op ken nisoverdracht maar vooral op het verwerven van vaardigheden. Bij de oefeningen wordt uitvoerig ge bruik gemaakt van audio-visuele middelen. Eerste jaar, leergebied 4, "Werken met groepen" 1' dag: 21.2.1987 - Kennismakingstechnieken - Bespreking verloop van de kur sus en terreinverkenning - Waarnemen - Luisteren 2' dag: 22.2.1987 - Hoe funktioneert een groep? (In leiding in de groepsdynamica) - Konfliktbeheersing en bevorde rend gedrag in de groep; 3" dag: 4.4.1987 - Spreken voor groepen - Evaluatie met extra-aandacht voor de verschillende evaluatie technieken. V Inleiders en medewerkers: Frank Beke (permanent begeleider VHV) Rita Bladt (CSC-koepel) Gio Devos (VHV) Martine Maes (VHV) Plaats Het weekend van 21 en 22 februari 1987 gaat door in het Vormingscen trum De Ceder, Parijsestraat 34, 9800 Deinze (Astene) De derde dag (4 april 1987) gaat door in de "Vooruit", Sint-Pieters- nieuwstraat 23, 9000 Gent. Deelnemingsprjjs Volwassenen: 1.500 fr. verblijfs kosten, 500 fr. middageten Kinderen minder dan 4 jaar: 250 fr. verblijfskosten Kinderen minder dan 10 jaar: 800 fr. verblijfskosten, 250 fr. eten. De verblijfskosten bevatten de maaltijden en de overnachting in De Ceder plus het middagmaal in De Vooruit. Het middageten bevat de middag malen in De Ceder en het middag maal in De Vooruit. Kursuspakketten: 400 fr. voor het lste en het 2de jaar samen. Edukatief verlof Wie voltijds tewerk gesteld is in de partikuliere sektor (bijv. een v.z.w.) kan betaald edukatief verlof bekomen. Tweede jaar Een tweede pakket van 20 uren "Werken met groepen" niveau 2de jaar zal aangeboden worden in sep tember en oktober 1987. Als je dit niet begrijpt, ga je best naar de kursus. Maandag 26 januari 1987 om 20 uur Volkshuis, Markt 8 te Zottegem Inleiding door stafmedewerker van het centrum Inkom gratis. Dinsdag 27 januari 1987 om 20 uur fr Feestzaal HRITO, Welvaartstraat 70 te Aalst j Inkom: 150 fr. (wk: 120 ft-., reduktie voor senioren) Een jong meisje vindt in een rechter het toevallige evenbeeld van haar overleden vader. De maatschappij veroordeelt hun verhouding als immoreel, incestueus. Een bijzonder aktueel stuk van Nicola Mauzan.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1987 | | pagina 5