Derde Publikatie Zottegems Genootschap voor Geschiedenis van de pers Zottegems verleden onder de loupe Zottegems Genootschap voor Geschiedenis stelt zijn derde boek voor Vruchtbaarmakend POEDER Zottegems brouwerijverleden doorgelicht DE KLOK De zin en de betekenis van lokale geschiedschrijving v Brouwerij CROMBÉ cU/ii SOTTEGËM (lel. 1IK») Op vrijdagavond 18 de cember 1987 werden in de krypte van het Egmontkas- teel de derde Handelingen van het Zottegems Histo risch Genootschap voor Geschiedenis (ZGG) aan de pers en aan het publiek voorgesteld. Op 18 december 1987 versche nen de «Handelingen III» van het Zottegems Genootschap voor Geschiedenis. Deze jonge geschiedkundige vereniging, onder voorzitterschap van Da niël Lamarcq (historicus) en verder bestaande uit de histori ci Luc De Both en Koenraad De Wolf, Luc Van Durme (dr. Letteren Wijsbegeerte) en Mark Rogge (archeoloog), is hiermee aan haar derde twee jaarlijkse publikatie toe. Traditiegetrouw wordt ook in dit boek gepoogd een brede waaier van artikels en bijdragen met be trekking tot het Zottegemse verle den, maar ook een stuk daar bui ten, bij mekaar te brengen. Hoofdbrok vormen dit jaar twee studies waarin Daniël Lamarcq het Zottegemse brouwerijverleden poogt te schetsen. In een eerste bijdrage geeft de auteur ons een inventaris van de Groot-Zottegem- se brouwerijen na 1850, waarbij niet minder dan 33 brouwers wor den besproken. Een tweede artikel handelt over de enige overgebleven Zottegemse brouwerij: Crombé, waarvan de historiek teruggaat tot het jaar 1800. dir ApotheekVictor Vao der Schuereo. Prijst frank de doos. OPHITSEND POEDER Prijs1,50 fr, de doos. «De Klok», «Barbry», «De Meyer», «Vander done kt», «De Winne»,... wie herinnert zich deze brouwers nog? En wie heeft ooit de smaak ge proefd van «Poepentsoe», «Fort-Op», «Venus», «Rum ba» of «Skole»? Het zijn nochtans de namen van Zot tegemse brouwers en Zotte gemse bieren. K«.A.uti5.ss9 ZOTTEGEM B i* o ii c r ij u 4 - 25 december 1987 - «Voor Allen» Na een welkomstwoord door voorzitter Daniël Lamarq, was het de beurt aan Luc Van Dur- me om kunstenares Hilde Van de Walle, de gastvedette van het ZGG, voor te stellen en haar recente artistieke kreaties te analyzeren en bij het Zottegem- se publiek te introduceren. Luc Van Durme boog zich daar na nog uitvoerig over het hoe en het waarom van lokale geschied schrijving en poogde de specifie ke taken en opdrachten te om schrijven die een jong en bloei end gezelschap als het ZGG zich in de toekomst kan voorhouden. Gezien het belang van de ge presteerde publikatie drukken wij - ten behoeve van de geïnte resseerde lezers uit Zottegem en de Zuidoostvlaamse regio - ver volgens af: een beknopte voor stelling van het verschenen boek, de Handelingen III; ten tweede de inhoud in vogelvlucht van het hoofdartikel, ditmaal gewijd aan de Zottegemse brou werijen; tot slot een aantal pas sages van het referaatje dat Luc Van Durme hield, vooral over de zin en de doelstellingen die lokale geschiedenis zich kan stellen. Ook ons archeologisch, zeg maar Gallo-Romeins erfgoed komt ruim aan bod: Guy De Mulder bespreekt de Gallo-Romeinse bewoning in onze streek, Mark Rogge heeft het over een versierde terra sigillata kom van de pottenbakker Advoci- sus, en Luc Van Durme bundelt de toespraken bij de opening van het Archeologisch Museum van Zuid- Oost-Vlaanderen gehouden, en voegt er een bibliografie van ge noemd museum aan toe. Dient om koeien en paar den te doen onthouden. Het is een onfeilbaar middel om koeien, enz., vruchtbaar te maken. Om peerden, koeien en varkens te doen getuigen of driftig te maken en dit zonder gevaar voor dé gezondheid der dieren. Ook wordt geput uit de wonderbaarlijke keuken van Zottegems eerste apotheker: Victor Van der Schueren (1887-1924). Het leven en werk van de befaamde Zottegemse kunstenaarsfamilie Ver- straeten worden in de Handelingen III op een deskundige wijze belicht. Tussen 1850 en vandaag waren er in Groot-Zottegem maar eventjes 33 brouwers aktief: 24 in Zottegem en telkens drie te Strijpen, Grotenber- ge en Velzeke. Deze markante gegevens vormen het resultaat van intens opzoekings- werk door Daniël Lamarcq die in het kader van het Jaar van het Bier (1986) een inventaris van de Zotte gemse brouwindustrie poogde op te stellen. Een en ander resulteerde in twee (lijvige) studies, met name «De brouwnijverheid te Zottegem (1850-1986)» en «Tweehonderd jaar brouwtraditie te Zottegem. De brouwerij Crombé». Eerstgenoemd artikel noemt de au teur zelf «een inventaris, een sa menbrengen van wat we na lang zoekeq konden terugvinden». Het werd mede door de overvloedige maar niettemin funktionele illustra tie een bijzonder interessant werk. Na een inleiding en een refereren naar de toestand vóór 1850 wordt per deelgemeente het brouwerijbe stand ontleed. In het vroegere Zottegem werden (na 1850) brouwerijen teruggevon den in de volgende straten: 1. Firmin Bogaertstraat a) op de hoek met de A. Scheiris- straat: Velge, De Jaegere, Van der Vennet; b) waar nu de Kredietbank is ge vestigd: Schollaert, Ceuterick. 2. Godveerdegemstraat (woning Renaat van der Linden): Noyé, De Nieuwe Brouwerij. 3. Grotenbergestraat (hoek met Ooststraat): Van den Noortgaete, Barbry. 4. Hoogstraat (huidig huisnr. 74): Ceuterick/De Winne. 5. Hospitaalstraat a) huidige brouwerij: Droesbeque, Crombé b) daar naast: Noye, Bernaeyge, De Wilde, Van Hoomissen Mal- fait. 6. L. De Metsstraat: Stevens, De Riemaecker, Van Vijve, De Klok. 7. L. Roelsstraat: Francois, De Meyer. 8. Nieuwstraat: a) De Clercq, Smets-Noyé; b) Francois. 9. Trapstraat: Van Steenbergen. Te Grotenberge konden twee vesti gingen worden gelokaliseerd, beide gelegen langs de Gentse Steenweg, met name de brouwerij De Clerpq gelegen net naast «De Posterij» en een tweede bedrijf een paar hon derd meter verder richting Gent waar respektievelijk De Cock en Terlinden brouwden. In Strijpen brouwden achtereenvol gens Van Damme, Van Crombrug- ge en Vander Donckt in een bedrijf gelegen op de hoek van de huidige Sint-Andriessteenweg en de Lede bergstraat. En te Velzeke vinden we vestigin gen aan de Provinciebaan, met na me op de Molenbeek (Vanden Noortgaete/Roscam) en te Lippen- hove (Droesbeque). Elk van deze brouwerijen wordt, afhankelijk van het bronnenmate riaal, zo uitvoerig mogelijk bespro ken: de produktie, het machine park, de werknemers, het bier,... het komt allemaal aan bod. De brouwerijen worden daarbij tel kens op een huidig stratenplan exact gesitueerd. Kortom, de auteur slaagde er op een meer dan verdienstelijke ma nier in een overzicht te schetsen van het brouwerijbestand te Zotte gem. Uit deze «inventaris» blijkt duidelijk het belang van de Zotte gemse brouwindustrie in de negen tiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. Mede hierom vindt Danny Lamarcq het bijzon der jammer dat een schrijnend ge brek aan bedrijfsarchief niet toeliet de sociaal-ekonomische impakt van de Zottegemse brouwnijverheid te onderzoeken. De enige brouwerij waarvan rela tief veel bronnenmateriaal bewaard Mospitaalstraat.10 O tCMJWmtT-M MMMI-IWfMM De historiek van de Brouwerij Crombé, of hoe Crombé door huwelijk het brouwersgeslacht Droesbeque (1800-1899) opvolgde. 4». .VI UtS&TKJMT in IQIO I lost o «lieren Sikciaai. en Tkii-ki. Zuiver -M O 1 T en II O De geschiedenis van de Zottegemse Brouwnijverheid (1850-1985). Meer dan 30 brouwerijen worden behandq'd. bleef, is de brouwerij Crombé, de enige overgebleven Zottegemse brouwerij. Genoemd bedrijf wordt dan ook in een afzonderlijk artikel behandeld. Ruime aandacht gaat hierbij naar de eigenlijke historiek van de brou werij wanneer stak men van wal en welke waren de respektievelijke brouwers. Vast staat dat de ge schiedenis van de brouwerij in de Hospitaalstraat teruggaat tot kort na 1800 en in elk geval in 1806 reeds als dusdanig te boek staat. Oprichter was waarschijnlijk Louis- Jean Droesbeque. Na hem volgde Prosper (1843) en pas in 1899 kwam de brouwerij, door huwelijk, in handen van Joseph-Louis Crombé. Via Edgard en Georges komen we uiteindelijk bij de huidige brouwer Marcel Crombé. Ook de produktie van de brouwerij kon, met name na 1945 jaar na jaar gevolgd worden. Zo zien we dat Crombé in 1939 de op twee na kleinste brouwerij van Groot-Zot tegem was. Hoe Crombé in de jaren 1950-1975 het zeer moeilijk kreeg, zoals trouwens de meeste kleine brouwerijen, en hoe hij er vanaf het midden van de jaren 1970 in slaagde dankzij zijn Oud-Zotte- gems het tij te keren, wordt uit voerig besproken. Rijkelijk geïllustreerd is het hoofdstuk «Bier». Alle door Crom bé gebrouwen bieren, gaande van het beruchte «Zéro-Huite» tijdens de Tweede Wereldoorlog tot de momenteel gelanceerde «Egmont» komen aan bod. Het geheel wordt afgerond met een onderzoek naar de tewerkstelling en de lonen, dit meer bepaald tus sen 1905 en 1943. Met beide artikels zorgde Danny Lamarcq zonder meer voor een hoogst interessante en vlot leesbare geschiedenis van de Zottegemse brouwerijen. ^■VaiaM Plezant-anekdotisch, maar zeker niet onbelangrijk, is de bijdrage van Luc De Both. Hij gaat dieper in op de wonderbaarlijke keuken van Zottegems eerste apotheker Victor Van der Schueren die onder andere zijn «bloedzuigers steeds vers en gewaarborgd» en zijn «vruchtbaarmakend en ophitsend poeder» aanprees. Volkskundige Renaat van der Lin den wijdt een bijdrage aan de vere ring van O.-L.-Vrouw van Halle te Zottegem, en Nestor Van Den Bos sche vervolledigt zijn straatnamen- dossier met een verklaring van de meest recente Zottegemse straat namen. De ontwikkelingsgeschiedenis van Leeuwergem en Elene komt aan bod in een boeiende studie van Ignace De Temmerman. Ook dit jaar werd de kunstgeschie denis niet vergeten: Koenraad De Wolf belicht immers leven en werk van de befaamde Zottegemse kun stenaarsfamilie Verstraeten. Er wordt ook buiten de Zottegemse grenzen gekeken. Prof. dr. Willy Braeckman schreef een bijdrage over het pachthof en de bezittingen van de St.-Baafsabdij te St.-Lie- vens-Houtem, en Antoine De Smet gaat nader in op de geschiedenis van het kasteel Grenier te Gavere. De «Handelingen-III» van het Zot tegems Genootschap voor Geschie denis tellen ruim 225 bladzijden. Dit rijkelijk geïllustreerde boek kan bekomen worden aan de meer dan schappelijke prijs van 595 frank. Het boek kan besteld wor den door storting van 495 fr. op rekening nr. 001-1355891-04 van ZGG, Brouwerijstraat 32 te 9620 Zottegem. Het bedrijven van lokale geschie denis is geen gemakkelijke opgave, ook al mag dat zo wel lijken. En als ik de pretentie mag hebben te stel len dat deze derde Handelingen werkelijk een lokaal-historische suksespublikatie zijn geworden, be staan derhalve redenen bij de vleet om de diverse auteurs een bloem pje te gooien. Alleen al de bonte diversiteit van de auteurs zelf bewijst dat ons Ge nootschap geen elitair schrijvers kransje is, doch integendeel een breed forum en dit zowel sociaal- politiek, filosofisch als disciplinair. Dit brengt natuurlijk met zich mee dat het leven, de aktie, het weten schappelijke dispuut niet weg te denken zijn uit onze brouwerij. Vaak staat de boog gespannen, want van spanning houden en be staan wij ook; wij zijn zelfs, uit een kortsluiting ontstaan, waarvan ik u kan getuigen dat wij die niet opzet telijk hebben veroorzaakt en waar van wij achteraf met gerust gewe ten kunnen poneren dat het een vruchtbare, zelfs grenzen- en moge lij kheden verleggende kortsluiting is geweest. Onze formule is dan ook die van het heerlijke dispuut, de verhitte diskussie en het teamwork en dus allerminst die van het pijnlijke re veil van een veteraan-historiograaf of van een ingehuurde monograaf- gelegenheidsauteur, die dan toch het nodige bijeenscharrelt en op bestelling enkele honderden blad zijden aan het verduldige papier toevertrouwt. Zoals ik reeds zegde, is de lokale historiografie, hoe eenvoudig ze, geplaatst tegenover de akademi- sche, nationale en universele ook mag lijken, in werkelijkheid een erg moeilijke vorm van geschied schrijving, op voorwaarde uiter aard dat ze behoorlijk, wetenschap pelijk en tegelijk onderhoudend bedreven wordt. Van precies zo'n georiënteerdheid zijn onze Handelingen III de beli chaming zelf. Onze Handelingen III getuigen vooral dan nog van een prachtige veelzijdigheid, zowel te- matisch als geografisch. De strijd voor die veelzijdigheid en ook voor de onmisbare vrijheid en kreativi- teit ertoe, is - zeker in het begin - geen rozenpad geweest. De obstakels en zelfs gerechtelijke dreigementen van echte of ver meende lokale kuituurpauzen ten spijt, hebben wij evenwel volhard en uiteindelijk het evenwicht ge vonden dat andermaal vruchten heeft afgeworpen in deze Handelin gen III, onze waarborg, ons pas poort. Dank zij onze talrijke beschermhe ren konden en kunnen wij een bloeiende kring blijven. En dat met uw milde steun niet lichtvaardig werd en wordt omgesprongen, kan onze wakkere schatbewaarder Luc De Both getuigen. Voor hem moet ik daarom terloops een kaars ont steken, want door voor onze Belgi sche frankskes zorg te dragen zoals het een echte tresaurier past, heeft hij ons relatief welzijn steeds on wrikbaar gekonsolideerd. Als ik dan toch het bestuur van ons genootschap voorstel, kan ik hier aan toevoegen dat ook nog kunst historicus en specialist in de politie ke geschiedenis Koenraad De Wolf samen met Mare Rogge, Zuid- Oost-Vlaanderens meester-archeo- loog en vanaf 1 oktober ook eerste konservator van het Archeologisch Museum van onze stad, op zichzelf de garantie zijn van kwaliteitswerk. Kwaliteitswerk, verdiepende we tenschap, maar ook het op boeien de, sprekende en heldere wijze neerpennen ervan, dat zijn onze deviezen. Wetenschappelijke eerlijkheid vooral nog dient echter als een rode draad door elke historische penne- vrucht te lopen. Vooral op het sociale vlak is ge schiedenis immers vaak een zeer onrechtvaardige wetenschap. De archeologie is dat het minst. Zij baseert zich immers op materiële getuigenissen alleen. En alhoewel rijke en machtige lie den meer en bestendiger getuige nissen zoals stenen gebouwen en sieraden nalaten, blijft het toch zo dat hun relieken en die van de armere lieden allebei voorkomen en de basis scheppen voor de studie van de sociale organizatie, de gods dienst, het dagelijks bestaan van weleer. Ook en vooral zijn de bron nen over de gewone man uiterst schaars in de vroegere historische perioden. Het schriftgebruik ontstond immers als een beheersnoodzaak. Aanvankelijk huurde men skriben- ten zoals men vandaag de dag een computer huurt. Mettertijd gingen de schriftkundi gen ook andere dingen noteren zoals belangrijke gebeurtenissen. Over de gewone man beschikken wij rechtstreeks over geen of weinig bronnen. Alleen wanneer hij zich in stedelijk verband verzette tegen bepaalde toestanden, verneemt men een weinig. Over de landman echter hoort men over het alge meen niets, niets dan dat hij een natuurlijke domoor is. Op sprekende wijze vinden wij in het midden van de 16' eeuw hier een unieke illustratie van te Velze ke, dat toen reeds als Gallo-Ro meins mekka bekend stond en waar de Gentse historiograaf Van Vaer- newijck op archeologische exkursie was in het jaar 1563. Zo associeert Van Vaernewijck de geringe histo rische kennis van de toenmalige Velzekenaren rechtstreeks met hun analfabetisme, dit waar in feite al leen de volksoverlevering het laat afweten, een omstandigheid waar van Vaernewijck overigens gretig profiteerde om zijn eigen fantas- men te kamoefleren. Ook nu bestaat de gewone man slechts biologisch en administratief voor de bronnen van de geschied schrijving. Die geschiedschrijving hield zich enkel bezig met de mach tigen, met de «groten». Nochtans leefde in onze steden en op het platteland in het verleden het grootste procent van de men sen, die ook mensen waren, met denkbeelden en gevoelens, met vreugden, met pijn en droefheid, mensen die zolang wroetten om te overleven tussen misoogst en ziekte voor zichzelf, hun kinderen en de ouderen die niet konden werken. Pas zeer laat beschrijven - wellicht niet toevallig - auteurs uit ons Oost-Vlaanderen zoals de Teir-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1987 | | pagina 4