Socialistisch weekblad Dreigende subregionale tewerkstellingsinitiatieven hun doelstelling te missen Het gehuil van de Conservatieven Moeten er nog kernwapens zijn De SP beschermt sociale huurders SPOEDBETOGING ftPRIL De verkiezingen in de Sovjet-Unie BRUSSEL ZONDAG I 1 989| Provincieraad Oost-Vlaanderen 1 3S~? NTRALE Vrijdag 31 maart 1989 51* jaargang nr. 13 Een lovenswaardig initiatief Kritiek De SERV-studie Herman Van Herzeele. Felle reaktie Onduidelijke beperking VOOI ^^Mte*trocrt 17 Redaktie - Administratie - Publiciteit: Houtmarkt 1. 9300 AALST Tel. 053/70.51.51 Postrekeningnr. 870-0002726-73: Maandabonnement: 60 fr. laarabonnement: 720 fr. Verantwoordelijke uitgever: René Stabel. Houtmarkt 1, 9300 Aalst i i Volgens provincieraadslid Freddy De Chou tijdens de jongste zitting van de raad, zouden de subregionale tewerkstellingsinitiatieven van het provinciebestuur hun doelstelling wel eens kunnen voorbij schieten omdat de huidige opsplitsing van geheel de provincie één probleemgebied maakt, wat zeker niet nodig is, en bovendien ook omdat voorrang wordt verleend aan gebieden die het minder moeilijk hebben dan andere. Vorig jaar nam het Provinciebe stuur het initiatief om subregionale tewerkstellingscomités op te rich ten teneinde doelgerichte projek- ten tot stimulering van de tewerk stelling in ekonomisch verzwakte regio's te ontwikkelen. Het lag in de bedoeling om in deze zonegebonden projekten te komen tot aktiegerichte programma's ge richt op de werkgelegenheidsbevor- dering. De konkrete uitwerking en de op volging van de aktievoorstellen zouden worden toevertrouwd aan werkgroepen, die representatief zouden zijn voor de arbeidssituatie in de betrokken zone. Een eerste dergelijk komité werd intussen geïnstalleerd in het Meet jesland en eerstdaags wordt ook in Oudenaarde van wal gestoken. "De S.P. heeft", volgens ons pro vincieraadslid, "het principe van de subregionale tewerkstellingsinitia tieven steeds ondersteund, te meer daar het enigszins tegemoet komt aan de vele vragen en suggesties voor konkrete akties op het sociaal- ekonomisch vlak door leden van de fraktie." Nochtans had De Chou een aantal vragen en bedenkingen bij ener zijds de afbakeningen van de zones en anderzijds bij de keuze van de prioriteiten. Als voornaamste criterium voor de afbakening van de zones weerhield de provincie het ruimtelijk-geogra fisch kader. In de praktijk komt dat ongeveer neer op een indeling volgens de arrondissementsgrenzen of beter volgens regio's bepaald door de aanwezigheid van een voorname centrumlokaliteit Pas in de tweede orde, bij de inde ling in subzones, werd er volgens De Chou rekening gehouden met sociaal-ekonomische kenmerken. De EROV (Economische Raad voor Oost-Vlaanderen) deelde al dus de gehele provincie in zeven zones in, met verder een uitsplit sing in 20 subzones. "Door een dergelijke indeling in zones, waarbij gans de provincie Oost-Vlaanderen wordt overspan nen, dreigt men het kind met het badwater weg te gooien, tenminste indien de werkelijke doelstelling is en blijft de ekonomisch verzwakte regio's te ontwikkelen", oordeelt De Chou. "Men maakt immers van gans de Provincie één ontwikke lingszone!" Bovendien krijgt men door derge lijke 'arrondissementele indeling' een totaal verkeerd beeld van de bewuste zone. In de meeste geval len is immers de invloed van de centrumlokaliteit zo dominant dat niet eens de echte probleemgebie den kunnen worden onderkend. Tenslotte vindt De Chou het ook niet denkbeeldig dat binnen elke zone het grootste deel van de initia tieven juist naar deze voorname centra zal gaan, zodat de toestand nog verder zal worden scheefge trokken. Hij neemt hiervoor het voorbeeld van de zone Sint-Niklaas, waar het gebied in zijn geheel vrij behoorlijk scoort, maar waar toch de streek rond Lokeren-Zele met ernstige moeilijkheden te kampen heeft. Eenzelfde fenomeen doet zich, vol gens De Chou, voor in de arrondis sementen Aalst en Oudenaarde waar over de grenzen heen het zuidoosten één groot probleemge bied is. "Wij menen dan ook dat de enige juiste manier van zonering deze is die steunt op sociaal-ekonomische faktoren en waarbij men zich ook beperkt tot de werkelijke pro bleemgebieden. Bovendien moet bij het vaststellen van de prioritei ten eveneens worden uitgegaan van deze krisiskenmerken." "Gelukkig beschikken wij thans over objektieve cijfers over de Vlaamse probleemzones", ging De Chou verder, "einde vorig jaar im mers stelde de SERV (Sociaal Eko- nomische Raad van Oost-Vlaande ren) voor het eerst zijn "Sociaal Economische Atlas van Vlaande ren" voor. Samen daarmee bracht de SERV een eerste "Jaarlijks rapport over de regionale ontwikkeling" uit. Met deze documenten is het perfekt Vervolg op blz. 2 «De sovjet-burgers laten hun afkeer blijken voor het systeem», «Sovjet-bevolking is kommunistische partij beu». En zo gaat het rechtse koor verder. Dat het sovjet-systeem in gebreke is gebleven, staat buiten kijf; dat de sovjet-burger een te lage materiële welvaart kent, evenmin. Beweren dat de volkeren van de Sovjet-Unie het kommunisme van de hand wijzen is onjuist. De rechterzijde weet blijkbaar niet goed wat gedaan met de democratisering van een kommunistisch land. Ten onrechte doen de conservatieven deze verkiezingen, die toch door de kommunisten zelf werden gewild en georganiseerd, uitschijnen als een «anti-kommunistische reactie» van het Sovjet-volk. Daarbij ziet men in rechtse kringen zelfs over het hoofd dat het «fenomeen» Boris Jeltsin, de K.P.-chef van Moskou is, een volbloed kommunist dus... Juist door zijn hoge en geëngageerde deelname aan de verkiezingen toonden de burgers aan zich af te zetten tegen het «apparatisme en de bekrompenheid van sommige partijfunc tionarissen» maar wel te willen deelnemen aan het kommunis tisch politiek en maatschappelijk leven van hun land. En laat ons nu een beetje verder denken. Wanneer men de «onvrije» kommunistische wereld stelt tegen over de «vrije» kapitalistische wereld, dan moet men dat in zijn geheel doen. Wanneer men de mening van de sovjet-burgers wil kennen over het kommunisme dan moet men ook de mening over het «kapitalisme» gaan vragen aan de miljoenen werklozen (zon der steun) en de zieken, zonder sociale zekerheid, in het meest «vrije kapitalistische» land ter wereld. Dan moet men ook de mening over de Amerikaanse «vrijheid» gaan vragen aan de economisch uitgebuite volkeren van Midden- en Zuid-Ameri- ka, aan het volk van Chili en van Nicaragua. De conservatieven willen die stemmen doven en roepen dus des te harder over de wantoestanden in de Sovjet-Unie. Zeker, die wantoestanden zijn er. Voor ons, socialisten, stelt zich de vraag: «Wat moeten wij van dit alles denken»? Het is duidelijk dat de «collectivistische experimenten» niet hebben gebracht wat we er van verwachtten. Het is waar ook dat een kommunistisch systeem niet gevrij waard blijft van machtsmisbruik, zware nalatigheid met verre gaande gevolgen, onverantwoordelijkheid, onaanvaardbare vrijheidsbeperking. Toch weten we dat het nietsontziend kapitalisme, oorzaak van oorlogen, armoede, onderdrukking, uitbuiting en met als resultaat een samenleving gebaseerd op een individueel-egois- me ieder voor zich), geen alternatief is. Wij menen dat we ons kommunisme, ons socialisme moeten herdenken. Onomstotelijk blijft dat het socialisme van de toekomst zal moeten steunen op een economie ten dienste van de mens, en niet van de winst, en op meer kennis, broederlijk heid en solidariteit bij het volk. Voor huurders van sociale woningen was de nieuwjaarsperiode de laatste jaren geen prettige tijd: bijna elk jaar steeg hun huur fors. Enkele dagen voor de intrede van socialistische ministers in de Vlaamse regering werd beslist, dat de sociale huren in 1989 alweer de hoogte zouden ingaan. Maar zodra de SP aan de onderhandelingsta fel verscheen voor een nieuw regeerakkoord, was het duidelijk, dat het uit wat met de willekeurige huurverhogingen. Inderdaad, sinds begin 1985 wer den de sociale huurders er bijna jaarlijks van verwittigd dat ze vanaf het daarop volgend jaar een hogere huurprijs zouden moeten betalen. Deze huurstijging had een dubbele oorzaak. Vooreerst was er het Be sluit van de Vlaamse Executieve van 7 november 1984. Dit zou op zichzelf al tot serieuze huurstijgin- gen aanleiding hebben gegeven. Daar kwam dan nog eens de wijzi ging van de fiskale wetgeving voor vervangingsinkomens bovenop. Deze wijziging, ingevoerd door de nationale rooms-blauwe regering, hield in dat de vroegere abattemen- ten werden vervangen door belas tingsverminderingen. Dit kwam er in feite op neer dat het netto belastbaar inkomen - de basis waarop de sociale huurprijzen wor den berekend - voor gepensioneer den en werklozen wel steeg en dus ook hun huurprijs verhoogde, zon der dat ze in realiteit ook maar één frank meer in handen kregen. Dit had zeer grote huurprijsstijgin gen in 1985 tot gevolg. De reaktie van de sociale huurders was dan ook fel. In heel Vlaanderen werden akties op touw gezet. Door deze felle reaktie slaagden de sociale huurders erin de huurverhogingen gedurende twee jaar tot het mini mum te beperken. In 1987 was het echter opnieuw zover. Hoewel de SP meer dan een maand voordien aan de noodrem had getrokken, weigerde de Vlaamse CVP-PW- regering om deze stijgingen tegen te gaan. Toen de sociale huurders de huurprijzen onder ogen kregen die ze in 1987 zouden moeten beta len, bleken verhogingen van 30 procent en meer geen uitzonde ringen te zijn. Ook nu was de reaktie van de sociale huurders hevig. Op enkele plaatsen in Vlaanderen werden de kantoren van de plaatselijke sociale huisvestingsmaatschappijen bezet Zelfs het kabinet van minister Ak kermans werd bezet. Uiteindelijk beloofde deze dan "iets" te zullen doen. Het duurde nog enkele maanden vooraleer er op 1 april 1987 inderdaad een beperking in voege trad. Voor inkomens tot 400.000 frank (plus 40.000 frank voor gehuwden en/of per kind ten laste) werd de stijging van de huur prijzen gedurende 1987 beperkt tot maximaal 15 procent. Hoewel dit slechts een gedeeltelijke genoeg doening was, voerden de sociale huurders verder geen aktie meer. Onder druk van de verkiezingen van 13 december 1987 werd deze beperking van 15 procent verlengd voor één jaar. Ook in 1988 zou er dus geen huurprijsverhoging voor deze inkomensgroep meer komen. Toeval - of niet -, deze beslissing werd genomen op de vooravond van een SP-konferentie over de verhoging van de sociale huren. Op 12 oktober 1988, juist zes dagen voor de SP-ministers tot de Vlaam se Executieve toetraden, trof de Vlaamse Regering een nieuw Be sluit over de sociale huren. Dit Besluit had goede en slechte pun ten. Het belangrijkste element in dit verband was echter dat de in 1987 ingestelde beperking werd op geheven. De bedoeling was duidelijk. Het Besluit werd genomen vlak voordat de SP hierover mee mocht beslis sen, maar het had pas uitwerking nadat de SP al meer dan 2 maanden in de Vlaamse Regering zou zitten. Dit was voor de SP niet meer of niet minder dan een vergiftigd ge schenk omdat de Vlaamse Socialis ten in het verleden de sociale huur ders steeds hadden gesteund. Het Besluit schafte de in 1987 inge voerde beperking dus af, maar te gelijkertijd voerde het een andere beperking in. Deze beperking was echter zo onduidelijk geformu leerd, dat de interpretatie van de verantwoordelijke Nationale Maat schappij voor de Huisvesting (NMH) er op neer kwam dat in feite elke beperking wegviel. In haar omzendbrief naar de plaat selijke huisvestingsmaatschappij en schreef de NMH immers, dat elke beperking wegviel tenzij er drie voorwaarden tegelijkertijd vervuld waren. Het inkomen mocht niet stijgen (zelfs een loutere indexatie van dat inkomen mocht niet), de basishuurprijs mocht niet omhoog gaan (terwijl dit bijna overal het geval was) en het aantal kinderen mocht niet afnemen. Omdat deze drie voorwaarden bij na nooit tegelijkertijd vervuld wa ren, kregen juist de huurders met lage inkomens (tot 400.000 frank) het deksel op de neus. De huurop- slag die ze in 1987 konden vermij den, moesten ze nu in 1989 wel betalen). De SP vermoedde dat dit serieuze huurverhogingen zou teweegbren gen. De vele klachten van sociale huurders bevestigden dit. In eerste instantie stelde SP-Senator Herman De Loor een parlementaire vraag aan de verantwoordelijke gemeen schapsminister Waltniel, een PW'er. Herman De Loor vroeg wat de minister dacht over de interpretatie van de NMH en wat de minister van zins was tegen de huurverho gingen te ondernemen, vooral voor de lage inkomens. Het antwoord was duidelijk. Waltniel wou niet ingrijpen. Hij was het bovendien helemaal eens met de manier waar op de NMH het Besluit interpre- Vervolg op blz. 2 Wie dacht dat het INF-verdrag een eerste stap was tot het beëindigen van de bewapeningswedloop dreigt bedrogen uit te komen. Het lijkt er meer en meer op alsof de middel lange afstandsraketten moesten verdwijnen om andere wapensyste men te kunnen moderniseren. De ze nieuwe systemen zijn echter fel gekontesteerd in de meeste We- steuropese landen. De NAVO doet er dan ook alles aan om een kon- frontatie met de publieke opinie uit de weg te gaan. Via de samenkom sten van de zogenaamde "Nuclear Planning Group" (NPG) tracht men nu reeds geruisloos tot funda mentele militaire opties te komen. We herinneren eraan dat België het enige land was dat op de laatste bijeenkomst van de NPG voorbe houd maakte bij de modernise ringsplannen van de NAVO. Vol gens VAKA valt er naar alle waar schijnlijkheid op korte termijn reeds een beslissing over de aan schaf van nieuwe kernwapens voor de korte afstand. In elk geval blijft waakzaamheid geboden. Het is de plicht van elke rechtgeaarde socialist zich radikaal uit te spreken tegen deze nutteloze, peperdure en aartsgevaarlijke tui gen. Bovendien is het hypocriet alleen de grote atoommachten, in casu de Verenigde Staten en de Sovjetunie, te bekritiseren. Groot- Brittannië en Frankrijk hebben een eigen kernarsenaal en ook ons land gaat niet vrijuit. Tot voor kort had België binnen de NAVO zes nu cleaire taken. Nu de kruisraketten uit Florennes weg zijn en de NIKE- raketten in West-Duitsland niet langer met atoomkoppen zijn uitge rust, resten er nog vier van deze taken. Er zijn de F-16 bommenwer pers met nucleaire lading in Kleine Brogel, en er zijn de M 109 en M 110 houwitzers; een soort van nu cleaire artillerie. De vierde Belgische atoomtaak is ongetwijfeld de meest omstreden, nl. de Lance-raket. Van de zowat 2000 Lance-raketten die sedert 1973 door de NAVO in Europa werden opgesteld, beschikken er 700 over een kernlading. België bemant 5 van de 76 in de Bondsre publiek gelegen lanceerinstellin- gen. De NAVO beweert echter dat de Lance-raket verouderd is. De mogelijke opvolger zou een korte- afstandraket worden met een reik wijdte van 400 km (tegenover 120 km voor de Lance). Het is nu aan de Jongsocialisten en de SP om de bevolking te sensibili seren voor deze problematiek. Nu Gorbatchov in de Sovjetunie stap pen onderneemt om zijn land te demilitariseren en te demokratise- ren, wil de NAVO stokken in de wielen steken. Een eenzijdige Wes terse uitbreiding van het kernarse naal zal immers dankbaar door de havikken in het Kremlin worden aangegrepen om de bewapenings wedloop opnieuw en in alle hevig heid te laten losbarsten. Juist daar om is een krachtig signaal van Bel gië momenteel zo belangrijk. Ons land moet van de vervanging van de Lance gebruik maken om een nu cleaire taak af te stoten. Het moet duidelijk zijn dat België nooit of nimmer nog installaties voor kern- raketten zal herbergen of beman nen! GEEN NIEUWE RAKEHEN I6S ONTWAPENEN OM TE ONTWIKKELEN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1989 | | pagina 1