Socialistisch weekblad
De Staats-
onveiligheid
De SP vraagt dringend een sluitende regeling
voor de aanleg van golfterreinen
Jacques Timmermans in Vlaamse Raad:
SP/CSC-arrondissementsfederatie Aalst
Grote arrondissementele Euro-avond
Show
Paul Severs
Gelegenheidstoespraken
Vrijdag 16 juni 1989 om 20 uur
Zaal «Bevegemse Vijvers» (Zwembad), Zwembadstraat te Zottegem
MARC GALLE
FRANK VANDENBROUCKE
-J a«<«» •- V
De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft recent haar goedkeuring gehecht aan de
verlaging van de meerderjarigheid tot 18 jaar.
De Senaat zal dat kortelings ook doen.
Wij situeren hierna deze komende wetswijziging.
De realiteit achterna
Hoe zelfstandig
is zelfstandig?
Naar een volwaardig
jeugdrecht
Herman Van Herzeele.
go-go girls
Luc Caals
Mendy Leyn
Tombola
Inkom gratis!!!
senator HERMAN DELOOR
SP-lijsttrekker Europese verkiezingen
nationaal SP-voorzitter
Radaktie - Administratie -
Publiciteit:
Houtmarkt 1. 9300 AALST
Tel. 053/70.51.51
Postrekenlngnr. 870-0002726-73)
Maandabonnement: 60 fr. -
Jaarabonnement: 720 Ir.
Verantwoordelijke uitgever:
René Stabel, Houtmarkt 1,
9300 Aalst
Vrijdag 26 mei 1989
51' jaargang nr. 21
Het verlagen van de meerderjarig-
heidsgrens in het burgerlijk recht
tot 18 jaar beantwoordt aan de
grotere feitelijke zelfstandigheid
van jongeren in de huidige maat
schappij: op die leeftijd zetten zij
doorgaans de stap naar het be
roepsleven of naar het hoger onder
wijs, worden zij dienstplichtig, mo
gen zij - al dan niet met pa's - auto
rijden...
Ook op wetgevend vlak is de grens
reeds verlengd naar 18 jaar. Zo is
een jongere sinds de wet van 8 april
1965 op de jeugdbescherming vanaf
zijn 18 jaar strafrechtelijk meerder
jarig (is dus het normale strafrecht
op hem van toepassing en niet de
wet op de jeugdbescherming); vol
gens het arbeidsrecht mag een min
derjarige van 18 alleen een arbeids
overeenkomst sluiten en beëindi
gen en mag hij zelf in rechte optre
den bij betwistingen daarover; vol
gens de kieswetgeving mag (of be
ter moet) elke Belg vanaf 18 jaar
ter stembus gaan (en dat voor alle
verkiezingen).
In bijna alle Europese landen is de
verlaging van de burgerlijke meer
derjarigheid inmiddels doorge
voerd. Dat is het geval in de Bonds
republiek Duitsland, Denemarken,
Finland, Frankrijk, Groot-Brittan-
nië, Italië, Luxemburg, Noorwe
gen, Portugal, Spanje, Zweden en
alle Oost-Europese landen. België
is dus eens te meer een nakomertje.
Nochtans werden de eerste aanzet
ten tot discussie in de 60-er jaren
gegeven en diende toenmalig Mi
nister van Justitie Vanderpoorten
reeds in 1975 een wetsontwerp in in
de senaat.
Dit wetsontwerp raakte stilaan dik
onder het stof. Sinds een paar jaar
evenwel hebben alle politieke par
tijen voorstellen tot verlaging van
de burgerlijke meerderjarigheid in
gediend. Verleden jaar besloot de
Kamer van Volksvertegenwoordi
gers er zijn tanden in te zetten. Uit
alle voorliggende teksten (zo'n
achttal) werd één grote discussie
tekst gedistilleerd in de Kamercom
missie voor Justitie.
Het verlagen van de burgerlijke
meerderjarigheid houdt in dat de
achttienjarige alle burgerlijke rech
ten zelfstandig kan uitoefenen,
m.a.w. dat hij alleen beslissingen
kan nemen zowel met betrekking
tot zijn persoonlijk leven (bvb. al
leen gaan wonen, huwen,...) als
m.b.t. het bestuur van zijn (even
tuele) goederen (bvb. kopen of ver
kopen, het aangaan van een le
ning,...).
Dit is althans de theorie, de prak
tijk zal er (min of meer) anders
uitzien. De belangrijkste discussie
punten worden hierna bondig gesi
tueerd. Uit de commissiebesprekin
gen blijkt alleszins dat ook voor de
achttienjarigen een aantal recht-
sonbekwaamheden zullen blijven
bestaan op het vlak van het adopte
ren van een kind, van het zich
kandidaat stellen voor wetgevende
verkiezingen en van het zetelen in
een jury van het Asissenhof.
Voortaan zullen jongeren in princi
pe meerderjarig (18) moeten zijn
om te huwen. Voor jongens is dat
nu ook 18 jaar, voor meisjes is dat
nu 15 jaar. Om speciale redenen
kan men ontheffing van die leef-
tijdsvereiste vragen; dat zal door de
jeugdrechter, en niet langer door
de Koning worden geoordeeld. Een
meerderjarige moet wel zelfstandig
kunnen beslissen om te huwen, en
heeft daarvoor dus niet de toestem
ming van zijn ouders nodig.
Ook inzake echtscheiding wordt ge
steld dat meerderjarigen uit de echt
moeten kunnen scheiden zonder
dat daaraan leeftijdsgrenzen wor
den gesteld. Desondanks wordt
voor de echtscheiding met onder
linge toestemming de leeftijd van
20 jaar naar voor geschoven. Jonge
meerderjarigen (tussen 18 en 21
jaar bv.) mogen niet langer worden
onderworpen aan speciale gerech
telijke maatregelen. Het is immers
onlogisch om met de linkerhand de
meerderjarigheid op 18 jaar toe te
kennen, en met de rechterhand
opnieuw bevoogdende maatregelen
over de jonge meerderjarigen in te
stellen. Toch kan de rechtbank een
aantal jeugdbeschermingsmaatre
gelen opleggen of verlengen t.a.v.
jonge meerderjarigen tot 20 jaar.
Natuurlijk kunnen jongeren, min
derjarig of meerderjarig, met speci
fieke moeilijkheden te kampen
hebben en dan hebben zij recht op
begeleiding, hulpverlening en be
scherming. Dat recht moet echter
op de eerste plaats worden gereali
seerd via de kanalen van de vrijwil
lige huplverlening. Waar de over
gang van minder- naar meerderja
righeid problemen zou kunnen op
leveren, moeten jongeren, ook bij
hun meerderjarigheid, kunnen vra
gen dat zij verder beroep kunnen
en mogen doen op hulp en begelei
ding (bv. het verderzetten van be
geleid zelfstandig wonnen, of van
de opname in een pleeggezin). Dat
is totaal wat anders dan bepaalde
vormen van gerechtelijke interven
tie of voogdij te handhaven t.a.v.
jonge meerderjarigen.
Een aantal sociaalrechterlijke be
palingen moeten worden aangepast
aan de burgerrechterlijke meerder
jarigheid op 18 jaar. De minimum
lonen moeten voor alle meerderja
rigen dezelfde zijn: in de sectoren
waar voor jongeren tussen achttien
en éénentwintig jaar nog lagere
minimumlonen gelden, zal dus een
aanpassing moeten gebeuren. Wan
neer jongeren op achttien jaar
meerderjarig worden, hebben zij
tevens recht op een volwaardige
uitkering uit de sociale zekerheid
en op het bestaansminimum.
De onderhouds- en opvoedingsver
plichting is niet gebonden aan de
minderjarigheid of aan het ouder
lijk gezag, maar is een gevolg van
de afstamming. Het verlagen van
de meerderjarigheidsgrens heeft
geen invloed op deze ouderlijke
plicht. Zoals in het geldende recht,
zullen de ouders ook voor hun
meerderjarige kinderen naar draag
kracht moeten blijven bijdragen in
de kosten-van onderhoud, opvoe
ding en opleiding, totdat deze is
afgewerkt. Wel vervalt de burger
lijke aansprakelijkheid van de ou
ders voor hun kinderen.
Voor de S.P. is de verlaging van de
burgerlijke meerderjarigheid tot 18
jaar slechts een eerste stap naar een
volwaardig jongerenrecht. Momen
teel zijn minderjarigen principieel
handelingsonbekwaam, d.w.z. dat
zij niet beschouwd worden als
rechtssubjecten, als dragers van
rechten waardoor zij de mogelijk
heid zouden hebben zelf in te grij
pen in de eigen situatie, te beslissen
hoe ze hun capaciteiten ontwikke
len, te kiezen welke weg ze willen
inslaan. Ons rechtssysteem heeft
kinderen en jongeren onmondig
verklaard.
Omdat kinderen ernstig moeten ge
nomen worden als zelfstandige
rechtssubjecten, en opdat jongeren
mondiger zouden worden, moet de
bestaande handelingsonbekwaam
heid worden vervangen door een
grotere zelfstandigheid. We moe
ten daarbij streven naar de princi
piële handelingsbekwaamheid van
elk kind, d.w.z. dat elk kind in
rechte moet kunnen optreden waar
en wanneer het daartoe in feite
bekwaam is, zonder dat het daarin
belemmerd wordt door wettelijke
hinderpalen. Meer handelingsbe
kwaamheid moet gepaard gaan met
een grotere handelingsverantwoor
delijkheid. Dit betekent dat men
niet langer over kinderen mag den
ken in loutere termen van bescher
ming.
Daartoe heeft de S.P. een konkreet
wetsvoorstel ingediend, dat zeer
ingrijpende wijzigingen in de be
staande wetgeving inhoudt.
Eddy Imbrechts,
SEVI-stafmedewerker.
Zie daaromtrent het SEVI-dos-
sier Kiezen voor emancipatie en
voor een groter zelfstandigheid voor
jongeren» waarin het «wetsvoorstel
om de leeftijdsgrens voor burgerlij
ke meerderjarigheid te verlagen tot
18 jaar, om de handelingsonbe
kwaamheid en de handelingsverant
woordelijkheid van jongeren te ver
groten en om de voogdijregeling te
vernieuwen» integraal is opge-
De berichten over ongeoorloofde en zelfs onwettige praktijken
die zich in onze gerechterlijke diensten voordoen, zijn niet
meer bij te houden.
Dat is ontstellend. Diensten, wiens enige bestaansreden het is
te waken over de veiligheid van de burgers en het doen naleven
van democratisch genomen wetten, blijken zelf niet betrouw
baar te zijn. We horen berichten over misdaaddossiers die
verdwijnen, over chantage, over het belemmeren van sommige
onderzoeken, zelfs van moordzaken, over het afremmen van
het onderzoek naar de «Bende van Nijvel». Even erg is de
vaststelling dat er bindingen zijn tussen rijkswacht en staatsvei
ligheid enerzijds en extreem-rechts anderzijds, derwijze dat
extreem-rechts beschermd wordt terwijl linkse groepen spe
ciaal gezocht worden. Dat alles ruikt naar fascisme.
Wat nu aan het licht gekomen is, over de werking van onze
gerechtelijke diensten, wettigt de grootste bezorgdheid voor
onze democratie.
Het is dus goed dat een parlementaire onderzoekscommissie
de werking van de rijkswacht en de staatsveiligheid doorlicht.
Dit mag ons evenwel niet gerust stellen. Niet dat we geen
vertrouwen mogen hebben in de parlementaire onderzoeks-
kommissie, dat niet. Ik meen dat deze kommissie zal trachten
haar opdracht zo goed mogelijk uit te voeren. Wel is het zo
dat, indien extreem-rechtse kringen, gesteund door sommige
elementen in rijkswacht en staatsveiligheid, onze democratie
willen aantasten - en daar moeten we niet aan twijfelen - een
parlementaire onderzoekskommissie niet volstaat om de de
mocratie veilig te stellen.
Het is aan het volk zelf om over de democratie te waken. Het is
aan het volk om met de grootste aandacht onze gerechterlij ke
diensten in de gaten te houden en om, zo nodig, door massaal
op straat te komen, te beletten dat onze democratie in het
gedrang komt.
En na dit ernstig betoog, toch een plezante noot. Immers, is
volkse spot ten overstaan van notabelen en prominenten geen
middel ter vrijwaring van de democratie?
Onlangs, tijdens de stakingen van de opvoeders, nam ik deel
aan een stakingspikket in het Brusselse. Bij een nogal hard
handig optreden van de politie klonk de slogan (het was in 't
frans)
«Les flics au zoo
Libérez les animaux»
Een humoristische uitdrukking van wat velen thans denken
van ons gerechterlijk apparaat.
Naar aanleiding van de berichten dat een aantal promotoren in
allerijl gestart zijn met werken om een golfterrein aan te leggen,
vooraleer de definitieve regeling op punt staat, dringt de SP er bij de
Vlaamse Executieve op aan om zo snel mogelijk de nodige
beslissingen te treffen.
De SP vraagt dat deze beleidsnota
er nu ook komt en hierbij zou
steunen op de volgende principes:
1. In groen-, ecologisch waardevol
le landbouwgebieden en be
schermde landschappen kunnen
geen golfterreinen aangelegd
worden. Voor deze gebieden
kunnen ook geen initiatieven
worden ontwikkeld om ze van
bestemming te wijzigen, zodat
een golfterrein aanleggen wel
mogelijk zou worden.
2. In zover waar dit wel kan, de
aanleg van een golfterrein, ver-
gunnings- en MER-plichtig
wordt.
3. Dat een herziening van het ge
westplan nodig is, waarbij de
bestemming golfterrein speci
fiek wordt voorzien als recrea
tiezone met als mede- en nabe-
stemming groengebied, en dat in
de stedebouwkundige voor
schriften alle mogelijkheid tot
speculatie wordt uitgesloten
(geen villa's in het groen).
4. Er voor de bestaande golfterrei
nen zeker geen automatische re-
gularisatie geschiedt. Waar ma
nifeste inbreuken op de wetge
ving inzake stedebouw gebeurd
zijn moet de gerechtelijke pro
cedure zijn beloof kennen en de
overheid de gepaste maatrege
len eisen.
5. Degene die geregulariseerd wor
den belast worden op de meer
waarde en dat er voor de verlo
ren gegane bestemmingen, el
ders kompensatie wordt ge
zocht.
6. Dat de bevoegde diensten on
middellijk optreden waar mo
menteel illegale werken aan de
gang zijn om de politiek van de
voldongen feiten tegen te gaan.
7. Er een initiatief komt om een
ronde tafel op te zetten tussen
golfsportbeoefenaars en milieu
beweging om golfterreinen me
de te beheren zodat recreatie-
en natuurbehoud verzoend kun
nen worden.