Socialistisch weekblad Kansarmoedebestrijding 2,257 miljard voor de gemeenten Taken voor de nieuwe voorzitter Sfji Kansarmoede Nationaal Politiek SP-Congres SP/CSC-Federatie begeleidt projecten C. Vancoppenolle, Federaal SP/CSC- secretaris. Veiligheid is dat wat nieuws Veiligheid bijkomstig bij gelijkvormigheid Algemeen verplichte veiligheid De Kommissie voor de Veiligheid van de Konsument Maatregelen om de veiligheid van de konsumenten te verzekeren Zaterdag 21 en zondag 22 oktober 1989 Rijksuniversitair Centrum Antwerpen Houd alvast deze data vrij Redaktie - Administratie Publiciteit: Houtmarkt 1, 9300 AALST Tel. 053/70.51.51 Postrekeningnr. 870-0002726-73 Maandabonnement: 60 fr. Jaarabonnement: 720 fr. Verantwoordelijke uitgever: René Stabel. Houtmarkt 1. 9300 Aalst Vri|dag 29 september 1989 51' jsargang nr. 35 2 CENTRALE tto«roat|7 A De 2,257 miljard zijn een nieuwigheid op de begroting van Binnenlandse Aangelegenheden. Voor de herkomst ervan moeten we teruggaan tot het begin van de jaren tachtig, toen een aantal grote steden, waaronder vooral Luik, te kampen hadden met zware financiële moeilijkheden. De situatie werd onhoudbaar en de overheid besliste uiteindelijk om een gedeelte van de schuldenlast over te nemen. In het zogenaamde Sint-Catharina-akkoord, meer gekend als het wafelijzerakkoord, werd de herschikking van de schulden geregeld en werd voor Vlaanderen een kompensatie voorzien. In dat akkoord zit ook een jaarlijkse 'bonus' van 2,257 miljard voor Vlaanderen, die gedurende 10 jaar beschikbaar zal zijn. In het Vlaamse Regeerakkoord werd ingeschreven dat 2,257 mil jard naar de Vlaamse steden en gemeenten en de OCMW's moeten gaan. De eenvoudigste manier om dit te regelen zou geweest zijn de middelen toe te voegen aan het Gemeentefonds, maar de bevoegde Gemeenschapsminister, Luc Van Den Bossche, heeft zeer bewust geopteerd voor een andere keuze. Voor de verdeling over de gemeen ten stelde hij reeds in januari dat de criteria veel scherper zouden moe ten toegesneden worden op de fis cale armoede van de gemeenten: voor de bestemming sloot hij zich aan bij de oproep van SP-voorzitter Frank Vandenbroucke om de bo nus aan te wenden voor de bestrij ding van armoede en kansarmoede. In het kader van dit laatste stond hij 500 miljoen af aan zijn kollega Jan Lenssens, bevoegd voor Wel zijn en Gezin, waardoor deze de mogelijkheden kreeg om zijn be leidsnota's Armoedebestrijding en Migrantenbeleid te realiseren. De criteria voor de verdeling van 1,757 miljard spitsen zich toe op het fiskaal vermogen van de gemeen ten. Het aanvankelijk idee om het bedrag over een beperkt aantal ge meenten met zware sociale proble men te verdelen, werd verlaten voor een concept waarin alle Vlaamse gemeenten behalve Ant werpen en Gent een aandeel krijgen. Iedere gemeente krijgt een basisbe drag van 10 fr./inwoner, dus ook de rijke gemeenten. Het restant wordt verdeeld op basis van een formule, waarmee het objektief belas tingsvermogen per inwoner wordt berekend. De bepalingen voor het Bijzonder Krediet van 1,757 miljard gaan ech ter nog een stap verder. Niet alleen voor de verdeling worden zware sociale criteria gebruikt: het aan- deej zal ook door de gemeenten voor specifieke doeleinden aange wend moeten worden. Minister Van Den Bossche sluit hier zeer duidelijk aan bij de op roep van Frank Vandenbroucke om de bonus in te schakelen in de bestrijding van armoede en kansar moede in Vlaanderen. Door de economische crisis, maar ook door de verwaarlozing van signalen in onze samenleving, zijn een aantal groepen maatschappelijk erg kwetsbaar geworden. De verkiezingsresultaten en het feit dat een partij als het Vlaams Blok erin slaagt zoveel stemmen te lok ken, hebben niet alleen te maken met racistische tendenzen. Mensen drukken duidelijk hun ongenoegen uit over hun eigen situatie van ach terstelling en uitsluiting en vragen om aandacht. Te lang heeft men de problemen van migranten en kans armen verbale aandacht gegeven, nu wordt het de hoogste tijd voor een daadwerkelijk beleid. In die strijd tegen de armoede en kansarmoed hebben de gemeenten een bijzonder belangrijke op dracht. De maatregelen die op het nationaal niveau of op het niveau van de Gemeenschappen en Gewesten genomen worden, berei ken onvoldoende hun doel. Het is ter plaatse, in de gemeente, dat men het best en het meest konkreet ziet wie in de problemen zit, wélke problemen er zijn en wat er moet aan gedaan worden. Som mige gemeenten hebben zich gewe tensvol van die taak gekweten, an dere hebben te weinig voorrang gegeven aan de sociale opdracht of meenden er de middelen niet voor te hebben. Een argument tegen het inhoudelijk konditioneren van de 1,757 miljard dat in de politieke diskussie centraal stond, is het prin cipe van de autonomie van de ge meenten. In het besluit wordt die autonomie nochtans gerespekteerd en heeft de gemeente, binnen de filosofie van de doelstelling, maximaal initiatiefrecht. In het besluit is eveneens de moge lijkheid geopend om voor die ge meenten, waarvan de sociale uitga ven ten opzichte van de rekening 87 het gemiddelde van hun kategorie overstijgt, de werkingstoelagen van het OCMW gedeeltelijk in aanmer king te nemen als uitgave, die wordt gefinancierd door middel van het aandeel in het Bijzonder Kre diet t.v.v. kansarme groepen. De tussenkomst aan het Centrum mag in geen geval de helft van het gemeentelijk aandeel in het Bijzon der Krediet overtreffen. De sociale uitgaven die in aanmerking kunnen genomen worden zijn in het besluit omschreven. De filosofie achter het Besluit is helder en eenvoudig: er is geld en er zijn sociale problemen die méér dan ooit onze aandacht verdienen. De kwaliteit van een land, de ont wikkelingsgraad van een land, kan men meten aan de manier waarop zij haar minderheden behandelt. Diezelfde eenvoud en duidelijkheid is ook herkenbaar in de technische bepalingen van het Besluit. Zo gauw de begroting bekrachtigd is, zullen alle gemeenten een aan schrijving met richtlijnen ontvan gen en zal het geld ter beschikking worden gesteld. De gemeenteraad beslist zelf over de uitgaven waarvoor het aandeel wordt gebruikt en werkt, zoals voor de rest van haar financiën, via de begroting en rekeningen. Er is geen dossiervorming en de controle zal gebeuren zoals dat voor de rest van de uitgaven het geval is. Het enige wat gevraagd wordt, is dat de verantwoording van de bes teding van het aandeel herkenbaar is in de begroting en de rekeningen, en dat, uiteraard, inspectie wordt toegelaten. Wanneer toch wordt vastgesteld dat de middelen onei genlijk zijn gebruikt, zal het vol gende aandeel, waarop de gemeen te normaal recht zou hebben, inge houden worden en mee verdeeld over de andere gemeenten. Minister Van Den Bossche heeft geenszins de illusie dat met de bo nus alle armoede en kansarmoede problemen opgelost zullen worden. Dat is zijn taak niet en dat vergt een intensief en gekoördineerd be leid op het niveau van de Vlaamse Executieve en de Nationale Over heid. Intussen worden met deze midde len toch twee belangrijke doelstel lingen gerealiseerd: gemeenten krijgen de kans om op het terrein konkrete initiatieven te nemen en in elke gemeente zou een belangrij ke reflektie en diskussie over het sociale beleid gevoerd moeten worden. Net zoals de projecten rond lood vrije benzine voor overheidswa- gens, openbaarheid van bestuur, het vliegveld te Oombergen volgt het Arrondissementeel SP/CSC-se- cretariaat ook de kansarmoedebe- strijdingsinitiatieven van onze SP- afdelingen van nabij op. Elders in "Voor Allen" leest u trouwens meer over de aanpak door de vrien den uit Geraardsbergen. Het is ech ter de bedoeling dat er in elke afdeling een gefundeerd project in gediend en uitgewerkt wordt. Van daar dat deze zaak in eerste instan tie zal behandeld worden op de vergadering van het Arrondisse menteel SP-Bestuur van 5 oktober e.k., waarna een speciale info- avond terzake wordt georganiseerd met een afgevaardigde van het ka binet van minister L. Van den Bos sche, een medewerker van het H. Vosinstituut of van het nieuwe Instituut voor Plaatselijke Socialis tische Actie (IPSA) onder het voor zitterschap van H. De Loor. Eer lang vindt u hierover meer konkre te informatie. I 1989 Zolang hebben de konsumenten moeten wachten om hun recht op veiligheid erkend te zien Zoveel verloren tijd, zoveel gepalaber.en voor wat Om een zo evident recht in onze maatschappij te horen bevestigen als het recht op veiligheid. Dat recht heeft konkreet vorm gekregen door de goedkeuring, in juni jl., van een advies van de Raad voor het Verbruik. De veiligheid is één van de pijlers van het konsumentenrecht en één van de essentiële eisen van het konsumentisme. Was er dan werke lijk niets in ons land dat de veilig heid van goederen en diensten waarborgd? Blijkbaar niet, want algemeen genomen bestaat er geen enkele wet betreffende de gevaar lijke produkten en diensten. Wel is het mogelijk gebruik te maken van de wetteksten met het oog op de gelijkvormigheid of konformiteit van produkten en diensten. De normen zijn referentieteksten die de kenmerken van produkten of diensten beschrijven. De normali satie heeft toe doel produkten en diensten te definiëren die konform de verwachtingen van de verbrui kers zijn. Ofschoon het naleven van die nor men een vermoeden van konformi teit met de essentiële veiligheidsve- reisten kan geven, heeft die nale ving niet noodzakelijk betrekking op alle veiligheidsaspekten. Boven dien is er in sommige sektoren weinig of geen normalisatie en kun nen de bestaande normen ontoerei kend blijken om de veiligheid te verzekeren, meerbepaald ingeval een onmiddellijk gevaar dringende maatregelen vereist. Het advies van de Raad voor het Verbruik voert een nieuw begrip in: veiligheid als een doel op zich. Gelijkvormigheidsregels volstaan immers niet wanneer de fysieke veiligheid van de mensen op het spel staat. De bescherming berust in dit geval op een algemeen principe: de op de markt gebrachte produkten en diensten moeten de veiligheid bie den die men redelijkerwijze mag verwachten. Het gebruik van het onbepaalde 'men' wijst erop dat veiligheid niet beoordeeld moet worden volgens de opinie van de vakmensen, maar volgens de verwachtingen van de konsumenten. Dat is een essentieel onderscheid. De konsument heeft niet alleen recht op veiligheid indien hij het produkt op normale wijze gebruikt, maar ook als hij het op abnormale wijze gebruikt, want de vakman kan dat redelijkerwijze voorzien. Zo moet een fabrikant bijvoor beeld voorzien dat een klein kind vlakgommetjes die op snoepgoed lijken in zijn mond zal steken. De Franse wetgever heeft, bij het opstellen van de wet van 21 juli 1983, blijk gegeven van een zeer ruime visie wat diegenen betreft die van de beschermingsmaatregelen genieten. De dingen die men wil vrijwaren - de gezondheid, een on geschonden lichaam - staan buiten iedere verhouding tot het beharti gen van gewoon maar ekonomische belangen. De regels beogen de be scherming van elkeen wiens fy sische veiligheid bedreigd wordt door de op de markt gebrachte produkten of diensten. Van al deze mensen zijn de konsumenten zeker het talrijkst. Maar ze zijn niet de enigen. Een produkt dat op de markt komt kan gevaren inhouden voor mensen die er koper noch gebruiker van zijn: bijvoorbeeld een voetganger die overreden wordt door een auto met een defek- te stuurinrichting! Volgens de Franse wetgever was er, aangezien het om de gezondheid en veiligheid van iedereen gaat, geen enkele reden om de bescherming te beperken tot de konsument. Die stap heeft het advies van de Raad voor het Verbruik niet dur ven zetten. De terughoudendheid van producenten en verdelers heeft ertoe geleid dat hogergenoemd on derscheid behouden bleef, waarbij het begrip 'konsumenten' wel uit gebreid wordt tot 'iedere natuurlij ke persoon die hetzij voor andere dan beroepsdoeleinden produkten of diensten verwerft, hetzij in zijn privéleven wellicht te maken zal krijgen met produkten of diensten'. Deze verruiming doelt op hogerge noemd voorbeeld van de voet ganger. De bedoeling van deze definitie is beroepslui en werknemers van de bescherming uit te sluiten. Het na deel ervan zal vooral zijn dat de Kommissie voor de Veiligheid van de Konsumenten moeilijk informa tie zal kunnen krijgen over de geva ren die sommige produkten of diensten in het beroepsleven van hun gebruikers meebrengen. Ge volg: de konsument is beschermd in zijn privéleven maar niet in zijn beroepsleven. De Kommissie voor de Veiligheid van de Konsument is een nieuw adviesorgaan, samengesteld uit ex perts, met erkende technische des- Het A.B.V.V. heeft een ingewikkelde struktuur met zijn centralen (voor het professioneel werk) en zijn gewesten, intergewesten en nationale instanties (vooral voor het interpro fessioneel beleid). De ingewikkeldheid van de struktuur heeft als nadeel een traagheid en logheid maar tegens het grote voordeel dat zovelen in zoveel instanties bij de besluitvorming betrokken zijn, wat een waarborg is voor de vakbondsdemocratie. Nu zaterdag verkiest het A.B.V.V. een nieuwe voorzitter. Het zal een prioritaire taak zijn van de nieuwe voorzitter om gans die vakbond met al zijn bestuursinstanties en komitees ertoe te brengen zich te bezinnen én over de vraag in hoeverre onze 'syndicale boodschap' nog geldig is én hoe het gesteld is met efficiëntie van onze werking. Het weze klaar: de ideologische boodschap van het A.B.V. V. - die een socialistische is - en vastgelegd in zijn 'Princiepsver klaring' en op de kongressen van 1945 en 1971, blijft ten volle geldig. Wel moeten we onze praktische dagelijkse eisen onder de loep nemen en moeten we komen tot een strategiedie onze strijd voor onze dagelijkse eisen verwerft met onze doelstellingen op langere termijn. Kenmerk van onze aktie moet onze eenheid zijn: de solidaire gezamenlijke strijd van Vlamingen, Walen en Brusselaars. Zo bijvoorbeeld is het duidelijk dat het A.B.V.V. nooit zal instemmen met een federalisering van het 'Sociale Zekerheid'. Wij betuigen geen solidariteit met iemand omdat hij een Vlaming is (of een Waal of een Brusselaar). Wij zijn dóódsim pel solidair met allen die tot de klasse van de werkende mensen - de arbeidersklasse - behoren, dit ongeacht hun taal of ras. Ook onze werking, onze werkmethoden, moeten bekeken worden. Meer dynamisme, meer inzet, meer efficiëntie zijn geboden. Ons A.B.V.V.-imago is ook al een probleem. Teveel komen we over als de 'njet-vakbond'Het A.B. V. V. moet zich van dit negatieve imago ontdoen. De nieuwe voorzitter wachten talrijke konkrete taken - De 'Nieuwe Werker' omvormen tot een leesbaar blad - Bijsturen van de vorming van de vakbondsmilitanten - Betere werking van diensten en struktuur - Vorming van de vakbondssekretarissen en het vakbondsper- soneel - Verbetering en uitbreiding van de studiediensten Enzovoort... enzovoort... Er is zo verschrikkelijk veel te doen. Enige kandidaat voor de funktie als voorzitter op het A.B.V.V.-Kongres dit weekend, is Franqois Janssens. Het ligt dus in de verwachtingen dat Franqois Janssens de nieuwe voorzitter wordt. Franqois Janssens is de huidige nationale voorzitter van de B.B. T.K. Franqois Janssens is iemand met een zeer doordach te maatschappijvisie en met een sterke socialistische bewogen heid. Hem wacht een bijzonder zware taak: het A.B.V.V. opnieuw de sterkste en meest dynamische vakbond maken, de eenheid in het A.B.V.V. bewaren en de aktie van het A.B.V.V. ten voordele van werkenden en sociaal gerechtigden opvoeren. Een geweldige uitdaging, een bijzondere taak. Wij wensen Franqois Janssens alvast het beste. Herman Van Herzeele Voorzitter A.B.V.V. men mag zover gaan de etikettering, de verpakking, voldoen aan de algemene veiligheidsplicht, te verbieden.' die niet kundigheid. Ze brengt gemotiveer de adviezen uit die in feite voorstel len zijn ter verbetering van de on gevallenpreventie met betrekking tot goederen en diensten. De Kommissie zal eveneens de rol vervullen van gegevensbank inzake de gevaren die produkten en diens ten inhouden. Ze zal het overleg tussen de betrokken milieus verze keren en de informatie die zij nood zakelijk acht naar het publiek door spelen. Elke natuurlijke persoon of recht spersoon kan volgens een eenvou dige en demokratische prpcedure zijn zaak voorleggen aan de Kom missie, wiens taak het is aan het verzoek gevolg te geven. De Kommissie wordt eveneens ge raadpleegd door de ministeriële overheden, vooraleer deze 'repres sieve' maatregelen treffen tegen oneerlijke beroepslui. Deze maatregelen hebben een pre ventief karakter, waarvan het be lang zal toenemen naargelang het gevaar dat de betrokkenen lopen. Ze zullen getroffen worden bij Ko ninklijk Besluit, na raadpleging van de veiligheidskommissie. Daarbij mag men zover gaan een verbod of een reglementering uit te vaardigen in verband met de fabri- kage, de in- en uitvoer, het aanbod, de verkoop, de verdeling - zelfs gratis -, de verhuur, het bezit, de etikettering, de verpakking, de cir culatie en de gebruiksaanwijzing van produkten die niet voldoen aan de algemene veiligheidsverplich ting. De maatregel mag eveneens neer komen op het van de markt verwij deren, het terugnemen met het oog op wijziging, inruiling of volledige of gedeeltelijke terugbetaling, het verplichten tot het informeren van de konsumenten tot zelfs het ver nietigen van de produkten indien dit de enige manier is om het ge vaar te bezweren. Zoals men ziet hebben deze maat regelen een grote draagwijdte, wat voor de konsument een waarborg inhoudt dat zijn wettige belangen terdege behartigd zullen worden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1989 | | pagina 1