Socialistisch weekblad
De regio Zuid- Oost-Vluanderen
doorgelicht
De wet op de ruimtelijke ordening
en de stedebouw is aan
herziening toe
C.V.P. brengt onze
parlementaire
democratie een
zware slag toe!
In opdracht van de Kamer voor Handel en Nijverheid van Zuid-
Oost-Vlanderen en met financiële steun van o.a. de gemeentebesturen
van Geraardsbergen, Herzele en Zottegem, werd Zuid- Oost-Vlaan-
deren doorgelicht door Plant Location International (PLI), onder
zoeksbureau gespecialiseerd in industriële vestiging en ontwikkeling.
De bestudeerde regio is gelegen tussen de assen Gent-Aalst - Ninove,
Gent - Oudenaarde en de provincie Henegouwen zie kaart).
Doelstelling
Het doel van het onderzoek is in
zicht te krijgen in de investerings
projecten waarvoor Zuid- Oost-
Vlaanderen een geschikte vestig
ingsplaats heeft of kan creëren én
aanbevelingen te formuleren
i.v.m. de wenselijkheid en moge
lijkheden om de (inter)nationale
concurrentiepositie van de regio te
verbeteren.
Die kennis is belangrijk voor het
bepalen van een strategie voor het
verwerven van nieuwe bedrijven.
Voor het onderzoek is men uitge
gaan van de vergelijking van de
vraagzijde met de aanbodzijde nl.
het bedrijfsprofiel t.o.v. het vestig
ingsprofiel. Hiervoor werden een
groot aantal bedrijfsprofielen ge
selecteerd die representatief zijn
voor de industrie en de zakelijke
dienstverlening.
Voor het onderzoek zijn Brakel,
Geraardsbergen, Herzele, Zotte
gem en Voorde weerhouden als po
tentiële vestigingsplaats voor nieu
we bedrijven. Ieder vestigingspro
fiel bestaat uit een groot aantal
locatie-elementen die vergeleken
worden met de vestigingseisen en
-wensen van, de respectievelijke
bedrijfsprofielen.
Resultaten
Uit het onderzoek blijkt welke de
kansrijke investeringsprojecten
zijn die het beste beantwoorden
aan de kenmerken van de regio.
Zoals door velen reeds vroeger in
tuïtief aangevoeld blijkt dat de re
gio in de huidige situatie heel wat
tekortkomingen vertoont die be
trekking hebben op de wegeninfra
structuur, publieke en terreinvoor
zieningen voor de zakelijke dienst
verlening, onderzoek en ontwikke
ling, en op de bedrijfsterreinen
voor productie-activiteiten.
De ver doorgedreven sterkte
zwakte analyse bepaalt de impact
op de globale aantrekkelijkheid
van de regio voor het verwerven
van investeringen door het aan
brengen van een aantal haalbare
fysieke verbeteringen. De fysieke
aantrekkelijkheid van Zuid-
Oost-Vlaanderen als vestigingsge-
bied voor regionaal stuwende be
drijven wordt beduidend groter
door het wegennet samen met de
bedrijfsterreinen voor productie
activiteiten te verbeteren.
Deze fysieke verbeteringen zijn
een noodzaak voor het werven van
de reeds geïdentificeerde kansrij
ke investeringsprojecten.
Met betrekking tot het werven van
onderzoek, technologie en ontwik
keling en zakelijke dienstverlening
levert de sterkte zwakte analyse
niet het gewenste resultaat op.
Voor dit soort activiteiten zijn im
mers ook een aantal locatie-ele
menten van belang die niet onmid
dellijk te beïnvloeden zijn.
Ontsluiting van de regio
Het wegennet kan door een speci
fiek regionaal beleid aanzienlijk
verbeterd worden.
Momenteel ligt de regio geïso
leerd binnen een netwerk van be
langrijke autowegen. Deze situatie
hindert vooral het zware verkeer.
Van wezenlijk belang is de realisa
tie op korte termijn van de regio
nale noord-zuid as N42 (E40 - Zot
tegem - Geraardsbergen) en de
aansluiting op middellange ter
mijn van deze noord - zuid as op de
A8 (Brussel - Doornik - Rijsel -
Chunnel).
Deze noord - zuid as zal ook opti
maal bijdragen tot de valorisatie
van de bestaande terreinen waar
ruimte is voor nieuwe bedrijven.
'Verder dient op het traject N45
(Aalst - Geraardsbergen) het vak
Outer (Ninove) - Denderhoutem
zo snel mogelijk aangelegd te wor
den om de ontsluiting van Ge
raardsbergen te optimaliseren.
Nieuwe bedrijfsterreinen
De positie van de regio kan sterk
verbeterd worden door vergroting
van het areaal bedrijfsterreinen.
Inderdaad alleen Geraardsbergen
en Zottegem beschikken voorlopig
nog over direct uitgeefbare be
drijfsterreinen. Rekening gehou
den met de mogelijke resultaten
van doelgerichte wervingsactivitei
ten en de toenemende tendens van
herlocalisatie en uitbreiding van
bestaande activiteiten in de regio
moet tevens rekening gehouden
worden met de toekomstige be
hoeften aan bedrijfsterreinen.
Technisch dient er op gewezen dat
de geplande bedrijfsterreinen niet
te dicht bij bestaande of geplande
woongebieden mogen liggen, dat
deze aangesloten dienen te wor
den op waterzuiveringsinstallaties
en tevens zeer goed bereikbaar
moeten zijn.
De terreinen dienen in de ont
werpfase rekening te houden met
geplande verbetering van het we
gennet in de regio.
Verder dient er op gewezen dat het
profiel van de toekomstige be
drijfsterreinen verschilt van dat
van de bestaande bedrijfsterrei
nen. De hoogtecnologische ont
wikkelingen in de bedrijfswereld
resulteren immers in strengere
kwaliteitseisen voor de terreinen
zelf.
Samenwerken
Het verdient ten zeerste aanbevo
len om de financiële inspanningen
ter verbetering van de zwakke lo
catie-elementen niet te versnippe
ren over de regio. Inderdaad de
kansen om de beoogde effecten te
bereiken zijn reëel indien gecon
centreerd in een gelimiteerd aan
tal verbeteringen van de fysieke
locatie-elementen. Daartoe dient
dan wel een gezamelijke strategie
te worden ontwikkeld.
Freddy De Chou
l. Waarom een herziening van de
wet?
Iedereen kan met ons vaststellen
dat de wet van 29 maart 1962 hou
dende organisatie van de ruimtelij
ke ordening en van de stedebouw
te kort is geschoten wat de indij
king van de verstedelijke betreft.
Verkavelingswoede, wildbouw,
lintbebouwing en stedelijke uit
breidingen hebben geleid tot het
feit dat ongeveer 40 procent van de
ruimte in Vlaanderen is geürbani
seerd.
Van ruimtelijke dynamische plan
ning is niets terechtgekomen. Uit
sluitend gewestplannen en ge
meentelijke plannen van aanleg,
bodembestemmingsplannen met
een uitgesproken statisch karak
ter, moesten als beleidsinstrumen
ten fungeren.
Aangezien de stedebouwwet een
werkelijke onderbouw mist om aan
sociaal grondbeleid te doen en
over geen afdoende middelen be
schikt om de grondspeculatie te
bestrijden, stellen de Vlaamse So
cialisten vast dat er geen sociale en
rechtvaardige herverdeling is van
de leefruimte. Daarenboven dient
gewezen op het gebrek aan demo
cratische inslag in het plangebeu-
ren. De inspraak is er, maar van
reële betrokkenheid van de burger
en van de politieke verantwoorde
lijken op h'et juiste moment en op
het juiste niveau is geen sprake.
Tot slot dient gewezen op het zeer
centralistisch karakter van de ste
debouwwet, zowel wat de totstand
koming betreft van de ruimtelijke
planning (waarbij het intermediai
re niveau een zeer ondergeschikte
rol speelt), als bij de stedebouw-
kundige handelingen (bouw- en
verkavelingsaanvragen e.d.) en
bouwverordeningen.
Een herziening van de wet is ook
nodig om een halt toe te roepen aan
de bestuurspraktijk van de afgelo
pen decennia. De S.P. stelt onom
wonden, zoals wij dat de afgelopen
jaren ook altijd hebben gesteld, dat
de respectievelijke ministers, be
voegd voor deze materie, er een
schandalig potje van gemaakt heb
ben. De ruimtelijke situatie in
Vlaanderen liegt er niet om: soms
is men geneigd te denken dat er
helemaal geen wetgeving bestaat,
geen gewestplannen, geen plannen
van aanleg.
Het is dus niets te vroeg dat een
nieuw decreet onze al te beperkte
en aangetaste ruimte vrijwaart.
2. Het parlementaire werk
Het Vlaams regeerakkoorde van 2
februari 1989, afgesloten door
C.V.P., S.P. en V.U., en dus gedra
gen door een meerderheid in de
Vlaamse Raad, voorziet in een
herziening van de wet van '62; de
principes voor het nieuwe decreet
zijn opgenomen in het akkoord.
De S.P. heeft bovendien een voor
stel van decreet neerliggen (voor
het eerst ingediend op 5 april 1984,
dat op deze principes steunt.
Ingevolge de normale behandeling
van de voorstellen van decreet vol
gens hun volgorde op «de rol»
(d.w.z. volgens hun datum van in
diening) kwam dit voorstel in het
voorjaar op de dagorde van de des
betreffende Commissie van de
Vlaamse Raad.
De huidige Gemeenschapsmini
ster voor Ruimtelijke Ordening,
Louis Waltniel (P.V.V.) zag zich
dus geconfronteerd met een dub
bel feit:
- het regeerakkoord,
- het S.P.-voorstel dat hieraan te
gemoet komt.
De Gemeenschapsminister wist op
de valreep voor de bewuste Com
missiezitting zijn collega's in de
Vlaamse Executieve te overtuigen
van zijn voornemen zelf een ont
werp van decreet te maken: dit
moet dan uiteraard uitgaan van de
principes zoals door de andere
partijen die deel uitmaken van de
Vlaamse Executieve, zijn overeen
gekomen in het regeerakkoord.
Hij kon dus in de Commissiezitting
meedelen, namens de Executieve
dat een ontwerp van decreet zou
worden neergelegd bij de Vlaamse
Raad, direct na het zomerreces; hij
vroeg om het S.P.-voorstel zolang
niet te bespreken. De Commissie
stemde toe, er evenwel aan toevoe
gend dat bij ontstentenis van een
ontwerp van decreet na het zomer
reces, het S.P.-voorstel zou behan
deld worden.
M.a.w. een parlementair debat
over de herziening van de wet van
'62 is aangekondigd... al is dat na
tuurlijk niet de eerste keer!
3. Doelstellingen en krachtlijnen
van het S.P.-voorstel van decreet op
de ruimtelijke ordening en de ste
debouw
De hoofddoelstelling is de beschik
bare ruimte optimaal te ordenen
rekening houdend met de sociaal-
economische planning, de dyna-
In de regeringsverklaring van 10 mei 1988 staat uitdrukkelijk
gestipuleerd dat het de taak zal zijn van het Parlement een
eventuele wijziging te brengen aan de artikelen 348 tot 353 van
het Strafwetboek, met eerbiediging van de gewetensvrijheid voor
eenieder.
Hieraan hechtten de C.V.P., de S.P. en de VU., als Vlaamse
partijen, hun onvoorwaardelijke goedkeuring.
In het verlengde en op grond van deze regeringsverklaring kende
het abortusdebat, ondanks de spanningen errond, in de Senaat
een sereen en hoogstaand verloop.
Het was dan ook op maandag 6 november1989dat de leden van
deze Hoge Vergadering en dit in volle vrijheid en volgens hun
eigen geweten, een parlementaire democratie waardig, met 102
stemmen vóór, 73 ertegen en 7 onthoudingen het wetsvoorstel
Herman - Michielsen - Truffant goedkeurden.
Voordien reeds dus voor deze uitslag bekend was, had C.V.P.-
Voorzitter van Rompuy verklaard na de stemming van dit
wetsvoorstel een evaluatie te zullen maken. Deze niet passende
uitlating hadden wij als democraten zeker niet verwacht en
eenieder vroeg zich af wat hij hiermede precies bedoelde. Op het
C.V.P.-congres van vorige week heeft Van Rompuy echter nog
hardere taal gesproken met zijn verklaring dat het wetsvoorstel
(inmiddels wetsontwerp geworden ingevolge zijn goedkeuring
door de Senaat) geen wet kan en mag worden. Nochtans laat
alles voorzien dat ook in de Kamer van Volksvertegenwoordi
gers een ruime meerderheid deze liberalizering van abortus zal
goedkeuren.
Wat Van Rompuy met deze dreigende taal in het schild voert is
alweer onduidelijk en niet van aard om de spanningen binnen
de meerderheid te doen afnemen, wel integendeel.
Wij betreuren enorm deze uitlatingen vooral op een ogenblik dat
getracht wordt de rol van het parlement op te vijzelen en te
herwaarderen. Sinds jaren wordt immers aan het adres van dit
parlement het verwijt gericht, dat het gedegradeerd is tot een
stemmachine en dat alles in de schoot van de regering wordt
geregeld.
Wanneer de regering thans het initiatiefrecht overlaat aan dit
zelfde parlement in belangrijke onderwerpen als abortus, legt de
voorzitter van de grootste politieke partij in Vlaanderen, derge
lijk verklaringen af.
De C.V.P., die gewoon is steeds de lakens uit te delen, kan
blijkbaar nu niet slikken de duimen te moeten leggen.
Wij vinden het als socialisten biezonder erg dat getrachyt wordt
onze parlementaire democratie op een dergelijke manier te
fnuiken.
Herman De Loor
SP/CSC-Arondissementsfederatie Aalst
Zaterdag 2 december 1989 van 18 tot 21,30 u.
Zondag 3 december 1989 van 11.30 u. tot 15 u.
Feestzaal Volkshuis, Geraardsbergsestraat 119 te Ninove
Eerste groot arrondissementeel eetfestijn
Menu:
- kip natuur, provenciaal of met champignonsaus
- rundstong met provencaalse, madeira- of cham
pignonsaus
Noteer alvast deze data
Zaterdag 2 december 1989 om 10 uur Aula R.U.G.
Voldersstraat te Gent w,/
Rcicscl
miek van de maatschappij en de
vereisten gesteld door het leefmi
lieu.
Daarbij mag het de beleidsverant
woordelijken niet ontbreken aan
de nodige middelen om in dit opzet
te slagen; daarom moet de ge
meenschap de bodembezetting en
de inrichting ervan voldoende be
heersen zodat:
- het ruimtelijk beleid geschraagd
wordt door een uitgebreide in
spraak en participatie van de be
volking;
- de grondprijzen niet ongeremd
afhankelijk blijven van vraag en
aanbod;
- de eigendoms- en gebruiks
rechten van een goed voldoende
afgestemd worden op het ge
meenschapsbelang;
- ten aanzien van de verstedelij
king beperkend beleid kan ge
voerd worden;
- de politieke verantwoordelijk
heden op duidelijke wijze wor
den bepaald.
De pijlers van dit voorstel van de
creet zijn:
- een dynamische planning en
uitvoering onder de verant
woordelijkheid van de drie be
stuursniveaus (het gewest, de
Vervolg op blz. 3
Redaktle - Administratie -
Publiciteit:
Houtmarkt 1, 9300 AALST
Tel. 053/70.51.51
Poetrekeningnr. 870-0002726-73
Maandabonnement: 60 ir. -
laarabonnement: 720 fr.
Verantwoordelijke uitgever:
René Stabel. Houtmarkt 1.
9300 Aalst
Vrijdag 1 december 1989
51' jaargang nr. 44
KAART REGIO
Oudenaarde erak£l 'Vyj-
tdinqen
*.C|||||0i|||^|||^|| IM #Ja imvam /OA
I^BWBBBB^BBBB* W wil BBB g%BI ^#11 M
affoaoa «Ja €10 Sm la riA
aab^uDD B %ipbi Suil Hgv B III IIb^I