Socialistisch weekblad
keurt enig statuut
voor
West- en
Oost-Europa:
van confrontatie
tot samenwerking?
FMTftfllAÜI
Steun de nieuwe «Voor Allen»
met uw nieuwjaarswensen!!!
3 5"?
'wmmmt.
Vorige week keurde de Senaat het wetsontwerp goed, ingediend door
de regering, betreffende het 'enig statuut'voor het overheidspersoneel.
Dit wetsontwerp wordt nu overgezonden aan de Kamer van Volksver
tegenwoordigers. Zodra het daar wordt gestemd, wordt het wet.
Nog twee personeelscategorieën
Voortaan zouden er slechts twee
personeelscategorieën in de open
bare besturen overblijven; ener
zijds de statutairen, om aan perma
nente behoeften het hoofd te bie
den; anderzijds, de contractuelen
om aan limitatief opgesomde pre
cieze behoeften te beantwoorden,
te weten:
- als antwoord op een buitenge
wone en tijdelijke behoefte (type -
voorbeeld: de uitreiking van de
nieuwe identiteitskaarten door de
gemeenten);
- de vervanging van de personeel
sleden die hun betrekking niet be
kleden (loopbaanonderbreking,
zending, disponibiliteit, enz...) of
slechts deeltijds bekleden (verlof
wegens verminderde prestaties);
- het vervullen van bijkomende of
specifieke opdrachten (deze op
drachten hebben onder meer be
trekking met onderhouds- en re
stauratietaken).
Betere bescherming
Deze rationalisatie in het perso
neelsbeheer gaat gepaard met een
betere bescherming van het con
tractueel personeelslid, in die zin
dat:
a) de toepassing van de dwingende
bepalingen van de wet van 3 juli
1978 op de arbeidsovereenkom
sten (onder meer de naleving van
de opzeggingstermijnen) zal hem
gewaarborgd zijn;
b) een uniform en maximaal stelsel
van sociale zekerheid (dit van de
werknemers) zal hem toegekend
worden.
Vereenvoudiging en uniformise-
ring
De vereenvoudiging en unifor-
misering van de tewerkstellingsty
pes vereisen het beheer van een
overgangsperiode en de oprichting
van uitdovingskaders, teneinde de
tewerkstelling te waarborgen van
het niet-statutair personeel wiens
aanwerving niet met één van de
limitatief opgesomde gevallen zou
overeenstemmen.
Gedurende een periode die ten
laatste einde 1991 zal verstrijken,
wordt voorzien in de invoering van
een gedeelte van het niet-statutair
personeel dat geslaagd is voor een
vergelijkend wervingsexamen, als
ook in de organisatie door het
V.W.S., gedurende deze periode,
van een voldoend aantal examens
voor de toegang tot de meest ge
bruikelijke gemene graden.
Er weze aangestipt dat geen alge
mene regularisatiemaatregel
wordt beoogd, te vergelijken met
die welke vroeger gebeurd zijn. Se
dert 1972 hebben alle regeringen
niet alleen afgezien van dit soort
maatregel maar zij hebben boven
dien door de wetgever bepalingen
laten goedkeuren om de aanwer
vingen te normaliseren.
Overigens, om klaarblijkelijke so
ciale en functionele redenen wordt
voorzien, op het einde van deze
periode, in de oprichting van uit
dovingskaders ten gunste van het
niet-statutair personeel dat onder
nog te bepalen voorwaarden in
dienst mag gehouden worden. De
ze personen zullen aldus niet afge
dankt kunnen worden door de tot
benoemen bevoegde overheid of,
bij gebrek hiervan, door het
V.W.S.
In de ministeries en de nationale
instellingen van openbaar nut, die
geen openbare ondernemingen
zijn, zullen er slechts contractue
len in dienst mogen genomen wor
den voor één van drie hierboven
vernoemde taken.
Wat de Gemeenschappen en de
Gewesten betreft zullen de princi
pes van het enig statuut een einde
stellen aan de mogelijkheid een tij
delijke overschrijding van de pers
oneelsformatie van een bestuur te
bekomen om er tewerkgestelde
werklozen op te plaatsen.
De indienstneming van nieuwe tij-
delijken wordt tegengehouden. De
huidige tijdelijken konden niette
min in dienst gehouden worden
krachtens een koninklijk besluit
van 29 juni 1989, zelfs langer dan de
periode van 2 jaar die de maxi
mumduur was voor de indienstne
ming van deze personeelskatego-
rie.
Overgangsbepalingen en priori
teitsrechten
De prioriteitsrechten zijn bestemd
voor de tijdelijken, de tewerkge
stelde werklozen, evenals voor
sommige contractuelen, die in
dienst zijn op het ogenblik van de
inwerkingtreding van de wet of die
ten minste 12 maanden dienst of
tewerkstelling tellen gedurende de
periode van 24 maanden die deze
inwerkingtreding voorafgaat.
Deze personen zullen hun slagen
voor een reeds georganiseerd ver
gelijkend wervingsexamen moeten
doen gelden of deelnemen aan een
U kan uw nieuwjaarswensen opnieuw via
de «Voor Allen» kenbaar maken.
Op 12 januari 1990 verschijnt het eerste nummer
van de «Voor Allen» in zijn nieuwe vorm.
Formaten en prijzen:
2 kolommen x 5 cm hoogte 500 frank
3 kolommen x 5 cm hoogte 1.000 frank
Aandacht:
De teksten met uw wensen dienen uiterlijk op 5
januari 1990 op het redaktiesecretariaat,
Houtmarkt 1 te Aalst toe te komen.
vergelijkend wervingsexamen.
Het prioriteitsrecht zal gelden
voor een gepriviligieerd quota van
50% van de in competitie gestelde
betrekkingen.
De algemene Directie voor Selec
tie en Vorming zal belast worden
met de organisatie van de voorbe-
reidingslessen op deze vergelijken
de wervingsexamens.
Verder wordt voorzien in de op
richting van de uitdovingskaders
voor de personen die niet geslaagd
zijn voor de georganiseerde verge
lijkende wervingsexamens of die
niet zijn kunnen aangeworven
worden ondanks hun slagen.
Het niet-statutair personeel dat
een betrekking bekleedt op de per
soneelsformatie, wordt op dit ka
der in uitdoving behouden. Het
niet-statutair personeel dat geen
betrekking op dit kader bekleedt,
zal in dienst gehouden dat geen
betrekking op dit kader bekleedt,
zal in dienst gehouden worden na
afloop van de overgangsperiode,
met dien verstande dat de perso
nen, ouder dan 50 jaar, ambtsbe-
halve behouden worden.
Tussenkomst
Herman De Loor
Tijdens het debat in de Senaat op
20 december wees Herman De
Loor er op dat in het recente verle
den wij veel stelsels van tewerkstel
ling bij de overheid hebben ge
kend, gaande van tewerkgestelde
werklozen, B.T.K., D.A.C., tot sta
giairs en sedert kort ook gesubsi
dieerde contractuelen.
Al deze systemen kenden en ken
nen hun eigen specifieke voor
waarden om ervoor in aanmerking
te komen. Men moet al erg inge
wijd zijn om in al deze stelsels zijn
weg nog te vinden. In elk geval de
gewone sterveling begrijpt er al
lang niets meer van, zei onze sena
tor.
Het verheugt ons dat er eindelijk
aan een harmonisering wordt ge
dacht en dat er voortaan nog
slechts twee categorieën van over
heidspersoneel zullen overblijven,
namelijk de statutairen en de con
tractuelen.
Deze harmonisering kan in de eer
ste plaats zorgen voor een duidelij
ker inzicht in de tewerkstellings
statuten en de contractuelen zul
len voortaan beter worden be
schermd. De vorige stelsels waren
al te vaak de oorzaak van ontgoo
cheling en ontmoediging bij vele
niet-statutairen die, op het mo
ment dat zij werkloos werden, tot
hun schade en schande moesten
ervaren dat hun tewerkstelling, die
zich soms over een lange periode
ujitstrekte, in het geheel niet in
aanmerking werd genomen voor
het vaststellen van hun werkloos
heidsvergoeding. Wij bedoelen
hier uiteraard de arbeidsprestatie
die werden verricht als tewerkge
stelde werkloze.
Een beroepsproef
Het is zeker positief dat in een
overgangsperiode en in uitdo
vingskaders wordt voorzien, zei
Herman De Loor. Wij kunnen ons
immers best voorstellen dat talrijk
niet-statutaire personeelsleden,
hoewel zij reeds vele dienstjaren
achter de rug hebben, het bijzon
der moeilijk zullen hebben te sla
gen voor de examens die door het
Vast Wervingssecretariaat zullen
worden georganiseerd, vooral als
deze examens dezelfde zijn als die
voor de aanwerving van statutaire
personeelsleden.
Wij zijn dus voorstanders van de
organisatie van een beroepsexa
men in plaats van het traditionele
aanwervingsexamen. Wij zijn van
mening dat een beroepsexamen
moet volstaan om iemand die de
school reeds lang heeft verlaten en
die tot voldoening van zijn over
sten zijn taak vervult, te benoemen
tot statutair personeelslid.
Toch enkele opmerkingen
Het niet-statutair personeel van de
regie der gebouwen meent dat dit
wetsontwerp geen oplossing biedt
voor een toestand die sedert meer
dan 20 jaar aldaar is scheefge
groeid.
De leden van dit niet-statutair per
soneel vragen dan ook dat zij op
gelijke voet zouden worden behan
deld als de geregulariseerde perso
neelsleden van het departement
van Openbare Werken, het We
genfonds, de Intercommunale E3
en de Gebouwenfondsen. Kan
voor deze personeelsleden nog iets
worden gedaan, vroeg onze sena
tor.
Herman De Loor vroeg verder
aandacht voor een speciaal stelsel
van tuchtmaatregelen voor de kon-
tractuelen, daar het praktisch on
mogelijk is hetzelfde systeem van
tuchtreglement als voor de statu
taire personeelsleden van toepas
sing te brengen.
Ministerie van Financiën
Tenslotte vroeg Herman De Loor
aandacht voor een recent rapport
waaruit blijkt dat bij het Ministerie
van Financiën een leegloop van
ambtenaren wordt vastgesteld,
met het gevolg dat de controle
werkzaamheden niet meer op een
normale wijze kunnen worden uit
geoefend. Dit is vanzelfsprekend
zeer nadelig voor de schatkist en
tevens voor de ondergeschikte be
sturen die te lang moeten wachten
op hun inkomsten, besloot onze
senator.
Antwoord van
Minister Langendries
(P.S.C.)
In zijn antwoord wees de Minister
erop dat het ontwerp ertoe strekt
het geheel van de ministeriële
diensten en zelfs van de overheids
bedrijven, eenvoudiger te maken
en te herstructureren. In verband
met de personeelsproblemen bij
het Ministerie van Financiën, ver
klaarde hij dat begin volgend jaar
een aanvullend verslag zal voorge
legd worden om het tekort aan per
soneel weg te werken. De organie
ke personeelsformatie is slechts
voor 57% bezet en er is zeer veel
personeel met een nepstatuut.
Hun toekomstig statuut wordt ge
regeld door dit eenheidsstatuut.
Een 1400 personeelsleden van de
niveaus 1 en 2 verlaten binnenkort
dat departement wegens het berei
ken van de pensioenleeftijd. Tij
dens de vijf komende jaren zal er
dus een grote inspanning moeten
worden gedaan om nieuw perso
neel in dienst te nemen, zei Lang
endries.
Voor wat het personeel van de Re
gie der gebouwen betreft verklaar
de de Minister dat er in 1976 een
nieuwe personeelsformatie tot
stand kwam. De Regie kon kon-
traktueel personeel in dienst ne
men, maar die mogelijkheid ver
viel en tot nog toe slaagde men er
niet in, de 145 kontractuele perso
neelsleden te regulariseren.
Dat lukte zelfs niet met een rege
ringsontwerp, dat door de Raad
van State werd afgekeurd omdat
het met het gelijkheidsbeginsel
strijdig was.
Voor wat de overgangsmaatrege
len betreft, zal een koninklijk be
sluit de lijst vastleggen van het per
soneel dat na 31 augustus 1991 in
dienst blijft, buiten de gevallen
waarin contractueel personeel in
dienst mag worden genomen. Ver
der zal een koninklijk besluit de
selectienormen vastleggen, reke
ning houdend met de noodzakelij
ke continuïteit in de overheids
dienst voor de personen die nog
geen 50 jaar oud zijn of die niet
Wat zullen de negentiger jaren ons Europeanen brengen?
Dit is een voorde hand liggende vraag voor het laatste hoofdar
tikel van de tachtiger jaren. Op deze vraag een antwoord
verstrekken is verre van eenvoudig. Zo voorspelbaar alles was
bij het begin, zoveel beweging zit er nu in het einde van de
tachtiger jaren. Dit schept problemen voor de analyst. Wat
vandaag met veel logica wordt geanalyseerd kan daags nadien
reeds achterhaald zijn. Het denken kan het tempo van de
ontwikkelingen niet altijd meer volgen.
Toch maar een poging gewaagd.
Twee historische kansen voor Europa en zijn bewoners bieden
zich voor de negentiger jaren aan: de ontwikkelingen in Oost-
Europa en de daaruit voortvloeiende kans op verregaande
ontwapening.
Sinds Gorbatsjov, nu ongeveer vier jaar terug, in de Sovjetunie
een gigantisch hervormingsproces in gang zette zijn we van de
ene verrassing in de andere gevallen. Van zodra het duidelijk
was dat Gorbatsjov's «Nieuwe Denken» inzake buitenlands
beleid de aanvaarding inhield van niet-exclusief communisti
sche regimes in Oost-Europa kwam in elk van de Centraal- en
Oost-Europese staten een beweging top gang om het politieke
systeem te democratiseren, een ware rechtsstaat te creëren en
om te sleutelen aan het economisch systeem.
De historische draagwijdte van deze ontwikkeling kan niet
worden overschat. De na-oorlogse orde in Europa wordt op de
helling geplaatst. De Berlijnse muur - het symbool van de
Koude Oorlogen de verdeeldheid van Europa in invloedssferen
van de twee supermachten - is gesloopt. Na 45 jaar van
confrontatie kan eindelijk gestart met een Pan-Europese sa
menwerking in het belang van alle burgers die dit Europees
continent bevolken.
De opgave waarvoor de Oosteuropeanen staan is enorm. De
goede afloop van de ingezette hervormingen is allesbehalve
gewaarborgd. De pas geïnstalleerde nieuwe regimes moeten
tegelijk een economische, een ideologische, een politieke en ja
zelfs een ecologische fundamentele ombuiging van het beleid tot
een goed einde brengen. De nieuwe regeringen zullen er moeten
over waken dat ze niet opgezadeld worden met de meest ongun -
stige effecten van het kapitalisme. Meer democratie en een vrije
democratie bieden geen garantie op sociale rechtvaardigheid.
De laatste maanden moet men daarenboven vaststellen dat
sterk nationalistische gevoelens de kop weer opsteken. Sociale
uitbarstingen en/of opflakkerende nationalistische gevoelens
vormen de grootste risico's voor een vreedzame omschakeling
van de Oosteuropese maatschappijen.
Het lijkt mij duidelijk dat Oost-Europa deze opgave alleen niet
aankan. Hulp moet geboden worden en hiervoor moet het
Oosten in de eerste plaats op West-Europa kunnen rekenen.
Zelf zie ik vier goede redenen waarom het Westen met het
Oosten moet samenwerken.
In de eerste plaats lijkt het mij onze verdomde plicht om onze
verantwoordelijkheid op te nemen om de - zoals in Roemenië
met veel bloedvergieten veroverde - jonge democratieën te
helpen versterken en veilig stellen.
In de tweede plaats moeten wij - ook in ons eigen belang -
bijdragen tot de tot stand koming van stabiele intereuropese
relaties. Het eventueel uit de hand lopen van de actueel aan de
gang zijnde hervormingsprocessen kan onvoorziene gevolgen
hebben. Militaire botsingen in Centraal Europa kunnen niet bij
voorbaat uitgesloten worden.
In de derde plaats dient benadrukt dat economische samenwer
king tussen West en Oost ongetwijfeld zal leiden tot een sneller
optrekken van het levenspeil in het Oosten maar ongetwijfeld
ook zal leiden naar meer welvaart en welzijn in het Westen.
Tot slot dient gewezen op de buitenkans die de uit de samenwer
king voortvloeiende ontspanning biedt om te komen tot een
nieuw veiligheidsconcept voor Europa. Sinds de Tweede We
reldoorlog werd het Europees continent uitgebouwd tot een
miljarden verslindende versterkte burcht. Wij socialisten hebben
onze onvrede hiervoor nooit verborgen en steeds aangestuurd op
wederzijdse veiligheid door minder bewapening.
De ontwikkelingen in Oost-Europa bieden ons nu de kans om
die lang gekoesterde droom waar te maken. Een Europa dat
zich van de Atlantische Oceaan tot de Oeral veilig voelt met een
minimum aan wapens hoeft niet langer een illusie te zijn. Enkele
militaire scherpslijpers die bang zijn van hun eigen schaduw
durven nu nog pleiten voor taktische of korte-afstand kernwa
pens in Europa. Elk weldenkend mens moet nu toch inzien dat
hetgeen zin heeft om met de jonge Oosteuropese democratieën
samen te werken en tegelijk kernwapens op Europees grondge
bied te houden die uitgerekend alleen die landen kunnen berei
ken!
Ook op het vlak van de conventionele wapens kan en moet een
drastische vermindering haalbaar zijn. Trouwens welke zin
hebben al die wapens als men een "vijand" mist!
Deze binnen handbereik liggende ontwapening leidt tot grote
besparingen op de defensiebudgetten wat betekent dat vele, vele
miljarden kunnen aangewend voor betere doeleinden. Het ligt
voorde hand dat het grootste deel van de vrijgekomen middelen
aangewend wordt in de Derde Wereld waar men met onmetelij
ke behoeften kampt.
Op het einde van de tachtiger jaren heb ik een droom: Europa
wordt een huis waarin West- en Oosteuropeanen veilig en
vreedzaam samenleven en samen hun internationale plicht ten
aanzien van de Derde Wereld vervullen.
Wordt die droom in de negentiger jaren werkelijkheid?
Dirk Van Der Maelen
door het Vast Wervingssecreta
riaat werden geselecteerd.
Ook verklaarde de Minister zich
akkoord met het feit dat de wer
ving billijk moet gebeuren en dat
vooral aandacht moet worden be
steed aan de programma's van de
wervingsexamens.
Tot slot zei de Minister, dat inder
daad dezelfde tuchtregeling niet
van toepassing kan worden ge
bracht op het kontraktueel en op
het statutair personeel. Voor het
kontractueel personeel zal bijge
volg naar een andere regeling die
nen gezocht.
Redaktle - Administratie -
Publiciteit:
Houtmarkt 1. 9300 AALST
Tel. 053/70.51.51
Postrekenlngnr. 870-0002726-73
Maandabonnement: 60 ir.
laarabonnement: 720 ir.
Verantwoordelijke uitgever:
René Stabel. Houtmarkt 1.
9300 Aalst
Vrijdag 29 december 1989
51' jaargang nr. 48
ï'V x x;:xxx;::xx v
WWWWWMWWOWWWWWW
:;:X Xx' xX Xx - xo xX xX.-xXX X:X.Xx X:-