SP-krachtlijnen voor een realistisch waterzuiveringsbeleid in het ClVy WV Denderbekken f groei en actie 6-7 September 1990 - «Voor Allen» Het is duidelijk dat de SP een kritische houding aanneemt t.a.v. het tot op heden gevoerde en Voor de toekomst in het vooruitzicht gestelde beleid inzake de Dendersanering. Zelf staan wij een beleid voor gebaseerd op de volgende krachtlijnen. 1. Overleg met Wallonië vormt daartoe een belangrijk gegeven. Al te lang is er van enig taai- grensoverschrijdend officieel of officieus politiek milieu- Zonder gelijktijdige sane ringsmaatregelen in Wallonië wordt de sanering van de Dender in Vlaanderen sterk gehypothekeerd. Met hun gezamenlijke aanpak bewijzen de SP en PS dat de politieke bereidheid er is om, over de taalgrens heen, samen te vechten voor een leefbare Dender, en dat dit in konkrete politieke aktie kan vertaald worden. Het SP-PS-aktieplatform overleg geen sprake geweest. Wallonië bewijst vandaag dat zij reeds belangrijke stappen heeft gezet en nog belangrijke stappen wil zetten. Ook in Vlaanderen moet de Dendersanering op een even ernstige wijze worden aange pakt. 2. Sanering industriële lozingen De sanering van de industrië le lozingen moet op korte ter mijn gerealiseerd worden. Al te veel bedrijven hebben tot op heden niets verricht of zich verscholen achter de voorop gestelde medezuivering op nog niet-opgerichte RWZI's of aansluiting op nog niet aan gelegde koliektoren. Krachtlijnen voor deze sane ring zijn: - prioritaire aansluiting van alle industrieterreinen op een RWZI (in casu Erem- bodegem, Erpe-Mere, Wijngaardveld, Schendel- beke, Ternat, Gijzegem); - geen uitbreiding van be staande of oprichting van nieuwe industrieterreinen zonder oplossing voor de afvalwaterprobiematiek; - sanering van de industriële lozingen op basis van een konkrete timing en dwin gende planning onder toe zicht van de lokale «waak- hond»-overheid; - burgerlijke partijstelling voor geleden schade; - rechtstreeks lokaal overleg met de bedrijven; - inplantingsstop voor ver- Jacques Timmermans: sane ring van de industriële lozin gen moet op korte termijn ge realiseerd. vuilende bedrijven; - terugdringen koelwaterlo zingen; - parlementaire aktie inzake juridische vervolgingspoli- tiek en financiële bestraf fing lozingen door sanering aan de bron op te leggen en af te dwingen; - onderzoek naar de vervui lingstoestand van de onder waterbodem en dringend uitwerken van verantwoor de saneringsscenario's en baggerstorten. 3. Planmatige uitbouw van waterzuiveringsinfrastructuur Op basis van een totaalvisie op het Denderbekken moet in een eerste fase de prioriteit gegeven worden aan de verde re planmatige uitbouw van de noodzakelijke waterzuive ringsinfrastructuur om de acute rechtstreekse lozingen weg te nemen. De voorziene projecten in het indicatief meerjarenprogramma van het Milieubeleidsplan getuigen geenszins van enige visie ter zake. Door de SP worden volgende prioriteiten vooropgesteld: - Geraardsbergen: - koliektor langs Molen beek -1' fase - koliektor RWZI - indu strieterrein Schendelbeke met uitbreiding naar Ide- gem en Ophasselt - persleiding Viane/Moer- beke naar RWZI Ge raardsbergen Mare Galle: belang van de Dender op economisch en toe ristisch vlak. - Ninove: - aansluiting Outer op kol iektor Centrum - aansluiting Meerbeke (met eventuele aansluiting Roosdaal) - persleiding Okegem - Denderleeuw: - aansluitingskollektor Wildebeek op koliektor in dustrieterrein Erembode- gem - gezamenlijk RWZI Den derleeuw en Liedekerke- Teralfene met bijhorende koliektoren. Bellebeek: - cfr. Denderleeuw inzake RWZI Liedekerke-Teral- fene - sanering Ternat: RWZI en koliektoren Asse en Ter nat Aalst: - aansluiting industrieter reinen Erembodegem, Wijngaardveld, Gijzegem en Erpe-Mere - prioritaire uitvoering koliektor rechteroever - Dendermonde: - prioritaire aansluiting rioleringen op bestaande koliektoren De realisatie van deze projec ten zal op korte termijn een veel belangrijker effect sorte ren dan het samenraapsel van allerlei projecten die aan geen enkele objectieve uitvoerings prioriteit zijn getoetst en waarbij geenszins de progres sieve sanering als uitgangs punt werd genomen. 4. De uitbouw van de gemeentelijke rioleringsstelsels moet in principe volgens volgend prioriteitenscenario verlopen 1. Maximale aansluiting op bestaande koliektoren. Het is immers onaanvaardbaar dat tot op heden vele dui zenden IE ongezuiverd in de Dender worden geloosd terwijl zuiveringsinfra structuur uitgebouwd werd. 2. Maximale uitbouw van rio lering in die gebieden waar op korte termijn (cfr. be lang strikte planningsaf spraken) een koliektor wordt aangelegd die aan- sluitbaar is op een RWZI). In principe moet men politiek de moed hebben om andere rioleringen tot nader order als niet-prioritair te bestempelen en als zodanig ook te behan delen. Alhoewel dit buiten het bestek van de huidige op drachtenverdeling inzake rio leringsbevoegdheid valt, po neren we terzake duidelijk volgende stellingen: - positieve stimulans ter rea lisatie van het onder 4.'1 en 4.2 bedoeld prioriteitens chema door toekenning van een verhoogd subsidië ringspercentage vanwege het Vlaamse Gewest; - in een eerste fase mag voor rioleringswerken die niet passen in bovenvermeld prioriteitenschema géén of slechts een verlaagd subsi diëringspercentage (bvb. via het MINA-fonds) ge hanteerd worden en moet de gemeente bovendien de verplichting opgelegd krij gen zelf in te staan voor de sanering van deze afvalwa ters (cfr. aanleg van rietvel den of andere kleinschalige installaties). Om een dergelijke riolerings- politiek te kunnen voeren moeten de gemeenten drin gend betrokken worden bij de uitwerking van de AWP- zuiveringsscenario's zodat de respectieve inspanningen op elkaar worden afgestemd. Er moet ook duidelijkheid ko men wat verstaan dient te worden onder prioritaire rio- Georges Couck: om een dege lijke rioleringspolitiek te kun nen voeren moeten de ge meenten betrokken worden bij de uitvoering van de AWP- zuiveringsscenario's. leringen en wie wat zal uitvoe ren. Momenteel wordt enkel onnodige verwarring en waar schijnlijk een pak ijdele hoop geschapen. Tenslotte moet de afhande ling van rioleringsdossiers door de subsidiërende over heid op een planmatige en ob jectieve wijze gebeuren. 5. Sanering lozingen in landelijke gebieden Algemeen moet er naar ge streefd worden om de lozin gen in de kleinere beken (ze ker categorie 3-beken) syste matisch af te bouwen en te verbieden door: - het uitvaardigen van de ste- debouwkundige verplich ting tot de aanleg van een septische put voor alle wo ningen die buiten de woon zones zijn ingeplant en voor die woonkernen die op kor te termijn niet op een RWZI kunnen aangesloten worden; - het uitvaardigen van een politiereglement dat voor ziet in enerzijds kontrole op het onderhoud (jaarlijks ruimen) en anderzijds de ophaling volgens strikte re gels laat gebeuren (in casu verplichte afvoer naar een RWZI van het opgehaalde septische materiaal) onder dwingende kontrole van de betrokken en bevoegde ge meenten. Het uitbouwen van septische putten waar die ontbreken moet volgens een strikte ti ming gebeuren om zoveel mo gelijk het gelijkheidsbeginsel te respecteren. Industriële lozingen in deze gebieden moeten aan maxi male voorwaarden inzake ef fluent-eisen vergund en ge controleerd worden. De tien tallen lozingen van pluimvee slachterijen in kleine beken in het arrondissement zijn terza ke zeker te viseren en ver plicht te saneren. Nutteloze investeringen in deze landelijke gebieden moeten vermeden worden. Dit kan door in een zeer lan delijk gebied waar het effect van zeer verspreide afzonder lijke (veelal in open grachten) relatief gering is, geen zuive ringsinstallatie in te planten

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1990 | | pagina 6