ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Angola, van binnen uit bekeken Overleven als dagelijkse kunst «Voor Allen» - 22 januari 1993 - 7 Het was weer een tijd geleden sinds Angola nog eens de pers haalde. Opnieuw waren het niet bepaald positieve geluiden die we te horen kregen. Caroo Torfs vertelt hoe in een moeilijke situatie toch nuttig werk kan geleverd worden: «De oorlogsomstandigheden zijn voor Angola niet nieuw. Reeds generaties lang wordt er gestreden om de macht: eerst tegen de Portugese kolonisator, daarna UNITA tegen MPLA. De mensen trachten er, ondanks de moeilijke omstandigheden, een dagelijks bestaan op te bouwen. Een gevecht van dag tot dag. Samen met hen trachten wij te werken aan een grotere bestaanszekerheid». Na zestien jaar burgeroorlog leek er eindelijk opnieuw een toekomst voor aangebroken. De door de VN gekontroleerde algemene verkiezingen kenden een bijzonder grote publieke belangstelling. Toen op 1 november laatstleden over heel het land weer gevechten in regel uitbraken tussen de regerende MPLA en de rebelerende UNITA, werd meteen ook het vredesakkoord van 31 mei 1991 aan flarden geschoten. Samen met enkele andere schaarse buitenlandse hulpverleners verlieten onze medewerkers halsoverkop en noodgedwongen hun woonplaats in de zuidelijke provinciehoofdplaats Lubango. Voor de oorlog, 16 jaar gele den, was Nambambe een dorp met een duizendtal inwoners. De oorlog heeft de mensen van het platteland naar de stad gejaagd. Nu strekken de sloppenwijken zich uit tot in de nabij gelegen provincie hoofdstad Lubango. Zo'n twintigduizend interne vluch telingen hebben er een onder komen gevonden. Sommige families hebben een veldje waar ze maïs, gierst of sorg hum telen. Hopelijk voldoen de om zich zelf te voeden en dan nog genoeg over te hou den om het volgende jaar op nieuw te zaaien. Als het mee zit hebben ze nog wat om te verkopen. De meerderheid van de bevolking probeert het hoofd boven water te houden met straathandel, de zoge naamde informele sector. Via een kennis wordt een partij maïs of suiker op de kop ge tikt. Wat niet nodig is voor eigen gebruik, wordt op straat verder verkocht of geruild: een bussel brandhout voor een blik maïsmeel, een blik olie voor een van riet gevloch ten mat, een kookstel - kun stig vervaardigd uit conser- venblikjes - in ruil voor een paar gebakken maïskoeken. Elke dag is een nieuwe uitda ging om te overleven. Vindin grijkheid is de enige uitweg. Wijkbewoners klaagden over gebrek aan water, over de slechte voedsel bevoorrading, over het gebrek aan kleding en schoeisel, over het slecht functioneren van de gezond- heidspost. De mensen orga niseerden zich in een comité om te ijveren voor de verbete ring van de levensomstandig heden. Na ellenlange pala- bers werd besloten dat de ver betering van de gezondheids zorg het meest haalbaar is. FOS verscheepte een partij kinderkleding, gekregen van een faillissement, naar het zuiden van Angola. De winst van de verkoop werd geïnve steerd in het opknappen van de gezondheidspost, annex voedingscentrum voor jonge kinderen: een nieuw dak, elektriciteit, schilderwerken. De medische basisuitrusting werd aangevuld en de pedia ter hield voortaan dagelijkse consultaties voor de vaccina tie van pasgeboren babies. Naast het voedingscentrum werd een veldje aangelegd waar de jonge moeders groen ten kweken voor het centrum. Samen leren ze de juiste be reidingswijze en de voedings waarde van het voedsel ken nen. Het succes van dit experiment stimuleerde de wijkbewoners om zich te organiseren en an dere projecten uit te bouwen. Om een juist beeld te krijgen van de noden werden huisbe zoeken afgelegd en wijkverga deringen georganiseerd. Het oorspronkelijke wantrouwen en de belangentegenstellin gen werden langzaam over wonnen. Uiteindelijk gingen de bewoners van de wijk van start met drie nieuwe projec ten: een meubelmakerij, een werkplaats voor het maken van ossekarren, een brood bakkerij voor de buurt. On danks de aanhoudende oor logssituatie blijven de mensen ijveren voor een grotere be staanszekerheid. Ondertussen zijn de levens omstandigheden er niet een voudiger op geworden. Het einde van de koude oorlog en de implosie van de USSR als gevolg daarvan, hebben deze overlevingsstrijd alleen maar moeilijker gemaakt. Het slecht functionerende sociali stische staatsapparaat, dat het nu moest stellen zonder Sov- jetsteun, schrompelde verder in mekaar. Onder druk van het IMF en de Wereldbank werd de vrije markt inge voerd. De grenzen werden opengegooid en allerlei pro- dukten vanuit Zuid Afrika stroomden via Namibië het land binnen. Privé onderne mingen schoten als paddes toelen uit de grond, staatsin stellingen werden geprivati seerd. Handige zakenlui maakten snel profijt, ambte naren trachtten hun positie te verzilveren. De prijzen stegen voortdurend, het geld werd als maar minder waard. Voor de doorsnee inwoner van Nambambe werd het steeds moeilijker om elke dag op nieuw de touwtjes aan mekaar te knopen. Goed om weten Angola ligt aan de Atlantische kust in Zuidelijk Afrika en grenst aan Zaïre, Zambia, Congo en Namibië. Het is onge veer 40x zo groot als België, maar telt zowat evenveel inwo ners, tien miljoen dus. Er heerst een vochtig subtropisch klimaat. De officiële taal isportugees, de munt is de Kwanza, de hoofdstad is Luanda met zo'n twee miljoen inwoners. Olie en diamanten zijn momenteel de belangrijkste export- produkten, in de koloniale periode was dat koffie. Tót voor kort woonde zo 'n 70% van de bevolking op het platteland en leefde van de landbouw. De oorlog zorgde echter voor een versnelde vlucht naar de stad. De oorlog duurt voort Toen de Anjerrevolutie in 1974 een einde maakte aan de diktatuur in Portugal, wou dat land zo snel mogelijk zijn oude kolonies kwijt. In Angola woedde al jaren een hevige bevrijdingsstrijd, waarbij drie bewegingen mekaar op leven en dood bestreden. Op 11 november 1975 werd de macht in Luanda overgedragen aan het marxistische MPLA onder leiding van de legendarische Agostinho Neto. Maar UNITA, dat gesteund werd door de VS en Zuid-Afrika, bleef in het Zuid-Oosten een deel van het land controleren en voerde over heel het land guerrilla gevechten en terroristisch aansla gen. Het MPLA kreeg de hulp van Cuba (dokters en solda ten) en van de Sovjet-Unie (wapens en materiaal). Meer dan een miljoen mensen, een tiende van de bevolking waren vluchteling in eigen land. Toen de koude oorlog afliep, viel ook de interesse van de grote mogendheden weg. Op 31 mei 1991 werd in Lissabon een vredesakkoord ondertekend tussen Jonas Savimbi (UNITA) en Jose Dos Santos (MPLA). Onder toezicht van amper 500 VN soldaten wer den eind september 1992 algemene verkiezingen gehouden. De MPLA haalden nipt geen meerderheid (49%) zodat een tweede ronde nodig was. Savimbi weigerde echter de uitslag te aanvaarden en nam opnieuw de wapens op. Bij de gevech ten en onderlinge afrekeningen in het weekend van 1 novem ber 1992 vielen naar schatting duizend doden. België en Angola Angola is een potentieel rijk land. Er zijn de diamantmijnen en er is de oliewinning. Ook heeft het land nog een enorme reserve aan landbouwgrond. Vanuit Zaïre en Zambia loopt de Benguela spoorweg naar de havenstad Lobito. Tot met de onafhankelijkheid vertrok het koper van Katanga via deze spoorlijn naar de Antwerpse haven en de fabrieken van de Métallurgie in Hoboken, Olen en Overpelt. Deze spoorweg is nog steeds voor het grootste deel eigendom van de Generale Bankmaatschappij. Sabotage van UNITA heeft de spoorlijn onbruikbaar gemaakt. Voor de economische heropbloei van Angola blijft deze Benguela spoorweg van groot belang. Vanuit de SADC, een regionaal samenwerkingsverband met de andere landen van Zuidelijk Afrika, wordt het project gelanceerd om een «Lobito corridor» te creëren, een veilige en bewaakte strook langs deze spoorlijn. Maar tot nog toe ontbreekt het aan buitenlandse investeerders om de spoorlijn te herstellen en de haven van Lobito te moderniseren. Solidariteit aan de basis De heropbouw van het gezondheidcentrum in Nambambe door het wijkcomité met de steun van POS was een geslaagd experiment. Blijkbaar heeft het aanstekelijk gewerkt bij de bewoners van de wijk. Nieuwe initiatieven volgen. Mensen nemen zelf hun lot in handen, organiseren zich, verbeteren hun levensomstandigheden. Samen met het wijkcomité wil POS een aantal concreteprojekten opstarten: een werkplaats waar straatjongens meubels en ossekarren leren maken, de bouw van een broodoven voor de ganse buurt, de installatie van een waterpomp. Essentieel bij dit alles is het versterken van de organisatie van de wijkbewoners.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1993 | | pagina 8