Zekerheid pensioentoekomst voorbereiden financiële vooruitzichten van de sociale zekerheid «Voor Alle.l» - 25 juni 1993 - 9 De SP-verwelkomt de vergrijzing als positieve maatschappelijke ontwikkeling Op vraag van de Minister van Pensioenen, Kd. Freddy Willockx, stelde recentelijk het Planbureau een studie op met realistische lange termijnvooruitzichten (tot ca. het jaar 2050) qua diverse aspecten van het sociale zekerheidssysteem. Hierbij werd uitgegaan van zowel demografische als financiële en macro-economische elementen, waarvan er inderdaad een aantal dringend dienden geactualiseerd. gekomen om - bij voorkeur op Europees vlak gecoördineerd - de sociale bijdragebasis te verruimen en te herschikken zodat niet enkel de arbeids kosten worden belast. De buitenwettelijke pensioenopbouw De pensioentoekomst voor bereiden en hierbij het veilig stellen van de wettelijke pen sioenvoorzieningen als priori taire doelstelling naar voren schuiven betekent niet de ogen sluiten voor de extra-le gale opbouw van pensioen rechten. Niet enkel het belang en de financiering van deze zgn. ex tra-legale pensioenvoorzie ningen zullen in kaart worden gebracht, ook de verhoudin gen t.o.v. het wettelijk stelsel en de achterliggende motie ven moeten worden onder zocht. Het uitstippelen van een politieke gedragslijn in deze materie is zonder twijfel voor de SP een boeiende uit daging. In elk geval wil de SP op korte termijn werk maken van de democratisering van de bui tenwettelijke pensioenstel sels. Dit betekent dat de be trokken werknemers meer controlemogelijkheden krij gen, meer inspraak en dat hun individuele rechten worden versterkt. Meer solidariteit Wij weten allemaal dat het re partitiestelsel dat wij kennen bijzonder gevoelig is voor de verhouding tussen de bijdra- geplichtigen enerzijds en het aantal prestatiegerechtigden anderzijds. De vooruitzichten zijn ondub belzinnig: het beroep op de bijdrageplichtigen zal toene men. De actieven zullen meer solidariteit moet opbrengen voor de niet-actieven. Het risico dat deze opgelegde solidariteit een limiet zal be reiken, is dan ook niet denk beeldig. Wij willen dan ook maatrege len voorbereiden om de soli dariteit binnen de groep van de gepensioneerden zelf te versterken. De SP was in het verleden en is vandaag voor de gepensio neerden de beste waarborg voor hun inkomens- en be staanszekerheid. Dit moeten wij ook naar de toekomst toe waarmaken. Vaststellingen - de spectaculaire groei van het aantal gepensioneer den; in totaal 1,5 miljoen, de stijging is het snelst tus sen 2010 en 2030 (zie de tabel) - de bijna stabiliteit van het aantal tewerkgestelde ac tieven. De veroudering gaat dus niet gepaard met een evenredige daling van het aantal tewerkgestelde actieven, die als gevolg van de stijgende activiteitsgra den en de tewerkstelling zelf - de toename van het gewicht van de sociale prestaties. Deze valt evenwel zwakker uit dan verwacht omwille van de toenemende activi teitsgraden en het dalend aantal prestatiegerechtigd en in de sectoren werkloos heid, kinderbijslagen en brugpensioenen. De pensioenuitgaven zelf worden geremd door de uitkeringsplafonds en de veronderstelling van een gedeeltelijke welvaartsaan passing. - het overwicht van de pen sioenen en de gezondheids zorgen binnen de sociale v zekerheidsuitgaven. - het doorslaggevend belang van de macro-economische omgeving en meer bepaald van de werkgelegenheid voor de financiële leefbaar heid van ons sociaal zeker heidsstelsel. Belangrijke lessen voor de toekomst Naar het economisch beleid toe kunnen uit de studie een aantal zeer belangrijke lessen worden getrokken. Het be treft onder andere: 1. de financiële leefbaarheid van ons sociaal zekerheids stelsel op termijn veilig stellen vergt een globale aanpak: van vitaal belang is een duurzame gunstige economische omgeving zo wel in termen van tewerk stellingals groei. Een nieu we generatie werkzoeken den moet absoluut worden vermeden. Vandaar de nood aan een actief onder wijs, bemiddellings- en op- slorpingsbeieid naar de werkzoekenden toe; 2. de groeiende druk van de toekomstige sociale uitga ven die verband hrtuden met de veroudering (pen sioenen en gezondheids zorgen) wordt bevestigd, maar blijft beheersbaar. De gevoeligheid van de re sultaten in functie van de verschillende parameters wijzen volgens de optimis ten op de mogelijkheden van een voluntaristische aanpak, en vormen voor de sceptici het bewijs van de onzekerheid van deze vooruitzichten; 3. met de verlaging van de pensioenleeftijd is voor zichtigheid geboden. De toenemende studieduur, de langere levensduur sa men met de bevolkingsver- oudering beletten een ver algemeende verlaging van de wettelijke pensioenleef tijd; 4. de noodzaak om de demo grafische schok, de «opa boom» tussen 2010 en 2030, te kunnen aanpak ken met een sterk vermin derde staatsschuld. Indien dit niet wordt ge realiseerd, dan zal een nieuwe rentesneeuwbal ons beletten de prioriteit te geven aan de met de ver grijzing verbonden uitga ven (pensioenen en ge zondheidszorgen). Evolutie van de verschillende segmenten van de bevolking Aantallen in min 1991 2000 2010 2040 2050 1991-2050 Totale bevolking 10,0 10,3 10,4 10,5 10,3 +0,3 1. Gepensioneerden 2,0 2,2 2,5 3,6 3,5 1,5 2. Beroepsbevolking 4,3 4,4 4,3 4,1 4,1 -0,2 3. Brugpensioen of invaliden 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1993 | | pagina 9