BINNENLAND
Stakende specialisten:
onverantwoord
Frauderende
artsen?
Rijke buitenlanders moeten mee
gemeentebelastingen betalen
Ruimte voor voetgangers
4 - 13 juni 1997 - "Voor Allen"
Vanuit de SP werd heftig gere
ageerd op de stakingsactie van de
geneesheren-specialisten. Na
mens de SP-ffactie in de Kamer
reageerde Ghislain Vermassen
aan de vooravond van de eerste
stakingsdag. Volgens Vermassen
doen de artsen dit uit wel zeer
kortzichtig eigenbelang. Hij her
innerde de artsen eraan dat het
verzekeren van het huidige stel
sel ook in hun eigen belang is,
omdat de honoraria van de artsen
immers voor het grootste deel
gefinancierd worden met over
heidsmiddelen. Hij betwist ook
formeel de demagogische artsen
stelling dat de structurele maatre
gelen van de regering ten nadele
van de patiënten zijn. Een betere
organisatie zal integendeel voor
delig zijn voor de patiënten maar
zal allicht tot gevolg hebben dat
van de artsen en meer bepaald
van de specialisten ook een fi
nanciële inspanning wordt ge
vraagd. 'Na wat van de patiënten
is gevraagd, kan dit toch geen
probleem zijn, temeer daar uit re
cente studies blijkt dat het netto
gemiddelde inkomen van de spe
cialisten ruim de 200.000 fr. per
maand overschrijdt', aldus Ver
massen.
Ook het SP-bureau van 26 mei
was niet te spreken over de sta
kingen van de geneesheren-spe
cialisten. Volgens het bureau is
het verweipelijk dat de artsen
met deze zorgenstaking inspelen
op angst en vragen die bij de be
volking bestaan naar aanleiding
van een gezondheidszorg die
duurder wordt onder meer door
het niet respecteren van tarieven.
Volgens het partijbureau maken
de artsen-specialisten door desin
formatie een karikatuur van de
regeringsvoorstellen die noch
tans tot doel hebben de gezond
heidszorg betaalbaarder, toegan
kelijker en kwalitatiever te ma
ken. Nergens is immers sprake
van gesloten enveloppen en van
het risico op rantsoenering. Vol
gens de SP worden patiënten
door de artsen gegijzeld in een
conflict rond het eigendomsrecht
van de erelonen, niet meer of niet
minder. Het bureau vraagt tevens
dat maatregelen genomen wor
den om de tariefzekerheid op
nieuw te herstellen, zodat de pa
tiënten niet langer het slachtoffer
zouden blijven van een situatie
waarbij 40% van de specialisten
te veel ereloon vraagt.
In de Kamer van Volksvertegen
woordigers werd op 22 mei 1997
een wetsvoorstel van Myriam
Vanlerberghe en Rony Cuyt
goedgekeurd. Dit wetsvoorstel
zorgt ervoor dat de fiscale strook
van een doktersbriefje niet langer
afscheurbaar mag zijn. De socia
listische parlementairen willen
op die manier de fiscale fraude
bestrijden. Daarmee zeggen ze
niet dat alle dokters fraudeurs
zijn, integendeel. Maar dat som
mige dokters en andere zorgen-
verstrekkers de strook wel eens
durven afscheuren of op het dub
bel dat voor de fiscus bedoeld is
wel eens een lager bedrag durven
invullen, is algemeen geweten.
Door de strook niet langer af
scheurbaar te maken, bestrijden
Vanlerberghe en Cuyt dus niet al
leen de fiscale fraude, maar belo
nen zij ook die dokters die de
doktersbriefjes wel correct invul
len.
Zo hadden de liberalen het echter
niet begrepen. Jef Valkeniers
(VLD) en Daniël Bacquelaine
(PRL), beiden zelf dokter, gingen
hevig tegen het voorstel te keer
zonder dat ze over inhoudelijke
argumenten beschikten.
De liberalen hadden het voorstel
trouwens zelf mee goedgekeurd
in de commissie Financiën. Maar
op het ogenblik dat het in open
bare zitting moest worden goed
gekeurd stemden ze dus tegen.
'Waarschijnlijk om hun achter
ban met dit theaterstukje te sus
sen', aldus Vanlerberghe.
De Huisartsenfederatie heeft zich
trouwens ook achter het SP-
voorstel geschaard, maar zoals te
verwachten viel, was de reactie
van het Algemeen Syndicaat
voor Geneeskundigen, het con
servatieve bolwerk van specialis
ten, negatief. Hun afkeuring en
de tegenstemmen van de libera
len brachten echter geen zoden
aan de dijk: het voorstel Vanler-
berghe-Cuyt werd door de meer
derheidspartijen en de groenen
gemakkelijk goedgekeurd.
Vlaams minister van Binnen
landse Aangelegenheden Leo
Peeters onderzoekt de moge
lijkheid om een grondtaks in
te voeren. Daarmee zouden
buitenlandse bezitters van vil
la's en kastelen, die nu via
constructies vaak de onroeren
de voorheffing ontlopen, toch
moeten betalen aan de ge
meente. Vlaamse gemeenten
halen hun belangrijkste bron
van inkomsten uit de 'opcen
tiemen' (een percentage op de
personenbelasting) en uit de
onroerende voorheffing (be
lasting op het patrimonium,
op basis van het kadaster). In
beide gevallen ontsnappen
(rijke) buitenlanders die in
Vlaanderen wonen hier vaak
aan. Renteniers betalen hier
weinig of geen personenbelas
ting en dus ook geen opcentie
men, en hun villa's zijn vaak
ondergebracht in patrimoni
um-vennootschappen met ze
tel in het buitenland, zodat de
onroerende voorheffing ook
niet betaald wordt.
De gebruikers
belasting
Deze onrechtvaardigheid is al
langer een doorn in het oog
van de SP, en Leo Peeters wil
daar nu ook iets aan doen. Hij
wil met een gebruiksbelasting
de gemeenten een nieuw ins
trument in handen geven
waarmee ze ook de 'fiscaal
vluchtelingen' die op hun
grondgebied wonen, kunnen
laten bijdragen tot de gemeen
telijke belastingen. De hoogte
van de nieuwe gebruikersbe
lasting hangt af van de opper
vlakte van een onroerend
goed, verduidelijkte de minis
ter in het Nieuwsblad van 24
mei. 'Het gaat om een zicht
bare belasting. De man in een
rijhuis is dan zeker dat de be
woners van een kast van een
villa een pak meer grondbe
lasting betalen'*
Peeters denkt in de eerste
plaats aan de rijke Nederlan
ders die zich in de Antwerpse
grensgemeenten gevestigd
hebben, maar het fenomeen
blijft daar niet toe beperkt.
'Als burgemeester van Kapel-
le-op-den-Bos stelde ik vast
dat er overal in Vlaams-Bra
bant gebouwd wordt, maar dat
de burgemeesters de op
brengst van de onroerende
voorheffing niet evenredig
zien toenemen. Onlogisch
toch? Tot ik merkte dat veel
dure eigendommen worden
ondergebracht bij naamloze
vennootschappen met een ze
tel in het buitenland. Aan dit
ontwijkingsmechanisme
maakt de nieuwe gebruikers
belasting ook een einde'.
Sleutelen aan
kadasterwet
Peeters wil met deze maatre
gel een stuk rechtvaardigheid
invoeren. Het reglement kan
zodanig gedifferentieerd toe
gepast worden, dat iedereen
naar reële draagkracht betaalt.
Peeters zou overigens ook
willen dat er eens aan de fede
rale wet op de kadastrale pere
quatie (aanpassing) gesleuteld
wordt. Die wet, die volgens
Peeters veel te stroef is, werd
voor het laatst herzien in
1980. Nochtans kunnen buur
ten sterk veranderen. Zo wordt
er in bepaalde verpauperde
buurten te veel, en in andere
die plots in trek zijn, te weinig
grondbelasting geheven. Een
aanpassing van die wet blijkt
echter electoraal zeer gevoelig
te liggen.
Veel van onze voetpaden laten
op het vlak van gebruiksvrien
delijkheid, veiligheid en een
vormigheid veel te wensen
over. Daarom keurde de
Vlaamse regering op voorstel
van minister van Openbare
Werken en Verkeer Eddy Bal-
dewijns op 29 april 1997 de
finitief de algemene bouwver
ordening inzake wegen voor
voetgangersverkeer goed. Het
gaat hierbij om alle delen van
de openbare weg die hoofdza
kelijk door voetgangers ge
bruikt worden. Onder voet
gangers worden in het besluit
ook uitdrukkelijk de rolstoel
gebruikers bedoeld.
Het spreekt voor zich dat een
onmiddellijke aanpassing van
alle bestaande voetgangerswe
gen niet haalbaar is. Dit zou
Vlaanderen in een bouwwerf
herschapen en de financiële
mogelijkheden van onze loka
le en regionale overheden
ruim overschrijden. Vandaar
dat deze bouwverordening al
leen geldt voor de aanleg van
nieuwe en voor de aanpassing
van bestaande voetgangers-
voorzieningen.
De voorschriften
De bouwverordening legt een
aantal algemene voorschriften
op die nageleefd moeten wor
den bij de aanleg of aanpas
sing van voetgangersvoorzie
ningen. Zo is ze van toepas
sing in de bebouwde kom om
dat het in die gebieden is dat
er vooral voetgangersverkeer
voorkomt. Bovendien is de
bebouwde kom een begrip dat
ingeburgerd is en tevens in de
verkeerswetgeving gehanteerd
wordt.
Op elke voetgangersweg moet
een minimale obstakelvrije
loopweg worden voorzien. De
loopweg is de ruimte waarop
een voetganger zich voortbe
weegt. Voor de loopweg wor
den zowel een minimale
breedte - minstens 1 meter
breed, afhankelijk van de
breedte van de weg zelf - als
een vrije hoogte (minstens
2.10 meter) opgelegd.
Om voetgangers, kinderwa
gens en zeker rolstoelen toe te
laten normaal te bewegen,
moet ook het hellingspercen
tage van voetgangerswegen
aan bepaalde criteria voldoen,
afhankelijk van het niveauver
schil dat overbrugd moet wor
den: hoe groter het te over
winnen hoogteverschil, hoe
kleiner de hellingsgraad.
In de oorspronkelijke bouw
verordening had Baldewijns
ook opgenomen dat de perron
hoogte in stations zich op in-
staphoogte van de treinen
moest bevinden. De Raad van
State oordeelde echter dat de
Vlaamse overheid hier niet
bevoegd voor is, omdat de
perrons de spoorwegen toebe
horen en dus een federale ma
terie zijn.
Met deze algemene bouwver
ordening wil Eddy Baldewijns
veiligheid, toegankelijkheid
en comfort verzekeren aan ie
dere voetganger, ook aan de
minder mobiele.