BUITENLAND Naar een nieuwe internationale samenwerking 6 31 oktober 1997 - "Voor Allen" Inleiding Nog een paar dagen en 11 november biedt zich opnieuw aan. Dit traditioneel moment vormt samen met de start van de cam- pagne "Werk aan de Wereld" voor het SP-bureau een uitgelzen moment om stil te staan bij de belgische ontwikkelingssamen werking. Ook willen we de aandacht vestigen op de in initia tieven die de SP de komende maanden in het kader van inter nationale samenwerking zal nemen. 1. Nood aan nieuwe sporen voor de Belgische Ontwikkelings samenwerking Het is nu twee jaar dat de Bel gische ontwikkelingssamen werking zich in crisis bevindt. Een stroom van al dan niet vermeende schandalen heeft de werking van de Belgische ontwikkelingssamenwerking grotendeels verlamd, pm de problemen van ontwik kelingssamenwerking van na bij op te volgen werd in de schoot van het Parlement een Bijzondere Commissie opge richt. Op 30 september 1996 legde de commissie op aange ven van de voorzitter een tus sentijds verslag neer. Een be langrijk deel van dit verslag werd nadien opgenomen in het eindverslag van de com missie. Het lijkt ons dan ook zinvol om de belangrijkste vaststellingen nog even in her innering te brengen. 1.1. Nieuwe sporen voor het Belgisch ontwikke lingsbeleid De Bijzondere Commissie legde de vinger op de wonde op vijf centrale kernpunten: 1. De doelstellingen van ont wikkelingssamenwerking zijn onvoldoende duidelijk; 2. De structuur, de organisatie en het personeel van het Alge meen Bestuur voor Ontwikke lingssamenwerking (ABC.S) zijn onvoldoende aangepast; 3. De besluitvorming en de procedures zijn onvoldoende doorzichtig, efficiënt en doel matig; 4. De controle en evaluatie zijn niet efficiënt en doelma tig; 5. De bevoegdheidsterreinen van ontwikkelingssamenwer king en buitenlandse handel zijn slecht omlijnd. Wil de Belgische ontwikke lingssamenwerking nieuwe sporen volgen, moet dit vol gens de SP gebaseerd worden op de volgende krachtlijnen: 1De basisprincipes van de ontwikkelingssamenwerking moeten in een organieke wet gegoten worden. Een complex domein als ontwikkelingssa menwerking moet de ruimte krijgen voor een lange ter mijnbenadering; 2. Het geloof van de publieke opinie in ontwikkelingssa menwerking is geschokt. Het vertrouwen moet dan ook dringend hersteld worden. De beste weg hiertoe is het uit bouwen van een slagvaardig controlesysteem en een onaf hankelijk evaluatiesysteem. 3. Transparantie, openbaar heid en het laten doorwegen van de notie ontwikkelingssa menwerking moeten bepalend zijn voor het beleid; 4. Een versterking van het be leid door een concetratie op een beperkt aantal doelstellin gen. Zodoende kan men zich specialiseren in een beperkt aantal sectoren en dit in een beperkt aantal landen; 5. Om de beleidskeuzes om te zetten in concrete actie is er nood aan een scheiding tussen beleidsvoorbereiding en uit voering op het terrein. Ook moet er voldoende ruimte voorzien worden voor decen tralisatie naar het terrein; 6. Op termijn moeten alle Bel gische buitenland-departe menten geïntegreerd worden in één ministerie voor interna tionale samenwerking; 7. De ontwikkelingshulp moet gefaseerd ontbonden worden; 8. Er moet plaats zijn voor een permanente beleidsdialoog met de andere factoren, zoals niet-gouvernementele organi saties (NGO's) en multilatera le organisaties. 1. 2. Tijd om te handelen Het parlement heeft met het verslag zijn verantwoordelijk heid opgenomen. Ook de SP is klaar om over te gaan tot concrete acties en voorstellen. Het is nu dan ook aan de rege ring en in het bijzonder aan Staatssecretaris voor Ontwik kelingssamenwerking Regi nald Moreels om over de brug te komen met voorstellen. Hij zal in de SP een partner vin den om samen te werken in een kordate vernieuwingsope ratie van de Belgische ontwik kelingssamenwerking. Er is genoeg getalmd. Kostba re tijd is verloren gegaan. La ten we even vergelijken met een andere domein dat zich in crisis bevindt, met name justi tie. De Minister van Justitie heeft reeds 75 initiatieven neergelegd. Tot nu toe heeft de Staatssecretaris voor Ontwik kelingssamenwerking slechts de volgende initiatieven geno men: het aanstellen van een Bijzondere Commissaris en het invoeren van een nieuwe regelgeving voor de NGO- sector en de noodhulp. Vervol gens heeft de Staatssecretaris de aanzet gegeven voor een toekomstplan voor de Belgi sche ontwikkelingssamenwer king en de oprichting van de instelling Belgische Techni sche Coöperaties (BTC). De Vlaamse socialisten zijn van oordeel dat bijkomende ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn die in de lijn liggen van de hierboven ge schetste krachtlijnen. Wij willen, liefst zo snel mo gelijk, aandacht besteden aan het herwerkt toekomstplan, aangekondigd voor november, en de oprichting van de Belgi sche Technische Coöperatie. Het zogenaamde toekomst plan voor ontwikkelingssa menwerking "Kleur Beken nen" dat in de herfst van vorig jaar werd gelanceerd, hebben we gunstig onthaald. Toch hebben we een aantal sugges ties heformuleerd die we nog maals in herinnering willen brengen: In de eerste plaats hamert de SP op de noodzaak aan een externe evaluatie. Het vertrou wen in de Belgische ontwik kelingssamenwerking is zoek. Het binnenshuis houden van controle en evaluatie biedt geen soelaas. Er zijn v oldoen- de voorbeelden waar interne diensten de eigen administra tie deels buiten schot laten of waar de interne rapporten do de letter blijven. Trouwens, voor de magistratuur wordt zelfs een externe controle ge vraagd, de magistratuur die grondwettelijk onafhankelijk staat van de uitvoerende macht. Waarom zou dit dan niet kunnen voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking, een onderdeel van de uitvoe rende macht? Indien nodig zal de SP hiervoor een wetgevend initiatief nemen. Wij verwachten ten tweede een concreet voorstel inzake geografische concentratie. De Staatssecretaris heeft wel al een aantal ontwikkelingslan den bezocht en her en der be loftes gedaan, maar een alge meen kader ontbreekt voorlo pig. Een klein land als België moet in de ogen van de SP zijn hulp concentreren op een be perkt aantal landen om effec tief te kunnen zijn. Druppels op een hete plaat hebben niet veel zin. Deze keuze moet op een eenduidige en zo objectief mogelijke manier gebeuren, wil men vermijden dat iedere beleidsverantwoordelijke een eigen lijstje naar voren schuift. Deze landenkeuzes moeten uitgewerkt worden in strategienota's en voorgelegd worden aan het parlement. Aan gratuite verbintenissen hebben we geen boodschap. Het parlement dient te weten wat we waar gaan doen. Ten derde kijkt de SP uit naar de gevraagde aanpassin gen inzake de aandacht voor het leefmilieu, gender en ont wikkeling, het Europees ont wikkelingsbeleid en het ge brek aan een macro-economi sche visie. Wat betreft de structuur is en blijft de SP voorstander van een scheiding tussen beleids voorbereiding en uitvoering. Via de pers hebben we onder tussen vernomen dat de Raad van State een zeer negatief ad vies heeft uitgebracht over het voorontwerp van wet inzake de oprichting van de BTC van Staatssecretaris Moreels. Wij zijn van oordeel dat dit advies bijzondere aandacht verdiend, want zonder een juridisch cor recte onderbouw kan de Bel gische ontwikkelingssamen werking niet op nieuwe spo ren gezet worden. Wij vragen dan ook een onderbouwde re actie van de Staatssecretaris op de bezwaren van de Raad van State, onder meer wat be treft de ministeriële verant woordelijkheid en het toezicht van het parlement. Ten slotte wil de SP wijzen op de beslissing van de regering om parallel met de oprichting van de BTC in de schoot van het departement Buitenlandse Zaken een structuur op te zet ten voor het beleidsvooebrei- dende werk inzake ontwikke lingssamen werki ng De SP steunt deze regerings beslissing omdat het komen tot één dienst internationale samenwerking twee grote voordelen biedt: Het bevordert de coherentie van het buitenlands beleid, warvan ontwikkelingssamen werking een integrale en we- zenlike component is; Het verhoogt de efficiëntie en de effectiviteit van de Bel gische ontwikkelingssamen werking en het buitenlands beleid in zijn geheel; Men moet wel vermijden ABOS de indruk te geven dat het bij zijn schoonfamilie gaat inwonen of dat het een winge west voor diplomaten wordt. Ontwikkelingssamenwerking moet daarom een zichtbare identiteit behouden binnen de structuur van dit ene ministe rie. Zo moet ontwikkelingssa menwerking een eigen direc toraat-generaal worden. De landendesks, de ondersteu nende diensten kunnen bij voorbeeld samengevoegd worden, maar een aantal spe cifieke diensten moeten uitge voerd worden vanuit een af zonderlijke directie. Boven dien kunnen een aantal taken, zoals conflictpreventie en mensenrechten, die nu over de twee ministeries verdeeld zijn, gegroepeerd worden in de di rectie voor ontwikkelingssa menwerking.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1997 | | pagina 6