De sport als gangmaker van
een gezonde en dynamische
'SPORT IS EEN ZUSTER VAN DE MUZEN'
1
10 28 november 1997 - "Voor Allen"
-PlatoPolitea-
De meerwaarde van
de sport
Het sportgebeuren in onze sa
menleving is veel meer dan
een handvol topsporters die
het mooie weer maken op ra
dio en televisie, veel meer dan
eerste klasse voetbal, de Tour
de France en Wimbledon. Ac
tief of passief met sport bezig
zijn, is voor de meesten van
ons even vanzelfsprekend als
eten en slapen; het neemt een
belangrijk deel van onze vrije
tijd in en voor sommigen (pro
fessionele sporters, trainers en
begeleiders, handelaars in
sportartikelen, sportjournalis
ten...) vormt de sport (recht
streeks of onrechtstreeks)
zelfs de voornaamste be
staansvoorwaarde. Maar de
sport biedt ook een meerwaar
de tot ver buiten haar directe
grenzen. Zo heeft de sport di
verse maatschappelijke waar
den en functies. Denk maar
aan de socialistische rol via
het verenigingsleven en de in
tegratiebevorderende invloed
t.a.v. minderheden. Verant
woord sporten is vanzelfspre
kend goed voor de gezond
heid, zowel fysiek als men
taal. Het houdt je lichaam fit
en is een ideale uitlaatklep
voor spanning en stress. Spor
ten draagt als dusdanig bij tot
een verhoging van de levens
kwaliteit. Sport en de eraan
gekoppelde (recreatieve en
competitieve) prestaties zijn
voor vele mensen, in het bij
zonder voor topsporters, te
vens een middel tot zelfbeves
tiging. En ook de economi
sche impact van het sportge
beuren mag niet worden on
derschat. Hierin speelt niet al
leen de sterk gecommerciali
seerde topsport een rol; ook de
economische draagwijdte van
de gewone competitie- en re
creatiesport is enorm. Men
hoeft maar te denken aan de
wekelijkse volksverhuizingen
voor sportevenementen en aan
de uitgebreide handel in sport
artikelen. Tot slot heeft de"
sportbeoefening, met name in
groepsverband, eveneens een
grote vormende en pedagogi
sche waarde, zowel voor kin
deren als voor volwassenen.
Tijdens het sporten leert men,
al spelende, kennismaken met
bepaalde attidudes en situaties
die in het dagelijks leven van
cruciaal belang kunnen zijn
(fair-play, teamgeest zelfver
trouwen, het belang van ta
lent, techniek en wils
kracht...). Kortom, sporten is
meer dan je lichaam bewegen,
het is heel je persoonlijkheid
vestering in de toekomst, want
gezondheidsproblemen van
morgen worden door een ge
brek aan sport vandaag in de
hand gewerkt. Minimaal 3x1
uur per week sporten is een
vereiste voor een substantiële
verbetering van de algemene
bel).
Deze en andere specifieke
maatregelen dienen natuurlijk
te worden aangevuld met al
gemene informatie- en sensi-
biliseringscampagnes rond
een gezonde sportbeoefening,
om een mentaliteitswijziging
mm n
uiiuü!
.1' .;L65$iÉ&É=--*i. 'Mfkj&Sk''iéEË3BLï
-
De aanwezigheid en beschikbaarheid van voldoende degelijke infrastructuur is een basis
voorwaarde van de verdere uitbreiding van de actieve sportparticipatie.
mee helpen ontwikkelen. De
sport hoort daarom niet toe
vallig thuis in het cultuurbe
leid; ze verdient daar een even
prominente plaats als haar ar
tistieke zusters.
Een goed cultuurbeleid geeft
zich rekenschap van deze
maatschappelijke, pedagogi
sche en culturele meerwaarde
van de sport. Voor de inhoude
lijke bepaling van haar sport
beleid moet de overheid zich
dan ook in de eerste plaats la
ten leiden door deze meer
waarde (en niet door zuiver
economische marktprincipes
die, hoewel belangrijk, het
sportbeleid dreigen te veren
gen tot een geldkwestie).
Sport en gezondheid
Voldoende verantwoorde
sportbeoefening heeft een be
langrijke functie op het vlak
van de preventieve gezond
heidszorg. Een studie in Cana
da heeft aangetoond dat een
toename van lichaamsbewe
ging en sport voor een popula
tie vergelijkbaar met de Belgi
sche een beparing mogelijk is
van maar liefst 70 miljard
frank. Daarom dient de over
heid een belangrijke (ook bud
gettaire) inspanning te leveren
om via een verhoogde en re
gelmatige sportparticipatie de
gezondheidsrisico's sterk in te
perken. Dit is letterlijk een in-
gezondheidstoestand.
De schoolomgeving is het
ideale milieu waarin aan alge
mene gezondheidsopvoeding
kan worden gedaan. Dit moet
worden benadrukt in eindter
men en ontwikkelingsdoelen.
In de professionele topsport is
het gezondheidsbevorderend
effect van een goede sportbe
oefening als drijfveer helaas
vaak onvoldoende aanwezig.
Het schier oneindig opdrijven
van (fysieke en financiële) re
sultaten is daar dikwijls het
enige doel. Daar lijkt weinig
aan te doen. Maar tegen de ge
sel van het dopingsgebruik,
die thans ook de recreatiesport
bedreigt, kan en moet wel iets
worden gedaan. Het strikte
anti-dopingsbeleid van de
Vlaamse Gemeenschap moet
verder worden uitgebouwd en
regelmatig geëvalueerd. Het
mag in geen geval worden uit
gehold onder druk van bepaal
de internationale sportfedera
ties.
T.a.v. bepaalde uitwassen in
op zich gezondheidsbevorde
rende sportsectoren, zoals de
roofbouw die men in de fit
nesscentra op het eigen li
chaam pleegt, dient de over
heid regulerend op te treden,
door o.m. minimale eisen te
stellen inzake kwaliteit van
toestellen en begeleiding (ge
koppeld aan een kwaliteitsla-
tot stand te brengen bij alle
betrokkenen. Hiervoor dient
de overheid zowel eigen ini
tiatieven te ontwikkelen als
steun te verlenen aan alle part
ners binnen de sector.
Kwaliteit in infra
structuur en begelei
ding
De aanwezigheid en beschik
baarheid van voldoende dege
lijke infrastructuur en -bege
leiding zijn de twee basisvoor
waarden van een verdere uit
breiding van de actieve sport
participatie. De overheid dient
deze basisvoorwaarden te ga
randeren, in de eerste plaats
op lokaal, maar ook op regio
naal en landelijk vlak. Het in
frastructuurfonds, van waaruit
momenteel subsidies worden
toegekend, is een instrument
dat echter niet toelaat:
- accenten te leggen op reno
vatie, kleinschalige infrastruc
tuur e.d.
- een planningsbeleid te voe
ren, wegens het gebrek aan in
vloed op bestedingsbeslissin
gen.
- controle op sporttechnische
kwaliteit en functionaliteit uit
te oefenen.
Om de beschikbare financiële
middelen efficiënter te gebrui
ken, moet binnen de bestaan
de of aan te passen wettelijke
mogelijkheden worden ge
zocht naar manieren van co-fi
nanciering, zowel tussen de
verschillende overheden en
bestuursniveau's als tussen de
verschillende departementen
binnen eenzelfde overheid,
om een globale planmatige
aanpak (per regio en voor heel
Vlaanderen) mogelijk te ma
ken. Daarbij dient niet alleen
aandacht te worden besteed
aan prestigieuze projecten,
maar ook aan kleinschalige in
frastructuur zoals open ruim
tes en grasvelden als speel- en
sportzones. Het is wellicht
aangewezen een provinciale
planningscommissie op te
richten, waaraan alle sportin
frastructuurprojecten worden
voorgelegd, die zo dicht mo
gelijk aansluit bij het lokale
niveau. Daarnaast is het van
minstens even groo(_ belang
om een beter gebruik te ma
ken van de reeds bestaande in-
frastuctuur. Vooral de school
se infrastructuur wordt nog
onvoldoende benut. Sportza
len en speelplaatsen zouden
ook buiten de schooluren ge
bruikt moeten worden door lo
kale clubs en verenigingen.
Binnen de federaties, hun pro
vinciale structuren en de clubs
stelt zich momenteel een groot
probleem qua begeleiding. Er
is een duidelijk gebrek aan
goed opgeleide en bekwame
mensen, zowel voor de recre
atie- als voor de topsport. Vol
gende vragen verdienen een
antwoord:
- Is de drempel (bv. het in
schrijvingsgeld) naar bepaal
de cursussen niet te hoog?
- Beantwoordt de inhoud er
van ook aan het niveau van de
vrijwilligers?
- Dringen zich geen fiscale of
andere financiële maatregelen
op?
De kwaliteit van de sportom-
kadeirng moet hoe dan ook
verbeterd worden door het in
zetten van gekwalificeerde be
geleiders. Naast de hoogge
schoolde en gediplomeerde
professionelen, zou men voor
al een beroep moeten kunnen
doen op de ontelbare vrijwilli
gers zonder wie het sportge
beuren in Vlaanderen niet
leefbaar is.Kadervorming en
opleiding (bv. naar het model
van de Vlaamse Trainers-
:*(!h
x MM