BUITENLAND Een nieuwe episode in de Balkangeschiedenis 'De erkenning van een onafhankelijke staat Kosovo is niet aan de orde' 6 3 april 1998 - "Voor Allen" Van de Joegoslavische com munist Tito is geweten dat hij meer bevreesd was voor het nationalisme dan het kapita lisme. De geschiedenis van Joegoslavië heeft hem gelijk gegeven. Tien jaar na zijn dood ontbrandden nieuwe Balkanoorlogen (1991-1995), nadat Serviërs en Kroaten el kaar reeds ongenadig naar het leven stonden in de Tweede Wereldoorlog. Historici cata- logeren deze gebeurtenissen koudweg als een proces van verlate natiestaatvorming. In werkelijkheid is hier sprake van genocide, dictatuur, cor ruptie, zwakke economieën en vooral een ontzettend gebrek aan respect voor minderhe den. In de Servische provincie Ko sovo wordt thans een nieuwe episode van deze geschiedenis geschreven. De rechten van de Albanezen worden er op grote schaal geschonden. Van de weeromstuit wensen deze laatsten niets minder dan een eigen staat, ook al zouden nieuwe grenswijzigingen én oorlogen daarvan het gevolg kunnen zijn. het is die carrou sel die de internationale ge meenschap tracht te stoppen. Een nieuwe verstoring van de stabiliteit op de Balkan moet worden vermeden. Uit vrees dat een onafhankelijk Kosovo de separatistische stromingen onder de Albanese gemeen schap in Macedonië voedsel zou geven en pan-Albanese gevoelens doen rijpen, wensen de EU en de VS dat aan Koso vo de grootst mogelijke auto nomie wordt gegarandeerd binnen de Federale Republiek Joegoslavië. De erkenning van een onafhankelijke staat Ko sovo is niet aan de orde. In wat volgt resumeren we in vier punten de essentiële ele menten die kunnen bijdragen tot een aanvaardbare oplos sing. Eén: De Kosovaren zijn het slachtoffer van het groot-Ser vische nationalisme. Slobodan Milosevic heeft de groot-Ser vische kwestie gemanipuleerd om aan de macht te blijven en een fundamentele democrati sering van het regime af te wenden. Elke oplossing voor Kosovo is daarom verbonden met een democratische poli tieke ontwikkeling in klein Joegoslavië. Dat is helaas een zaak van lange adem. Boven dien staat politieke liberalise ring niet automatisch gelijk met meer rechten voor de Al banezen in Kosovo, aangezien de Servische oppositie terzake vaak niet minder radicale op vattingen koestert dan Milos evic. In die context hoort poli tieke, economische en finan ciële steun aan klein-Joegosla- vië gekoppeld te blijven aan vorderingen op het vlak van de democratie, de rechtsstraat, de onafhankelijkheid van de media en minderhedenzorg. Regeling m.b.t. Kosovo die nen conform te zijn aan de in ternationale normen inzake minderhedenkwesties. Alleen democratische regimes schep pen het soort geloofwaardig heid dat samenhangt met het respect voor minderheden. Twee: Indien een duurzame oplossing voor Kosovo sa menhangt met steun voor de mocratische processen in de regio dan moet op de eerste plaats Macedonië worden ge holpen. Macedonië is een jon ge maar instabiele natiestaat. De Macedonische president Gligorov doet aanzienlijke in spanningen om het land te conformeren aan Westerse de mocratische normen. De Al banese minderheid wordt er fatsoenlijk behandeld, hetgeen overigens verklaart waarom veel Albanezen uit Kosovo hun toevlucht hebben gezocht in Macedonië. Daarom ver dient de Macedonische rege ring meer steun van de inter nationale gemeenschap. De verlenging van het mandaat van de VN-troepen, zoals ge vraagd door de Contact-groep voor Bosnië, is in dat verband een bijzonder positief signaal. Maar er moet meer gebeuren. Wellicht dat het geografisch indammen van een potentieel conflict in Kosov een sterkere militiare betrokkenheid vergt, eventueel door Navo- of WEU-troepen in VN-verband te stationeren aan de grens met Kosovo, in Macedonië en Albanië. Het is immers ook in het belang van Albanië om niet betrokken te raken bij het conflict. Voor een actieve militaire be waking van de grenzen met Kosovo is het nog niet te laat. Wel roept de voorspelbare traagheid waarmee deze vei ligheidsmachinerie op gang zal worden gebracht een be langrijke vraag op, met name of een staand VN-leger niet tijdiger op zulke noodsituatie zou kunnen inspelen. Con flictpreventie is niet de sterk ste kant gebleken van de inter nationale gemeenschap in de regio. Naar ons aanvoelen had bijvoorbeeld ook een Red Alarmgroup op de escalatie van het conflict kunnen antici peren. Een dergelijke interna tionale autoriteit, bestaande uit vooraanstaande internatio nale personen, had deze kwes tie snel onder de aandacht van de VN-Veiligheidsraad kun nen brengen. Dat is met de zaak-Kosovo - een 'vergeten' onderdeel in Dayton - niet ge beurd. Drie: Duurzame oplossingen voor Kosovo dienen te worden uitgewerkt in een regionale context. Op de Balkan schie ten slechts weinig volkeren op met de buren. Daarom is de Parijse conferentie met leden van de Contact-groep, de Eu ropese 'troika' en de buurlan den van Kosovo een prima ini tiatief. Maar ook op dat punt dient er meer te gebeuren. On der impuls van de Europese Unie moeten de Balkanlanden leren samenwerken op econo misch vlak om een einde te maken aan hun forse econo mische achterstand. Respect voor de staatsrechterlijke au tonomie is slechts één element van het probleem. Even bepa lend is dat Kosovo, Albanië, Macedonië en Servië boeren samenlevingen zijn gebleven, die een mislukt communis tisch moderniseringsproces achter de rug hebben en op veel vlakken nog moeten wor den geëmancipeerd. Dat mo derniseringsproces - het plat teland veranderen, 'opvoeden' - is bijvoorbeeld op gang ge bracht in Roemenië en Bulga rije. Een eerste positieve ge volg daarvan is reeds merk baar in de vorm van een ver antwoordelijke buitenlandse politiek in Sofia en Boekarest. Op die manier kan van de Bal kan een meer voorspelbare re gio worden gemaakt. Vier: Van de Kosovaarse op positie wordt gezegd dat zij wel principes heeft, maar geen strategie. Dat is een bijzonder hard en unfair oordeel voor een volk dat door de macht hebbers in Belgrado zwaar wordt beproefd. Toch moet duidelijk zijn dat een duurza me regeling voor Kosovo stapsgewijze zal verlopen, via tijdelijke oplossingen die door de (druk van de) internationa le gemeenschap worden ge waarborgd. Voor het succes van een dergelijke strategie is de eenheid van de Kosovaarse oppositie een essentiële voor waarde. Ook valt het te be twijfelen of de gewapende strijd de politieke voordelen kan brengen, waarop radicale Kosovaren hopen. In een aan tal buurlanden van klein-Joe- goslavië is een positieve ont wikkeling aan de gang naar meer democratie, institutione le verandering en economi sche modernisering. Zelfs Servië lijkt zich aan de 'Euro peanisering' niet te willen ont trekken. Dat is de weg die moet worden gevolgd, het zou onvergeeflijk zijn vast te blij ven hangen aan het oude beeld van de Balkan. In de regio zijn na 1989 'Europese' verwach tingen geschapen. De stedelij ke bevolking heeft haar intre de gedaan in de politiek van Roemenië, Bulgarije en Ser vië. Ook bij vele jonge Koso varen, opgegroeid met televi sie en clips, leeft Europa. Wel licht dat Milosevic nog een tijdlang aan de macht blijft, maar voor die immense ver wachtingen zal uiteindelijk ook hij het loodje moeten leg gen. Dirk Vandermaelen Jan Vermeersch In ex-Joegoslavië herhaalt de geschiedenis zich nog veel vlugger dan gevreesd wordt. Nu de Albanezen op de vlucht voor de Serviërs.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1998 | | pagina 6