Wat valt er uit een
Waterput te vissen?
De Laat-Romeinse
Periode
"Voor Allen" - 27 november 1998 11
um omdat het toch gratis toe
gankelijk is. Daar zit net de
rijkdom van het PAMZOV.
Iedereen, zij die sterk geïnte
resseerd zijn, zij die het als
schooluitstap doen maar ook
zij die het doen zonder vooraf
gaandelijk doel moeten hun
weg vinden naar het PAM
ZOV.
Dit is ook net het doel van het
Brittish Museum in Londen -
waarschijnlijk één van de
meest gerenomeerde musea in
de wereld - dat eveneens kos
teloos toegankelijk is. Cultuur
mogelijk maken voor ieder
een. Dit vergt uiteraard in
spanningen van de overheid,
maar net als het recht op ver
dediging (ook kosteloos) is
ook het recht op cultuur een
fundamenteel recht van de
mens.
Deze uitgangspunten droegen
ertoe bij dat provincieraadslid
Jo De Loor, hierbij gesteund
door zijn gehele fractie, tij
dens de provincieraad fel pro
testeerde tegen de beslissing
van de gedeputeerde voor cul
tuur en vroeg dat deze beslis
sing alsnog zou herzien wor
den. Het zal nu afhangen van
de houding van de CVP en
VLD die de uitslag van hetde-
bat zal bepalen. Wordt ver
volgd.
Aan die welstand van de Gal-
lo-Romein kwam een abrupt
einde. Om de verwikkelingen
bij ons te lande uit de doeken
te doen, volgt er nu een stukje
geschiedenisles.
Tot het einde van de 3de eeuw
n. Chr. lag het zwaartepunt
van de verdediging van
Noord-Gallië bij de aan de
Rijn gelegerde troepen. De
Rijn werd zwaar verdedigd,
omdat hij de rijksgrens met
Germanië vormde. De Germa
nen slaagden er tijdens de 2de
helft van de 3de eeuw n. Chr.
echter geregeld in doorheen
deze gordel van sperforten te
"breken. "Lens de grens over,
lag het nauwelijks verdedigde
binnenland voor hen open en
al plunderend trokken zij door
onze gebieden.
Het waren moeilijke tijden en
menig burger begroef zijn
spaarcentjes uit schrik voor de
Germanen. De muntschat van
Velzeke, die oorspronkelijk
uit meer dan 1000 zilverlin
gen bestond, illustreert samen
met die van Grotenberge, Zin-
gem en tientallen andere de
ineenstorting en desorganisa
tie van het Romeinse gezag en
het ekonomisch leven.
Na deze krisis bestond er van
uit Rome nog een louter mili
taire interesse voor Noord-
Gallië en werd de ekonomie
niet terug opgebouwd. Zo ver
zonken Velzeke en de talrijke
andere villadomeinen in de
stilzwijgendheid van de ge
schiedenis.
Door deze invallen raakte
Vlaanderen grotendeels ont
volkt. Vanaf de 4de-5de eeuw
koloniseerden de Germanen
dit gebied (massaal vanaf het
einde van de 5de eeuw) en
drongen er hun taal en kuituur
op. In het zuiden van het land
bleef de Gallo-Romeinse kui
tuur echter onaangetast, waar
bij de Germaanse immigran
ten de lokale taal overnamen.
Dit vormt de rechtstreekse
aanleiding tot het ontstaan van
onze taalgrens.
De Germanen drongen binnen
hun invloedsfeer inderdaad
hun taal op.
Wist u bv. dat ook bepaalde
van hun goden doorleven in
het Nederlands. Zo kennen we
Freya, dochter van de opper
god Wodan, en eveneens Do-
nar, de god van de oorlog, die
hun naam aan onze woorden
vrijdag en donderdag leenden.
Wanneer we de nieuwe vleu
gel instappen, kunnen we de
gerekonstrueerde waterput
niet ontlopen, maar het is
vooral de inhoud die alle
aandacht opeist. De twee
skeletten, van een jonge en
een oudere heer, zijn de scha
mele resten van lieden die tij
dens de laat-Romeinse tijd
op een ongelukkige manier
om het leven kwamen. Dat er
kwaad opzet in het spel was,
mag duidelijk wezen: de li
chamen zijn niet verbrand en
beide heren werden zonder
bijgiften en pietje-poedel-
naakt de dieperik ingekie-
perd.
Eigendlijk was het niet zo
goed gesteld met onze jonge
ling (18 a 20 jaar) en onze
oudere heer (35 a 45 jaar).
De eerste had bij leven reeds
4 tanden verloren, terwijl
twee andere tot bij de wortel
weggerot waren. De tweede
was reeds 7 tanden kwijtge
speeld, waarnaast tandrot 2
kiezen tot in de bovenkaak
aangetast had. Kronische
ontstekingen waren dan ook
zijn deel. De jaren wogen
ook door onder de vorm van
een algemene ontkalking van
het skelet en arthrose van de
wervelkolom.
De bewaringstoestand van
beide skeletten is zonder
meer optimaal te noemen.
Door het feit dat ze zich in de
waterput onder de permanen
te watertafel bevonden ble
ven ze afgesloten van de
lucht en kwamen zo gaaf in
onze verzameling.
Het feit dat organisch materi
aal in natte omstandigheden
zo perfekt bewaard, maakt
van waterputten een bijzon
der onderzoeksobjekt. Zo
vertellen beentjes van knaag
dieren, insekteneters, roof
dieren, vogels, amfibieën, de
resten van insekten (in de
waterput van Velzeke bij mil
joenen aangetroffen) huisjes
van slakken, zaden en vruch
ten van planten, hun verhaal
over hoe de menselijke om
geving er vroeger heeft uitge
zien. Dieren stellen (dikwijls
hoge) eisen aan hun omge
ving. Vanaf het ogenblik dat
de put als veedrinkplaats
dienst deed, komen we de
mestkever tegen, terwijl de
dieren uit een akkerland to
taal verschillen van de fauna
uit een omgeving met struik
gewas of een volledig door
de mens bebouwd areaal.
Hoe het ook zij, door jaren
lang bio-archeologisch on
derzoek zijn we te weten ge
komen dat tijdens de Ro
meinse periode de Zuidoost-
vlaamse regio het slachtoffer
is geworden van een totale
ontbossing met als grote
schuldige de industriële land
bouwexploitatie.
Maar waterputten geven nog
meer geheimen prijs. Zo le
ren we iets over het technisch
kunnen van de Gallo-Romei-
nen, want de aanleg van zo'n
put (vaak meer dan 10 m.
diep) had wel wat voeten in
de aarde (Het opgraven ervan
is trouwens ook geen sinecu
re).
Ook de gebruikte materialen
interesseren de archeoloog.
Zo kunnen we twee hoofdty
pes onderscheiden, namelijk
de houten waterputten en de
opgetrokken in natuursteen
(in dit gebied steeds Bale-
gemse zandsteen).
Maar het is vooral de inhoud
die de opgravers bijzonder
boeit. Het is zo dat in het on
derste deel van de putvulling
heel wat voorwerpen terecht
kwamen die toevallig naar
beneden tuimelden zoals ge
broken potten, een emmer,
een paar sandalen... In vele
gevallen deden in onbruik
geraakte waterputten dienst
als vuilnisbak zodat huis-,
tuin- en keukenafval, kren
gen van dieren... in de put
werden gedeponeerd. En
daar hebben de archeologen
een hele kluif aan. De voor
werpen leren ons heel wat
over het leven van elke dag.
Laten we daarom een stapje
verder zetten.