BINNENLAND Oude Belgen versus Vlaamse Primitieven: folklore Een oproep aan de Vlaamse progressieven 4 27 november 1998 - "Voor Allen" Geen week gaat voorbij of een Vlaams opiniemaker voorspelt het nakende einde van België. Progressieve po litici en federale gezagsdra gers hebben daar totnogtoe zelden en veelal ongelukkig op gereageerd. Het is alsof er bij hen geen risico meer be staat over de toekomst van onze staatsstructuur. Nochtans is dat schijn. Het probleem is dat ze angstval lig aarzelen om luidop hun mening te verkondigen over dat thema. Ze willen geen slechte Vlaming zijn. Want wie aanmerkingen maakt bij onrustbarende evoluties in het opbod binnen en tussen gemeenschappen en gewes ten, krijgt prompt het etiket 'oubollige Belg'. De publieke opinie krijgt bij gevolg éénzijdige stellingna men te horen. Van een echt debat is zeker langs Vlaamse kant weinig te merken. Een deel van de Vlaamse pers heeft trouwens al lang de ambitie opgeborgen om cor rect, volledig en genuanceerd over het communicataire dossier te berichten. Het is tegenwoordig populair te pronostikeren over de ter mijn waarbinnen België uit elkaar zal spatten. De Vlaamse minister-president, Luc Van den Brande, gokt op 2020. Volgens de voorzitter van de Vlaamse Volksbewe ging, Ivan Mertens, is het al binnen vier jaar raak. Gelijktijdig met die stoere verklaringen hadden grote delen van hun deelstaat af te rekenen met massale water overlast. Voor de tweede maal in enkele maanden tijd stonden de huizen van hon derden gezinnen blank. En uitgerekend dan haalt de mi nister-president het nieuws met zijn axioma dat u binnen twintig jaar een andere natio naliteit zult hebben. Dat kan tellen. Want wees eerlijk; wie ligt daar nu niet elke nacht wakker van? De Vlaamse opiniemakers pakken politiek graag uit met het communautaire thema. Daarmee proberen ze hun bestaansreden aan te tonen. In essentie is het een gevecht om bevoegdheden en pure macht. Opmerkelijk is echter dat die politiek geladen ma terie slechts zeer weinig mensen echt beroert. Alleen een bepaalde intellectuele elite, sommige captains of industrie en andere fortuin lijken lopen warm voor de afscheidingsstrijd. Het gevecht om bevoegdhe den behoort niet tot de dag dagelijkse bekommernissen van de mensen. Juist met die be-sognes hoort een parle mentaire assemblee zich pri oritair bezig te houden. Duurzame werkgelegenheid, kwalitatieve en betaalbare huisvesting, degelijke ge zondheidszorg, daadwerke lijke milieuverbeteringen, hoogstaand onderwijs: het zijn maar enkele punten die boven op de agenda horen te staan. Maar een aantal leden van de Vlaamse regering, daarin ge willig gevolgd door een groot deel van het Vlaamse Parlement, heeft het liever over een nieuwe staatsher vorming in 1999. Voorts heeft dat parlement zelden zoveel geestdrift getoond als toen Van den Brande geen officiële uitnodigingen had gekregen voor de 11 novem- ber-viering in leper. Het doel van die herdenking geraakte daarmee op de achtergrond. De overheveling van be voegdheden heeft alleen zin als problemen daarmee een betere oplossing krijgen. Die doelmatigheidsmaatstaf is de enige intellectueel eerlijke norm voor de beoordeling van communautaire eisen. Dat is trouwens de essentie van hetsubsidiariteitsbegin- sel. Dat principe bepaalt welk beleidsniveau het best geplaatst is om een bepaalde bevoegdheid uit te oefenen. In Europa kan het federale België meer bereiken dan onafhankelijke regio's. Als we voor een sociaal Europa zijn, dan moeten we zo snel mogelijk werkbare solidari- teitsrichtsnoeren in in het Europese verdrag inschrij ven. Pas dan zullen ze in alle lidstaten van de Europese Unie dezelfde spelregels gel den. De sociale beschermings graad verschilt grondig tus sen de lidstaten onderling. Een vorm van harmonisering dringt zich op. Landen met lage sociale voorzieningen moeten zich richten naar lid staten met de hoogste vorm van bescherming. Niet om gekeerd. Die benadering vergt een andere aanpak dan het pleidooi om onze eigen sociale zekerheid te splitsen. Transfers tussen regio's zijn cruciaal voor een solidaire federale structuur. Ook het interne veiligheids beleid van de Unie heeft nood aan meer coherentie. De Dutroux-affaire heeft aangentoond dat de politie diensten in ons land nauwer moeten samenwerken. Het federale Octopus-akkoord was daarop het politieke ant woord. Door het openen van de grenzen voor goederen, diensten en pesonen moet die politionele samenwerking ook in Europa efficiënter en intensiever gebeuren. Het lijkt me in dat perspec tief bezwaarlijk een goed en verantwoord idee om ons land op te splitsen in twee staten, met Brussel als een soort enclave. Die drie enti teiten met hun eigen politie korpsen zouden een samen hangend Europees politio neel en justitieel beleid niet ten goede komen. De lijst met analoge voorbeelden is lang. Net zoals andere beleidsdo meinen zal de sociaal-econo mische politiek van de één entwintigste eeuw hoofdza kelijk Europees en zelfs mondiaal zijn. De euro is in dat proces een katalysator. Die ontwikkeling dwingt tot een aantal politiekactische overwegingen. De samenleving van morgen hangt af van de koers die de EU-lidstaten vandaag samen willen varen. Het conserva tieve neoliberalisme van Margaret Thatcher en haar geestesgenoten verhinderde jarenlang een Europese so ciale politiek. Vandaag rege ren socialisten in dertien van de vijftien lidstaten. Het be gin van een koerverandering is al merkbaar. In de club van Vijftien is ide ologische coherentie aller minst evident. Pas dan kan je beleidslijnen snel doortrek ken. Als België uiteenvalt, zouden de daaruit voortge sproten staten elk apart aan schuiven rond de Europese onderhandelingstafel. Meer delegaties zijn bepaald niet bevorderlijk voor soepele be sluitvorming. Het is haast ondenkbaar dat progressieve Vlamingen tendensen zou den steunen die leiden tot dat scenario. De eventuele opsplitsing van België dreigt een doos van Pandora te openen. Want als nadien andere EU-regio's via een domino-effect slagen in hun aangescherpte separa- tist-ische ambities, dan zitten we binnenkort met een wild groei aan delegaties opge scheept. Begin dan maar eens aan een eengemaakt so ciaal beleid. Een federatie van Europese regio's en vol- keren betekent een een totale en catastrofale verlamming van de Unie. Het is daarom niet verwon derlijk dat sommige Vlaamse partijen fors de communau taire kaart uitspelen. De VLD doet dat enerzijds van uit louter electoraal opportu nisme. Anderzijds is ze ervan overtuigd dat méér Vlaande ren het Belgische Rijnland model aan diggelen kan slaan. En het zal de Vlaamse liberalen niet ontgaan zijn dat ze daarmee eveneens het voor hen overbodige sociale Europa kunnen dwarsbomen. De VU spreekt daarentegen met een dubbele tong. Ze meet zich een sociaal- progressief imago aan, maar weet zeer goed dat Vlaams zelfbestuur eigenlijk de ne gatie daarvan inhoudt. Ook het Vlaams Blok heeft begre pen dat meer Europese inte gratie haaks staat op de ont binding van België. De partijen boven de taal grens die een Euopees soci aal beleid niet enkel lippen dienst bewijzen, moeten meer lof hebben. De SP, Agalev en de linkervleugel van de CVP moeten verstan dig weerwerk bieden tegen de stemmingmakerij voor een Vlaamse onafhankelijke staat. Ze hoeven een kritisch communautair debat niet lan ger te schuwen. Maar het moet wel intellectueel eerlijk gevoerd worden volgens effi- ciëntiemaatstaven. Opiniepeilingen tonen aan dat het leeuwendeel van de Vlaamse bevolking aan hun zijde staat. Aan de andere kant van de taalgrens zijn er evenveel 'wijze' mensen waarmee we nog lang kun nen samenleven in een fede rale loyaliteit. Het federale België is met zijn culturele verscheidenheid een model voor een federaal Europa dat leeft in vrede en welvaart. Dat komt in gevaar door de onafhankelijkheidsstrijd. Die komt enkel machtspolitici ten goede. De mensen heb ben daar daar allesbehalve baat bij. Stefaan Thijs

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1998 | | pagina 4