Afbakening regionaal stedelijk gebied Aalst
"Voor Allen" - 12 november 1999 13
Dioxine
Voor wat betreft de milieunor
men wens ik te beklemtonen
dat wij aan de strengste nor
men zullen voldoen, alhoewel
de hinder van een crematorium
als zeer gering mag worden
beschouwd. Een voorbeeld.
De dioxine uitstoot van één
dag Sidmar staat gelijk aan de
uitstoot van één crematorium
gedurende 20 jaar. In een vak
tijdschrift lees ik dat de koper
en zinkindustrie, verbran
dingsovens voor ziekenhuis
materiaal en de verwarming
van huizen en kantoren verant
woordelijk zijn voor 70% van
de totale dioxine uitstoot in
Vlaanderen "Huisvuilver-
brandingsovens" schrijft het
tijdschrift "zijn grosso modo
verantwoordelijk voor 1 van
dit type van vervuiling".
In een reactie op de nieuwe
wetgeving, waardoor cremato
ria milieuvergunningsplichtig
werden, stelde de directeur van
het crematorium Westlede:
"Als men crematoria gelijk-
A. Inleiding
1. Opdracht
Het is het Vlaamse Gewest
dat overgaat tot de afbake
ning van de stedelijke gebie
den dit in uitwerking van het
ruimtelijk structuurplan
Vlaanderen.
2. Doel en betekenis van
de afbakening
In het ruimtelijk structuur
plan Vlaanderen is het princi
pe 'Vlaanderen: open en ste
delijk' een belangrijke pijler.
'Open en stedelijk' duidt op
een gewenst onderscheid tus
sen buitengebieden enerzijds
en stedelijke gebieden ander
zijds.
In stedelijke gebieden geldt
een beleid van verdichting en
concentratie van bebouwing
en hoogdynamische functies
(wonen, werken, recreëren).
Voor het buitengebied geldt
een beleid van concentratie
in kernen, vrijwaren van de
open ruimte en versterken
van buitengebiedfuncties als
natuur, landbouw en bos.
Daarom is het noodzakelijk
concentratiegebieden aan te
duiden en af te bakenen.
Het afbakeningsplan bepaalt
een ruimtelijke grenslijn om
heen die gebieden waar een
beleid van groei, concentratie
en verdichting van toepas
sing is.
3. Methodiek van de
afbakening
Het afbakeningsproces be
stelt met huisvuilverbran
dingsinstallaties dan moet men
begraafplaatsen gelijkstellen
met klasse 1 storten voor in
dustrieel afval".
Dit neemt niet weg dat wij de
strijd tegen de dioxine moeten
aanbinden. Er worden door
Vlarem 2 heel strenge emissie
normen opgelegd waardoor
mogelijke luchtvervuiling uit
gesloten wordt. De intercom
munale heeft deze emissienor
men niet afgewacht. Reeds van
bij de eerste besprekingen
voor de oprichting van een cre
matorium werd met het stads
bestuur afgesproken om de
meest geavanceerde technie
ken toe te passen, zoals dat
ook gebeurde bij de oprichting
van Westlede. Zowel schepen
De Meerleer als ikzelf, in mijn
hoedanigheid als vertegen
woordiger van de stad in de in
tercommunale voor crematori-
umbeheer, hebben daar een
punt van gemaakt.
In Aalst zullen ovens worden
geplaatst met een naverbran-
staat uit verschillende fasen.
Eerste fase is de voorberei
dingsfase die leidt tot een
voorstel van afbakening.
Tweede fase is de goedkeu
ringsfase waarbij het voorstel
een gewestelijk ruimtelijk
bestemmingsplan wordt.
Derde fase is het opmaken
van een aantal begeleidende
uitvoeringsplannen of het
uitvoeren van begeleidende
acties.
4. Hypothese van het
onderzoeksgebied
Volgens het richtingsgevend
deel van het structuurplan
Vlaanderen, behoren delen
van de gemeenten Aalst en
Denderleeuw tot het regio-
naalstedelijk gebied Aalst.
Evenwel blijft er een moge
lijkheid om ook delen van
Erpe-Mere (N9), Haaltert,
Liedekerke en Affligem op te
nemen.
B. Uitgangspunten
1. Eigenheid van het
afbakeningsplan
Het afbakeningsplan is een
ruimtelijk uitvoeringsplan en
geen ruimtelijk structuur
plan.
Het afbakeningsplan is geen
bestemmingsplan. Het veran
dert niets aan de bestaande
bestemmingen volgens het
gewestplan tenzij daar expli
ciet uitspraken worden over
gedaan.
2. Taakstellingen
dingskamer van 2 seconden en
een filterinstallatie die uit
4 componenten zal .bestaan.
De grove stofdeeltjes zullen
opgevangen worden door een
zogenaamde cycloon, hierna
wordt de luchtstroom geleid
door een stoffilter, daarna gaat
het naar een katalysator waar
ondermeer dioxines en kwik
worden opgevangen en ten
slotte gaat de luchtstroom door
een koolbed zodat de laatste
onzuivere bestanddelen én
eventuele geurresten worden
verwijderd.
Verbintenis
Vooraleer deze technieken in
Aalst toe te passen zal er begin
volgend jaar in Lochristi een
dergelijke installatie worden
geplaatst. De resultaten zullen
gepubliceerd worden zodat ie
dereen zich, vóór de installatie
in Aalst zal kunnen overtuigen.
Persoonlijk heb ik geen enkel
probleem met de oprichting
van een permanent overleg
ruimtelijk structuurplan
Vlaanderen
Het ruimtelijk structuurplan
Vlaanderen selecteert de ste
delijke gebieden als gebieden
van groei, concentratie en
verdichting.
Daartegenover wordt ernaar
gestreefd het buitengebied
van verdere versnippering te
vrijwaren. Hierin vindt het
afbakeningsproces zijn uit
gangspunt.
3. Realiseren van een
voldoende ruim stedelijk
aanbod
Het creëren van een aanbod
in het stedelijk gebied moet
bijdragen tot het vrijwaren
van het buitengebied van on
gewenste ontwikkelingen.
De grenslijn rond het stede
lijk gebied moet dit aanbod-
beleid bevestigen.
Daarom moet de grenslijn
enerzijds ruim genoeg zijn,
doch anderzijds dan weer
niet te ruim. Het is een zoe
ken naar een natuurlijk even
wicht.
4. Ruimtelijke grenzen
Het voorstel van afbakening
zoekt zoveel mogelijk naar
ruimtelijke grenzen. Admini
stratieve grenzen zijn niet de
basis voor de afbakening van
een stedelijk gebied.
5. Subsidiariteit
Dit principe wordt ingeschre
ven in het ruimtelijk struc
tuurplan Vlaanderen.
Het bepaalt dat beleidstaken
tussen directie crematorium,
stadsbestuur en buurtbewoners
om de uitvoering van de ge
stelde doelstellingen op te vol
gen. Dergelijke comités heb
ben hun nut reeds bewezen in
dossiers van Amylum en De
Wolf-Cosyns.
De huidige werking van de
crematoria in Brugge (privé)
en Ukkel zal onder de nieuwe
wetgeving niet meer mogelijk
zijn. Deze verouderde installa
ties moeten tegen 1 januari
2003 aangepast worden aan de
nieuwe milieunormen die in
Aalst al zullen van toepassing
zijn vanaf de inwerkingtre
ding. Het heeft dus geen zin
met deze oude installaties re
kening te houden in functie
van de nieuwe milieunormen.
Als het crematorium zich niet
zou houden aan de wettelijke
afspraken dan kan het niet in
gebruik worden genomen.
De wetgever heeft tevens voor
zien in een belangrijke aanpas
sing. Kisten mogen niet meer
gelakt of vernist zijn. Op 1 ja-
moeten worden opgenomen
door het beleidsniveau dat
daar best voor geschikt is.
Het ruimtelijk structuurplan
Vlaanderen bepaalt namelijk
duidelijk dat het afbakenen
van de regionaalstedelijke
gebieden een taak is van het
Vlaams gewest.
Zo is het realiseren van een
aanbod aan nieuwe bedrij
venterreinen in de stedelijke
gebieden en het beoordelen
van de
woonuitbreidingsgebieden
een taak van Vlaams niveau.
Het afbakeningsproces mag
evenwel niet in de plaats tre
den van het gemeentelijk
structuurplanningsproces of
is het niet de bedoeling zich
te mengen in het gemeente
lijk huisvestingsbeleid.
C. Planningscontext
en bestaande
ruimtelijke structuur
De planningscontext geeft
een opsomming van de plan
nen (vooral BPA's) en studies
(bv. GNOP) die op heden be
staande zijn of in opmaak
zijn.
De bestaande ruimtelijke
structuur is datgene wat op
heden bestaande is met spe
ciale aandacht voor de be
staande ruimte lijk-natuurlij
ke structuur, de bestaande
nederzettingsstructuur, de
bestaande ruimtelijk-econo
mische structuur, de bestaan
de verkeers- en vervoers-
nuari wordt een wet van toe
passing die dergelijke kisten in
de toekomst verbied en bepaalt
onder welke voorwaarden het
hout kan gekleurd worden. In
verband met de afstand tot de
bewoning, kan gesteld worden
dat het crematorium visueel
niet zichtbaar zal zijn door de
afscherming met groen (bos).
Ik hoop dat deze overwegin
gen en voorstellen kunnen bij
dragen om het dossier te depo
litiseren en op basis van wette
lijke en wetenschappelijke stu
die tot bezinning te komen. Ik
kan mij niet van de indruk ont
doen dat sommige tegenstan
ders van crematie de kans rui
ken om de klok terug te draai
en. (Deel 2 volgt)
Roger D'Hondt
structuur, de bestaande land
schappelijke structuur.
D. Mogelijke
behoeften en
grenzen
1. Behoeften
1.1. Behoefte aan
bijkomende woningen
Volgens de taakstellingen
van het ruimtelijk structuur
plan Vlaanderen, zouden
3.995 bijkomende woningen
moeten gerealiseerd worden.
Deze taakstelling kan opge
vangen worden in het stede
lijk gebied. Tot het jaar 2007
zouden ongeveer 1928 wo
ningen spontaan vrijkomen.
Uit de leegstand moeten 680
woningen kunnen worden
geput en de overige 1387
moeten in binnengebieden en
woonuitbreidingsgebieden
worden gerealiseerd.
Binnen het afbakeningspro
ces worden evenwel meer
gronden geselecteerd omdat
niet alle gebieden gemakke
lijk op de markt kunnen ko
men en de haalbaarheid voor
sommige gebieden in vraag
kan worden gesteld.
Hierdoor kunnen ook reser
ves worden aangelegd. Maar
tevens kan voor bepaalde
binnengebieden en woonuit
breidingsgebieden geopteerd
worden ze niet meer aan te
snijden of te realiseren.