STANDPUNT Strijd voor de sorinle demokratie DE ONGELUKKIGE MfERKLOOZEN MaalteMpdeliteraleii de socialisten 3 "Voor Allen" - 12 november 1999 7 Uit "LA GAZETTE", LIBEAAAL dagblad (2-3-25): Wij wenschen de afschaffing van het werkloozenionds die slechts eene aanmoediging is voor de niet- vooruitzienden en de luiaards. BESLUIT De liberalen verwijten de onge lukkige werkloozen die van het kri- sisionds genieten, voor luiaards. Aan de arbeidende klasse om er afdoende op te ant woorden door te STEMMEN VOOR f| OlSroER TiTTTMMEB. W - Sociale wetgeving: wetten en reglementen die verhou ding tussen werkgevers en werknemers regelen. - Maatschappelijke zekerheid: wetten en reglementen om in alle omstandigheden in komsten van de werknemers te waarborgen. Een arbeider die niet be schermd is op de arbeids markt, is als een prooi voor de wilde dieren... Een arbeider die niet be schermd is in de werkhuizen, is een willekeurig werktuig in handen van een gierig patro naat... Een arbeider die niet be schermd is na zijn dagtaak, is een miskend mens... Een arbeider die niet het recht heeft zich te verenigen, is een slaaf... 'De onweerstaanbare druk van de meest demokratische ele menten uit het land was er no dig om, allengs, de eerste be ginselen van het werkmans- recht en een aktieve en doel matige tussenkomst van de openbare machten, ten voor dele van de werkende klassen, te doen aanvaarden'. (Dr. Bar- nich - Instituut Solvay - De cember 1917). Het ontstaan en de uitbreiding van gezegde wetten hangt on middellijk samen met het ont staan en groeien van de Partij. 'Maar heeft het Parlement geen arbeidswetten gestemd, vóór dat de socialisten er ze telden? Ja, van 1831 tot 1837 1 van 1838 tot 1859 3 (waar van één op de maatschappijen van onderlingen bijstand en één op de werkrechtersraden) van 1860 tot 1883 9 In 1886 doen zich schrikkelij ke gebeurtenissen voor: de ar beidersklasse tot het uiterste gedreven, is in opstand geko men tegen de lamlendigheid van het katholieke ministerie. Te dien tijde zetelden er in 't parlement alleen gele en blau we behoudsgezinden en een handvol progressistische volksvertegenwoordigers. Dan van 1887 tot 1897 wer den 16 arbeidswetten ge stemd...'. 'In 1894 doen de socialisten voor de eerste maal hun intre de in de Kamer, ten getalle van 27, een handvol in ver houding met het aantal be houdsgezinden, en in de Se naat, Henri La Fontaine en Edmond Picard. Van 1898 tot 1909, vijftien arbeidswet ten...'. 'In het kort:' 44 arbeidswetten in 78 jaar 1831-1909) 52 arbeidswetten in 18 jaar (1910-1928) 'De Grote Catechismus van de Arbeider - Alfons Octors - De Wilde Roos 1929) De pioniers van de socialisti sche idee in België - zoals el ders - hebben een harde strijd geleverd. Want om in het don ker, geklerikaliseerd Vlaande ren door te dringen, moest er gestreden en gevochten wor den... In alle dorpen en gemeenten, waar de socialistische apostels het zaad kwamen strooien, werden zij ontvangen op ste nen en stokslagen... en niet zelden waren het onwetende arbeiders die tegen de bewus te arbeiders vochten... Maar de strijd kende geen rust of stilstaan. De arbeiders moes ten zich groeperen om een macht te worden. 'De Belgische arbeiders die niets hadden te zeggen in hun land, willen niet alles worden, enkel een rechtmatige plaats onder de zon verwerven'. (L. Bertrand 1856-1943) 'Ons van deze strijd laten af leiden is een onvergeeflijke fout begaan en in de kaart spe len van het Kapitalisme dat wel beseft dat de duur van zijn overheersing van het bewust zijn en de eendracht der arbei ders afhangt. Daarom is het een der grote taken de rangen meer en meer te versterken' (Jean Jaures) Het tot stand brengen van elke wet, de verbeteringen nadien en de verdere uitbouw ervan is telkens een klein geschiede nisboek van strijd, geduld en volharding vóór de triomf! Want elk voordeel voor de ar beider, was een afname van het regime en of de patroon... Ik laat u van deze wetten de bijzonderste afdrukken: Zij symboliseren een monument van waarden voor de arbeider, de mens en ziin familie!!! Eerste periode De eerste periode, van wat men mag noemen sociale en arbeidswetgeving. situeert zich in de helft van de 19de eeuw. Veeleer dan het resultaat van eigen organisaties en leiding van de werkende klasse, staan wij hier voor een soort be schermingsmaatregelen, die in het leven moesten worden ge roepen ten gevolge van de el lendige toestanden, die niet langer onterend mochten blij ven inwerken... Het begrip bescherming en verdediging der zwakken was in deze periode het leid-mo- tief. Citeren wij even Werkrechtersraden (7 april 1847) te Brugge 1810 en te Gent 1813. Maatschappijen van Onderlin ge Bijstand (3 april 1851). Ten gevolge van de grote hongers nood in 1847 - is ook de eerste vorm van mutualiteit met vrij willige en eigen bijdrage. Dan de wet van 1894 - eerste ver kiezingen met het meervoudi ge stemrecht en de eerste So cialistische Volksvertegen woordigers. Lijfrentekas (1850- en 1865) Wetgeving nopens het loon (16 augustus 1887) Arbeid voor vrouwen en kin deren (1889) Werkhuisreglement (13 de cember 1889 en 1896) Ouderdomspensioen (1900 beruchte wet van 9 cent per dag). Arbeidsongevallen (24.12.1903) De wet op het werklieden boekje (in 1883 afschaffing van het gewraakte artikel 1781). De mensonterende onrecht vaardigheid was de juridische vastgelegde ongelijkheid tus sen werkgever en werknemer: schreeuwend was deze op twee punten - het werkliedenboekje, waar in de werkgever willekeurig schreef en bewaarde... - art. 1781 (vervangen in 1883) bepaalde dat de patroon geloofd werd wat de uitbe taling van het loon betreft... Tweede periode De tweede periode van 1900 tot einde van de eerste wereld oorlog 1914-18 is gesteund op de begrippen van het Burger lijk Wetboek. Het is slechts onder de druk van sociale woelingen dat vanaf deze pe riode een eigenlijk begin ge maakt wordt met wat wij noe men: het regelen van de we derzijdse 'rechten' en 'plich ten'. Op 18 maart 1885 breken te Luik onlusten en stakingen uit. Nadien is Henegouwen het toneel van bloedige wan ordelijkheden. Op 17 april 1886 werd een kommissie van de Arbeid ingesteld om een uitgebreid onderzoek in te stellen aangaande de arbeids voorwaarden in de nijverheid en de landbouw. Citeren wij even Het arbeidscontract (10 maart 1900) Het leercontract (bundeling oude wetten en bepalingen) De Zondagsrust (wet van 17 juli 1905) Arbeid van Vrouwen en kin deren (28 februari 1919 ver betering). Mijnwerkerspensioen (5 juni 1911). Wet op de Invaliditeitskassen (in 1912) (toelage van 60% op de bijdragen der leden) (de grondslagen van de mutuali teitswezen is gelegd) Arbeidsduur in de Mijnen (31 december 1900). Eerste internationale arbeids wetgeving. Dankzij de steeds omvangrij ker wordende werking der ar- beidsverenigingen, en dankzij de onverpoosde strijd, kwa men die wetten tot stand, waardoor de levensvoorwaar den van de Belgische Arbeider rond die periode op een meer behoorlijk peil gebracht werd. De scherpste misbruiken in de arbeidswereld waren sterk ge remd of uitgeschakeld. De so ciale ellende was in grote ma te bezworen. Toch is hiermede de arbeidswetgeving niet aan het einde van haar noodzake lijke ontwikkeling gekomen. Derde periode Is te situeren vanaf 1918 tot beëindiging van de tweede wereldoorlog 1940-44. Hier wordt het begrip voorzorg aanvaard. Het is trouwens de periode van de volledige door braak der arbeids- en sociale wetgeving. De arbeiders hebben de weg naar de vereniging gevonden, doorheen hun mutualiteit, Coöperatieve, Partij en Vak bond. WET«KVEM>£ VEBKIEZWiF.N 193S. VoUaaSraldterii' -- Oent*

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Voor Allen | 1999 | | pagina 7