2e deel van het mobiliteitsplan van de SP-Aalst
Fietsen en te voet gaan moet veiliger en comfortabeler kunnen
16 28 april 2000 - "Voor Allen"
Een mobiliteitsplan moet ook
oog hebben voor de zoge
naamd zwakke weggebruikers,
de fietsers en voetgangers. De
fietser en de voetganger moe
ten een volwaardige plaats krij
gen in het verkeer. Er moeten
dan ook voldoende garanties
zijn voor hun veiligheid. De
fietsers en voetgangers moeten
ook niet geklemd zitten tussen
het autoverkeer of geveld wor
den door de uitlaatgassen. Ze
ker de fiets zou meer kunnen
gebruikt worden voor korte
verplaatsingen, vermits onge
veer 44% van de verplaatsin
gen gebeuren binnen een af
stand van minder dan vijf kilo
meter.
De SP is dan ook voorstan
der van een systeem van
fietspooling voor school
gaande jeugd. Op schoolda
gen vormen de fietsende
scholieren en één of meer be
geleiders een groep om sa
men vanuit een wijk of een
deelgemeente tot aan de
schoolpoort te fietsen. Ver-
keersopvoeding op school en
thuis zal ervoor zorgen dat
ook zij hun verantwoordelijk
heid in het verkeer opnemen.
Misschien hebben te weinig
mensen een fiets. Daaraan
kan worden verholpen door
het invoeren van "Witte Fiet
sen". Dit zijn fietsen die ge
recupereerd worden uit de
talloze exemplaren die jaar
lijks gevonden worden door
de politie en niet worden op
gehaald. In plaats van deze
te verkopen per opbod, wil
de SP deze fietsen laten her
stellen in een sociale werk
plaats en ter beschikking
stellen van het publiek. De
ze Witte Fietsen moeten te
gen waarborg op drie centrale
plaatsen in Aalst verhuurd
worden. Wij denken aan het
station, de buurt van het stad
huis en het zwembad. Deze
plaatsen zijn centraal gelegen
en waarborgen een vlotte
overstap. De doelgroep zijn
jongeren, passanten in Aalst
en zij voor wie de aankoop
van een fiets te duur is.
Aalst telt reeds verscheidene
fietspaden en er zijn er nog op
komst (langs de Affligem-
dreef bijvoorbeeld). Deze
fietspaden zouden beter ver
licht moeten worden, voor
een betere veiligheid. Ook
moeten de oversteekplaatsen
voor de fietsers beter bevei
ligd worden. Er zijn vele
voorbeelden te geven waar
ook de oversteekplaatsen van
de fietsroutes tekortschieten.
Dit is bijvoorbeeld het geval
voor de Leirekensroute aan
de Aelbrechtlaan en de Moor-
selbaan.
Ook voetgangers hebben
geen enkele bescherming in
dien zij het slachtoffer zijn
van een ongeval. Daarom
pleit de SP voor veilige en
vlotte oversteekplaatsen,
goedliggende voetpaden en
onderhouden wandel- en
veldwegen.
Selectief ingrijpen in
het wegennetwerk
De centrale plaats van de auto
stelt de verkeersleefbaarheid
van dorpen en wijken op de
proef. Daarom is het soms no
dig de wagen te bannen en be
paalde straten en wijken vrij te
maken van autoverkeer. In het
stadscentrum is dit reeds het
geval voor een belangrijk deel
van de binnenstad. Aalst krijgt
hierdoor een aangenamer win
kel- en wandelkarakter.
De SP wil de dorpskernen be
waren. Snel, zwaar en dus ge
vaarlijk verkeer moet dan ook
zo veel mogelijk uit de dorps
kernen geweerd worden. Wij
denken in het bijzonder aan
de dorpskernen van Baarde-
gem, Moorsel en Gijzegem.
Wat Gijzegem betreft, is het
nodig dat nu eindelijk de oe
verloze discussies over de
N41 afgerond worden door
concrete beslissingen en uit
voering. De SP is alvast voor
stander van een ringweg rond
Gijzegem, waardoor het zwa
re verkeer uit de dorpskernen
kan geweerd worden.
Politiek secretaris Dylan Casaer overhandigt Mobiliteitsplan
SP-Aalst aan Steve Stevaert.
ConclusieDe Aalsterse SP wil zich ook na de gemeente
raadsverkiezingen engageren voor dit samenhangend mobili
teitsplan. Tegelijk vraagt zij het stadsbestuur dat er snel werk
wordt gemaakt van het Aalsters mobiliteitsplan, dat nu nog in
opbouw/bespreking is. Dat Aalst een dergelijk plan heeft is bij
zonder belangrijk omdat de Vlaamse regering en De Lijn veel
investeringen afhankelijk maakt van het hebben van een der
gelijk mobiliteitsplan. Voor Aalst betekent dat concreet dat de
Vlaamse regering pas geld zal ophoesten voor de heraanleg
van het Stationsplein of een definitieve oplossing voor het
kruispunt aan de Gentsesteenweg-Boudewijnlaan nadat Aalst
een mobiliteitsplan heeft opgesteld. De SP wil met haar mobi
liteitsplan het debat alvast in de juiste richting sturen.
In 1997 vroeg de stedelijke
dienst Onderwijs van de Stad
Aalst aan het Coördinatieco
mité voor Welzijnsbeleid om
een oplossing te formuleren
voor de toenemende proble
matiek van de 'openstaande
rekeningen'. Hiermee werden
bedoeld: rekeningen van bui
tenschoolse activiteiten zoals
opvang, maaltijden, «wem
beurten, uitstappen naar mu
sea, bosklassen e.d., die eigen
zijn aan de hedendaagse
schoolcultuur.
Uit een eerste bespreking in
het Coördinatiecomité bleek
dat deze problematiek zich
verspreidt over alle schoolnet
ten. Een enquête werd opge
zet. Er werden een aantal per
tinente vragen in geformu
leerd. Hoe groot is het pro
bleem? Hoe kan vermeden
worden dat kinderen er de du
pe van worden? Zijn er inte
ressante ideeën in de scholen
zelf? Zijn er beleidsmaatrege
len nodig? Een te verwaarlo
zen probleem?
Uit dit onderzoek blijkt dat in
de Aalsterse scholen voor la
ger onderwijs, de ouders van
minstens 300 schoolkinderen
moeilijkheden ondervinden
met het tijdig betalen van de
rekeningen. Het grootste deel
zijn ouders die onvoldoende
financiële draagkracht bezit
ten om naast de 'vaste kosten'
ook de 'toemaatjes' te betalen.
2/3 van de scholen worden
met het probleem geconfron
teerd! Vele rekeningen blijven
openstaan!
Naast kansarmoede, ten ge
volge van werkloosheid of
ziekte, zijn ook eigentijdse ge
zinsproblemen zoals onkun
dig beheren van het budget,
echtscheiding, faillissement
van een zelfstandige en alco
holisme vaak oorzaak van het
probleem.
Aanpak
De oplossingen die de ouders
én de scholen aan het pro
bleem geven zijn zeer uiteen
lopend. Zo hoorde ik het ver
haal van een ouder met laag
inkomen die haarfamilie heeft
aangesproken om het school
geld te betalen. Een ander re
cent vb. situeert zich bij kans
arme ouders met 11.000 fr.
schoolschulden die op bevel
van een advocaat de deur
waarder over de vloer kregen.
Gelukkig is dit laatste verij
deld door een aangepast in
grijpen. De kosten van de op
drachtgever zijn hier wellicht
hoger dan het te boeken resul
taat.
In sommige scholen worden
de namen van de kinderen,
van wie de ouders achterstal
len moeten betalen, op een
prikbord uitgehangen met als
blijkbaar onschuldige bedoe
ling de ouders te verwittigen.
Andere scholen werken met
een maandelijks afbetalings
plan omdat de ouders de to
taalbedragen in schijven wen
sen af te lossen. Er zijn ook
scholen die vanuit een eigen
fonds of oudercomité probe
ren een oplossing aan te bie
den. Anderen geven een 'gra
tis' maaltijd aan het tweede of
derde kind uit een kansarm
gezin. De maatregelen zijn,
hoe goed bedoeld ook, zo ver
scheiden dat er zich ook op dit
terrein onregelmatigheden
voordoen en de concurrentie
wordt uitgespeeld.
En er zijn zeer zeker ook ou
ders die vanuit nonchalance
vergeten te betalen. Deze
groep moet als een minder
heid worden beschouwd en
kan zeker niet aangewend
worden om het kansarme pro
bleem te minimaliseren.
In het toneelstuk: 'Het vel van
een kei', dat na deze inleiding
zal worden opgevoerd, wordt
de problematiek weergegeven
aan de hand van praktijkerva
ringen die ons door de scholen
werden gesignaleerd. Het stuk
legt de vinger op de wonde,
maar wil zeker geen veralge
meend beeld ophangen. Het
wil een aantal ervaringen to
nen waarop in het groepsinter
view zal worden doorgegaan.